Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

Voorzetsels 09

Werkwoorden/uitdrukkingen met vast voorzetsel

VraagAntwoord
We hebben de handen vol … de verbouwing. de handen vol hebben met
Boekhouding ? Ik ben niet zo handig … die dingen. handig zijn in
Ik ben niet zo handig … computers. handig zijn met
De radio werkt niet. Wat hapert er… ? haperen aan
Wij zijn erg gehecht … ons huis met terras. (zich) hechten aan
Karel V heerste … vele landen. heersen over
We hebben een hekel … regen. een hekel hebben aan
Zal ik je helpen … de afwas? helpen met
Wil jij me morgen herinneren … onze afspraak? herinneren aan
Je kan een politieagent gemakkelijk herkennen … zijn uniform. herkennen aan
Ik ben niet op de hoogte … de nieuwe afspraken. op de hoogte zijn/stellen van
Ik hoop … een gemakkelijk examen. hopen op
Hij houdt zich niet … de regels. (zich) houden aan
Ja, we houden allemaal … Nederlands! houden van
De acteur huilde … de vele kritiek. huilen om
Ik heb zo’n dorst, ik hunker … een glas water. hunkeren naar
De kopie is identiek … het origineel. identiek zijn aan
Hij heeft een grote indruk … mij gemaakt. indruk maken op
Wij informeerden … de toestand van de patiënt. informeren naar
Hij informeerde ons … de nadelen van het product. informeren over
Ze ging niet in … de uitnodiging. ingaan op
De jonge crimineel liet zich in … autodiefstallen. (zich) inlaten met
Kunt u inlichtingen geven … de vertrektijden ? inlichtingen geven over
Wij kunnen niet instaan … eventuele fouten. instaan voor
Na zijn hartaanval moest hij zich instellen … een gezonder leven. (zich) instellen op
Created by: dirk.bouckaert
Popular Dutch sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards