Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

#4 VT ENG/SPA

QuestionAnswer
bakken bakte - bakten - baking - horneando
bannen bande - banden - bustle - bullicio
barsten barstte - barstten - crash - chocar
bederven bedierf - bedierven - spoil - arruinar
bedriegen bedroog - bedrogen - to cheat - hacer trampa
beginnen begon - begonnen - to start - para comenzar
behangen behangde - behangden - wallpaper - fondo de pantalla
bergen borg - borgen - to put away - ponlo fuera
bevelen beval - bevalen - command - dominio
bezwijken bezweek - bezweken - collapse - colapsar
bidden bad - baden - to pray - a orar
bieden bood - boden - offer - oferta
bijten beet - beten - to bite - morder
binden bond - bonden - tie - atar
blazen blies - bliezen - blow - explotar
blijken bleek - bleken - to turn out - para salir
blijven bleef - bleven - to stay - quedarse
blinken blonk - blonken - shine - brillar
braden braadde - braadden - roast - asar
breken brak - braken - break - romper
brengen bracht - brachten - to take - tomar
brouwen brouwde - brouwden - brew - elaborar cerveza
buigen boog - bogen - bow - arco
denken dacht - dachten - think - pensar
dingen naar dong naar - dongen naar - make things at - hacer las cosas
dragen droeg - droegen - wear - tener puesto
drijven dreef - dreven - to conduct - para conducir
dringen drong - drongen - penetrate - penetrar
drinken dronk - dronken - drinks - bebidas
druipen droop - dropen - drip - goteo
duiken dook - doken - to dive - bucear
dwingen dwong - dwongen - force - fuerza
eten at - aten - to eat - comer
fluiten floot - floten - flutes - flautas
gelden gold - golden - to apply - Aplicar
genezen genas - genazen - cured - curado
genieten genoot - genoten - to enjoy - disfrutar
geven gaf - gaven - to give - dar
gieten goot - goten - to pour - para verter
glijden gleed - gleden - to slide - deslizarse
glimmen glom - glommen - gleam - destello
graven groef - groeven - to dig - cavar
grijpen greep - grepen - to grasp - para captar
hangen hing - hingen - to hang - colgar
heffen hief - hieven - lift - elevar
helpen hielp - hielpen - to help - ayudar
heten heette - heetten - to be named - ser llamado
hijsen hees - hesen - hoist - izar
hoeven hoefde - hoefden - hooves - pezuñas
houden hield - hielden - to hold - sostener
houwen houwde - houwden - hew - labrar
jagen joeg - joegen - to hunt - a cazar
kiezen koos - kozen - to elect - para elegir
kijken keek - keken - to look - mirar
klimmen klom - klommen - to climb - escalar
klinken klonk - klonken - sound - sonido
kluiven kloof - kloven - chuck - arrojar
knijpen kneep - knepen - squeeze - estrujar
kopen kocht - kochten - to buy - comprar
krijgen kreeg - kregen - to get - Llegar
krimpen kromp - krompen - shrink - encoger
kruipen kroop - kropen - crawl - gatear
zich kwijten van kweet zich van - kweten zich van - discharge oneself - despedirse
lachen lachte - lachten - laugh - reír
laden laadde - laadden - load - carga
Iaten liet - lieten - Eagle - Águila
lezen las - lazen - read - leer
liegen loog - logen - to lie - mentir
liggen lag - lagen - lie - mentir
lijden leed - leden - suffering - sufrimiento
lijken leek - leken - corpses - cuerpos
lopen liep - liepen - to walk - andar
malen maalde - maalden - grind - moler
melken molk - molken - milk - leche
meten mat - maten - to measure - para medir
mijden meed - meden - avoid - evitar
moeten moest - moesten - must - debe
nemen nam - namen - to take - tomar
nijgen neeg - negen - niggle - queja
ontginnen ontgon - ontgonnen - mince - desmenuzar
ontluiken ontlook - ontloken - open up - abrir
pluizen ploos - plozen - fluff - pelusa
projzen press - prezen - project - proyecto
raden raadde - raadden - councils - consejo
-- verraden verried - verrieden - -- betray - - traicionar
rijden reed - reden - to ride - a montar
rijgen reeg - regen - string - cadena
rijten reet - reten - rip - rotura
rijzen rees - rezen - rise - elevar
roepen riep - riepen - call - llamar
ruiken rook - roken - to smell - oler
scheiden scheidde - scheidden - to divorce - divorciarse
schelden schold - scholden - curse - maldición
schenden schond - schonden - violate - violar
schenken schonk - schonken - donate - donar
scheppen shiep - schiepen - scoop - cucharón
scheren scheerde - scheerden - shave - afeitar
schieten schoot - schoten - to shoot - para disparar
schijnen scheen - schenen - to shine - brillar
schijten scheet - scheten - shit - mierda
schrijven schreef - schreven - to write - escribir
schrikken schrok - schrokken - to startle - sobresaltar
schuilen school - scholen - take shelter - resguardarse
schuiven schoof - schoven - to shove - empujar
slapen sliep - sliepen - to sleep - dormir
slijpen sleep - slepen - sharpen - afilar
slijten sleet - sleten - wear - tener puesto
slinken slonk - slonken - wink - guiño
sluipen sloop - slopen - to sneak - para escabullirse
sluiten sloot - sloten - Close - Cerca
smelten smolt - smolten - to melt - para fundir
smijten smeet - smeten - throw - tirar
snijden sneed - sneden - to cut - cortar
snuiten snoot - snoten - blush - rubor
snuiven snoof - snoven - sniff - oler
spannen spande - spanden - string - cadena
spijten speet - speten - spit - escupir
spinnen spon - sponnen - spiders - arañas
splijten spleet - spleten - split - dividir
spreken sprak - spraken - speak - hablar
springen sprong - sprongen - to jump - saltar
spruiten sproot - sproken - sprout - brote
spuiten spoot - spoten - spray - rociar
steken stak - staken - stiches - estichas
stelen stal - stalen - to steal - robar
sterven stierf - stierven - die - morir
stijgen steeg - stegen - to rise - levantar
stijven steef - steven - stiffen - endurecer
stinken stonk - stonken - smell - oler
stoten stootte - stootten - bump - bulto
strijden streed - streden - fight - luchar
strijken streek - streken - to smoothe - para suavizar
stuiven stoof - stoven - smash - aplastar
treden trad - traden - step - paso
treffen trof - troffen - find - encontrar
trekken trok - trokken - Pull - Jalar
vallen viel - vielen - traps - trampas
vangen ving - vingen - to catch - atrapar
varen voer - voeren - sail - navegar
vechten vocht - vochten - to fight - luchar
verdrieten verdroot - verdroten - grieve - afligirse
verdwijnen verdween - verdwenen - to disappear - desaparecer
vergeten vergat - vergaten - forget - olvidar
verliezen verloor - verloren - to lose - perder
vinden vond - vonden - find - encontrar
vlechten vlocht - vlochten - braid - trenza
vliegen vloog - vlogen - to fly - para volar
vouwen vouwde - vouwden - fold - doblar
vragen vroeg - vroegen - to ask - preguntar
vreten vrat - vraten - eat - comer
vriezen vroor - vroren - freeze - congelar
vrijen vree / vrijde - vreeën / vrijden - making out - besarse
wassen waste - wasten - to wash - lavar
wegen woog - wogen - weigh - pesar
werpen wierp - wierpen - throw - tirar
werven wierf - wierven - recruit - recluta
weten wist - wisten - know - saber
weven weefde - weefden - weave - tejido
wijken week - weken - give way - Ceda el paso
wijten weet - weten - blame - culpa
wijzen wees - wezen - ways - maneras
winden wond - wonden - wind - viento
winnen won - wonnen - to win - ganar
worden werd - werden - become - convertirse
wrijven wreef - wreven - to rub - frotar
wringen wrong - wrongen - wring - exprimir
zeggen zei - zeiden - say - decir
zenden zond - zonden - send - enviar
(neer)zijgen zeeg neer - zegen neer - (down) side - (Abajo
zingen zong - zongen - to sing - cantar
zinken zonk - zonken - sink - hundir
zinnen ZOFI - zonnen - phrases - frases
zitten zat - zaten - to sit - sentarse
zoeken zocht - zochten - to search - buscar
zuigen zoog - zogen - suck - chupar
zuipen zoop - zopen - drink - beber
zwelgen zwolg - zwolgen - wake up - despertar
zwellen zwol - zwollen - to swell - a hincharse
zwemmen zwom - zwommen - swimming - nadar
zweren zwoer - zwoeren - to swear - maldecir
zwerven zwierf - zwierven - wander - deambular
zwijgen zweeg - zwegen - silence - silencio
Created by: candradez713
Popular Dutch sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards