Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

1.2.3 l'Organigramme

1.2.3 l'Organigramme de l'entreprise

TermDefinition
un organigramme een organisatieschema, organogram
la hiérarchie hiërarchie
hiérarchique hiërarchisch
occuper une fonction/ un poste een functie / post bekleden
assumer une fonction een functie bekleden
remplir une fonction een functie vervullen
un service een dienst / afdeling
le service marketing marketing dienst/afdeling
le service des ventes verkoop afdeling
le service après-vente dienst na verkoop
le service d'expédition verzending dienst
le service comptabilité /les services comptables afdeling boekhouding
un/une comptable boekhouder
un / une aide-comptable assistent-boekhouder, hulpboekhouder
un/une expert-comptable accountant
tenir les comptes /les livres de boekhouding doen
le service juridique juridische dienst
le service recrutement et sélection afdeling aanwerving en selectie
le service ressources humaines Human Resources afdeling
un/une responsable du personnel personeelschef
un département een afdeling
le département des ressources humaines de Human Resources afdeling
le secrétariat het secretariaat
un / une secrétaire secretaris, secretaresse
le magasin magazijn
un magasinier magazijnmeester
un entrepôt opslagplaats
l'effectif (m) , les effectifs personeelsbestand
occuper/ employer x personnes x personen tewerkstellen
un collaborateur / une collaboratrice medewerker
collaborer (à un projet) meewerken (aan een project)
un salarié, une salariée loontrekkende
un travailleur /une travailleuse werker, arbeider
les masses travailleuses de werkende klasse
un élève-travailleur een ijverige leerling
un employé / une employée bediende
un ouvrier / une ouvrière arbeider
la main-d'oeuvre arbeidskrachten
une cadre kaderlid
les cadres (m.pl.) kaderleden, kaderpersoneel
un chef baas, overste
un chef d'entreprise ploegbaas
un chef de service / de département afdelingshoofd
un chef d'équipe ploegbaas
un patron / une patronne baas
un directeur / une directrice directeur
un directeur adjoint / une directrice adjointe adjunct-directeur
un adjoint / une adjointe à la direction adjunct directeur
un directeur commercial / une directrice commerciale commercieel directeur
un directeur / une directrice ressources humaines Human Resources Manager
un administrateur délégué gedelegeerd bestuurder (Belg.)
un president-directeur général (P.-D.G.) gedelegeerd bestuurder (Fr.)
le conseil d'administration raad van bestuur
l'assemblée (f.) générale des actionnaires algemene vergadering van de aandeelhouders
convoquer l'assemblée générale des actionnaires de algemene vergadering van de aandeelhouders samenroepen
l'assemblée générale des actionnaires se tient tous les ans de algemene vergadering van de aandeelhouders vindt elk jaar plaats
un / une actionnaire aandeelhouder
une action een aandeel
une tâche een taak
effectuer (une tâche) (een taak) uitvoeren
consister à ( inf. ) / en/dans ( subst. ) bestaan uit
veiller à (qqch.) waken over, zorgen voor
veiller sur ( qqch. / qqn ) op iets letten/ iemand passen
assurer verzorgen, verantwoordelijk zijn voor
être responsable de verantwoordelijk zijn voor
assumer la responsabilité de (qqch.) de verantwoordelijkheid voor iets op zich nemen
se charger de zich belasten met , op zich nemen
être chargé(e) de belast zijn met
prendre (qqch.) en charge iets op zich nemen
s'occuper de zich bezig houden met
occuper werk verschaffen aan
confier une tâche à (qqn) een taak aan iem. toevertrouwen
un supérieur / une supérieure superier
un / une subalterne ondergeschikte
un subordonné / une subordonnée ondergeschikte
une tête hoofd
une entreprise à 100 têtes een bedrijf met 100 werknemers
entre à la tête de aan het hoofd staan van
diriger leiden, besturen
la direction directie, bestuur
un dirigeant / une dirigeante leider, bestuurder
gérer beheren
la gestion beheer, beleid
un gérant / une gérante bedrijfsleider, zaakvoerder
encadrer leiden, begeleiden
l'encadrement (m.) leiding, begeleiding
coordonner coördineren
la coordination coördinatie
un coordinateur / une coordinatrice coördinator
contrôler controleren
le contrôle controle, toezicht
surveiller toezicht houden op
la surveillance toezicht, bewaking
un surveillant / une surveillante toezichthouder / bewaker
superviser superviseren
la supervision supervisie
collaborer samenwerken
en (étroite) collaboration avec in (nauwe) samenwerking met
assister (qqn.). , seconder (qqn.) iem. bijstaan, assisteren
rendre des comptes à (qqn.) zich verantwoorden bij iem.
le management management
un manager manager
l'autorité (f.) autoriteit, gezag
autoritaire autoritair
pouvoir kunnen
le pouvoir macht
une règle regel
un règlement voorschrift, reglement
règlementaire voorgeschreven, reglementair
une mesure maatregel
prendre des mesures maatregelen nemen
la discipline tucht, discipline
discipliné / disciplinée gedisciplineerd
une instruction instructie, opdracht
une consigne instructie, order
ordonner (qqch.) à (qqn.) iem. iets voorschrijven, bevelen
ordonner à (qqn.) de (inf.) iem. bevelen, voorschrijven te ( + inf.)
un ordre bevel
obliger (qqn.) à (inf.) iem. verplichten, dwingen te (+inf.)
être obligé(e) de (inf.) verplicht zijn te (+inf.), moeten
une obligation verplichting
obligatoire verplicht
pousser (qqn.) à (inf.) iem. aanzetten om te (+inf.)
exiger eisen, vorderen
une exigence eis, vereiste
revendiquer opeisen, eisen
une revendication eis, vordering
devoir moeten
un devoir plicht
se plier à zich plooien naar
obéir à gehoorzamen aan
Created by: Jefdecuyper
Popular French sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards