click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Voorzetsels 07
Werkwoorden/uitdrukkingen met vast voorzetsel
Vraag | Antwoord |
---|---|
Die symptomen duiden … een ernstige ziekte. | duiden op |
Die leerling dweept … zijn nieuwe juf. | dwepen met |
De man dwingt zijn hond … zitten. | dwingen tot |
Hij was het niet … mij eens. | (het) eens zijn met |
Ik heb veel eerbied … de prestatie van die wielrenner. | eerbied hebben voor |
Het woord eindigt … een lange klinker. | eindigen op |
En we eindigen … een dessert ! | eindigen met |
De baas eist discipline … zijn arbeiders. | eisen van |
De fans waren enthousiast … de hoge score. | enthousiast zijn over |
Ze ergert zich enorm … al die reclame. | zich ergeren aan |
Hij is ervaren … dat soort zaken. | ervaren zijn in |
Hij heeft veel ervaring … dat soort zaken. | ervaring hebben met |
Gefeliciteerd … je verjaardag! | feliciteren met |
Het gaat er vooral … dat je plezier hebt. | gaan om |
Dit boek gaat … de geschiedenis van België. | gaan over |
Hij is er erg … gebrand die baan te krijgen. | gebrand zijn op |
Er is gebrek … schoon drinkwater. | gebrek hebben/zijn aan |
U mag geen gebruik maken … een woordenboek. | gebruik maken van |
Hij ging … hoge schulden gebukt. | gebukt gaan onder |
Ik ben niet gediend … je vleiende houding. | gediend zijn met/van |
Ik ben enorm geërgerd … die situatie. | geërgerd zijn over |
Ik ben geïnteresseerd … die job. | geïnteresseerd zijn in |
Hij is enorm gehecht … zijn huisje. | gehecht zijn aan |
Die kinderen zijn niet gehoorzaam … hun ouders. | gehoorzaam zijn aan |
Hij is gek … snoep. | gek zijn op |