Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

VGT

QuestionAnswer
Pleura parietalis en plaura visceralis gaan in elkaar over. De locatie van de omslagplooi is de: A. Longhilus B. Recessus costodiafragmaticus Longhilus
Hyperventilatie leidt tot een verandering in de pH van het bloed. Dit is verhoging/verlagin? A. Verhoging B. Verlaging Verhoging
Bij een ongevalpatiënt constateert u de volgende verschijnselen bij LO: verminderd ademgeruis rechts, gedempte percussie rechts over de thorax, bloeddruk 90/60 mmHg, pols 110/min. Uw meest waarschijnlijke diagnose is: A. Spanningspneumothorax B. Harttamponade C. Pneumothorax D. Haematothorax Haematothorax
De bronchusverwijdende eigenschappen van de parasympatholytica berusten voornamelijk op: A. Blokkade van muscarinereceptoren B. Blokkade van B-adrenerge receptoren. C. Stimulatie van muscarinereceptoren D. Stimulatie van B-adrenerge receptoren Blokkade van muscarinereceptoren
Welke uitspraak over de pleurale druk en de alveolaire druk is waar? Alveolaire druk altijd hoger dan de pleura druk, lager, meestal gelijk of bi inspiratie hoger en expiratie lager dan pleuradurk? A. De alveolaire druk is altijd hoger dan de pleuradruk B. De alveolaire druk is altijd lager dan de pleuradruk C. De alveolaire druk is meestal gelijk aan de pleuradruk D. De alveolaire druk is bij inspiratie hoger en bij expiratie lager dan alveolair De alveolaire druk is altijd hoger dan de pleuradruk
Wat is na een maximale expiratie hetzelfde als tijdens rustademhaling? Grootte van elastische retractiekracht van de long, richting van elastische retractiekracht, intrapleurale druk of transpulmonale druk? A. De grootte van de elastische retractiekracht van de long. B. De richting van de elastische retractiekracht van de long. C. De intrapleurale druk D. De transpulmonale druk De richting van de elastische retractiekracht van de long
Het hyperventilatie-syndroom komt frequent voor als onderdeel van: A. Angststoornis B. COPD C. Hypoglykemie Angststoornis
Bronchuscarcinomen worden veroorzaakt door roken in: A. 20 tot 30% van de gevallen. B. 50 tot 60% van de gevallen. C. >85% van de gevallen > 85% van de gevallen
Welk paraneoplastisch verschijnsel komt het vaakst voor bij het bronchuscarcinoom? A. Lambert-Eaton myastheensyndroom. B. SIADH met hyponatriëmie. C. Hypercalciëmie D. Cushing-syndroom Hypercalciëmie
Een man van 65 jaar ondergaat een complete longresectie (pneumonectomie) links wegens longcarcinoom. Hoe zal globaal de longfunctie hierdoor veranderen ten opzichte van vóór de operatie, aannemende dat het carcinoom de longfunctie nauwelijks beïnvloedt? A. TLC 505% minder en FEV1/VC 50% minder. B. TLC 50% minder, FEV1/VC vrijwel gelijk C. TLC verijwel gelijk, FEV1/VC 50% minder D. TLC en FEV1/VC vrijwel gelijk TLC 50% minder, FEV1/VC vrijwel gelijk
Een vrouw van 38 jaar wordt in een halve dag ziek met hoesten en koorts. Bij LO valt een demping op met bronchiaal ademgeruis en crepitaties over de rechter onderkwab. Zij is duidelijk cyanotisch. Welk pathofysiologisch mechanisme zorgt voor de cyanose? A. Afkoeling bij koorts. B. Alveolaire hypoventilatie. C. Diffusiestoornis D. Shunteffect Shunteffect
Een 90-jarige man heeft een AB-kuur voor en Staph. Aureus longontsteking ondergaan. De röntgenfoto laat zien dat er sprake is van een 5 cm ronde dichtheid, zonder omringend infiltraat. Wat is de beste beschrijving voor de uitkomst van zijn longontsteking? A. Complete resolutie B. Regeneratie C. Progressie naar chronische ontsteking D. Abcesformatie Abcesformatie
Een bovenste luchtwegobstructie kan afwijkingen veroorzaken van het spirogram. Het meest kenmerkend van deze afwijkingen is: A. Verminderde FEV1. B. Verminderde FVC C. Verminderde inspiratoire flow Verminderde inspiratoire flow
Het aantal alveoli neemt niet verder toe vanaf een bepaalde periode tijdens de normale ontwikkeling. Dit is na: A. De geboorte B. De kleurterleeftijd C. De puberteit D. De adolescentie De adolescentie
Een rokende vrouw van middelbare leeftijd meldt zich met een schorre lage stem en inspiratoire stridor. Zij blijkt een goedaardige stemplooi-afwijking te hebben. De meest waarschijnlijke diagnose is: A. Stemplooiknobbeltjes B. Een pseudocyste C. Reinke-Oedeem Reinke-Oedeem
Een 66-jrige vrouw is 5 jaar geleden behandeld i.v.m. primair mammacarcinoom. Het betrof een T2N2M-carcinoom. Zij bezoekt haar huisarts i.v.m. progressieve dyspnoeklachten en pijn in de rug. Bij LO geen afwijkingen. Geen koorts. Botscan laat lytische haar A. Bronchopneumonie B. Lymfangitis carcinomatosa in de long C. Solitaire longmetastase in de rechter bovenkwab Lymfangitis carcinomatosa in de long
De oorsprong van de arteriae renales uit de aorta abdominales bevindt zich: A. Dorsaal B. Lateraal C. Ventraal Lateraal
Karel is een 32-jarige, geheel ontregelde diabeet type I. Van welke stof zal bij hem de concentratie in het serum het meest verhoogd zijn? A. HCO3- B. B-hydroxyboterzuur C. Na+ D. Triacylglycerol B-hydroxyboterzuur
Het effect van het toedienen van ongefractioneerd heparine bij een patiënt kan het best gecontroleerd worden door het bepalen van de: A. aPTT B. Bloedingstijd C. PT aPTT
De farmacokinetiek van een groot aantal geneesmiddelen wordt beïnvloed door binding aan macromoleculen in het bloed. Voor het anti-coagulant warfarine is dit eiwit: A. Albumine B. Globuline C. Hemoglobine D. Fibrinogeen Albumine
Bij de diagnostiek van ijzergebeksanemie speelt een bepaald opslageiwit een belangrijke rol. Dit eiwit betreft het: A. Erytropoëtine B. Ferritine C. Immuunglobuline D. Transferrine Ferritine
In de diagnostiek van ijzergebreksanemie zijn lab-waarden van belang. Hierbij worden vaak ijzer, TIBC en serum ferritine bepaald. Naast een laag serum ijzer vindt men bij ijzergebreksanemie het vaakst: A. Eeen laag TIBC en een hoog ferritine B. Een hoog TIBC en een laag ferritine C. Een laag TIBC en een laag ferritine D. Een hoog TIBC en een hoog ferritine Een hoog TIBC en een laag ferritine
Een bepaalde vorm van leukemie komt bij kinderen tot 14 jaar het meest voor. Deze is: A. ALL B. AML C. CLL D. CML ALL
Welke erfelijke risicofactor voor trombose is het zeldzaamste: A. Proteïne C deficiëntie B. Factor V Leiden mutatie C. Protrombine mutatie G20210A D. Antitrombine deficiëntie Antitrombine deficiëntie
Bij het proces van atherosclerose stapelen bepaalde cellen grote hoeveelheden lipiden en cholesterol op, hetgeen leidt tot de vorming van schuimcellen. Schuimcellen worden gevormd uit: A. Fibroblasten alleen B. Macrofagen alleen. C. Fibroblasten en gladde spiercelen D. Fibroblasten en macrofagen E. Macrofagen en gladde spiercellen Macrofagen en gladde spiercellen.
Dislocatie van het kaakgewricht wordt meestal veroorzaakt door: A. Tandenknarsen B. Ver openen van de mond C. Zeer krachtig bijten Ver openen van de mond
Op een röntgenopname van een onderarm kruisen de radius en de ulna elkaar. In welke stand is deze foto genomen: A. Pronatie B. Supinatie Pronatie
Wat is de functie van het troponine-tropomyosine complex in het skeletspierweefsel? Koppelt actinefilamenten aan myosinefilamenten. B. Regenereert ATP tijdens contractie C. Splitst het ATP dat nodig is voor contractie. D. Voorkomt koppeling van actinefilamenten aan myosinefilamenten. Voorkomt koppeling van actinefilamenten aan myosinefilamenten
Bij een 3 maanden oud jongetje wordt een liesbreuk geconstateerd. De indicatie voor de operatieve behandeling van deze liesbreuk berust op: A. Het grote gevaar van beklemming in de eerste twee jaar na de geboorte. B. De abnormale ontwikkeling van eventuuel in de breukzak ingedaalde genitalia internae C. Gevaar voor infectie Het grote gevaar van beklemming in de eerste twee jaar na de geboorte
De distale radiusfractuur ontstaat meestal bij een val op de geëxtendeerde hand. Hierbij onderscheidt men twee type fracturen: de Collesfractuur en de fractuur volgens Smith. Bij de Collesfractuur is een dislocatie opgetreden naar: A. Dorsaal en radiair. B. Dorsaal en ulnair C. Volair en radiair D. Volair en ulnair Dorsaal en radiair
Een stomp letsel of kneuzing van de knie wordt gediagnosticeerd als een: A. Avulsie B. Contusie C. Dislocatie D. Distorsie Contusie
Bij een van de volgende geneesmiddelen treedt, zij het zelden, jicht op als bijwerking. Dit betreft: A. Colchicine B. Enalapril C. Hydrochloorthiazide D. Metaprolol Hydrochloorthiazide
Waarin verschillen langzame spiervezels ('slow muscle fibers') van snelle spiervezels ('fast muscle fibers')? Langzame spiervezels: A. Hebben een groter capillair bed B. Hebben minder mitochondriën C. Hebben minder myoglobuline D. Zijn groter Hebben een groter capillair bed
Job is 18 mnd oud en kan sinds een half jaar lopen. Zijn vader maakt zich zorgen omdat Job altijd op zijn tenen loopt. Op verzoek kan Job de hiel aan de grond brengen. Tot welke leeftijd is hierbij expectatief beleid geoorloofd? A. 18 maanden B. 2 jaar C. 3 jaar 3 jaar
Chondrocalcinosis op een röntgenfoto van een ontstoken gewricht pleit voor: A. kristalsynovitis B. Reumatoïde artritis C. Artritis psoriatica D. Septische artritis Kristalsynovitis
Van welk van de onderstaande geneesmiddelen is het NIET aangetoond dat daardoor het beloop van reumatoïde artritis positief beïnvloed wordt? A. NSAID's B. Sulfasalazine (Salazopyrine, SASP) C. Lenflunomide (Arava) D. Lederetrexaat (MTX) NSAID's
Een 72-jarige patiënt met de ziekte van Parkinson heeft een onzeker looppatroon, retropulsie en bradykinesie. Hij is éénmaal gevallen. Welk hulpmiddel is het meest geshikt om het lopen veiliger te maken? A. Een looprek B. Een rollator C. Een wandelstok Een rollator
Spierdystrofie van Duchenne berust op een: A. Abnormale aanmaak van spiereiwitten B. Auto-immuunproces tegen spiereiwitten C. Stapeling van glycogeen in de spier D. Stoornis van de neuromusculaire prikkeloverdracht. Abnormale aanmaak van spiereiwitten
Een volwassen man is in zijn sociale en beroepsmatige leven ernstig beperkt geraakt door een sinds meer dan een jaar bestaande preoccupatie met de gedachte een ernstige ziekte te hebben. Deze preoccupatie past bij het psychiatrische beeld van: A. Conversiestoornis B. Hypochondrie C. Morfodysforie Hypochondrie
Met het begrip ‘informed consent’ wordt bedoeld de situatie waarin de betreffende behandelaar of onderzoeker zijn patient: A. Heeft gevraagd uit vrije wil mee te doen aan een behandeling B. Heeft overtuigd dat deze het beste aan een behandeling kan meewerken C. Heeft voorgelicht en op basis daarvan om toestemming heeft gevraagd Heeft voorgelicht en op basis daarvan om toestemming heeft gevraagd
Bij de ziekte van Alzheimer past een stoornis van: A. Aandacht B. Bewustzijn C. Oordeel Oordeel
De set point theorie ten aanzien van vetzucht stelt dat: A. Mensen die te dik zijn ertoe neigen zich onrealistische doelen voor hun eigen gewicht te stellen B. Mensen die te dik zijn onvoldoende leptine aanmaken C. Een te dik persoon het eetgedrag zodanig reguleert, dat een hoger dan gemiddeld gewicht wordt v Een te dik persoon het eetgedrag zodanis reguleert, dat een hoger gemiddeld gewicht wordt vast gehouden
Onze subjectieve ervaring van bijvoorbeeld licht, geluid of druk wordt geregeerd door dezelfde psychofysische wetten. Dit feit ondersteunt een van de volgende twee opvattingen over ons bewustzijn. Het betreft: A. Bewustzijn komt voort uit een integraal verwerkingsproces B. Bewustzijn komt voort uit meerdere parallele, onafhankelijk van elkaar werkende verwerkingsprocessen Bewustzijn komt voort uit één integraal verwerkingsproces
In de psychiatrie gebruikt men de termen depersonalisatie en derealisatie bij een gevoel van onwezenlijkheid, afstandelijkheid en onvermogen om emoties te voelen. Wanneer een patient de mensen in zijn omgeving omschrijft alsof ze van karton gemaakt zijn: A. Depersonalisatie B. Derealisatie Derealisatie
Als gevolg van een ernstig verkeersongeval worden op de afdeling chirurgie diverse patienten opgenomen. Bij een aantal van hen wordt een acute stress-stoornis vastgesteld. De voorkeursbehandeling is hier: A. Farmacotherapie met serotonerge antidepressiva B. Farmacotherapie met anxiolytica C. Psychotherapie in de vorm van CGT D. Psychotherapie in de vorm van groepsdebriefing E. Expectatief beleid Expectatief beleid
Volgens onderzoek is het mogelijk dat terugval en overlijden bij kanker te maken heeft met alle onderstaande variabelen BEHALVE: A. Gevoelens van hulpeloosheid B. Depressie C. Onderdrukking van negatieve emoties D. Een minder strijdvaardige houding Een minder strijdbare houding
Er bestaan verschillende vormen van sociale steun. Mevrouw J. Heeft een jaar geleden haar man verloren. Tijdens de wekelijkse avond van de beeldhouwclub fleurt ze helemaal op en kan ze even haar verdriet om het verlies van haar man vergeten. Er is in dit A. Emotionele steun B. Informationele steun C. Instrumentele steun D. Netwerksteun Netwerksteun
Welke van de onderstaande therapievormen benadruk persoonlijke groei eerder dan het oplossen van problemen van clienten? A. Gedragstherapie B. Cognitieve therapie C. Fenomenologische therapie D. Psychodynamische therapie Fenomenologische therapie
De psycho-analytische methode waarbij clienten zich ontspanne en aangeven wat er in hun geest opkomt wordt genoemd: A. Introspectie B. Vrije associatie C. Cognitieve flooding D. Overdracht Vrije associatie
De apertura pelvis superior wordt begrensd door de: A. Articulatio sacrococcygea B. Caudale rand van de symfysis pubis C. Crista iliaca D. Linea terminalis van het os coxae Linea terminalis van het os coxae
Een beginnende intra-uteriene zwangerschap kan voor het eerst dmv vaginale echoscopie vrij betrouwbaar worden vastgesteld. Dit is betrouwbaar vanaf een termijn van: A. 4-5 weken amenorroe duur B. 5-6 weken amenorroe duur C. 6-7 weken amenorroe duur D. 7-8 weken amenorroe duur 5-6 weken amenorroe duur
Het uitblijven van bloedverlies gedurende meer dan zes maanden na en bevalling wordt beschreven als: A. Primaire amenorroe B. Secundaire amenorroe Secundaire amenorroe
Methylergometrine is bij de behandeling van fluxus postpartum gecontraindiceerd bij een patiente met: A. Placenta praevia B. Pre-eclampsie C. Diabetes mellitus D. Solutio placentae Pre-eclampsie
De arteria uterina ontspringt uit: A. Aorta B. Arteria iliaca communis C. Arteria iliaca externa D. Arteria iliaca interna Arteria iliaca interna
Welke vaginale infectie wordt NIET gerekend tot een SOA? A. Candidiasis vaginalis B. Chlamydia trachomatis infectie C. Gonorroe D. Trichomonas vaginalis Candidiasis vaginalis
Het adreno-genitaal syndroom kan door diverse enzymdefecten worden veroorzaakt. Het meest frequente enzymdefect is: A. 11 beta-hydroxylase deficientie B. 21 beta-hydroxylase deficientie C. 11 beta-dehydrogenase deficientie D. 21 beta-dehydrogenase deficientie 21 B-hydroxylase deficiëntie
Welke notatie kenmerkt het syndroom van Klinefelter? A. 47,XYY B. 47,XXY C. 47,XXX 47, XXY
In de doorsnee bevolking heeft een vrouw van 40 jaar een grotere kans op het krijgen van een kind met een chromosomale trisomie dan een vrouw van 20 jaar. Dit geldt niet voor de kans op het krijgen van een kind met een chromosomenpatroon: A. 47,XYY B. 47,XY + 18 C. 47,XXY D. 47,XY + 21 47, XYY
Na een uterus-extirpatie vindt de patholoog een scherpbegrensde tumor in het myometrium. Er is geen necrose. Histologisch bestaat de tumor uit spoelvormige langgerekte cellen zonder veel atypie en met hierin een enkele mitose. Immunohistochemisch wordt in A. Leiomyosarcoom B. Leiomyoom C. Rhabdomyoom D. Rhabdomyosarcoom Leiomyoom
De arteriae bronchiales zijn takken van de: A. Aorta ascendens B. Aorta descendens C. Arteriae pulmonales Aorta descendens
Een verhoogd cholesterolgehalte in rode bloedcelmembranen is een bevinding van een bepaalde deficientie. Dit is: A. Lecithine-cholesterol acetyltransferase (LCAT) B. LDL-receptor C. Vitamine D3 D. Apoprotein B-100 Lecithine-cholesterol acetyltransferase (LCAT)
Spataderen aan de benen komen veel voor. De belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van spataderen aan de benen is/zijn: A. Defecte kleppen in de v femoralis B. Defecte kleppen in de v saphena magna C. Defecte kleppen in het diepe veneuze systeem D. Een defecte klep in het sapheno-femorale veneuze verbinding Een defecte klep in de sapheno-femorale veneuze verbinding
Adrenaline (epinefrine) wordt vaak toegediend tijdens reanimatie als er sprake is van een hartstilstand (asystole). De gebruikelijke intraveneuze dosering hiervan is: A. 0,1 mg bolus B. 0,1 mg per uur C. 1,0 mg bolus D. 1,0 mg per uur 1,0 mg bolus
Bij de behandeling van chronisch hartfalen worden voor de hemodynamische ontlasting van het hart diverse geneesmiddelen voorgeschreven. Welk van onderstaande middelen verbetert bovendien de structuur van de hartspier door het remmen van fibrose? A. Angiotensine converting enzyme (ACE) inhibitors B. Beta-adrenoceptor antagonisten C. Diuretica D. Nitraten Angiotensine convertine enzyme (ACE) inhibitors
Het Frank-Starling-mechanisme verklaart waarom de linker boezemdruk: A. De linkerkamer output bepaalt B. De baroreceptor reflex bepaalt C. Bepaalt of perifeer oedeem optreedt D. Bepaalt of de abdominothoracale pomp effectief is De linkerkamer output bepaalt
Er bestaat een mathematische samenhang tussen slagvolume (SV), einddiastolisch volume (EDV), eindsystolisch volume (ESV) en ejectiefractie (EF). Welke formulie is de juiste? A. SV = EF x ESV B. EDV / ESV = 1-EF C. EDV = ESV/EF D. EF = SV / EDV EF = SV / EDV
Acute myocardischemie komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Het verschil in incidentie wordt na de menopauze: A. Groter B. Kleiner Kleiner
Wat is een correcte endocarditisprofylaxe met amoxicilline? A. 2 dagen voor ingreep beginnen en doorgaan tot 1 dag na de ingreep B. 1 dag voor ingreep beginnen en doorgaan tot 2 dagen na ingreep C. 1 uur voor ingreep 1 dosis geven D. 1 uur voor de ingreep beginnen en 1 dag doorgaan E. 1 uur voor de ingreep 1 dosis 1 uur voor de ingreep 1 dosis geven*
Bij het maken van een 12-afleidingen ECG worden de elektrodes van de linker- en rechterarm verwisseld. Welke van de onderstaande afleidingen zal hierdoor beinvloed worden? Dat betreft: A. V5 B. aVF C. III III
Een vrouw van 66 jaar heeft na een klein myocardinfarct nog steeds een goede linker ventrikelfunctie. De bloeddruk is 115/70, het cholesterol is 8 mmol/l met een HDL cholesterol van 0,9 mmol/l. Ze wordt behandeld met aspirine. Wat verder? A. Geen extra behandeling noodzakelijk B. Calciumantagonist toevoegen C. Statine toevoegen Statine toevoegen
De meest voorkomende oorzaak voor mitralisklepstenose is: A. Atherosclerose B. Acuut rheuma C. Bacteriele endocarditis D. Virale endocarditis Acuut rheuma
Bij een 33-jarige vrouw wordt een diep veneuze trombose van het rechterbeen gediagnosticeerd, oplopend tot in de vena cava inferior. Zodra de diagnose gesteld is, dient in ieder geval onmiddelijk gestart te worden met het volgende geneesmiddel: A. Acenocoumarol B. Aspirine C. Heparine D. Streptokinase Heparine
Op het elektrocardiogram van een patien wodt elke P-top voortgeleid. De PR-tijd is 0,25 seconden. Hier is het meest waarschijnlijk sprake van een: A. Normaal sinusritme B. Eerstegraads atrioventriculair blok C. Tweedegraads atrioventriculair blok D. Derdegraads atrioventriculair blok Normaal sinusritme
Welke van onderstaande aandoeningen gaat gepaard met cardiomyopathie? A. Groeihormoondeficientie B. Macrocytaire anemie C. Mitochondriele stofwisselingsziekte Mitochondriële stofwisselingsziekte
Een patient ontwikkelt drie dagen na een myocardinfarct een klinisch beeld wijzend op een ruptuur van de linker ventrikelvoorwand. Kort daarna overlijdt de patient acuut. Welk klinisch beeld voor het overlijden is het meest waarschijnlijk? A. Hypovolemische shock B. Tamponade C. Linker ventrikelfalen D. Rechter ventrikelfalen Tamponade
In een van de onderstaande buisvormige structuren vindt transport van de fysiologische inhoud normaliter in twee richtingen plaats. Dit is in de: A. Ductus cysticus B. Ductus choledochus C. Ductus hepaticus communis D. Ductus pancreaticus accessorius Ductus cysticus
Adrenaline (epinefrine) werkt activerend op: A. Adenylaatcyclase B. Cyclisch AMPase C. Tyrosine-kinase Adenylaatcyclase
Heesheid na een schildklieroperatie is meestal het gevolg van beschadiging van een zenuw bij de operatie. Het betreft de: A. N glossofaryngeus B. N hypoglossus C. N mandibularis D. N recurrens N. recurrens
Noradrenaline wordt gesecerneerd door: A. Postganglionaire sympathische vezels B. Preganglionaire parasympathische vezels C. Preganglionaire sympathische vezels Postganglionaire sympathische vezels
Bij een polycysteus ovariumsyndroom (PCO) zijn de waarden van FSH, LH en de androgenen veranderd ten opzichte van normaal. Het patroon dat het meest voorkomt bij PCO is: A. Toegenomen FSH, afgenomen LH, normale androgenen B. Normaal FSH, afgenomen LH, normale androgenen C. Normaal FSH, toegenomen LH, normale androgenen D. Normaal FSH, toegenomen LH, toegenomen androgenen Normaal FSH, toegenomen LH, toegenomen androgenen
Een student van 23 jaar met allergische rhinitis komt in aanmerking voor farmacotherapie met een niet-sederend antihistaminicum. De beste keuze in dit opzicht is: a. Hydroxyzine b. Loratadine c. Clemastine d. Promethazine Loratadine
Wat is kenmerkend voor impetigo: a. blaasjes met helder vocht waaruit virus geïsoleerd kan worden. b. een acute diepe ontsteking van de haarzakjes met pusvorming. c. een oppervlakkige besmettelijke aandoening met blaasjes. d. nattende erosies en crustae Een oppervlakkige besmettelijke aandoening met blaasjes
In de huid wordt een vitamine gesynthetiseerd. Dit is: a. Vitamine A b. Vitamine B c. Vitamine C d. Vitamine D Vitamine D
Welke van de volgende dermatosen gaat NIET gepaard met pustels? a. Acne vulgaris b. Rosacea c. Candidiasis d. Lichen planus Lichen planus
Wat zijn twee essentiele kenmerken van eczeem? a. Schilfering, vesikels. b. polymorfe efflorescenties, jeuk c. krabeffecten, jeuk d. lichenificatie, krabeffecten Polymorfe efflorescienties, jeuk
De vrouw die borstvoeding geeft en nog amenorroisch is, heeft een zeer geringe kans op zwangerschap. Dit hangt samen met de bloedspiegel van welk hormoon? A. Oxytocine B. Cortisol C. Prolactine D. Thyroxine Prolactine
Bij een van de volgende aandoeningen komt hypercalciemie voor. Dat is: A. Hypoparathyroidie B. Jicht C. Sarcoidose Sarcoïdose
Een enzym dat eiwitten uit de voeding splitst is: A. Amylase B. Lipase C. Peptidase D. Lactase Peptidase
Dopamine wordt gevormd uit een: A. Aminozuur B. Steroid C. Vetzuur Aminozuur
Joost, 19 jaar, komt op het spreekuur bij de huisarts omdat hij last heeft van een pijnlijke plek op zijn achterwerk. Sinds hij zijn chauffeursdiploma heeft gehaald en dagelijks op de vrachtwagen rijdt heeft hij in toenemende mate last van pijn en krijgt A. Atheroomcyste B. Hydradenitis C. Karbunkel D. Sinus pilonidales Sinus pilonidales
Nienke, 16 jaar, heeft sinds 2 weken een rozerode plek onder haar linker sleutelbeen. De plek is groter geworden met een lichte schilfering centraal. Sinds gisteren lijkt het of ze er helemaal onder komt te zitten, nu over haar gehele romp. Wat is het? a. Netelroos b. Ringworm (tinea corporis) c. Pityriasis rosea d. Waterpokken Pityriasis rosea
Een patient met spierklachten heeft een CPK van 3333 U/L (n < 200 U/L). De meest waarschijnlijke diagnose is: A. Fibromyalgie B. Myasthenia gravis C. Polymyalgia reumatica D. Polymyositis Polymyositis
Bij een 49-jarige vrouw wordt een ablatio van de rechter mamma uitgevoerd wegens een 3,3 cm groot infiltrerend ductaal carcinoom. In de okselklierdissectie wordt 1 lymfekliermetastase gevonden. Er is sprake van een graad II tumor, positieve hormoonrecepto A. Radiotherapie van de thoraxwand, adjuvante hormonale therapie B. Radiotherapie van thoraxwand en regionale lymfeklierstations, adjuvante hormonale therapie en adjuvante chemotherapie Radiotherapie van de thoraxwand, adjuvante hormonale therapie en adjuvante chemotherapie
Welke van de volgende primaire maligne huidtumoren komt het meest frequent voor? A. Basaalcelcarcinoom B. Melanoom C. Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom
Ziektegedrag kan een patient ziektewinst opleveren, waardoor de ziekenrol in stand wordt gehouden. Wanneer de ziektewinst een ziekenrol in stand houdt is dit meestal een: A. Onbewust proces B. Bewust proces Onbewust proces
Mevrouw Jansen heeft mammacarcinoom in de terminale fase. Ze wordt thuis met hulp van de terminale thuiszorg verpleegd. Inmiddels is ze nauwelijks aanspreekbaar. Het is duidelijk dat ze pijn lijdt, die niet te bestrijden blijkt. Euthanasie een optie? A. Zolang er nog mogelijkheden zijn tot pijnbestrijding is euthanasie geen optie B. Euthansie kan alleen op verzoek van de patient zelf C. Euthanasie kan alleen gegeven worden door een daar speciaal voor opgeleide arts (SCEN-arts) Euthanasie kan alleen op verzoek van de patiënt zelf
Met de introductie van de Diagnose Behandel Combinatie systematiek wordt met een bepaald type financiering gebroken. Het betreft: A. Aanbodgestuurde financiering B. Functiegestuurde financiering C. Vraaggestuurde financiering Aanbodgestuurde financiering
Men onderscheidt type A gedrag en type B gedrag. Mensen met type A gedrag vertonen: A. Competitieve prestatiedrang B. Conflictvermijding Competitieve prestatiedrang
Op welke wijze worden psychiatrische stoornissen in de Diagnostic & Statistics Manual of Mental disorders (DSM versie IV) ingedeeld? A. Organsiche versus functionele stoornissen B. Psychotische versus neurotische stoornissen C. Syndromale versus persoonlijkheidsstoornissen Syndromale versus persoonlijkheidsstoornissen
Jonge kinderen zijn vriendelijk tegen familieleden en bekenden en willen graag op schoot zitten, maar wanneer de kinderarts ze op schoot neemt om ze te onderzoeken gaan ze huilen. Het gedrag van dit kind is een voorbeeld van: A. Extinctie B. Forward conditioning C. Stimulusdiscriminatie D. Stimulusgeneralisatie Stimulusdescriminatie
Mensen kunnen verschillende manieren van ‘personal control’ toepassen. Tijdens een zwangerschapscursus leert een zwangere speciale ademhalingstechnieken. Op welk gebied bevindt zich dit type ‘personal control’? A. Beslissing B. Cognitie C. Gedrag D. Informatie Gedrag
Kinkhoest (pertussis) is een infectieziekte die in Nederland, ondanks opname in het rijksvaccinatieprogramma, nog steeds voorkomt. Kinkhoest is in het kader van de infectieziektenwet een aangifteplichtige infectieziekte uit groep: A. A B. B C. C B
Er zijn een aantal oorzaken voor de tweede “epidemiologische transitie” verschuiving in doodsoorzakenpatroon van infectieziekten naar ‘ouderomsaandoeningen’ als hart- en vaatziekten, kanker en diabetes. Welke MINST grote rol? A. Het beschikbaar komen van antibiotica B. De verbeterde voedingstoestand van de bevolking C. De aanleg van riolering D. Verbetering van de arbeidsomstandigheden Het beschikbaar komen van antibiotica
Het ligamentum teres hepatis is een overblijfsel van een embryonale structuur. Dit is de: A. Vena umbilicalis B. Vena cardinalis C. Vena vitellina Vena umbilicalis
De kans op een intra-abdominaal abces na een appendectomie, in Nederland, komt het meest overeen met: A. 0,5% B. 1 tot 2% C. 2,5 tot 5% D. > 5% 1 tot 2%
Voor het rectumcarcinoom wordt de TNM-classificatie gebruikt. Daarbij is T2: A. Tumor beperkt tot het darmepitheel B. Tumor beperkt tot de submucosa C. Tumor infiltreert tot en met de spierlaag van de darm D. Tumor infiltreert tot in de perirectale weefsels Tumor infiltreert tot en met de spierlaag van de darm
Het propulsivum cisapride wordt zelden toegepast. Wat is de belangrijkste reden hiervan? A. Het passeert de bloed-hersenbarriere en veroorzaakt bijwerkingen aan het zenuwstelsel B. Het geeft ernstige beenmergsuppressie C. Het kan hartritmestoornissen veroorzaken in combinatie met geneesmiddelen die CYP3A4 remmen Het kan hartritmestoornissen veroorzaken in combinatie met geneesmiddelen die CYP3A4 remmen
Bij hyperbilirubinemie kan zowel het geconjugeerd als ongeconjugeerde bilirubine verhoogd zijn. Afhankelijk van de oorzaak is een van de fracties het meest verhoogd. De geconjugeerde fractie is verhoogd bij: A. Galwegobstructie B. Hemolyse C. Levercirrose Galwegobstructie
Klassieke klachten bij het Zenker divertikel zijn: A. Pijn in de keel, regurgitatie onverteerd voedsel en borrelende geluiden in de hals B. Regurgitatie onverteerd voedsel, het eten zakt niet goed en een vol gevoel in de buik C. Regurgitatie onverteerd voedsel, het eten zakt niet goed en borrelende gelu Regurgitatie onverteerd voedsel, het eten zakt niet goed en borrelende geluiden in de hals
Breed spectrum antibiotica gebruik kan na een aantal weken pseudomembraneuze colitis veroorzaken. De verwekker van dit ziektebeeld is: A. Clostridium botulinum B. Clostridium perfringens C. Clostridium difficile D. Yersinia enterocolitica Clostridium difficile
Een zuigeling van 5 weken braakt reeds een week explosief op basis van een pylorushypertrofie. Hij is fors gedehydreerdwaarbij het “milieu interieur” verstoord is. Bij deze zuigeling is er een grote kans op: A. Hyperchloremische acidose B. Hypochloremische acidose C. Hyperchloremische alkalose D. Hypochloremische alkalose Hypochloremische alkalose
Bij welke van de volgende darmaandoenigen treedt fistelvorming het vaakst op? A. Ziekte van Crohn B. Colitis ulcerosa C. Diverticulitis Ziekte van Crohn
Een van de volgende buisvormige structuren loopt NIET door de prostaat A. De ductus ejaculatorius B. De ductus deferens C. De urethra De ductus deferens
Glucose wordt uit de primaire urine teruggewonnen door middel van transcellulair transport in de proximale tubulus. Het transportsysteem dat verantwoordelijk is voor opname van glucose uit het lumen, dit is transport over de apicale membraan, is: A. Een passieve glucose transporter B. Een Na+-glucose cotransporter C. Een ATP-gedreven glucosepomp Een Na+-glucose cotransporter
Een 37-jarige vrouw heeft heftige koliekpijn rechts in de flank uitstralend naar rechts onder in de buik en naar de grote schaamlip. Deze klachten wijzen het meest waarschijnlijk op een niersteenaanval in: A. De blaas B. Het pyelum C. De ureter De ureter
Bij een jongetje van 4 jaar is de linker testikel niet palpabel in het scrotum. Het blijkt mogelijk om deze testikel handmatig vanuit het lieskanaal in het scrotum te brengen. In dit geval is er sprake van: A. Cryptorchisme B. Ectopische testis C. Retractiele testis Retractiele testis
Bij een gezonde volwassene wordt mictiedrang gevoeld bij een vulling van de blaas van: A. 50-100 ml B. 150-200 ml C. 300-400 ml D. 600-700 ml 300-400 ml
Dhr Jansen, 53 jaar, komt op het spreekuur omdat hij gisteravond bloed heeft geplast. Dhr Jansen is erg geschrokken van de rode urine, maar heeft verder geen klachten, de mictie is niet pijnlijk, hij heeft geen koorts en geen buikpijn. VG- A. Afwachten, de symptomen verdwijnen in het merendeel van de gevallen spontaan B. Echografie of een buikoverzichtsfoto aanvragen voor onderzoek naar nierstenen C. Verwijzing uroloog voor verder onderzoek naar blaas- of niercarcinoom Verwijzing naar een uroloog voor verder onderzoek naar blaas- of niercarcinoom
In de tubulus van de nier wordt H+ over de celmembraan uitgewisseld met een ander ion. Dit andere ion is: A. Ca2+ B. K+ C. Mg2+ D. Na+ Na+
Afgifte van renine door de juxtaglomerulaire cellen van de afferente en efferente arteriolen in de nieren veroorzaakt een stijging in de angiotensine II concentratie in het bloed. Als gevolg van deze afgifte neemt een bepaalde nierparamter af. Dit is: A. GFR B. Kreatinineklaring uit het bloed C. Natrium uitscheiding in de urine D. Inuline klaring uit het bloed Natrium uitscheiding in de urine
Wat is de meest voorkomende verwekker van een urethritis bij mannen? A. Chlamydia B. Gonokokken C. Trichomonas vaginalis D. Candida species Chlamydia
Bij een 58-jarige man stelt u hypertensie vast. Het laboratoriumonderzoek levert de volgende uitslagen op: - Serum: ureum 5,3 mmol/L (2,5-7,5) - Kreatinine 92 micromol/L (70-133) - Kalium 4,4 mmol/L (3,6-4,8) - Chloride 98 mmol/L (96-107) - Glucose 4 A. 61 ml/min B. 65 ml/min C. 69 ml/min D. 73 ml/min 69 ml/min
Er bestaan verschillende typen nierstenen. Een type stenen ontstaat in principe alleen indien de urine geinfecteerd is met ureumsplitsende bacterien (bijvoorbeeld proteus stammen). Welk type stenen betreft dit? A. Calciumstenen B. Cystinestenen C. Magnesium-ammoniumfosfaatstenen D. Urinezuurstenen Magnesium-ammoniumfosfaatstenen
Een patient heeft een frequente pijnlijke mictie, vaak loze aandrang en troebele urine. Tevens klaagt hij over pijn in de onderbuik. Bij onderzoek wordt een temperatuur van 38 graden Celsius gevonden en blijkt er slagpijn in de nierloges te bestaan. dd? A. Acute tubulo-interstitiele nefritis B. Acute glomerulonefritis C. Acute pyelonefritis Acute pyelonefritis
Vanaf een bepaalde leeftijd is de normaalwaarde van de glomerulaire filtratiesnelheid dezelfde als die voor een volwassene. Dit tijdstip ligt tussen: A. Geboorte en 1e levensmaand B. 1e levensmaand en 1e levensjaar C. 1e en 2e levensjaar D. 2e en 3e levensjaar 2e en 3e levensjaar
Condylomata acuminata worden veroorzaakt door een van de volgende virussen: A. Humaan papillomavirus B. Herpesvirus C. HIV-virus D. Parvovirus Humaan papillomavirus
Bij een persoon is de rechter nervus abducens uitgevallen, waardoor hij dubbelbeelden ziet. De afstand tussen de dubbelbeelden neemt toe tijdens het kijken in een bepaalde richting. Dit is bij het kijken naar: A. Links B. Rechts C. Boven D. Beneden Rechts
De neurotransmitter acetylcholine geeft in de synaptische spleet het signaal van een axon door aan dendrieten. Acetylcholine werkt doordat het een directe activatie geeft van: A. Ligand-gated Na+ kanalen B. Ligand-gated K+ kanalen C. Voltage-gated Na+ kanalen D. Voltage-gated K+ kanalen Ligand-gated Na+ kanalen
De ziekte van Raynaud komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen. De verdeling komt het meest overeen met: A. 1 tot 2 vrouwen op 1 man B. 2 tot 4 vrouwen op 1 man C. 4 tot 9 vrouwen op 1 man D. 9 tot 14 vrouwen op 1 man 4 tot 9 vrouwen op 1 man
Bij het carpale-tunnelsyndroom betreffen de klachten meestal: A. De motorische functie B. De sensorische functie C. De motorische en de sensorische functie De sensorische functie
In overigens gezonde volwassenen is een bepaalde bacterie de meest voorkomende verwekker van acute bacteriele meningitis. Dit is: A. Hemophilus influenzae B. Listeria monocytogenes C. Neisseria menigitidis D. Streptococcus agalacticae E. Streptococcus pneumoniae Streptococcus pneumoniae
Een vierjarig meisje heeft hoge koorts (40 graden Celsius), een rode huid met wat ruw aanvoelend rode puntjes. Ze heeft tevens een rood, opgeblazen gezicht, maar is wat bleekjes om de mond. De klachten bestaan sinds gisterenavond. Daarvoor had ze wel wat A. Erythema infectiosum B. Mazelen C. Roodvonk (scarlatina) D. Ziekte van Kawasaki Roodvonk (scarlatina)
Een van de behandelingen van een chronische rhinosinusitis is een zogenaamde infundibulotomie. Hierbij wordt het ostiomeatale complex verruimd, het gebied waar de uitvoergangen van de sinus frontalis, maxillaris en ethmoidalis anterior in draineren. Het o A. In de bovenste neusgang B. In de middelste neusgang C. In de onderste neusgang D. Tussen de tuba Eustachii en conchastaart In de middelste neusgang
Na een griepje klaagt, de verder goed gezonde, heer de Jong (76 jaar oud) over zijn reuk. De heer De Jong heeft kakosmie. Dit betekent dat: A. Bepaalde (of alle) geuren veranderd worden waargenomen B. De reukwaarneming is opgeheven C. Sommige geuren als onaangenaam (stinkend) worden ervaren Sommige geuren als onaangenaam (stinkend) worden ervaren
Een voorheen gezonde 14-jarige jongen heeft sinds 2 weken een symptoomloze zwelling in de hals. Bij onderzoek blijkt deze zich in regio VI te bevinden en mee te bewegen bij slikken. Met zekerheid betreft het hier GEEN: A. Mediane halscyste B. Vergrote glandula submandibularis C. Struma D. Glomus caroticum Vergrote glandula submandibularis
Het meest kenmerkende symptoom bij een subarachnoidale bloeding is: A. Een epileptiform insult B. Acute visuele of auditieve hallucinaties C. Amaurosis fugax D. Zeer heftige hoofdpijn Zeer heftige hoofdpijn
Bij een volledige geisoleerde uitval van de n trigeminus (n V) rechts: A. Is er een smaakstoornis B. Is de tongrand aan een zijde gevoelloos C. Kan het rechteroog niet dichtgeknepen worden D. Hangt een van beide mondhoeken Is de tongrand aan één zijde gevoelloos
In het centrale zenuwstelsel wordt myeline geproduceerd door: A. Cellen van Schwann B. Oligodendrocyten Oligodendrocyten
Een cerebellaire rompataxie duidt op een stoornis in de: A. Cerebellaire hemisferen B. Vermis cerebelli Vermis cerebelli
Een patiente vertelt dat zij moeite heeft om haar sigaret tussen de gestrekte wijs- en middelvinger te houden. Dit berust op krachtsverlies van: A. De m extensor digitorum B. De mm lumbricales C. De mm interossei D. De flexoren van de vingers De mm. interossei
Sanne is 25 jaar en bezoekte de oogarts. Ze heeft een amblyoop OS ten gevolge van convergent scheelzien en vraagt of aan de amblyopie nog iets gedaan kan worden. Hiervoor geldt: A. Behandeling van amblyopie dient voor het zesde levensjaar plaats te vinden B. Behandeling van amblyopie dient voor het eerste levensjaar plaats te vinden C. De amblyopie van Sanne kan nu nog goed worden behandeld Behandeling van amblyopie dient voor het zesde levensjaar plaats te vinden
Een patient van 73 jaar heeft acute klachten van een rood en pijnlijk oog met visusdaling, hoofdpijn en misselijkheid. Er is geen afscheiding. Het andere oog is normaal. Dit beeld past bij: A. Een bacteriele conjunctivitis B. Een virale conjunctivitis C. Een bacterieel ulcus corneae D. Een aanval van acuut glaucoom Een aanval van acuut glaucoom
Een bepaald onderdeel van de zenuwcel (neuron) bevat korte knobbelvormige uitsteeksels, gemmulae (spines). Deze spines vormen de plaatsen van synaptisch contact. Het onderdeel betreft: A. Axon B. Dendriet C. Perikaryon Dendriet
Een van de redenen waarom pijn niet altijd hetzelfde aanvoelt voor verschillende mensen in verschillende situaties is dat de hersenen signalen naar het ruggenmerg zenden, die regelen of pijnimpulsen naar de hersenen worden gezonden. Hoe heet de pijnmodula A. De opponen-proces theorie B. De plaats-code theorie C. De gate control theorie D. De proprioceptieve theorie De gate control theorie
Een enzym met een hoge Km (Michaelis constante) heeft voor zijn substraat een: A. Hoge affiniteit B. Lage affiniteit Lage affiniteit
Deprenyl grijpt aan op het enzym monoamino-oxidase en wordt gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Parkinson. Het effect van deprenyl is: A. Remming van de afbraak van dopamine B. Stimulering van de synthese van dopamine Remming van de afbraak van dopamine
Het risico bij uitstek van een paracetamol-intoxicatie is: A. Ademhalingsdepressie B. Levercelnecrose C. Nierinsufficientie Levercelnecrose
Als een menselijke eicel door een zaadcel bevrucht is ontstaat er een blokkade waardoor andere zaadcellen de eicel niet kunnen binnendringen. De blokkade, die ontstaat, ligt ter hoogte van een bepaald niveau. Dit is bij: A. De celkern B. Het cytoplasma C. De granulosacellen D. De zona pellucida De zona pellucida
Bij een hereditaire C1-esterase remmer deficientie wordt een bepaald patroon van serum complement bestanddelen gezien. Dit betreft: A. C1, C2, C3 en C4 normaal B. C2 en C4 normaal, maar C1 en C3 verlaagd C. C1 en C3 normaal, maar C2 en C4 verlaagd D. C1 normaal, maar C2, C3 en C4 verlaagd E. C1, C2, C3 en C4 verlaagd C1 en C3 normaal, maar C2 en C4 verlaagd
Bij de behandeling van mammacarcinoom waarbij het gen her2/neu geamplificeerd is, wordt gebruik gemaakt van een antilichaam (herceptin/trastuzumab). Dit antilichaam bindt aan een: A. Groeifactor B. Membraangebonden receptor C. Cytoplasmatische receptor D. Transcriptiefactor Membraangebonden receptor
Het major histocompatability complex (MHC) speelt een belangrijke rol in de transplantatie-immunologie. MHC is betrokken bij de herkenning van: A. Antigenen door de T-celreceptor B. Complement door de C3-receptor C. Immuunglobulines door de Fc-receptor Antigenen door de T-celreceptor
Van een ouderpaar heeft de vrouw een X-gebonden recessieve afwijking en is de man genotypisch normaal. De kans dat hun zonen fenotypisch normaal zijn wat deze afwijking betreft, is: A. 25% B. 50% C. 75% D. 100% 50%
Het rijpen van RNA tot messenger-RNA geschiedt door het verwijderen van intronen. Deze verwijdering wordt uitgevoerd door het: A. Nucleosome B. Proteasome C. Spliceosome Spliceosome
Welk mechanisme speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van het cervixcarcinoom? A. Inactivatie van het p53 gen B. Inactivatie van het p53 eiwit C. Mutatie van het p53 gen D. Translocatie van het p53 gen Inactivatie van het p53 eiwit
Wanneer in een gecontroleerd interventieonderzoek elke respondent gedurende een periode tot de interventiegroep behoort en gedurende een andere periode tot de controlegroep, dan is er sprake van een: A. Cross over design B. Parallel design Cross over design
Voor diagnostisch wetenschappelijk onderzoek is meestal een gouden standaard nodig waarmee de betreffende ziekte met zekerheid aangetoond en uitgesloten kan worden. Voor het bepalen van somige paramters die gebruikt kunnen worden bij het beoordelen van he A. Cohen’s kappa B. Diagnostische waarde van een (positieve of negatieve) testuitslag C. Diagnostische odds ratio D. ROC-curve Cohen's kappa
Wetenschappelijk onderzoek kan men onderscheiden in twee vormen: experimenteel en observationeel. Welk type wetenschappelijk onderzoek behoort tot de experimentele vorm? A. Cross-sectioneel onderzoek B. Patient-controle onderzoek C. Gecontroleerde klinische trial Gecontroleerde klinische trial
Wat gebeurt er met een 95%-betrouwbaarheidsinterval als het aantal personen in de studie verhoogd wordt? Het betrouwbaarheidsinterval: A. Wordt breder B. Wordt smaler C. Blijft even breed Wordt smaller
In een studie naar de bruikbaarheid van MRI bij het detecteren van scaphoid-fracturen vindt men bij personen zonder fractuur in 90% van de gevallen ook een negatieve MRI-scan. Dit percentage 90% is de: A. Prevalentie B. Sensitiviteit C. Specificiteit D. Negatief voorspellende waarde Specificiteit
Welke statistische toets is het meest geschikt om het gemiddelde geboortegewicht te vergelijken tussen kinderen die na een ICSI-behandeling geboren zijn en kinderen die na natuurlijke conceptie geboren zijn? A. De chi-kwadraat test B. De twee steekproeven t-test C. De gepaarde t-test De twee steekproven t-test
In een gerandomiseerd experiment naar het effect van een nieuw geneesmiddel tegen migraine krijgen 200 patienten een nieuw geneesmiddel (experimentele groep) en 200 een placebo (placebo groep). Tijdens de follow-up (3 maanden) wordt de ziekteactiviteit ge A. Best case analyse B. Intention to treat analyse C. Per protocol analyse D. Worst case analyse 'Intention to treat' analyse
Een arts behandelt haar patienten met prinzmetal angina pectoris zoals gebruikelijk met een calciumantagonist. Zij laat in het kader van een wetenschappelijk studie de patienten het aantal pijnaanvallen dagelijks noteren. Welk type onderzoek is dit? A. Experimenteel onderzoek B. Observationeel onderzoek Observationeel onderzoek
Van de pasgeborene met een oesofagusatresie heeft een bepaald deel een fistel tussen een oesofagusdeel en de trachea. Dit deel igt het dichtst bij: A. 10 % B. 30 % C. 60 % D. 90 % 90 %
De maandelijkse kans op zwangerschap neemt af met de leeftijd van de vrouw. Bij een 40-jarige ligt deze kans in de buurt van: A. 2% B. 5% C. 10% 2 %
De leeftijd speelt een rol bij de interpretatie van het lichamelijk onderzoek. A. Een peritonitis geeft in het algemeen bij iemand van 75 jaar meer afwijkende bevindingen dan bij iemand van 45 jaar B. Een peritonitis geeft in het algemeen bij iemand van 45 jaar meer afwijkende bevindingen dan bij iemand van 75 jaar Een peritonitis geeft in het algemeen bij iemand van 45 jaar meer afwijkende bevindingen dan bij iemand van 75 jaar
Bij de ouder wordende mens treden veranderingen op die gepaard gaan met verlies van lichamelijke en mentale functie. Sommige van deze veranderingen zijn een consequentie van het ouder worden zelf, terwijl andere het gevolg zijn van pathologische processen A. Presbyacusis B. Verminderde glucose tolerantie C. Dementie D. Verminderde botdichtheid Dementie
In nederland is de perinatale mortaliteit gedefinieerd als een bepaalde som per 1000 geborenen. Dit is de som van: A. De doodgeborenen na 16 weken zwangerschapsduur en overleden zuigelingen in de eerste levensweek B. De doodgeborenen na 24 weken zwangerschapsduur en overleden zuigelingen in de eerste levensweek C. De doodgeborenen na 16 weken zwangerschapsduur en ov De doodgeborenen na 24 weken zwangerschapsduur en overleden zuigelingen in de eerste levensweek
Welke van de volgende patienten loopt het risico op het krijgen van amblyopie? A. Een 67-jarige man met recent ontstane abducensparese van het linker oog B. Een 82-jarige vrouw die rechts schorscataract heeft en links status na cataractoperatie met kunstlensimplantatie C. Een 18-jarige man met corneatroebeling van het rechter oog Een 3-jarig jongetje met traumatisch cataract van het linker oog
Bij welke ouderen is het welbevinden met hun ouderdom positief geassocieerd met een extern gericht locus of control? Het betreft: A. Ouderen met lichamelijke ziekten B. Ouderen zonder lichamelijke ziekten Ouderen met lichamelijke ziekten
Wat doet u als eerste bij verdenking op een spanningspneumothorax? U brengt een: A. Thoraxdrain in in de 7e intercostaalruimte ventral B. Thoraxdrain in in de 5e intercostaalruimte in e vorste axillair lijn C. Dikke infuusnaald in in de 2e intercostaalruimte mid-claviculair D. Dikke infuusnaald in in de 5e intercostaalruime mid-cla Dikke infuusnaald in de 2e intercostaalruimte mid-claviculair
Bij een traumapatient met een bedreigde luchtweg moet u de luchtweg vrijhouden. Welke methode kiest u op de eerste hulp bij een patient die ten gevolge van een trauma in coma (GCS<8) is geraakt. A. Cricothyreotomie B. Endo-tracheale intubatie C. Mayo tube D. Chin lift Endo-tracheale intubatie
Slijm van de baarmoedermond neemt voor de ovulatie toe in hoeveelheid, helderheid, consistentie en rekbaarheid. Dit gebeurt onder invloed van een hormoon. Dit hormoon betreft: A. Follikel stimulerend hormoon (FSH) B. Luteiniserend hormoon (LH) C. Oestrogeen D. Progesteron Oestrogeen
De apgarscore wordt bij een pasgeborene bepaald na 1 en 5 minuten. Deze score bestaat uit vijf verschillende onderdelen (hartfrequentie, ademhaling, spiertonus, reactie op prikkels en kleur). Welke van de volgende scores, na 5 minuten, wordt als abnormaal A. 9 B. 8 C. 7 D. <7 < 7
Bij de waarschijnlijkheidsdiagnose instabiele angina pectoris verwijst de huisarts de patient met spoed naar de cardioloog. De huisarts start onmiddelijk met een bepaalde interventie. Dit is: A. Digitalis oraal B. Furosemide oraal C. Isosorbidedinitraat sublinguaal D. Sinuscaroticusmassage Isosorbidedinitraat sublinguaal
Schildklierhormoon kan in plasma worden bepaald. De meest geschikte laboratoriumbepaling om primaire hyperthyreoidie uit te sluiten, is de bepaling van: A. FT4 (vrij thyroxine) B. TBG (thyroxine bindend globuline) C. TSH (thyreoied stimulerend hormoon) D. TT4 (totaal thyroxine) TSH (thyreoïd stimulerend hormoon)
Mevrouw Peters heeft een Hb van 6,4 mmol/L (N:7,5-10,0 mmol/L) en het MCV bedraagt 65 fl (N: 80-100 fl). De behandelend arts van mevrouw Peters besluit tot aanvullend onderzoek. De meest rationele keuze is een bepaling van: A. Ferritine B. Reticulocyten C. Vitamine B12 Ferritine
Jan is een peuter van 4 jaar met sinds twee weken impetigo vulgaris in het gelaat. De arts besluit tot behandeling met een zalf. De meest rationele keuze is een zalf, die bevat een: A. Anaestheticum B. Antibioticum C. Antimycoticum Antibioticum
Voor communicatievaardigheden is het van belang dat artsen en patienten het eens zijn over de hoeveelheid informatie die in een consult verstrekt wordt. Uit onderzoek blijkt dat: A. Artsen meestal de gewenste hoeveelheid onderschatten B. Artsen en patienten meestal op een lijn zitten C. Artsen meestal de gewenste hoeveelheid overschatten Artsen meestal de gewenste hoeveelheid onderschatten
Bij fysisch-diagnostisch onderzoek van de longen constateert u bij de patient dyspnoe, vochtige ronchi en crepitaties bij auscultatie, een matte percussie-toon en versterkte stemfremitus. Welke van onderstaande aandoeningen is het meest waarschijnlijk? A. Astma B. Emfyseem C. Pneumonie D. Pneumothorax Pneumonie
Het afkappunt voor een normaal gehoor bij tondrempelaudiometrie ligt het dichtst bij: A. 15 dB B. 30 dB C. 45 dB D. 60 dB 30 dB
Een patient met pericarditis constrictiva heeft een bloeddruk van 110/70 tijdens inspiratie en een bloeddruk van 130/75 tijdens expiratie. Dit past bij een pulsus: A. Alternans B. Bigeminus C. Paradoxus D. Parva Paradoxus
De apgarscore is een scoringsmaat voor de vitale functies van pasgeborenen. Een vijftal kenmerken wordt gescoord. Indien de hartfrequentie <100 slagen per minuut bedraagt dan scoort men: A. 0 B. 1 C. 2 1
De kniepeesreflex wordt opgewekt door een lichte slag met de reflexhamer: A. Tussen de patella en de tuberositas tibiae B. Boven op de patella C. Op de ontspannen quadriceps spier Tussen de patella en de tuberositas tibiae
Onderzoek met fluoresceine wordt in de oogheelkunde gebruikt om epitheel-beschadiging aan te tonen van de: A. Conjunctiva B. Cornea C. Oogleden D. Retina Cornea
Een nuttig advies om verspreiding tegen te gaan van hepatitis B is: A. Condoomgebruik B. Frequent handen wassen C. Niet zwemmen in open water Condoomgebruik
Tegen streptococcus pneumoniae infecties zijn verschillende vaccins ontwikkeld. Pneumococcenvaccinatie heeft tot doel: A. De gevolgen van influenza te voorkomen B. Kwetsbare groepen te beschermen tegen sepsis en meningitis C. Het voorkomen van resistentie tegen pneumococcen Kwetsbare groepen te beschermen tegen sepsis en meningitis
Tegen streptococcus pneumoniae infecties zijn verschillende vaccins ontwikkeld. Pneumococcenvaccinatie heeft tot doel: A. De gevolgen van influenza te voorkomen B. Kwetsbare groepen te beschermen tegen sepsis en meningitis C. Het voorkomen van resistentie tegen pneumococcen Kwetsbare groepen te beschermen tegen sepsis en meningitis
Het Van Wiechenschema bestaat uit twee leeftijdstabellen. De overgang van de ene naar de andere tabel ligt bij: A. 5 maanden B. 10 maanden C. 15 maanden D. 20 manden E. 25 maanden 15 maanden
Sophie de Vries, 15 maanden oud, komt met haar moeder naar het consultatiebureau. Het is tijd voor de BMR-vaccinatie maar de moeder van Sophie heeft besloten haar dochter niet te laten vaccineren. De consultatiebureau-arts legt de moeder nogmaals het bela A. Principe van rechtvaardigheid en principe van respect voor autonomie B. Principe van respect vor autonomie en principe van goeddoen C. Principe van goeddoen en principe van rechtvaardigheid D. Principe van rechtvaardigheid en principe van niet schad Principe van respect voor autonomie en principe van goeddoen
Vaccinatie tegen infectieziekten is een vorm van: A. Primaire preventie B. Secundaire preventie C. Tertiaire preventie Primaire preventie
Welke rib hecht aan op de overgang van het manubrium sterni naar het corpus sterni (de zogenaamde angulus sterni)? a. Costa 1 b. Costa 2 c. Costa 3 d. Costa 4 Costa 2
Welke structuur in de cilia speelt een rol bij het bewegen van de cilia in de trachea? a. Actine filamenten b. Elastische vezels c. Microtubuli d. Myosine filamenten Microtubuli
De partiele O2-spanning waarbij een zuurstofbindend eiwit voor 50% verzadigd is met zuurstof(P50) is verschillend voor de eiwitten hemoglobine(HbA), foetaal hemoglobine(HbF) en myoglobine(Mb). Welke van deze eiwitten heeft de laagste P50-waarde? Dit is: a. HbA b. HbF c. Mb Mb
Bij een ongevalspatient worden de volgende verschijnselen geconstateerd bij LO: verminderd ademgeruis rechts, normale tot licht hypersonore percussie rechts over de thorax, bloeddruk 120/60 mm Hg, pols 72/min. De meest waarschijnlijke diagnose is: a. Haematothorax b. Harttamponade c. Pneumothorax d. Spanningspneumothorax Pneumothorax
Wat zijn typische bijwerkingen van behandeling van astma met geïnhaleerde beta-agonisten? a. Candidiasis en keelpijn b. Misselijkheid en geagiteerdheid c. Tachycardie en spiertremor Tachycardie en spiertremor
In een longgebied waar sprake is van een R-L shunt is de ventilatie-perfusieverhouding: a. Afgenomen b. Niet veranderd c. Toegenomen Afgenomen
Hoesten is een veel voorkomende klacht van patiënten die hun huisarts consulteren. Welke van de onderstaande oorzaken is de meest voorkomende oorzaak van hoesten bij patiënten in de Nederlandse huisartsenpraktijk? a. Astma / COPD b. Cystic fibrose c. Longcarcinoom d. Pneumonie Astma / COPD
Bij een patient worden necrotiserende granulomen in een longbiopt waargenomen. Welke van onderstaande ziektebeelden is het meest waarschijnlijk? a. Extrinsieke allergische alveolitis b. Sarcoidose c. Tuberculose d. Ziekte van Wegener Tuberculose
Bij patiënten met COPD is de compliantie van de long: a. Afgenomen b. Normaal c. Toegenomen Toegenomen
Welke van onderstaande strategieën is het belangrijkst voor een adequate medicamenteuze behandeling van tuberculose? a. Dosering van tuberculostat. geleidelijk opbouwen om toxiciteit te voorkomen b. Min. 6 mnd behandelen met meerdere tuberculostat. c. Geen predn. geven, wel pyridoxine naast tuberculostat. d. Regelm. prednison en pyridoxine bijgeven naast tuberculosta Minimaal 6 maanden behandelen met meerdere tuberculostatica
Een 45-jarige man komt met kortademigheidsklachten bij de longarts; af en toe hoest hij sputum op. Welke auscultatoire bevinding ondersteunt het vermoeden op astma of COPD? a. Bronchiaal ademgeruis b. Eindinspiratoire fijne crepitaties c. In- of expiratoire rhonchi d. Stridor In- of expiratoire rhonchi
De analyse van kortademigheidsklachten bij een 53-jarige vrouw, sinds een jaar ex-rookster, maakt de diagnose astma of COPD waarschijnlijk. Is dat onderscheid voor de behandeling van belang? a. Ja, astma pat. moeten altijd preventieve med. gebruiken, COPD patiënten niet altijd b. Ja, COPD wordt meer op symptomen behandeld c. Nee, astma en COPD zijn uitingen van dezelfde ziekte d. Nee, behandeling gelijk, maar O2-therapie een plek bij COPD Ja, COPD wordt meer symptoomgericht behandeld
Men diagnosticeert voor de 3e maal in een jaar een pneumonie bij een 13-jarige jongen. Tussendoor hoest hij regelmatig. Het vermoeden van CF leidt tot verwijzing naar de kinderarts. Deze laat een CT-scan maken. Welke bevinding van deze scan past bij CF? a. Bronchiectasieen b. Centrilobulair emfyseem c. Pleurale plaques d. Subpleurale fibrose Bronchiectasieën
De sterkste toename van het aantal alveoli vindt plaats in een bepaalde periode. Dit is: a. Intra-uteriene periode b. Eerste maand na de geboorte c. Eerste 5-8 jaar na geboorte d. In de puberteit Eerste 5-8 jaar na geboorte
Pim, vier jaar oud, is drie dagen geleden op zijn neus gevallen. De neus is nu rood gezwollen. Pim heeft hoge koorts en kan niet meer door zijn neus ademhalen. Meest waarschijnlijk is hier sprake van een: a. Corpus alienum b. Jukbeenfractuur c. Neusfractuur d. Neusseptumabces Neusseptumabces
Een verhoogde bloeddruk in de pulmonaalarterien (pulmonale arteriële hypertensie) geeft aanleiding tot rechter ventrikelwandhypertrofie en/of dilatatie. Pulmonale arteriële hypertensie bij een chronische mitralisklepstenose wordt vooral veroorzaakt door: a. Chronische hypoxie b. Interstitiele longfibrose c. Recurrente longembolieen d. Verhoogde veneuze pulmonale drukken Verhoogde veneuze pulmonale drukken
Op welke plaats is de arteria tibialis posterior het best palpabel? a. Caudaal van de laterale malleolus b. Caudaal van de mediale malleolus c. In de fossa poplitea d. Tussen de pees van de flexor hallicus longus en flexor digitorum longus dig. II Caudaal van de mediale malleolus
Welk bloedeiwit is – wanneer het geactiveerd wordt – in staat een thrombus te lyseren? a. Fibrinogeen b. Plasminogeen c. Prothrombine activator d. Thromboplastine Plasminogeen
Bij het onderzoek van een lymfeklierzwelling in de hals wordt op verschillende aspecten gelet. Welke bevinding is het meest verdacht voor maligniteit? a. Goede mobiliteit b. Lokalisatie supraclaviculair c. Roodheid van de bovenliggende huid d. Week aanvoelend Lokalisatie supraclaviculair
Coumarine derivaten worden veel gebruikt bij trombo-embolische aandoeningen. Deze middelen interfereren met het metabolisme van een vitamine, met name vitamine: a. A b. C c. E d. K K
Een aantal witte bloedcellen is in staat tot fagocytose. Bij welke cel draagt dat niet substantieel bij tot zijn normale functie binnen het afweersysteem? a. Eosinofiele granulocyten b. Macrofagen c. Neutrofiele granulocyten Eosinofiele granulocyten
Welk van de onderstaande bloedbepalingen komt als eerste in aanmerking om een schildklierfunctiestoornis op te sporen? a. TSH b. TSH stimulerende immunoglobulinen c. Vrije T3 d. Vrije T4 TSH
Anemieën kunnen worden ingedeeld op basis van mean cell volume (MCV). Foliumzuurdeficientie leidt tot een: a. Macrocytaire anemie b. Microcytaire anemie c. Normocytaire anemie Macrocytaire anemie
Idiopathische trombocytopenische purpura (ITP) komt vooral voor bij kinderen van 1-4 jaar. Als bij zo’n patient het aantal megakaryocyten in het beenmerg afwijkend is, dan betreft het in de meerderheid der gevallen een: a. Verhoging b. Verlaging Verhoging
Chronische myeloide leukemie (CML) wordt gekenmerkt door een Philadelphia chromosoom. Dit chromosoom is de translocatie: a. T(15;17) b. T(9;22) c. T(11;22) d. T(8;14) T(9;22)
Specifieke (adaptieve) immuniteit verschilt van aspecifieke (innate) immuniteit. Een kenmerkend verschil tussen specifieke immuniteit en aspecifieke immuniteit is dat specifieke immuniteit: a. Fylogenetisch de oudste vorm van immuniteit is b. Gekenmerkt wordt door geheugen c. Minder diversiteit laat zien in antigeen-herkenning d. Niet kan reageren op auto-antigenen Gekenmerkt wordt door geheugen
Bij onderzoek wordt een patient gevraagd het hoofd recht naar voren te bewegen. Welke spieren zijn verantwoordelijk voor deze beweging? a. Mm. Latissimus dorsi b. Mm. Omohyoidius c. Mm. Splenius capitis d. Mm. Sternocleidomastoideus Mm. Omohyoïdius
Bij normale inspiratie contraheren enkele spiergroepen. Naast de spieren van het diafragma zijn dit de musculi intercostales: A. Externi B. Interni Externi
De mm. Lumbricales in de hand hebben een bijzonder verloop omdat zij geen directe bevestiging aan het skelet hebben. Welk effect heeft contractie van deze spieren? a. Beperking peesverplaatsing van m. extensor digitorum b. Beperking peesverplaatsing van m. flexor digitorum profundus c. Bevordering peesverplaatsing van m. extensor digitorum d. Bevordering peesverplaatsing van m. flexor digitorum profundus Beperking van de peesverplaatsing van de m. flexor digitorum profundus
Bij de initiatie van transcriptie moet het RNA polymerase zich hechten aan een bepaald deel van het betrokken gen. Hoe heet de locatie waaraan het RNA polymerase zich hecht? a. Activator b. Initiator c. Enhancer d. Promotor Promoter
Osteomyelitis komt voornamelijk voor in de metafyse van de lange pijpbeenderen. Wat is de meest voorkomende verwekker van hematogene osteomyelitis? a. E. coli b. Pseudomonas aeruginosa c. Staphylococcus aureus d. Staphylococcus pyogenes Staphylococcus aureus
Een 27-jarige vrouw heeft bij tennissen het gevoel dat een bal haar kuit hard heeft geraakt, zonder dat dit daadwerkelijk is gebeurd. Aansluitend hieraan heftige pijn in de kuit en kan ze daardoor niet op dit been staan. Meest waarschijnlijke diagn. is: a. Partiele ruptuur van de kuitspieren b. Ruptuur van de achillespees c. Vermoeidheidsfractuur van het kuitbeen Partiele ruptuur van de kuitspieren
Bij de behandeling van reumatoïde artritis worden preparaten van een metaal gebruikt. Dit betreft: a. Goud b. Koper c. Platinum d. Zilver Goud
Tijdens gladde spier contractie binden calcium ionen aan: a. Actine b. Calmoduline c. Tropomyosine d. Troponine Calmoduline
De hand is een veel voorkomende locatie voor de eerste tekenen van Reumatoïde Artritis (RA). Kenmerkend voor RA is het symmetrisch aangedaan zijn van welke gewrichten? a. Carpometacarpale gewrichten (CMC) b. Distale interfalangeale gewrichten (DIP) c. Proximale interfalangeale gewrichten (PIP) d. Radiocarpale gewrichten (RC) Proximale interfalangeale gewrichten (PIP)
Een 53-jarige man met een matige nierinsufficiëntie heeft frequente aanvallen van jicht. Onderhoudsbehandeling ter preventie van de jichtaanvallen dient bij deze patiënt bij voorkeur te bestaan uit: a. Allopurinol b. Colchicine c. Indomethacine d. Prednison Allopurinol
Welke van de onderstaande bevindingen bij radiologisch onderzoek van de wervelkolom is diagnostisch voor een spondylartropathie? a. Discopathie b. Sondylartrose c. Syndesmofieten Syndesmofieten
Een patiënt met een hersentumor heeft een woord-vindstoornis en een gestoord begrip. De tumor groeit. Waarschijnlijk krijgt deze patiënt last van: a. Zwakte van de linkerhand b. Zwakte van de rechterhand c. Dubbelzien d. Zwakte van het rechterbeen Zwakte van de rechterhand
Langdurige behandeling met corticosteroïden verhoogt het risico op osteoporose. Dit is het gevolg van het remmende effect van corticosteroïden op de activiteit van: a. Fibroblasten b. Osteoblasten c. Osteoclasten Osteoblasten
Mevrouw de Wit van 30 jaar is verschrikkelijk angstig voor haar naderende rijexamen, zij is al zes keer gezakt. Behalve haar examenangst vertelt mevrouw de Wit geen andere angsten te kennen. Mevrouw de Wit heeft een: a. Agorafobie b. Paniekstoornis c. Posttraumatische stressstoornis d. Specifiek sociale fobie Specifieke sociale fobie
Bij een patiënt wordt wilsonbekwaamheid vastgesteld. Dit betekent dat deze patiënt per definitie niet in staat is een beslissing te nemen: a. In alle situaties b. Voor bepaalde situaties Voor bepaalde situaties
De rechter kan een voorlopige machtiging tot onvrijwillig verblijf van een patiënt in een psychiatrisch ziekenhuis verlenen. Voor de beslissing zijn ten minste twee overwegingen nodig, enerzijds het oordeel van de rechter dat er gevaar is en anderzijds: a. Er sprake is van een stoornis van de geestvermogens van de patiënt b. Het ernstige vermoeden bestaat van een stoornis van de geestvermogens bij de patiënt Er sprake is van een stoornis van de geestvermogens bij de patiënt
Tijdens de psychiatrische anamnese wordt een patiënt gevraagd of zich, tegen zijn zin, telkens vervelende gedachten of beelden aan hem opdringen. Hiermee wordt een bepaald type kernsymptoom geëxploreerd. Dit is: a. Hallucinaties b. Dwanggedachten c. Preoccupatie d. Wanen Dwanggedachten
Als gevolg van een ernstig verkeersongeval worden op uw afdeling chirurgie diverse patiënten opgenomen. U ziet velen van hen terug op uw polikliniek en bij een aantal constateert u na verloop van tijd PTSS. U adviseert als eerste: a. Debriefing in groepsverband b. Een expectatief beleid c. Eye movement desensitization and reprocessing (EMDR) d. Start van een SSRI Eye movement desensitization and reprocessing (EMDR)
Een 20-jarige student wiens resultaten het laatste jaar erg zijn verslechterd is overtuigd dat de universiteit een plan heeft om hem eruit te werken. Hierbij zouden alle docenten betrokken zijn. Bij psychiatrisch onderzoek noteert u een stoornis in: a. Denken b. Driftleven en wilsleven c. Inprenting en geheugen d. Waarneming Denken
Een arts spreekt op de eerste hulp een 50-jarige man die in verwarde toestand op straat is aangetroffen. Bij de anamnese blijkt patiënt steeds de laatste woorden van de zin te herhalen. Hier is sprake van: a. Echolalie b. Echopraxie c. Mutisme d. Perseveratie Echolalie
Wat zijn de meest voorkomende neurotransmitters in het centrale zenuwstelsel? a. Glutamaat en gamma-aminoboterzuur (GABA) b. Noradrenaline en dopamine c. Serotonine en acetylcholine d. Serotonine en GABA Glutamaat en GABA
Een 23-jarige man klaagt erover dat hij de hele dag door voelt dat mensen hem aanraken, terwijl hij niemand in de kamer ziet. Wat is de naam van dit psychiatrisch symptoom? a. Disperceptie b. Hallucinatie c. Illusoire vervalsing d. Preoccupatie e. Waan Hallucinatie
Een 23-jarige studente loopt in het donker buiten. Een maand terug is ze overvallen in de straat waar ze loopt. Plots schrikt ze: ze denkt dat het een belager is. Later blijkt het een vuilniszak. Opgelucht loopt ze verder. Wat is de naam van dit symptoom? a. Disperceptie b. Illusoire vervalsing c. Imperatieve hallucinatie d. Preoccupatie e. Waan Illusoire vervalsing
Welke structuur wordt onderbroken bij de operatieve sterilisatie van de man? a. Ductus ejaculatorius b. Epididymis c. Vasa recta d. Vas deferens Vas deferens
Tot maximaal hoeveel dagen na een onbeschermde coïtus kan plaatsing van een koperhoudend IUD zwangerschap voorkomen? a. 1 dag b. 3 dagen c. 5 dagen d. 7 dagen 5 dagen
De ovaria produceren hormonen. Welke structuur in het ovarium produceert vooral progesteron? Dat is: a. Corpus luteum b. Graafse follikel Corpus luteum
De bekkenbodem van de vrouw bestaat uit het diafragma pelvis en het diafragma urogenitale. Tot het diafragma pelvis wordt gerekend: a. M. bulbospongiosus b. M. ischiocavernosus c. M. levator ani d. M. transversus perinei superficialis M. levator ani
Een vrouw die 34 weken zwanger is, heeft pijn in de bovenbuik en maakt een zieke indruk. Bij LO is de buik pijnlijk bij percussie en palpatie. Defense musculaire +. De arts denkt dat er acute buik is. Op grond van incidentie is het meest waarschijnlijk: a. Acute pancreatitis b. Adnextorsie c. Appendicitis d. Cholecystitis Appendicitis
Een 48-jarige vrouw is voor de tweede keer zwanger. Er wordt besloten tot een amniocentese (vruchtwaterpunctie). Het risico op het verlies van de zwangerschap, dat gerelateerd is aan deze procedure is: a. 0,3 - 0,5 % b. 2 - 4 % c. 8 - 10 % 0,3 - 0,5 %
Menorragie is: a. Afgenomen hoeveelheid menstrueel bloedverlies met cyclisch patroon. b. Onregelmatig menstrueel bloedverlies c. Postmenopauzaal bloedverlies d. Toegenomen hoeveelheid menstrueel bloedverlies met cyclisch karakter. Toegenomen hoeveelheid menstrueel bloedverlies met cyclisch karakter
Een persoon met het Klinefelter syndroom heeft een bepaald chromosoompatroon. Dit is: a. 45 XO b. 46 XY c. 47 XXY d. 47 XYY 47 XXY
Het mitochondrieel DNA bevat genen die coderen voor eiwitten van de oxidatieve fosforylering. Mutaties in deze genen worden overgeërfd via: a. de moeder b. de vader c. de moeder en vader De moeder
Brown en Goldstein kregen de Nobelprijs voor hun beschrijving van de rol van de LDL receptor bij familiaire hypercholesterolemie (FH). Zij onderscheiden 4 klassen mutaties die leiden tot FH. Welk proces leidt, indien gestoord, NIET tot FH? a. Aanmaak van de LDL receptor b. Afbraak van de receptor in het lysozoom c. Binding van LDL aan de receptor d. Clustering van de receptor in de 'coated pit'. e. Transport van de receptor naar het Golgi complex Afbraak van de receptor in het lysozoom
Tumoren van de testes worden histogenetisch onderverdeeld in twee categorieën. Het seminoom behoort tot de: a. Kiemceltumoren b. Steunceltumoren Kiemceltumoren
Op een standaard achter-voorwaartse (P-A) opname van de thorax wordt het grootste deel van de linker hartcontour gevormd door de laterale begrenzing van: a. Het linker atrium b. Het linker ventrikel c. Het rechter atrium d. Het rechter ventrikel Het linker ventrikel
Welke signaalstof wordt geproduceerd in het hart van een patiënt met hartfalen? a. Aldosteron b. Natriuretic peptide c. Noradrenaline d. Renine Natriuretic peptide
De kans op een longembolie is bij een diepe veneuze trombose in vergelijking met een oppervlakkige veneuze trombose: a. Gelijk b. Groter c. Kleiner Groter
Bij patiënten met hartfalen is behandeling met beta-blokkers: a. Altijd mogelijk b. Bij een meerderheid van patiënten mogelijk c. Bij een minderheid van patiënten mogelijk d. Nooit mogelijk Bij een meerderheid van patiënten mogelijk
Opening van de aortaklep beëindigt de isovolumetrische contractiefase van het linkerventrikel. Waardoor wordt het moment van opening bepaald? a. De bloeddruk in de aorta b. De druk in het linkerventrikel c. De drukgradiënt over de aortaklep De drukgradiënt over de aortaklep
De tweede harttoon ontstaat onder andere door het: a. Openen van de aortaklep b. Sluiten van de aortaklep c. Openen van de mitralisklep d. Sluiten van de mitralisklep Sluiten van de aortaklep
Een patient met een myocardinfarct komt binnen op de afdeling spoedeisende hulp vier uur na aanvang van de klachten. Er zijn bij deze patient geen contra-indicaties voor trombolyse op basis van comorbiditeit. Trombolyse is op dit moment: a. Nog wel geïndiceerd b. Niet meer geïndiceerd Nog wel geïndiceerd
Een 36-jarige man heeft een bloeddruk van 144/86 mmHg. De geschatte gemiddelde bloeddruk (MAP) is in dit geval: a. 105 mmHg b. 115 mmHg c. 126 mmHg 105 mmHg (2x DP + 1x SP / 3)
Een 41-jarige patiënte heeft een hartklepafwijking. Haar bloeddruk is 178/58 mmHg. De meest waarschijnlijke klepafwijking is een: a. Aortainsufficiëntie b. Aortastenose c. Mitralisinsufficiëntie d. Mitralisstenose Aortainsufficiëntie
De isovolumetrische relaxatiefase van de hartcyclus van de linker kamer is de fase tussen: a. Sluiten van de mitralisklep en het openen van de aortaklep b. Openen van de mitralisklep en het sluiten van de mitralisklep c. Openen van de aortaklep en het sluiten van de aortaklep d. Sluiten van de aortaklep en het openen van de mitralisklep Het sluiten van de aortaklep en het openen van de mitralisklep
Bij hartkatheterisatie kunnen complicaties optreden variërend van ernstige schade aan de slagaderen tot dodelijke afloop. Welk percentage patiënten heeft bij hartkatheterisatie complicaties? a. <0,1% b. 5 - 10 % c. 20 - 30 % d. >50 % <0,1 %
De navelstreng van een pasgeborene bevat een aantal bloedvaten. In de meerderheid van de gevallen betreft het: a. Een vene en een arterie b. Twee venen en een arterie c. Een vene en twee arteriën d. Twee venen en twee arteriën Een vene en twee arteriën
Bij de vorming van een trombus in een bloedvat spelen meerdere processen een rol. Waardoor wordt trombose geïnitieerd? Dat is door: a. Activatie van factor VIII b. Beschadiging van endotheel c. Vorming van fibrine Beschadiging van endotheel
Welk vat verzorgt de bloedvoorziening van de pancreas? a. A. mesenterica superior b. A. mesenterica inferior c. A. epigastrica inferior d. Truncus coeliacus Truncus coeliacus
De aanwezigheid van ketonen in de urine duidt op de afbraak van: a. Eiwitten b. Koolhydraten c. Vetten Vetten
Bij een primaire hyperparathyreoidie wordt meestal het teveel aan bijschildklierhormoon geproduceerd door: a. Multipele bijschildklieradenomen b. Multipel bijschildkliercarcinoom c. Solitair bijschildklieradenoom d. Solitair bijschildkliercarcinoom Solitair bijschildklieradenoom
Een van de onderstaande middelen verlaagt de gastro-intestinale opname van vet met ongeveer 30 procent. Dit is: a. Amfetamine b. Sibutramine c. Orlistat d. Rimonabant Orlistat
Iemand begint met vasten. In de eerste acht uur komt glucose vooral beschikbaar door: a. Gluconeogenese b. Glycogenolyse Glycogenolyse
Zesjarig meisje met pubertas praecox. In het bloed verhoogde oestrogenen en bij echo blijkt er een vergroot ovarium te zijn. Welke afwijking is het meest waarschijnlijk? a. Een endometrioom b. Een granulosaceltumor c. Een teratoom Een granulosaceltumor
Receptoren voor FSH bevinden zich in het ovarium met name op de: a. Bloedvaten b. Granulosa cellen c. Oocyten d. Thecacellen Granulosa cellen
Een patiënt ondergaat een totale thyreoïdectomie links vanwege een papillair schildkliercarcinoom, waarbij de snijvlakken vrij zijn. Wat is de volgende stap van het beleid? a. Ablatiebehandeling met Jodium-131 b. Afwachtend beleid c. Echografie van de hals d. Meting van het calcitoninegehalte in het bloed Ablatiebehandeling met Jodium-131
Stel: twee gezonde jongens van 6 zijn even lang. Lengte ligt onder 3e percentiel. A heeft skeletleeftijd gelijk aan kalenderleeftijd. B skeletachterstand van 2 jaar. Bij volwassen lichaamslengte te verwachten dat: a. Jongen A groter is dan jongen B b. Jongen A even lang is als jongen B c. Jongen A kleiner is dan jongen B d. Hierover is nu geen uitspraak te doen Jongen A kleiner is dan jongen B
De obstetricus beschikt over verschillende invasieve technieken om voor diagnostische doeleinden materiaal van de foetus te verkrijgen. Welke van de genoemde ingrepen hoort daar NIET bij? a. Amniocentese b. Foetoscopie en cordocentese c. Transabdominale chorionvillus biopsie d. Transcervicale chorionvillus biopsie e. Selectieve foeticide Selectieve foeticide
Bij het onderzoek van de mammae wegens verdenking van een tumor wordt op verschillende aspecten gelet. Welke bevinding is verdacht voor een T4-tumor? a. Fixatie aan de thoraxwand b. Intrekking van de huid c. Roodheid van de borst d. Tumor groter dan 5cm Fixatie aan de thoraxwand
Aan welke zijde van het onderbeen is een klassiek ulcus cruris venosum het meest gelokaliseerd? a. Anterior b. Lateraal c. Mediaal d. Posterior Mediaal
Huidziekten worden vaak negatief beïnvloed door psychische stress. Bij welke van de onderstaande dermatosen komt dat het meest frequent voor? a. Alopecia androgenetica b. Parapemphigus c. Chronische discoïde lupus erythematodus d. Psoriasis Psoriasis
Welk type huidmaligniteit is geassocieerd met de diagnose anogenitale lichen sclerosis et atrophicans? a. Basaalcelcarcinoom b. Maligne melanoom c. Morbus Bowen d. Plaveiselcelcarcinoom Plaveiselcelcarcinoom
Wat is in de meeste gevallen de verwekker van impetigo (krentenbaard) bij kinderen? a. E. Coli b. Pseudomonas aeruginosa c. Staphylococcus epidermis d. Streptococcus pyogenes Streptococcus pyogenes
Op uw spreekuur komt een moeder met een kind van 5 jaar. Het kind heeft al enkele maanden rode jeukende huidafwijkingen in de nek en aan de buigzijde van armen en benen. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. Atopische dermatitis/eczeem b. Contactdermatitis c. Seborroïsche dermatitis Atopische dermatitis/eczeem
De meerderheid van de gevallen van een furunkel (steenpuist) betreft een infectie met een bepaalde bacterie. Dit is de: a. Pseudomonas aeruginosa b. Staphylococcus aureus c. Staphylococcus epidermis d. Streptococcus groep A Staphylococcus aureus
Bij een patiënt die overweegt aan een studie mee te doen wordt screenend bloedonderzoek gedaan. Hier wordt verhoogd urinezuur gevonden. Patiënt heeft geen gewrichtsklachten, ook niet gehad. Wat is het voorkeursbeleid wat betreft het urinezuur? a. Geen behandeling of vervolg b. Profylactisch allopurinol toedienen c. Profylactisch NSAID's toedienen d. Reductie overgewicht aanraden en alcohol consumptie afraden Geen behandeling of vervolg
Acanthosis nigricans wordt gekenmerkt door een verdikte hypergepigmenteerde huid op buigpunten zoals de oksels. Bij een patiënt van 31 is de aanwezigheid van benigne acanthosis nigricans meest waarschijnlijk veroorzaakt door: a. Deodorantallergie b. Hypercholesterolemie c. Hyperinsulinisme d. Nierfunctiestoornis Hyperinsulinisme
Welke van de onderstaande aandoeningen is een blaarziekte? a. Superficieel basaalcelcarcinoom b. Pemphigus vulgaris c. Leucocytoclastische vasculitis d. Xanthelasmata Pemphigus vulgaris
Iatrogene aandoeningen zijn aandoeningen die: a. Artsen treffen b. Door artsen niet te behandelen zijn c. Door artsen worden veroorzaakt Door artsen worden veroorzaakt
In de hippocratische traditie bestaat de stelregel om bij twijfel af te zien van behandeling (in dubio abstine). Deze stelregel correspondeert met een van de vier medisch ethische principes uit de verlichtingstraditie. Het betreft: a. Geen kwaad doen b. Rechtvaardigheid c. Recpect voor autonomie d. Weldoen Geen kwaad doen
In de medische ethiek wordt gesteld dat zinloosheid van een medische behandeling zowel door de arts als door de patient kan worden beoordeeld. Een gezamenlijke besluitvorming tussen arts en patient is doorslaggevend bij: a. disproportionele behandeling b. kansloze behandeling c. ongewenste behandeling Disproportionele behandeling
Nieuwe medische technologieën roepen vaak ethische vragen op. Hoe worden ethische vragen over toepassing en verantwoord gebruik van een nieuwe technologie genoemd? Dit zijn: a. Wenselijkheidsvragen b. Zorgvuldigheidsvragen Zorgvuldigheidsvragen
In welk van onderstaande modellen wordt er van uit gegaan dat de besluitvorming over behandeling berust op de waarden van de patiënt, alsmede dat de waarden van de arts daarin geen rol spelen. Het betreft: a. Het deliberatieve model b. Het informatieve model c. Het interpretatieve model d. Het paternalistische model Het informatieve model
Welke van de volgende vormen van psychotherapie wordt in de huidige tijd het minst frequent toegepast? a. Cognitieve therapie b. Client centered therapie c. Psychoanalyse d. Gedragstherapie Psychoanalyse
De DSM-IV kent 5 assen. As V wordt gebruikt voor het noteren van een algehele beoordeling van het functioneren. Met welke aspecten moet daarbij (naast het psychische functioneren) rekening worden gehouden? a. Het sociale en het recreatieve functioneren b. Het sociale en het intellectuele functioneren c. Het beroepsmatige en het recreatieve functioneren d. Het sociale en het beroepsmatige functioneren Het sociale en het beroepsmatige functioneren
Johan is 26 jaar en weegt 135 kilo. Hij is 1,78 m lang. Hij zoekt voor zijn overgewicht hulp bij zijn huisarts. De aanpak van deze huisarts is gericht op multidisciplinaire groepsinterventie. Deze aanpak valt binnen het: a. Biomedische model b. Biopsychosociale model c. Model van de Openbare Gezondheidszorg d. Psychologische model Biopsychosociale model
De uitkomst van medische zorg wordt in toenemende mate uitgedrukt in termen van quality of life of kwaliteit van leven. Welke door de patient beoordeelde aspecten van medische zorg dragen NIET bij aan deze uitkomst? a. Biomedische aspecten b. Functionele aspecten c. Psychologische aspecten d. Sociale aspecten Biomedische aspecten
Ondanks haar te kleine sportschoenen lijkt een hardloopster een mooie eindtijd neer te zetten. Haar sportarts begrijpt niet hoe dit kan. Welke factor speelt volgens het symptoom-perceptie-model een rol bij het niet opmerken van de blaren bij de wedstrijd? a. Attributie b. Betekenisverlenging c. Cognitie d. Cue competition Cue competition
Van vele ziekten verschilt de prevalentie niet alleen naar leeftijd en geslacht maar vaak ook naar etniciteit. De prevalentie van hart- en vaatziekten bij de Surinaamse bevolking in Nederland ligt in vergelijking met de autochtone Nederlandse bevolking: a. 2 tot 3 maal lager b. Ongeveer gelijk c. 2 tot 3 maal hoger 2 tot 3 maal hoger
Epidemiologische transitie in een populatie betreft vooral verandering van: a. Doodsoorzaken b. Geboortecijfers c. Migratie d. Vruchtbaarheid Doodsoorzaken
De levermacrofagen, ook wel Kupffer-cellen genoemd, zijn gelegen in een bepaald deel van het leverparenchym. Dit betreft: a. Galgangen b. Hepatische arterien c. Sinusoiden d. Sublobulaire venen Sinusoïden
Een patient presenteert zich met macrocytaire anemie als gevolg van vitamine B12-tekort. Zes jaar geleden heeft patient een uitgebreide medische behandeling ondergaan. Van welk van onderstaande is de anemie een lange termijn complicatie? a. Beenmergtransplantatie wegens leukemie b. Lokale nabestraling van mondcarcinoom c. Resectie van de galblaas wegens stenen d. Totale maagresectie wegens carcinoom Totale maagresectie wegens carcinoom
Een 60-jarige man wordt naar de chirurg verwezen wegens een rectumcarcinoom 8 cm vanaf de anus. Een MRI toont een rectumcarcinoom binnen de mesorectale fascie. Voor welke behandeling komt hij nu in aanmerking? a. Korte bestraling gevolgd door abdomino-perineale resectie b. Korte bestraling gevolgd door low-anterior resectie c. Lange bestraling gevolgd door low-anterior resectie d. Lange bestraling i.c.m. chemotherapie gevolgd door low-anterior resectie Korte voorbestraling gevolgd door low-anterior resectie
Op verdenking appendicitis acuta wordt een wisselsnede in de buik gemaakt. De apendix is echter niet ontstoken. Een onderdeel van het verder te voeren beleid is: a. Een biopt nemen van de appendix b. Het in situ laten van de appendix c.Het alsnog verwijderen van de appendix Het alsnog verwijderen van de appendix (niet meer dacht ik?)
Volgend op orale toediening wordt een geneesmiddel opgenomen in het lichaam waar het vervolgens zijn actie kan uitvoeren. Wat is de belangrijkste plaats voor de absorptie van geneesmiddelen na orale toediening? a. Dikke darm b. Dunne darm c. Maag d. Oesofagus Dunne darm
In welk deel van het maagdarmkanaal komen fasische contracties voor? a. De proximale maag b. De onderste oesofagussfincter c. Het antrum van de maag Het antrum van de maag
Welke van de onderstaande aandoeningen is het meest waarschijnlijk bij melaena? a. Colitis ulcerosa b. Maagzweer c. Ziekte van Crohn d. Diverticulitis Maagzweer
Besmetting van hepatitis A virus verloopt meestal via: a. Bloed b. Lucht c. Ontlasting Ontlasting
Als een carcinoom van de pancreasstaart in de vroege fase symptomen geeft, dan betreft dit meestal: a. Geelzucht b. Melaena c. Rugpijn Rugpijn
De xylosetest is gestoord bij: a. Coeliakie b. Pancreasinsufficientie c. Ziekte van Crohn Coeliakie
Bij een jongen van 8 jaar met diarree wordt een H2-ademtest verricht. Indien bij deze test een verhoogde uitscheiding van H2 wordt gemeten, is er sprake van: a. Eiwit-intolerantie b. Koolhydraatintolerantie c. Mineralentekort d. Vetintolerantie Koolhydraatintolerantie
Een virale hepatitis kan gepaard gaan met levercirrose. Een van de volgende hepatitisvirussen geeft het meest frequent aanleiding tot levercirrose: a. Hepatitis-A-virus b. Hepatitis-B-virus c. Hepatitis-C-virus d. Hepatitis-E-virus Hepatitis-C-virus
De niercirculatie kent 2 capillaire bedden. Hoe zijn deze ten opzichte van elkaar geschakeld? a. Parallel b. Serieel Serieel
De basaalmembraan van het glomerulaire filter van de nier is: a. Negatief geladen b. Ongeladen c. Positief geladen Negatief geladen
Een 40-jarige man komt bij de huisarts met koliekpijnen ten gevolge van urine-wegsteenlijden. Het aangewezen medicament voor de behandeling van deze koliekpijn is volgens de NHG-richtlijn: a. Benzodiazepine b. Morfine c. NSAID d. Paracetamol NSAID
Een patiente heeft urineverlies bij hoesten en persen. Bij deze vrouw is er sprake van een bepaald type incontinentie. Dit is: a. Neurogene incontinentie b. Overloopincontinentie c. Stressincontinentie d. Urge-incontinentie Stressincontinentie
Patiënten met autosomaal dominante polycystische nierdysplasie zullen op een bepaald moment in hun leven klinisch manifest klachten krijgen door voortschrijdende nierparenchymdestructie. De piekincidentie van de eerste manifestatie van klachten ligt: a. Tussen 0 en 10 jaar b. Tussen 10 en 20 jaar c. Tussen 20 en 30 jaar d. Tussen 30 en 40 jaar e. Boven het 40e levensjaar Boven het 40e levensjaar
Welk klinische verschijnsel geeft GEEN aanwijzing voor een traumatisch letsel van de urethra bij mannen? a. Anurie b. Hoogstand van de prostaat bij rectaal toucher c. Incontinentie voor urine Incontinentie voor urine
In het nefron light het belangrijkste farmacodynamische aangrijpingspunt van thiazidediuretica in: a. De glomerulus b. De proximale tubulus c. De lis van Henle d. De distale tubulus De distale tubulus
Tijdens passage door het nefron verandert de osmotische waarde van het filtraat. In het kapsel van Bowman is dit filtraat: a. Hypotoon b. Isotoon c. Hypertoon Isotoon
Er worden meerdere soorten urine-incontinentie onderscheiden, die verschillende oorzaken kunnen hebben. Welke vorm van incontinentie treedt een aantal weken na een ruggenmergbeschadiging op? a. Overloopincontinentie b. Reflexincontinentie c. Stressincontinentie d. Urge-incontinentie Reflexincontinentie
Een jongeman heeft een normale urine-inulineklaring van 120 mL/min. De inulineklaring is een maat voor de renale: a. Endocriene functie b. Glomerulaire functie c. Tubulaire functie d. Wateruitscheiding Glomerulaire functie
Bij een patient met malaise worden de volgende afwijkingen gevonden: hematurie met erytrocytenciliners, proteïnurie, hypertensie en een verhoogd ureumgehalte in het bloed. Dit klinisch beeld past het beste bij: a. Nefritisch syndroom b. Nefrotisch syndroom Nefritisch syndroom
De polycysteuze nierziekte kent een juveniele en een volwassen vorm. De volwassen vorm onderscheidt zich van de juveniele vorm doordat de volwassen vorm: a. Meer voorkomt dan de juveniele vorm b. Minder vaak gepaard gaat met intracraniele aneurysmata c. Een groter risico heeft om te eindigen in nierinsufficientie d. Vaker gepaard gaat met leverinsufficientie Meer voorkomt dan de juveniele vorm
Een baby van drie weken oud is opgenomen onder verdenking van pyelonephritis. Een urinemonster voor kweek wordt bij voorkeur protocollair verkregen door: a. Katheterisatie van de urineblaas b. Afnemen van midstream-urine c. Suprapubische punctie van de urineblaas Suprapubische punctie van de urineblaas
Acute post-infectieuze glomerulonefritis wordt in de meerderheid van de gevallen veroorzaakt door een bepaalde bacterie. Dit is: a. Beta-hemolytische shock b. E. coli c. Pseudomonas aeruginosa d. Staphylococcus aureus B-hemolytische streptokok
De nervus V (trigeminus) heeft 3 sensibele takken: de V1, V2 en V3. Een van deze takken loopt door de fissura orbitalis superior. Dat is de: a. V1 b. V2 c. V3 V1
De werking van neurotransmitters berust op het veranderen van de membraanpotentiaal van een zenuwcel. In het geval van inhibitoire neurotransmitters leidt dit tot een: a. Depolarisatie b. Hyperpolarisatie Hyperpolarisatie
Neuroblastomen geven klachten afhankelijk van de lokalisatie. Een van de volgende lokalisaties geeft de minste klachten en wordt meestal als toevalsbevinding gevonden. Deze lokalisatie is: a. Het abdomen b. De cervicale wervelkolom c. De grensstreng d. De thorax De thorax
Welk van de volgende fysiologische verschijnselen is het meest kenmerkend voor REM slaap in vergelijking met de andere slaapstadia? a. Makkelijke wekbaarheid b. Regelmatige hartslag c. Verlaagd hersenmetabolisme d. Verlaagde skeletspiertonus Makkelijke wekbaarheid
75-jarige vrouw is opgenomen met koorts (39,5). Zij is suf en reageert verward. Bij LO wordt nekstijfheid geconstateerd. Bij lumbaalpunctie wordt troebele liquor verkregen. Grampreparaat toont veel leukocyten en gram- diplokokken. Welke AB nu? a. 4 dd 1 miljoen I.E. penicilline G intraveneus b. 4 dd 2 miljoen I.E. penicilline G intraveneus c. 6 dd 1 miljoen I.E. penicilline G intraveneus d. 6 dd 2 miljoen I.E. penicilline G intraveneus 6 dd 2 miljoen I.E. penicilline G intraveneus
Dystonie leidt tot bewegingsstoornissen. Het wordt veroorzaakt door afwijkend functioneren van een bepaald deel van het centrale zenuwstelsel. Dat betreft: a. Basale ganglia b. Cerebellum c. Cerebrale cortex d. Corpus callosum Basale ganglia
Benigne paroxysmale positieveranderingsduizeligheid (BPPD) is de meest voorkomende oorzaak van draaiduizeligheid. Het gaat typisch gepaard met: a. Vertigo b. Vertigo met gehoorsverlies c. Vertigo met gehoorsverlies en oorsuizen d. Vertigo met gehoorsverlies, oorsuizen en drukgevoel Vertigo
De meest voorkomende lokalisatie van het larynxcarcinoom is: a. Glottis b. Subglottis c. Supraglottis d. Transglottis Glottis
Wat is een cholesteatoom? a. Degeneratieve verandering van het middenoorslijmvlies, leidend tot kalkafzetting op de gehoorbeenketen. b. Goedaardige woekering van vetachtige weefsel in het middenoor c. Ophoping van epitheel in het middenoor met het opstapelen van keratine Ophoping van epitheel in het middenoor met het opstapelen van keratine
Traumatische epidurale hematomen in het hoofd ontstaan door een bloeding uit een verscheurde: a. Ankervene b. Arteria cerebri media c. Arteria meningea media Arteria meningea media
Een 60-jarige man bekend met een longtoptumor (Pancoast-tumor) links, krijgt een ptosis en miosis van zijn linker oog. De ptosis wordt in zijn geval veroorzaakt door zwakte van de: a. M. levator palpebrae b. M. orbicularis oculi c. M. tarsalis superior M. tarsalis superior
Man van 35 met paar uur verlamming van linker lichaamshelft, binnen 10 minuten ontstaan. Er is doffe pijn in de rechter hoofdhelft. Er is geringe ptosis van het rechter bovenooglid, rechter pupil is nauwer dan linker, geen sprake van dubbelzien. Diagnose? a. Afsluiting van de rechter arteria carotis b. Afsluiting van de rechter arteria cerebri media c. Intracerebrale bloeding d. Subarachnoidale bloeding Afsluiting van de rechter arteria carotis
Welke van onderstaande aandoeningen leidt het meest waarschijnlijk tot een myopathie? a. Achylia gastrica b. Colitis ulcerosa c. Diabetes mellitus d. Hyperthyreoïdie Hyperthyreoïdie
Indien klachten over dubbelbeelden toenemen bij naar beneden en nasaal kijken, past dit bij uitval van de: a. Nervus abducens b. Nervus oculomotorius c. Nervus trochlearis Nervus trochlearis
Een complicatie van diabetes mellitus kan zijn het optreden van diabetische retino-pathie. De schade aan de retina bij diabetes patiënten is primair een gevolg van: a. Circulatiestoornissen b. Leverfunctiestoornissen c. Nierfunctiestoornissen d. Zenuwfunctiestoornissen Circulatiestoornissen
Welke van de volgende klinische verschijnselen hoort NIET bij een aanval van acuut glaucoom? a. Gemengde roodheid van het oog b. Lichtstijve nauwe pupil c. Misselijkheid d. Pijn in en rond het oog Lichtstijve nauwe pupil
Kort na een hoofdtrauma kunnen verschillende types intracraniele bloedingen optreden. Welke bloeding is meestal arterieel en kan dus aanleiding geven tot een plotse, snelle vermindering van het bewustzijn, die een snelle ingreep noodzakelijk maakt? a. Epidurale bloeding b. Intracerebrale bloeding c. Subarachnoidale bloeding d. Subdurale bloeding Subdurale bloeding
Welk hersengebied is het meest betrokken bij stoornissen van de waakzaamheid? a. De thalamus b. De reticulaire formatie c. De substantia nigra d. De hippocampus De reticulaire formatie
Welk van de volgende stoffen wordt NIET gevormd in de Krebs cyclus (citroenzuur-cyclus)? a. ATP b. CO2 c. Glucose d. Water Glucose
Voor de behandeling van ADHD wordt vaak methylfenidaat (Ritalin) voorgeschreven. Het primaire werkingsmechanisme van methylfenidaat berust op remming van: a. De dopamine heropname b. De afbraak van dopamine c. Postsynaptische dopamine receptoren d. Presynaptische dopamine receptoren De dopamine heropname
De plasmafibrinogeenconcentratie vertoont normaliter een geleidelijke stijging tijdens de zwangerschap. Deze stijging heeft tevens tot gevolg dat de erytrocyten-sedimentatiesnelheid (BSE) tijdens de normale zwangerschap is: a. Verhoogd b. Gelijk gebleven c. Verlaagd Verhoogd
Deficiënties in de complementfactoren C5-8 leiden tot een verhoogde gevoeligheid voor het krijgen van infecties met: a. E. coli b. Influenzavirus c. Herpes simplex virus d. Neisseria meningitidis Neisseria meningitidis
Moleculair onderzoek wijst uit dat bij een patient het C-terminale deel van het gen voor Duchenne Muscular Dystrophy (DMD) is gedeleteerd. Welke van de volgende beweringen is juist? a. Dit is diagnostisch voor spierdystrofie van het type Becker b. Dit is diagnostisch voor spierdystrofie van het type Duchenne c. Dit is diagnostisch voor autosomaal recessieve limb girdle spierdystrofie d. De patient zal hier weinig klachten van hebb Deze bevinding is diagnostisch voor spierdystrofie van het type Duchenne, want de functie van het eiwit gaat hierdoor verloren
Er bestaan verschillende soorten mutaties met verschillend effect op de genexpressie. Bij welke van de volgende soorten mutatie is het effect op de functie van het gen onzeker en is verder onderzoek nodig om de pathogeneciteit van de mutatie aan te tonen? a. Deletie van een nucleotide in een coderend exon b. Insertie van twee nucleotiden in een coderend exon c. Missense mutatie d. Nonsense mutatie Missense mutatie
Bij een jongen is Duchenne vastgesteld. Onderzoek heeft uitgewezen dat moeder geen draagster is, de mutatie is nieuw. Ouders willen graag weten hoe groot de kans is dat hun dochters draagster zijn van de mutatie. Hoe groot is die kans? a. De kans op dragerschap is niet verhoogd, het is immers een nieuwe mutatie b. Vanwege recessieve overerving is de kans op dragerschap 25% voor zus. c. Vanwege mogelijk kiembaan mozaicisme bij moeder is er een kans van 5 – 10% op dragerschap bij zuster Vanwege mogelijk kiembaan mozaïcisme bij de moeder is er een kans van 5 - 10% op dragerschap bij zusters van de patiënt
Bij de ziekte van Huntington leidt verlenging van het trinucleotide CAG tot de inbouw van een streng glutamines in het eiwit. In de kern van neuronen ontstaan eiwitneerslagen waarin verscheidene kerneiwitten worden weggevangen. Hoe noemt men deze mutatie? a. Dominant negative mutatie b. Gain of function mutatie c. Haploinsufficientie d. Loss of function mutatie Gain of function mutatie
De complementcascade kan zowel via de klassieke als de alternatieve route geactiveerd worden. Beide routes leiden tot de activatie van dezelfde complementfactor. Deze factor is: a. C1 b. C2 c. C3 d. C4 C3
Patiënten die geopereerd zouden worden moesten een tijd wachten op een behandeling. Na 1 maand was 36% geopereerd, na 3 maanden 79%, na 6 maanden 92% en na 18 maanden 93%. De verdeling van de wachttijd tot operatie is: a. Bimodaal b. Scheef naar links c. Scheef naar rechts d. Symmetrisch Scheef naar rechts
Onderzoeker meet bij 100 personen bloeddruk. Na een dag meet deze onderzoeker van de 25 personen met de hoogste bloeddruk opnieuw bloeddruk. Deze meting blijkt gemiddeld lager te zijn dan eerste meting bij deze 25 personen. Typisch voorbeeld van: a. Confounding b. Effectmodificatie c. Regressie naar het gemiddelde d. Selectiebias Regressie naar het gemiddelde
De overheid wil een landelijke preventiecampagne opzetten om hart- en vaatziekten te voorkomen. Om inzicht te krijgen op welke risicofactoren de overheid zich het beste kan richten, krijgt zij de voor dit doel belangrijkste informatie uit: a. Attributieve risico’s b. Odds ratio’s c. Populatieattributieve risico’s d. Relatieve risico’s Populatieattributieve risico's
Onder inductie als element van de empirische cyclus wordt verstaan: a. Systematisch verzamelen van waarnemingen b. Uit een theorie genereren van een hypothese, die met empirische waarnemingen te toetsen is c. Formuleren van een theorie op basis van empirische waarnemingen Het formuleren van een theorie op basis van empirische waarnemingen
Een “clinical trial” is een vorm van een geplande experimentele studie, ontworpen om de klinische uitkomst van nieuwe behandelingen bij mensen te onderzoeken. In welk Fase onderzoek wordt een nieuwe behandeling volledig geëvalueerd? a. Fase I onderzoek b. Fase II onderzoek c. Fase III onderzoek d. Fase IV onderzoek Fase III onderzoek
Onderzoeker kiest patiënten- en controlegroepen en richt zich op scherp omschreven ziekte en blootstellingscategorieen. Selectie die de onderzoeker niet in de hand heeft, kan slecht zijn. Men noemt dit selectiebias. Selectiebias is een probleem van: a. Externe validiteit b. Interne validiteit c. Precisie Interne validiteit
Vader van een ernstig zieke zuigeling vindt dat zijn kind moet deelnemen aan onderzoek naar een nieuwe behandeling. Volgens zijn vrouw mag dit niet omdat hun kind daar zelf geen toestemming voor geeft. Wie heeft er wettelijk gezien gelijk? a. Moeder b. Vader Vader
Bij vrouwen neemt in de postmenopauze de hoeveelheid botmassa af. De gemiddelde afname per jaar ligt het dichtst bij: a. 0,5% b. 2% c. 5% d. 8% 2%
Lichaamsgewicht kan worden uitgedrukt in bodymass index (BMI in kg/m2). Deze BMI is bij vrouwen gerelateerd aan het ontstaan van osteoporose. Bij welke BMI is dat het geval? a. Een BMI >35 kg/m2 b. Een BMI <19 kg/m2 c. Een BMI tussen 19 en 35 kg/m2 Een BMI <19 kg/m2
De oorzaak van flauwvallen varieert bij verschillende leeftijdsgroepen. Bij patiënten van 65 jaar en ouder is, in vergelijking met jongere patiënten, de meest voorkomende oorzaak: a. Hyperventilatie b. Orthostatische hypotensie c. Vasovagale collaps Orthostatische hypotensie
Men onderscheidt postmonopausale (type 1) en seniele (type 2) osteoporose. Seniele osteoporose komt vaak voor bij mensen boven de 70 jaar. Wat is de kenmerkende fractuur voor een seniele (type 2) osteoporose? a. Bekkenfractuur b. Colles fractuur c. Collum fractuur d. Vertebrale fractuur Collum fractuur
Moedermelk bevat ten opzichte van ‘gehumaniseerde’ zuigelingenvoeding: a. Gelijke hoeveelheid vitamine K b. Meer vitamine K c. Minder vitamine K Minder vitamine K
Welke klacht hoort NIET bij de droge vorm van leeftijdsgebonden maculadegeneratie? a. Plotselinge metamorfopsie b. Verminderde gezichtsscherpte c. Verminderd kleurenzien d. Vlek in het midden van het gezichtsveld Plotselinge metamorfopsie
Welk leerprincipe van beloning en bekrachtiging wordt toegepast door chronisch zieke patiënten die voortdurend aandacht van hun omgeving vragen voor hun lijden? a. Klassieke conditionering b. Operante conditionering c. Shaping d. Sociaal leren Operante conditionering
Jonge vrouw wordt onderzocht wegens buikklachten. Bij palpatie van abdomen een niet afgrensbare weerstand in de buikwand die palpatie van buikinhoud belemmert. Tijdens het diep doorzuchten verdwijnt de weerstand. Dit past bij: a. Actief spierverzet b. Defense musculaire c. Gedistendeerde darmen Actief spierverzet
Wat doet men als eerste bij verdenking op een spanningspneumothorax? a. Intubeert de patient endotracheaal b. Plaatst een dikke infuusnaald in de 2e intercostaalruimte c. Plaatst een thoraxdrain in de 5e intercostaalruimte d. Vraagt met spoed een thoraxfoto aan Plaatst een dikke infuusnaald in de 2e intercostaalruimte
Vanaf een bepaalde zwangerschapsduur zijn kindsbewegingen voelbaar. Deze zwangerschapsduur is ongeveer: a. 6 weken b. 12 weken c. 18 weken 18 weken
De huisarts doet lichamelijk onderzoek bij een patient met het lumbosacraal radiculair syndroom. Bij welke complicatie dient de huisarts met spoed te verwijzen naar het ziekenhuis voor nadere diagnostiek? Dit is bij: a. Cauda equina syndroom b. Links-rechts verschil in kniepees reflex c. Positieve proef van Lasegue d. Verminderde kniepeesreflexen Cauda equina syndroom
Lege artis wordt, een druppel ejaculaat onderzocht i.v.m. fertiliteit. Bij welk aantal spermatozoön per gezichtsveld, en bij welk percentage spermatozoön van goede kwaliteit is er sprake van normaal sperma? a. > 2 spermatozoon, > 50% goede kwaliteit b. > 2 spermatozoon, > 80% goede kwaliteit c. > 20 spermatozoon, >50% goede kwaliteit d. > 20 spermatozoon, >80% goede kwaliteit >20 spermatozoön, >50% goede kwaliteit
Man: in de ontlasting zat een worm van 20 cm groot, bleek, rond, nog kronkelend. Was niet recent in het buitenland geweest en medische voorgeschiedenis bevatte geen relevante medische aandoeningen. Meest waarschijnlijk betreft het in dit geval de worm: a. Ancylostoma duodenale b. Ascaris lumbricoides c. Enterobius vermicularis Ascaris lumbricoides
Een man van 47 jaar kreeg bij het bewerken van ijzer een splinter in het oog. Nadat deze splinter is verwijderd, blijkt bij controle dat er een roestring op de cornea is achtergebleven juist voor de pupil. De beste behandeling van de roestring is: a. Een antibioticum bevattende oogzalf appliceren b. Het natuurlijk beloop afwachten c. Met een oogboortje wegfrezen Met een oogboortje wegfrezen
Om de stabiliteit van een gewricht te onderzoeken wordt de ‘apprehensiontest’ uitgevoerd. De stabiliteit van welk gewricht wordt hier onderzocht? a. Het bekken (art symfysis pubica) b. De elleboog c. De heup d. De schouder De schouder
De farmacokinetiek van een geneesmiddel heeft de grootste invloed op: a. De bindingsaffiniteit van een geneesmiddel b. De bindingsspecificiteit van een geneesmiddel c. De intensiteit van het geneesmiddeleffect d. Het werkingsmechanisme van een geneesmiddel De intensiteit van het geneesmiddeleffect
De mantouxreactie wordt in Nederland vaak gebruikt bij de diagnostiek van latente tuberculose. Onder welke van onderstaande omstandigheden is een positieve testuitslag het meest betrouwbaar? Dit is bij personen die: a. Eerder een negatieve huidtest hadden b. Eerder een positieve huidtest hadden c. Eerder de ziekte tuberculose hebben gehad d. Die gevaccineerd zijn tegen tuberculose Eerder een negatieve huidtest hadden
De Apgarscore is een scoringsmaat voor de vitale functies van pasgeborenen. Een vrijftal kenmerken wordt gescoord. Hiertoe behoort NIET: a. Hartfrequentie b. Kleur c. Spiertonus d. Zuigreflex Zuigreflex
De beste manoeuvre om de kracht van de m. triceps te testen is: a. Arm stijf recht, weerstand bieden tegen de kracht van de onderzoeker die de armd over de elleboog tracht te buigen b. Arm gebogen, tegen de kracht van de onderzoeker ingaan die de arm probeert te strekken over de elleboog Arm stijf recht, weerstand bieden tegen de kracht van de onderzoeker die de arm over de elleboog tracht te buigen
Indien de visus van een patient verbetert door het oog te laten kijken door een stenopeïsche opening, is er sprake van een: a. Mediatroebeling b. Neuritis retrobulbaris c. Primair open hoek glaucoom d. Retina-afwijking Mediatroebeling
Een patiente heeft recidiverende urineweginfecties. Een effectieve maatregel ter voorkoming daarvan is: a. Frequent plassen b. Goed uitplassen c. Het plassen enkele malen kort onderbreken Goed uitplassen
Bij welk van onderstaande alternatieven is een BCG-vaccinatie gecontraindiceerd? a. Borstvoeding b. COPD c. Hartfalen d. HIV HIV
Een pasgeborene heeft hyperbilirubinemie. Om kernicterus te voorkomen is de juiste behandelingsmethode: a. Antibiotica profylaxe b. Fototherapie c. Vitamine K toediening Fototherapie
Iemand wil de “normale” lichaamslengte van een kind van 6 jaar onderzoeken. Welke onderzoeksopzet is daartoe het meest geschikt? a. Case control studie b. Correlatiestudie c. Cross sectional survey d. Cohort studie Cross sectional survey
Welke van onderstaande gebeurtenissen stond aan de basis van de ‘sanitaire beweging’? a. De instelling van een quarantainebeleid bij zeelieden b. De ontdekking van vaccinatiemogelijkheden tegen pokken c. De ontwikkeling en toepassing van antibiotica d. De scheiding van drinkwatervoorziening en vuilafvoer De scheiding van drinkwatervoorziening en vuilafvoer
Sinds 1 januari 2004 hebben bedrijfsartsen ook het recht gekregen om clienten door te verwijzen. Welke restrictie is aan een dergelijke verwijzing verbonden? a. De huisarts moet altijd geconsulteerd worden b. De verwijzing mag uitsluitend naar disciplines binnen de ARBO-zorg c. Toestemming van de werkgever is altijd vereist d. De verwijzing moet altijd gericht zijn op arbeidsrelevante aandoeningen De verwijzing moet altijd gericht zijn op arbeidsrelevante aandoeningen
1. De longarts wil bij bronchoscopie (longspiegeling) een punctie verrichten in een lymfeklier onder de hoofdbifurcatie tussen rechter en linker hoofdbronchus. Welke structuur kan aangeprikt worden wanneer de naald teveel naar caudaal wordt doorgevoerd? a. Aorta b. Hart c. Oesophagus d. Vena cava Hart
Een verlamming van een diafragmahelft wordt veroorzaakt door een laesie van de: a. N interpleuralis b. N phrenicus c. N recurrens d. N vagus N. phrenicus
Voor een efficiente uitwisseling van CO2 in perifere weefsels en longen speelt het enzym carboanhydrase een essentiele rol. Dit enzym is gelokaliseerd in: a. Bloedplaatje b. Endotheelcelen c. Plasma d. Rode bloedcellen Rode bloedcellen
Roken is een bekende risicofactor voor longkanker, maar ook voor andere tumoren. Een vorm van kanker waarbij roken ook een belangrijke risicofactor vormt, is: a. Blaascaarcinoom b. Prostaatcarcinoom Blaascarcinoom
Antibiotica kunnen pulmonale toxiciteit vertonen. Van welke van de volgende antibiotica is de kans op pulmonale toxiciteit het kleinst: a. Norfloxacine b. Nitrofurantoine c. Penicilline d. Tetracycline Norfloxacine
Het arteriele zuurstofgehalte kan op verschillende manieren worden vergroot. De grootste stijging van het gehalte wordt verkregen bij een verdubbeling van: a. De FiO2 b. Het hematocriet c. Het hartminuutvolume d. De paO2 Het hematocriet
Bij met name een van de volgende aandoeningen kunnen carpopedaal-spasmen optreden. Dit is bij: a. Hypertensie b. Hyperventilatie c. Hypothermie d. Hypoxaemie Hyperventilatie
Bij patienten met COPD is de totale longcapaciteit: a. Afgenomen b. Normaal c. Toegenomen Toegenomen
Een vrouw van 48 jaar is kortademig. De thoraxfoto toont een beschaduwde linker hemithorax en een shift van het mediastinum naar links. Wat kan deze bevindingen veroorzaken? a. Infiltraat met open bronchus b. Pleuravocht c. Pneumothorax d. Tumor linker hoofdbronchus Tumor linker hoofdbronchus
De standaardbehandeling van longembolieen bestaat uit het toedienen van heparine. Het belangrijkste doel van de behandeling met heparine is: a. Het oplossen van de embolieen b. Het onderdrukken van ontsteking rond de thrombus c. De verdere groei van de thrombus te remmen De verdere groei van de thrombus te remmen
Bij een patient wordt een kwaadaardige, holtevormende, centraal gelegen tumor in de rechter long vastgesteld. Welk van onderstaande carcinomen is het meest waarschijnlijk? a. Adenocarcinoom b. Grootcellig ongedifferentieerd carcinoom c. Kleincellig carcinoom d. Plaveiselcelcarcinoom Plaveiselcelcarcinoom
Van mensen die regelmatig en langdurig roken zal ongeveer de helft eraan overlijden. Welke van de hieronder genoemde aandoeningen of condities is niet aan het roken gerelateerd? a. COPD b. Foetale en neonatale dood c. Maligne melanoom d. Ziekte van Crohn Maligne melanoom
Een acute respiratoire acidose wordt gekenmerkt door: a. Verhoogde pCO2, verhoogde pH b. Verhoogde pCO2, verlaagde pH c. Verlaagde pCO2, verhoogde pH d. Verlaagde pCO2, verlaagde pH Verhoogde pCO2, verlaagde pH
Je ziet een meisje van 1,5 jaar, i.v.m. ernstige benauwdheid sinds enige uren. Om religieuze redenen niet ingeent. Bij onderzoek is er een forse inspiratoire stridor. U denkt aan een epiglottitis. Welk additioneel symptoom ondersteunt deze diagnose? a. Kwijlen b. Zeehondenhoest c. Schorre stem d. Matig verhoogde temperatuur Kwijlen
De ziekte van Wegener (wegener’s granulomatosis) kent een aantal voorkeurslocalisaties. Hiertoe behoort NIET: a. De neus b. De longen c. De slokdarm d. De nieren De slokdarm
Jaarlijks worden ongeveer 10.000 patienten in Nederland in een ziekenhuis opgenomen met longontsteking. Wat is de meest voorkomende verwekker bij deze patienten? a. Legionella pneumophila b. Klebsiella pneumoniae c. Streptococcus pneumoniae d. Mycoplasma pneumoniae e. Haemophilus influenzae Streptococcus pneumoniae
De gemiddelde levensduur van de erytrocyt in de normale situatie bedraagt: a. 10 dagen b. 40 dagen c. 80 dagen d. 120 dagen e. 160 dagen 120 dagen
Bloedgroepen zijn te karakteriseren aan de hand van een specifiek antigeen molecuul op de erythrocyt membraan. Het gaat hier om: a. Glycoproteine b. Glycosphingolipide c. Glycosaminoglycaan d. Glycofosfolipide Glycosphingolipide
Een bepaald deel van de patienten met idiopathische trombocytopenische purpura (ITP) krijgt een volledige remissie na splenectomie. Dit is: a. < 10% b. 10 tot 30% c. 30 tot 50% d. > 50% >50%
Wat is het werkingsmechanisme van cumarinederivaten? a. Verhoging van de serumconcentratie van factor IX b. Remming van de vitamine K cyclus c. Remming van trombine en vroege stappen in de stollingscascade d. Activatie van plasminogeen Remming van de vitamine K cyclus
De hoeveelheid lymfe die uit een bepaald vaatbed wordt afgevoerd wordt door meerdere factoren bepaald. Welke factor verlaagt de lymfestroom? a. Toegenomen capillaire permeabiliteit b. Toegenomen interstitiele colloïd-osmotische druk c. Verlaagde capillaire druk d. Verlaagde plasma colloïdale druk Verlaagde capillaire druk
Welke van de volgende hepatitis virussen wordt in de meerderheid van de gevallen via hematogene route overgedragen? a. Hepatitis A virus b. Hepatitis C virus c. Hepatitis E virus Hepatitis C virus
Bij welke van de volgende aandoeningen is de bloedingstijd verlengd? a. Hemofilie A b. Hemofilie B c. Ziekte van Von Willebrand Ziekte van Von Willebrand
De korte arm van een chromosoom wordt aangegeven met de letter: a. C b. D c. P d. Q P
Bij een patient van 69 jaar wordt de diagnose multiple myeloom gesteld. Dit is een maligne aandoening van: a. Neutrofiele granulocyten b. Plasmacellen c. Thrombocyten d. Erythrocyten Plasmacellen
Het inversie-trauma van de enkel is een veel voorkomende sportblessure. Hierbij raakt vooral beschadigd? a. Het lig collaterale mediale b. Het lig talofibulare anterius Het lig. talofibulare anterius
Welke is de functie van de m latissimus dorsi in het schoudergewricht? a. Adductie, exorotatie en retroflexie b. Adductie, exorotatie en anteflexie c. Adductie, endorotatie en retroflexie d. Adductie, endorotatie en anteflexie Adductie, endorotatie en retroflexie
Tijdens de spiercontractie wordt ATP verbruikt. Het eiwit dat ATP hydrolyseert tot ADP en vrij fosfaat in dit contractieproces is: a. Actine b. Myosine c. Tropomyosine d. Troponine C Myosine
De meest geregistreerde botfractuur bij de mens in Nederland is: a. Claviculafractuur b. Distale humerusfractuur c. Proximale femurfractuur d. Distale radiuskopfractuur Distale radiuskopfractuur
Bij een compartimentensyndroom van het onderbeen, zoals dat kan optreden na een crurisfractuur, treden meerder klinische verschijnselen op. Welk van de volgende verschijnselen is een zeer laat optredend symptoom? a. Parese van de extensoren van de voet b. Gespannen pijnlijke spiercompartimenten c. Verlies van distale pulsaties d. Paraesthesien in de eerste webspace Verlies van distale pulsaties
De meest correcte omschrijving van een “jumper’s knee” is: a. Bursitis prepatellaris b. Chondropathie van de patella c. Een corpus liberum in de knie d. Enthesopathie van de patellapees Enthesopathie van de patellapees
Myasthenia gravis is een autoimmuunziekte waarbij vaak ernstige bewegingsstoornissen optreden. Deze bewegingsstoornissen kunnen symptomatisch worden behandeld met een: a. Acetylcholinesteraseremmer b. Noradrenaline-heropnameremmer c. Nicotinereceptorblokker d. Muscarinereceptor-agonist Acetylcholinesteraseremmer
De matrix van het bot bestaat voornamelijk uit collageen. Welke cellen maken dit collageen? Dat zijn: a. Chondrocyten b. Fibroblasten c. Osteoblasten d. Osteocyten Osteoblasten
Man van 60 met koorts en acute monoartritis van rechter enkel. Klachten zijn binnen enkele uren ontstaan , er is hevige pijn in rust en bij bewegen. De patient heeft dezelfde klachten een jaar eerder gehad. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk? a. Bacteriele artritis b. Jicht artritis c. Reactieve artritis d. Reumatoide artritis Jicht artritis
Mammacarcinoom leidt vaak tot osteolytische botmetastasen. De botdestructie hierbij is een direct effect van: a. Macrofagen b. Osteoclasten c. Tumorcellen Osteoclasten
Fasciitis necroticans is een ernstige aandoening van het spierweefsel ten gevolge van een bacteriele infectie. De meest voorkomende verwerkker van deze aandoening is de: a. Staphylococcus aureus b. Staphylococcus epidermidis c. Streptococcus haemolyticus d. Streptococcus pneumoniae Streptococcus haemolyticus
Duchenne is een progressieve spierziekte. Het karakter van deze ziekte is gevolg van afname van de cellen die nodig zijn voor regeneratie van spieren. Welke cellen dragen door deling en/of differentiatie bij tot de regeneratie van het skeletspierweefsel? a. Skeletspiercellen b. Satellietcellen c. Fibroblasten Satellietcellen
Welke ziekte, die gekenmerkt wordt door een progressieve spierzwakte, wordt veroorzaakt door een blokkering van de myoneurale overgang. Dit is: a. Amyotrofe lateraal sclerose b. Musculaire liposdystrofie c. Multiple sclerose d. Myasthenia gravis Myasthenia gravis
De huisarts en een patiente van 36 jaar besluiten om de paniekstoornis waaraan ze lijdt medicamenteus te behandelen. Welke combinatie van medicamenten is dan het meest aangewezen? a. Een benzodiazepine met een betablokker b. Een betablokker met een SSRI (selectieve serotonine reuptake inhibitor) c. Een SSRI in combinatie met een benzodiazepine Een SSRI in combinatie met een benzodiazepine
In gesprek tussen een arts en patient heeft de arts de waarden van de patient verhelderd, hij heeft patient geinformeerd en behandeling uitgevoerd die de voorkeur had van zijn patient. Welk van deze vier communicatiemodellen heeft de arts gehanteerd? a. Het informatieve b. Het interpretatieve c. Het deliberatieve d. Het paternalistische Het interpretatieve
De incidentie van zelfdoding is het hoogst bij: a. Jongeren (<30 jaar) b. Ouderen (>60 jaar) Ouderen
Een vierdejaars studente is met de studie opgehouden omdat ze de colleges niet meer kan volgen. De gedachte dat ze haar huis moet verlaten maakt dat ze zich al misselijk en angstig voelt en bijna flauwvalt. Haar symptomen suggereren dat ze: a. Een agorafobie heeft b. Een fobie voor leersituaties heeft c. Een somatoforme stoornis heeft d. Faalangst heeft ontwikkeld Een agorafobie heeft
In tegenstelling tot het posttraumatische stress syndroom is het onderhoudende en uitlokkende symptoom bij burn-out: a. Een fysiologische gebeurtenis b. Een kortdurend arbeidsconflict c. Inadequate informele hulp d. Lange termijn stress of chronische stress Lange termijn stress of chronische stress
Kind A hoort zijn ouders vaker praten over hun ernstige slaapproblemen dan kind B, dat zijn ouders zelden over dit probleem hoort praten. Het feit dat kind A een hoger risico loopt om zelf ook slaapproblemen te ontwikkelen dan kind B is een voorbeeld van: a. Klassiek conditioneren b. Observationeel leren c. Operant conditioneren Observationeel leren
Met beeldvorming is onderzoek gedaan naar structurele afwijkingen in hersenen van patienten met depressie en van patienten met PTSS. Bij beide is een verminderd volume van een bij de regulatie van de HPA-as betrokken hersengebied, welke? a. Hypofyse b. Orbitofrontale cortex c. Hippocampus d. Prefrontale cortex e. Amygdala Hippocampus
Een kind merkt dat zijn moeder steeds angstig opziet tegen een bezoek aan de tandarts en wordt zelf ook bang voor de tandarts. Hier is sprake van de volgende vorm van leren: a. Klassieke conditionering b. Modeling c. Operante conditionering Modeling
Men onderscheidt klassiek en operante conditionering. Een biofeedbacktrainingsprogramma is een vorm van: a. Klassieke conditionering b. Operante conditionering Operante conditionering
Een patient met roekeloos gedrag, onvermogen stabiele relaties aan te gaan, stemmingswisselingen en onverwachte woede-uitbarstingen lijdt aan een: a. Borderline persoonlijkheidsstoornis b. Histrionische persoonlijkheidsstoornis c. Narcistische persoonlijkheidsstoornis Borderline persoonlijkheidsstoornis
Het grootste volume van het mannelijk ejaculaat wordt geproduceerd in de: a. Epididymis b. Prostaat c. Vesiculae seminales Vesiculae seminales
De ovaria produceren hormonen. Welke structuur in het ovarium produceert vooral oestradiol? Dat is: a. Corpus luteum b. Graafse follikel Graafse follikel
De recessus costodiaphragmaticus strekt zich caudaal uit tot de: a. 11e thoracale wervel b. 1e lumbale wervel 1e lumbale wervel
De pleuraholte is de ruimte tussen: a. Pleura visceralis en longen b. Pleura visceralis en pleura pariëtalis c. Pleura pariëtalis en thoraxwand Pleura visceralis en pleura pariëtalis
Bij de celademhaling komt energie vrij in de vorm van: a. Acetylco-enzym b. ATP c. GTP d. Lecithine ATP
De verschillende typen bronchuscarcinoom hebben niet alle hetzelfde klinische beloop. Het beloop van het kleincellig bronchuscarcinoom is in vergelijking met andere typen bronchuscarcinoom: a. Agressiever b. Milder Agressiever
Theyfylline, een fosfodi-esteraseremmer, wordt gebruikt bij astma, heeft een smal therapeutisch venster. Gelijktijdig gebruik van fluconazol, cimetidine en OAC resulteert in toxiciteit van theofylline op het cardiovasculaire systeemen CZS. Dit berust op: a. Inductie van cytochroom P450 enzymen b. Remming van cytochroom P450 enzymen c. Vermindering van de renale excretie van theofylline d. Versterking van het fosodi-esteraseremmende effect van theofylline Remming van cytochroom P450 enzymen
De expiratoire eensecondewaarde (FEV1) en FVC zijn parameters om longfunctie te testen. Als een acute longwegobstructie gepaard gaat met veranderingen dan betreft dit het meest waarschijnlijk: a. Een verlaging van de FEV1 en een gelijkblijvende FVC b. Een verlaging van de FEV1 en verlaging van de FVC c. Een gelijkblijvende FEV1 en een verlaging van de FVC Een verlaging van de FEV1 en een gelijkblijvende FVC
Welke van de onderstaande alternatieven is een geregistreerde bijwerking van inhalatiecorticosteroïden bij langdurig gebruik? a. Hartkloppingen b. Heesheid c. Urticaria d. Verminderde nierfunctie Heesheid
De obstructieve longziekten, astma en COPD, kenmerken zich door een expiratoire bronchusobstructie. Van belang daarbij kunnen de volgende volumina zijn: FEV1 en/of FVC. Bij COPD geldt dat: a. De FEV1 meer verhoogd is dan de FVC b. De FEV1 minder verhoogd is dan de FVC c. De FEV1 meer verlaagd is dan de FVC d. De FEV1 minder verlaagd is dan de FVC De FEV1 meer verlaagd is dan de FVC
U ziet een patiënt met heesheidsklachten als gevolg van longkanker. Wat is de meest waarschijnlijke lokalisatie van de tumor? a. Linker hilus b. Linker onderkwab c. Rechter hilus d. Rechter middenkwab Linker hilus
Bij een pneumothorax: a. Beweegt de aangedane kant van de thorax mee met de ademhaling contralateraal b. Is de percussie van de aangedane kant gedempter dan contralateraal c. Is het ademgeruis van de aangedane kant verminderd ten opzichte van de contralaterale kant Is het ademgeruis van de aangedane kant verminderd ten opzichte van de contralaterale kant
Indien er sprake is van een allergische pulmonale aspergillose is bij de patiënt een bepaalde combinatie van typen antilichamen tegen aspergillus aantoonbaar. Het betreft hier de combinatie van IgG met: a. IgA b. IgE c. IgM IgE
Een 59-jarige vrouw is al 3 dagen verkouden en krijgt koorts en kortademigheid. Kan niet goed doorzuchten. Bij diep inademen pijn aan de rechterzijde thorax. Bij auscultatie rechtsonder in de flank crepitaties. Altijd goed gezond geweest. Diagnose? a. Acute bronchitis b. Bronchiolitis c. Influenza d. Pneumonie e. Pleuritis Pneumonie
Een 42-jarige man wordt onderzocht wegens dyspneu d'effort. Op de röntgenfoto van de thorax is sprake van bilaterale halvemaanvormige hilusvergroting. Dit past het beste bij: a. Sarcoïdose b. Syndroom van Goodpasture c. Ziekte van Wegener Sarcoïdose
Cystic Fibrosis (CF, mucoviscidosis) is een erfelijke aandoening. Het overervingspatroon is: a. Autosomaal dominant b. Autosomaal recessief c. Geslachtsgebonden dominant d. Geslachtsgebonden recessief Autosomaal recessief
Allergische rhinitis wordt veroorzaakt door een IgE-gemedieerde allergie voor bepaalde inhalatieallergenen. Tot deze allergenen behoren NIET: a. Bak- en verflucht b. Boompollen c. Graspollen d. Huisstofmijt Bak- en verflucht
Op de 6e dag na radicale prostatectomie door adenocarcinoom, gaat een 70-jarige man naar toilet. Terug in bed plotseling benauwd, krijgt pijn op de borst met palpitaties en paniekaanval. Welke postoperatieve complicatie meest waarschijnlijk? a. Diffuse alveolaire schade b. Longembolie c. Longoedeem d. Pleuravocht Longoedeem
De ductus thoracicus vervoert lymfe vanuit het abdomen naar de thorax. Op welke plaats in het veneuze systeem mondt de ductus thoracicus normaliter uit? Ter plaatse van: a. De samenkomst van rechter v. jugularis interna en rechter v. subclavia b. De samenkomst van linker v. jugularis interna en linker v. subclavia c. de samenkomst van de linker en rechter v. brachiocephalica d. De inmonding van de v. cava superior De samenkomst van linker v. jugularis interna en linker v. subclavia
Trombocyten ontstaan door fragmentatie van een andere cel. Dit is de: a. Basofiele granulocyt b. B-lymfocyt c. Megakaryocyt d. Neutrofiele granulocyt Megakaryocyt
Idiopathische trombocytopenische purpura (ITP) komt bij kinderen en volwassenen voor. Het verschil in beloop van ITP tussen kinderen en volwassenen is: a. Bij kinderen geneest de ziekte vrijwel altijd spontaan b. Bij kinderen duurt de ziekte meestal langer dan 3 maanden c. Bij volwassenen geneest de ziekte vrijwel altijd spontaan d. Bij volwassenen duurt de ziekte meestal korter dan 3 maanden. Bij kinderen geneest de ziekte vrijwel altijd spontaan
Via welk mechanisme werkt het anticoagulans heparine? a. Activatie van antitrombine b. Activatie van stollingsfactoren c. Remming van fibrine d. Remming van trombocytenaggregatie Activatie van antitrombine
Het reticulo-endotheliale systeem (RES) speelt een belangrijke rol bij de bestrijding van infecties. Welke celsoort behoort NIET tot het RES? a. Alveolaire macrofagen b. Granulocyten c. Kupffercellen d. Monocyten Granulocyten
Bij welke van onderstaande aandoeningen met gegeneraliseerde lymfadenopathie is er GEEN sprake van een bacteriële oorzaak? a. Kattenkrabziekte b. Lues c. Toxoplasmose d. Tuberculose Toxoplasmose
Bij een 48-jarige vrouw wordt de diagnose ITP gesteld. Het trombocytenaantal is 100x10^9 (n= 300-450x10^9). Ze heeft geen macroscopisch bloedverlies. Wat is in dit geval het aangewezen beleid? Dat is: a. Expectatief beleid b. Hoge dosis prednison c. Miltextirpatie d. Trombocytentransfusie Expectatief beleid
Een jongen van 7 jaar heeft een gestoorde hemostase op basis van levercirrose. Deze gestoorde hemostase berust waarschijnlijk op: a. Verhoogde afbraak van stollingsfactoren. b. Verminderde productie van stollingsfactoren Verminderde productie van stollingsfactoren
Stollingsfactor-V-Leiden verwijst naar een mutatie in het factor-V-gen. Wat is het gevolg van deze mutatie voor het factor-V-Leiden? a. Het kan minder goed geïnactiveerd worden door geactiveerd proteïne C b. Het kan minder goed geactiveerd worden tot factor Va c. Het kan niet meer binden aan factor X Het kan minder goed geïnactiveerd worden door geactiveerd proteïne C
Arteriële emboli kunnen zich begeven naar veel verschillende vaatbedden. De voorkeurslokalisatie voor arteriële emboli zijn echter: a. De bovenste extremiteiten en de darmen b. De bovenste extremiteiten en de nier c. De onderste extremiteiten en de hersenen d. De onderste extremiteiten en de milt De onderste extremiteiten en de hersenen
Scapula alata (afstaand schouderblad) wordt veroorzaakt door verlies van een bepaalde spier. Dat betreft de: a. M. latissimus dorsi b. M. serratus anterior c. M. trapezius M. serratus anterior
Na een verkeersongeval blijkt de heer A. een fractuur van de humerusschacht te hebben. Welke spiergroep kan door een zenuwletsel van zijn innervatie zijn beroofd? a. Extensoren in de bovenarm b. Flexoren in de bovenarm c. Extensoren in de onderarm d. Flexoren in de onderarm Extensoren in de onderarm
Een spiercel is in staat om ook in de afwezigheid van zuurstof ATP te produceren. Dit geschiedt via de: a. Citroenzuurcyclus b. Glycolyse c. Lipolyse d. Ureumcyclus Glycolyse
De distale radiusfractuur ontstaat meestal bij een val op de geëxtendeerde hand. Hierbij onderscheidt men Collesfractuur en de fractuur volgens Smith. Bij de Collesfractuur is een dislocatie opgetreden naar: a. Dorsaal en radiair b. Dorsaal en ulnair c. Volair en radiair d. Volair en ulnair Dorsaal en radiair
Na een onderbeenfractuur treedt soms compartimentsyndroom op, logesyndroom. Diagnose wordt gesteld op anamnese en LO. Hieronder staat een aantal bevindingen. Geef aan welke de kans op logesyndroom kleiner maakt: a. Intacte pulsaties in a. dorsalis pedis en a. tibialis posterior b. Intacte motoriek en sensibiliteit van de tenen c. Gemeten druk in de Anticusloge van 40 mmHg Intacte motoriek en sensibiliteit van de tenen
Bij een Monteggia-fractuur is sprake van: a. Een geïsoleerde fractuur van de radius b. Een geïsoleerde fractuur van de radius met luxatie van distale radio-ulnaire gewricht c. Een geïsoleerde fractuur van de ulna d. Een geïsoleerde fractuur van de ulna met luxatie van de radiuskop Een geïsoleerde fractuur van de ulna met een radiuskop luxatie
Welke van onderstaande mechanismen draagt bij aan het ontstekingsremmende effect van corticosteroïden? a. Remming van interleukine-2-synthese b. Remming van purine synthese c. Stimulatie van cyclo-oxygenase d. Stimulatie van xanthineoxidase Remming van interleukine-2-synthese
Enkele uren na de dood treedt een contractuur van de spieren op: de rigor mortis. Na hoeveel tijd verdwijnt deze rigor mortis gemiddeld weer? a. 5 - 15 uur b. 16 - 25 uur c. 26 - 48 uur d. Na 48 uur 16 - 25 uur
Epcondylitis lateralis (tenniselleboog) heeft een incidentie in de huisartsenpraktijk van 4-7 per 1.000 patiënten. Hoe groot is het percentage patiënten dat spontaan binnen een jaar van deze klacht herstelt? a. 90 % b. 80 % c. 70 % d. 60 % 90 %
Het syndroom van Reiter is een vorm van reactieve artritis die gezien wordt in aansluiting op een aantal infecties. Naast artritis wordt dit ziektebeeld gekenmerkt door een aantal andere fenomenen waarvan de MINST waarschijnlijke is: a. Conjunctivitis b. Erythema nodosum c. Keratoderma blenorrhagica d. Urethritis Erythema nodosum
De arts vermoedt polymyalgia rheumatica bij een 60-jarige vrouw zonder relevante comorbiditeit. Om deze diagnose te bevestigen is de eerst aangewezen laboratoriumbepaling: a. BSE b. Hemoglobine c. Kreatinine d. TSH Kreatinine
Een man van 64 heeft in 6 mnd zwakte aan handen en atrofie handspieren gekregen. Bij LO zeer levendige peesreflexen armen en benen, verder bdz fasciculaties armen en bovenbenen en dysartrie met slikstoornissen. Welke afwijking past hierbij? a. Gestoorde tastzin tot aan de knieën b. Nystagmus c. Tandradfenomeen d. Voetzoolreflexen volgens Babinski Voetzoolreflex volgens Babinski
Een 37-jarige vrouw heeft sinds 6 mnd flexiecontractuur van de derde vinger rechts. Bij LO ter plaatse een vast zwelling van 1x3 cm. Bij microscopisch onderzoek van dit weefsel verwacht u vooral te treffen: a. Collageen b. Dystrofische calcificatie c. Granulatieweefsel d. Lipoblasten Collageen
Een arts vindt bij een screening een sterk verhoogd gamma-GT en licht verhoogd ALAT. Deze bevindingen wijzen op leverschade ten gevolge van: a. Alcohol b. Cocaïne c. Diazepam Alcohol
Welke stelling is juist? a. Normen zijn onveranderlijk b. Waarden geven aan dat iets belangrijk en nastrevenswaardig is c. Waarden vloeien voort uit normen d. Waarden zijn onveranderlijk Waarden geven aan dat iets belangrijk en nastrevenswaardig is
In 2008 is de mogelijkheid van zelfbindingsverklaring opgenomen in de BOPZ. Een patiënt heeft dit ondertekend voor gedwongen opname en behandeling. In geval zo'n gedwongen van deze patiënt noodzakelijk is, is een rechterlijke uitspraak vooraf juridisch: a. Niet vereist b. Wel vereist Wel vereist
Je treft een snel ademende jongeman die vertelt van een aanval van palpitaties met pijn op de borst en benauwdheid, waarbij hij bijna flauwviel. Na uitgebreide anamnese en LO concludeert de arts dat er een psychiatrische stoornis is. Meest waarschijnlijk: a. Angst- of dwangstoornissen b. Cognitieve stoornissen c. Psychotische stoornissen Angst- of dwangstoornissen
Een vrouw van 22 klaag over plotselinge zwakte van benen. Loopt wankel en met wandelstok. Bij LO geen afwijkingen. Klachten zijn begonnen na een heftige ruzie met haar baas. Pte denkt een lichamelijke oorzaak. Arts denkt somatoform. Meest waarschijnlijk: a. Conversiestoornis b. Hypochondrie c. Somatisatiestoornis Conversiestoornis
Schizofrenie wordt gekenmerkt door negatieve en positieve symptomen. Wanen bij schizofrenie vallen onder de: a. Negatieve symptomen b. Positieve symptomen Positieve symptomen
Een patiënt met schizofrenie noemt zijn psychiater steevast "psychehater". In psychiatrische terminologie wordt het woord "psychehater" geduid als: a. Afasie b. Concretisme c. Confabulatie d. Neologisme Neologisme
Als iemand je vertelt over zijn bezoek aan Parijs twee jaar geleden, haalt de betreffende persoon deze kennis op uit zijn: a. Episodisch geheugen b. Procedureel geheugen c. Semantisch geheugen Episodisch geheugen
Wanneer de anamnese bij een psychotische patiënt bemoeilijkt wordt door achterdocht zal men: a. Urinescreening op middelen verrichten b. Een heteroanamnese proberen te verkrijgen c. Oriënterend algemeen LO en neurologisch onderzoek doen d. Een anxiolyticum toedienen e. Een inbewaringstelling aanvragen Een heteroanamnese proberen te verkrijgen
Na een ernstig auto-ongeval komt het vaak voor, dat de betrokkenen geheugenstoornissen vertonen. Zo kan het voorkomen dat de betrokkene zich een periode voorafgaand aan het ongeval niet herinnert. Hoe wordt dit verschijnsel genoemd? a. Anterograde amnesie b. Korsakovsyndroom c. Posttraumatische amnesie d. Retrograde amnesie Retrograde amnesie
Een 23-jarige man heeft een specifieke fobie, vorken en lepels. Hij wordt er extreem door beperkt in zijn functioneren. Er zijn geen aanwijzingen voor comorbiditeit. Wat is de eerste behandelstap? a. Cognitieve gedragstherapie b. Eye Movement and Desensitization Reprocessing (EMDR) c. Mono-amino-oxidase remmer (MAO-remmer) d. Selectieve serotonine heropname remmer (SSRI) Cognitieve gedragstherapie
Welke structuur levert de grootste bijdrage aan het volume van het semen? a. Epididymis b. Testis c. Vesicula seminalis Vesicula seminalis
Testosteron wordt in de testes geproduceerd door de: a. Leydig-cellen b. Sertoli-cellen c. Spermatogonia Leydig-cellen
Bij een 25-jarige zwangere met weeën controleert de arts de vordering van het baringsproces. Bij het vaginaal toucher constateert de arts een ontsluiting van 6 cm. Deze bevinding past bij: a. Verstreken portio b. Partiële ontsluiting c. Volledige ontsluiting Partiële ontsluiting
Bij cervixcarcinoom FIGO stadium IBI is de grootte: a. 1 cm en beperkt tot de cervix b. 4 cm en beperkt tot de cervix c. 4 cm met minimale uitbreiding tot in de vagina d. 5 cm en beperkt tot de cervix 4 cm en beperkt tot de cervix
Vrouwen met jarenlange oligomenorroe op basis van anovulatie hebben een verhoogde kans op: a. Ovariumcarcinoom b. Endometriumcarcinoom c. Cervixcarcinoom Endometriumcarcinoom
Bij een normaal groot foetaal hoofdje en een normaal bekken kan door een abnormale presentatie er een onmogelijkheid zijn voor vaginale baring. Dit is het geval bij: a. Aangezichtsligging b. Kruinligging c. Military attitude d. Voorhoofdsligging Voorhoofdsligging
Na transurethrale resectie van de prostaat heeft een bepaald percentage last van bijwerkingen. Welke van onderstaande bijwerkingen komt het meest voor: a. Acute urineretentie b. Incontinentie voor urine c. Erectiele dysfunctie d. Retrograde ejaculatie Retrograde ejaculatie
De meest voorkomende etiologie voor het optreden van aangeboren afwijkingen is: a. Chromosomaal b. Milieu c. Monogeen d. Multifactorieel Multifactorieel
De uitslag van een prenataal chromosomen onderzoek is 47,XX,+18. Tot welk van onderstaande syndromen leidt dit karyotype? a. Edwards syndroom b. Klinefelter syndroom c. Noonan-syndroom d. Patau-syndroom Edwards-syndroom (klinefelter = 47,xxy; Noonan = PTPN11 mutatie; Patau = trisomie 13
Bij welk van onderstaande karyotypes is er sprake van een ongebalanceerd chromosomenpatroon: a. 45,XY,der(13;14)(q10;q10)mat. b. 46,XX,der(5)t(5;9)(p15;p21)pat. c. 46,XX,inv(2)(p24q31)pat. d. 46,XY,t(5;9)(p15;p21)mat. 46,XX,der(5)t(5;9)(p15;p21)pat
Bij een vrouw van 40 met meno-metrorragie wordt hyperplasie van het endometrium vastgesteld. De hyperplasie is gevolg van: a. Een verhoogde oestrogeenproductie in verhouding tot progesteron b. Een verhoogde progesteronproductie in verhouding tot oestrogeen c. Een verhoogde prolactineproductie d. Een verhoogde LH-productie Een verhoogde oestrogeenproductie in verhouding tot progesteron
In de normale situatie is er maar op één plaats elektrische geleiding tussen atria en ventrikels. Welk deel van het geleidingssysteem loopt door het fibreuze hartskelet? a. AV-knoop b. His-bundel c. AV-knoop als His-bundel d. Rechter-en linkerbundeltakken His-bundel
Gezien de effecten die atriaal natriuretisch peptide (ANP) heeft op het cardiovasculair systeem, is ANP in vele opzichten te beschouwen als een tegenpool van: a. Angiotensine-I b. Angiotensine-II c. Endotheline-1 d. Noradrenaline Angiotensine II
Een aneurysma van de aorta komt thoracaal en abdominaal voor. Het percentage thoracale aorta-aneurysmata is: a. Minder dan 10 % b. Tussen 10 en 20 % c. Tussen 20 en 30 % d. Meer dan 30 % Minder dan 10 %
De therapeutische werking van bèta-adrenerge receptorblokkers zoals propranolol in angina pectoris is voornamelijk toe te schrijven aan: a. Dilatatie van coronairvaten b. Verhoogde perifere weerstand c. Verminderde productie van catecholaminen d. Verminderde zuurstofbehoefte van het myocard Verminderde zuurstofbehoefte van het myocard
Gedurende de isovolumetrische relaxatiefase van de linker ventrikel van het hart: a. Is de aortaklep dicht en de mitralisklep open b. Is de aortaklep open en de mitralisklep dicht c. Zijn de aortaklep en de mitralisklep dicht d. Zijn de aortaklep en de mitralisklep open Zijn de aortaklep en de mitralisklep dicht
De bloedstroomsnelheid in de capillairen van een orgaan is in vergelijking tot die in de bijbehorende arterie: a. Gelijk b. Groter c. Kleiner Kleiner
Een vrouw van 49 last van palpitaties die plots beginnen en eindigen. Tijdens de aanval een snelle regelmatige hartslag, geen andere klachten. Blanco cardiale voorgeschiedenis. Meest waarschijnlijke diagnose? a. Atriumfibrilleren b. Re-entry tachycardia c. Sick sinus syndrome d. Ventriculaire extrasystolen (VES) Re-entry tachycardia
Klassieke polyarteriitis nodosa veroorzaakt necrotiserende vasculitiden. Het vaakst aangedaan zijn: a. Arteriolen b. Capillairen c. Grote arteriën d. Kleine tot middelgrote arteriën Kleine tot middelgrote arteriën
Acute coronaire syndromen kunnen tekenen vertonen die voorspellend zijn voor een hoog risico op myocard infarct of dood. Tot deze tekenen behoren: a. Uitstraling van de pijn naar de armen of kaak b. Hemodynamische veranderingen bij de pijn c. Precordiale drukpijn Hemodynamische veranderingen bij de pijn
Hypertensie kan worden beschreven met behulp van de wet van Ohm en de formule van Poiseuille. Deze voorspellen dat hypertensie samenhangt met: a. Hartfrequentie en de diameter van de weerstandsvaten b. Cardiac output en diameter van de weerstandsvaten c. Cardiaco output en omgekeerd evenredig de diameter van de weerstandsvaten d. Hartfrequentie en omgekeerd evenredig diameter van de weerstand Cardiac output en omgekeerd evenredig de diameter van de weerstandsvaten
Bij een patiënt wordt mid-diastolisch geruis met "opening snap" gehoord. Welke van onderstaande afwijkingen meest waarschijnlijk? a. Aorta-insufficiëntie b. Aortastenose c. Mitralisinsufficiëntie d. Mitralisstenose Mitralisstenose
Bij een patiënt mid-systolische click aan het hart gehoord. Welke van onderstaande afwijkingen meest waarschijnlijk ten grondslag? a. Mitralis prolaps b. Open ductus arteriosus c. Open foramen ovale d. Ventrikelseptumdefect Mitralis prolaps
Boezemfibrilleren kent een aantal oorzaken. Tot deze oorzaken behoort: a. Calcium-antagonist intoxicatie b. Hypothyreoïdie c. Longembolie d. Wolff-Parkinson-White syndroom Longembolie
Jan is 2 wkn. Drinkt en groeit goed, maar verkleurt bij huilen. Wordt wat grauw bij huilen en arts hoort een graad 3/6 systolische souffle over de 2e IC-ruimte links, met uitstraling naar flanken. Meest waarschijnlijke hartafwijking? a. ASD met relatieve pulmonalisstenose b. Groot VSD c. Klein VSD zonder pulmonale hypertensie d. Tetralogie van Fallot Tetralogie van Fallot
Het Kaposisarcoom komt het vaakst voor bij immuungecompromitteerde patiënten. Welke van volgende organismen speelt waarschijnlijk een rol bij het ontstaan van Kaposisarcoom? a. Adenovirus b. Cytomegalovirus c. Epstein-Barrvirus d. Herpesvirus Herpesvirus
De bijnier produceert norepinefrine (noradrenaline). In welk onderdeel vindt de productie plaats? a. Chromaffine cellen b. Zona fasciculata c. Zona glomerulosa d. Zona reticularis Chromaffine cellen
Neurotransmitters worden uit verschillende soorten precursors gemaakt. De precursor van serotonine is een: a. Aminozuur b. Lipide c. Nucleotide Aminozuur
Ongevalpatiënten met een ernstig schedeltrauma lopen soms diabetes insipidus op. Welke van onderstaande bevindingen past niet bij deze diagnose? a. Hyperosmolaliteit van het serum b. Hyponatriëmie c. Soortelijk gewicht van de urine < 1,010 d. Urineosmolaliteit < 300 mosmol/Kg water Hyponatriëmie
Welke enzymatische reactie wordt bevorderd door fase II enzymen? a. Conjugatie b. Hydrolyse c. Oxidatie d. Reductie Conjugatie
Tijdens lichamelijke inspanning zullen hypothalamische thermoreceptoren een verhoogde temperatuur waarnemen. Hoe zorgt het lichaam dat het niet oververhit raakt? a. De receptoren verlagen de 'setpoint' voor lichaamstemperatuur, waardoor je gaat zweten b. De receptoren verhogen de 'setpoint' voor lichaamstemperatuur, waardoor je gaat zweten c. Het verschil tussen verhoogde temp en de 'setpoint' zorgt voor zweten Het verschil tussen de verhoogde lichaamstemperatuur en de 'setpoint' zorgt ervoor dat je gaat zweten
Na de ovulatie treedt een lichaamstemperatuursstijging op. Deze temperatuurstijging wordt geïnduceerd door de hogere spiegels van een bepaald hormoon. Dit hormoon is: a. FSH b. LH c. Oestradiol d. Progesteron Progesteron
Menorragieën worden met NSAID's bestreden. Uit onderzoek blijkt dat het bloedverlies met een bepaald percentage afneemt. Dit percentage ligt: a. Onder de 15 b. Tussen de 15 - 30 c. Tussen de 30 - 45 d. Boven de 45 Tussen de 15 - 30
Bij een patiënt worden de volgende uitslagen gevonden: FT4 5 (n= 10-20 pmol/L), TSH 5 (n=0,4-4 mU/I). Welke diagnose meest waarschijnlijk? a. Hypothyreoïdie na bestraling van de schildklier b. M. Hashimoto c. Multinodulair struma d. Secondaire hypothyreoïdie Secondaire hypothyreoïdie
Lipase is een van de verteringsenzymen. Het wordt gesynthetiseerd in: a. Het duodenum b. Het jejenum c. De lever d. De pancreas De pancreas
Adrenogenitaal syndroom wordt veroorzaakt door aangeboren afwijkingen in de synthese van: a. Aldosteron b. Cortisol c. Oestradiol d. Testosteron Cortisol
Een gezonde vrouw van 21 bij werken een snee van 3 cm in haar buikwand opgelopen reiken tot subcutis. Wondranden zijn scherp. Arts besluit te hechten met niet-oplosbare hechtingen. Deze verwijderen na: a. 3 dagen b. 8 dagen c. 14 dagen 8 dagen
Welke onderstaande efflorescentie onderscheidt acna van rosacea? a. Comedonen b. Littekens c. Papulopustels d. Teleangiëctasieën Comedonen
Een vrouw van 45 consulteert u wegens symmetrische roodheid op haar wang/jukbeenderen en neusrug. Welke aandoening is hierbij het minst waarschijnlijk? a. Erythema nodosum b. Lupus erythematodes c. Polymorfe lichtdermatose d. Rosacea Erythema nodosum
Bij welke van de onderstaande aandoeningen is de kans op metastasering naar de regionale lymfklieren het groost? a. Actinische keratose b. M. Bowen c. Plaveiselcelcarcinoom d. Sprieterig groeien basaalcelcarcinoom Plaveiselcelcarcinoom
Naar de indeling van Gell en Coombs onderscheidt men vier belangrijke immunologische reacties. Bij welke van deze reacties staat betrokkenheid van IgE, mestcellen, basofiele granulocyten en histamine op de voorgrond? a. Type I ('direct type' reactie) b. Type II (cytotoxische reactie) c. Type III (immuuncomplex reactie) d. Type IV (cellulaire of 'delayed type' reactie) Type I ('direct type' reactie)
De ouders van een kindje met een sterk jeukend actief atopisch/constitutioneel eczeem willen geen corticosteroïden voorgeschreven krijgen voor hun kind. Welke van onderstaande opties is het beste alternatief om eczeem te bestrijden? a. Antihistaminica b. Lokale calcineurineremmers c. Lokale prostaglandinesynthetaseremmers d. Vaseline of ander vet-emolliens, enkel malen daags Lokale calcineurineremmers
Acne is een vervelende aandoening bij jonge mensen. We onderscheiden acne vulgaris en acne conglobata. Acne conglobata is: a. Een ernstige vorm van acne vulgaris en komt meer bij mannen voor. b. Een ernstige vorm van acne vulgaris en komt meer bij vrouwen voor c. Een milde vorm van acne vulgaris en komt meer bij mannen voor d. Een milde vorm, meer bij vrouwen Een ernstige vorm van acne vulgaris en komt meer bij mannen voor
Psoriasis is een ontstekingsziekte van de huid. Soms kan deze aandoening ook de oorzaak zijn van ontstekingen elders in het lichaam, met name: a. Darmen b. Gewrichten c. Lever d. Nieren Gewrichten
Het syndroom van Marfan is een genetische bindweefselaandoening. De overerving van de voornaamste varianten van dit syndroom is: a. Autosomaal b. Geslachtsgebonden Autosomaal
Wat is typisch voor de AFwezigheid van maturatie? a. Compound naevus b. Intradermale naevus c. Junction naevus d. Melanoom Melanoom
Aan de hand van "pakjaren" wordt de schade door roken geschat. Een pakjaar is het aantal jaren dat iemand gerookt heeft maal het aantal pakjes sigaretten (20) per: a. Dag b. Week c. Maand d. Jaar Dag
In een onderzoek inventariseert men de waarden en normen op grond waarvan artsen medisch-ethische beslissingen nemen. Een dergelijk onderzoek behoort tot het domein van de: a. Descriptieve ethiek b. Meta-ethiek c. Normatieve ethiek Er bestaat thans een definitie van euthanasie (Staatscommissie, 1985) die algemeen aanvaard is. Welke?
Er bestaat thans een definitie van euthanasie (Staatscommissie, 1985) die algemeen aanvaard is. Welke? a. Opzettelijk levensverkortend handelen of opzettelijk nalaten van verlengend handelen bij een ongeneeslijke patiënt in diens belang. b. Opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene op diens verzoek Het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene op diens verzoek
Bij optredende klachten kan patiënt A. arts raadplegen, B. afwachten of C. zelfbehandeling overwegen. Dit proces hangt mede af van aanbevelingen uit de omgeving. Met welk begrip worden aanbevelingen uit de sociale omgeving het best aangeduid? a. Hulpzoekend gedrag b. Patiëntencarrière c. Sociale triggers d. Symptoomgevoeligheid e. Verwijzing door leken Verwijzing door leken
Artsen kunnen op verschillende niveaus met patiënten communiceren. Als een arts ter sprake brengt dat hij vorige keer weinig aandacht had en kort van stof was wegens drukte, dan is het communicatie op: a. Inhoudsniveau b. Metaniveau c. Relatieniveau Metaniveau
Het verschijnsel cynische vijandigheid speelt bij hartpatiënten als risicofactor een rol. Mensen die dit kenmerk hebben vertonen ook andere kenmerken. Een daarvan is: a. Achterdochtigheid b. Geduldigheid c. Zelden kwaad worden d. Vertrouwen hebben in anderen Achterdochtigheid
Een arts zal beginnen met oorzaken uitsluiten op basis van anamnese. Wanneer hij geen afdoende lichamelijke oorzaak vindt, kan hij op het spoor van somatisatie komen. Welke aanwijzing behoort hier NIET toe? a. Aandringen door de patiënt op een somatische aanpak van de klacht b. Onbehagen bij de arts c. Ongerustheid bij de patiënt over kleine kwalen en ziekten d. Psychiatrische problematiek bij de patiënt Psychiatrische problematiek bij de patiënt
Veel hulpverleners zullen het op prijs stellen als een met HIV-besmette, seropositieve patiënt vertelt dat hij condooms gebruikt bij geslachtsgemeenschap. Waarmee wordt deze reactie aangeduid? a. Overdracht b. Tegenoverdracht Tegenoverdracht
In 1853 toonde John Snow aan dat der herkomst van drinkwater uit innameplaatsen van de Theems grote verschillen in cholerasterfte tussen verschillende straten kon verklaren. Voorbeeld van: a. Ecologisch onderzoek b. Etiologisch onderzoek c. Experimenteel onderzoek Ecologisch onderzoek
De risicofactor voor ziekte, beperkingen en sterfte verschillen tussen landen met hoog, gemiddeld en laag inkomen. In landen met laag inkomen is belangrijkste risicofactor voor ziekte, beperkingen en sterfte: a. Ondergewicht bij kinderen b. Onveilig drinkwater en slechte sanitaire voorzieningen c. Onveilige seks Ondergewicht bij kinderen
Het colon bestaat uit verschillende delen. Het colon descendens begint bij de: a. Flexura coli hepatica b. Flexura coli splenica Flexura coli splenica
Bepaalde vitaminen bevorderen de ijzerabsorptie in de darm. Hiertoe behoort: a. Vitamine A b. Vitamine B12 c. Vitamine C d. Vitamine D Indien onbehandelde pylorusstenose ten gevolge van hypertrofie leidt tot verstoring van zuur/baseevenwicht dan betreft dit meestal een:
Indien onbehandelde pylorusstenose ten gevolge van hypertrofie leidt tot verstoring van zuur/baseevenwicht dan betreft dit meestal een: a. Metabole alkalose b. Metabole acidose c. Respiratoire alkalose d. Respiratoire acidose Metabole alkalose
Intrinsic factor wordt door de maag geproduceerd. Het is een hormoon dat een essentiële rol speelt bij de resorptie van een vitamine dat van belang is voor aanmaak van Hb. Dit betreft: a. Vitamine B12 b. Vitamine C c. Vitamine D d. Vitamine K Vitamine B12
Pancreatine bevat enzymen die door de pancreas onder normale omstandigheden gemaakt worden. Dit preparaat wordt het meest voorgeschreven aan sommige patiënten met: a. Alfa-1-antitrypsine deficiëntie b. Coeliakie c. Cystische Fibrose (mucoviscidosis) d. De eerste fase van acute pancreatitis Cystische fibrose (mucoviscidosis)
De diarree die ontstaat na een infectie met cholera is een voorbeeld van: a. Diarree op basis van versnelde motiliteit b. Exsudatieve diarree door destructie van de mucosa c. Osmotische diarree d. Secretoire diarree Secretoire diarree
Aandoeningen van het terminale ileum, zoals Crohn, worden vaak gediagnosticeerd door pathologisch onderzoek van mucosa-biopten. Biopten van het terminale ileum worden meestal verkregen via: a. Coloscopie b. Een biopt capsule c. Gastroduodenoscopie Coloscopie
Een vrouw van 43 klaagt over buikpijn en misselijkheid. Bij LO vergrote lever en tekenen van ascites. Na aanvullend onderzoek constateert de arts een Budd-Chiari syndroom. Dit ontstaat door trombose van de: a. Arteria hepatica b. Truncus coeliacus c. Venae hepaticae d. Vena portae Venae hepaticae
25-jarige man met Crohn bezoekt de poli MDL-ziekten i.v.m. diarree. Die bestaat sinds hij twee jaar eerder een ileocoecaalresectie heeft ondergaan waarbij, i.v.m. stenosen, 40 centimeter ileum is verwijderd. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak ? a. Afname van het resorptie-oppervlak van de dunne darm b. Afname van Na+/H+-uitwisseling in de dunne darm c. Verminderde enterohepatische kringloop van galzouten d. Vitamine B12 tekort Verminderde enterohepatische kringloop van galzouten
Kleuter met failure to thrive, blijft achter met lengte en recidiverende diarree, verdacht op koemelkallergie. Lactose-intolerantie uitgesloten. Welke van volgende tests is het meest sensitief/specifiek voor koemelkallergie? Dat is: a. Biopsie van het dunnedarmslijmvlies b. Bepaling van circulerende IgE-antistoffen tegen koemelkeiwitten c. Koemelkeliminatie-herintroductietest Koemelkeliminatie-herintroductietest
In welk deel van de pancreas komen de meeste carcinomen voor? a. Het caput b. Het corpus c. De cauda Het caput
Relatieve vernauwingen in de ureter kunnen meestal gevonden worden ter plaatse van: a. A. iliaca interna en a. iliaca externa b. A. iliaca externa en de inmonding in de blaas c. M. psoas en de bekkeningang d. A. testicularis en de m. psoas A. iliaca externa en de inmonding van de blaas
Angiotensine II speelt een belangrijke rol bij de regulatie van de bloeddruk. Het hormoon stimuleert: a. De omzetting van aminopeptidase b. De productie van renine c. De productie van aldosteron d. Het vrijkomen van acetyhcholine De productie van aldosteron
Een 62-jarige man heeft klachten bij mictie. Bij rectaal toucher in de linker kwab van de prostaat een vaste onregelmatigheid gevoeld. De meest waarschijnlijke verklaring van de mictieklachten: a. Benigne prostaathypertrofie b. Prostaatcarcinoom c. Prostatitis Prostaatcarcinoom
Een man van 42 met macroscopische hematurie heeft koliekachtige pijn in de rechterflank. Verder geen klachten. Meest waarschijnlijke diagnose: a. Pyelonefritis b. Uretersteen Uretersteen
Bij een pasgeboren jongetje is één van de testikels niet palpabel in het scrotum , maar intra-abdominaal. Bij LO niet in het scrotum te brengen. Wat is nu het beleid? a. Afwachten tot de leeftijd van 2 jaar b. Niet ingedaalde testis operatief in het scrotum brengen c. Niet ingedaalde testikel operatief verwijderen Afwachten tot de leeftijd van 2 jaar
Wanneer er na een trauma verdenking is op een urethraletsel is het aangewezen onderzoek een: a. Intraveneus pyelogram b. Retrograad urethrogram Retrograad urethrogram
Furosemide en bumetanide zijn beide lisdiuretica die op hetzelfde aangrijpingspunt werken. Om hetzelfde effect te bereiken moet furosemide 40-maal hoger gedoseerd worden dan bumetanide. Wat verklaart dit verschil? a. Eliminatie b. Potentie c. Selectiviteit d. Specificiteit Potentie
De nier speelt een belangrijke rol bij handhaving van zuur-base-evenwicht. De combinatie die waarschijnlijk wordt aangetroffen bij een patiënt met een acute respiratoire alkalose, is: a. pH verhoogd, PCO2 verlaagd, bicarbonaat verhoogd b. pH verhoogd, PCO2 verlaagd, bicarbonaat verlaagd c. pH verhoogd, PCO2 verhoogd, bicarbonaat verhoogd d. pH verhoogd, PCO2 verhoogd, bicarbonaat verlaagd pH verhoogd, PCO2 verlaagd, bicarbonaat verlaagd
Blaasontsteking bij vrouwen kan bevorderd worden door bepaalde patiëntfactoren. Welke van onderstaande factoren bevordert het ontstaan van blaasontsteking NIET? a. Hormonale veranderingen b. Prolaps c. Seksueel actief d. Urolithiasis Urolithiasis
Welke van onderstaande aandoeningen is kenmerkend als oorzaak van postrenale nierinsufficiëntie? a. Acute glomerulonefritis b. Ethyleen glycolvergiftiging c. Hypovolemie d. Nierstenen Nierstenen
Urine-incontinentie kan ontstaan als er verhoging is van de intra-abdominale druk, zoals bij hoesten, niezen, tillen, e.d. Dit noemt men: a. Reflexincontinentie b. Stressincontinentie c. Overflowincontinentie d. Urge-incontinentie Stressincontinentie
7-jarige jongen gegeneraliseerd oedeem (anasarca). Spiegel cholesterol en triglyceriden in het bloed verhoogd. Ernstige proteïnurie zonder hematurie. Ook ernstige hypoalbuminemie. Past het best bij het volgende: a. Idiopathische proteïnurie b. Nefrotisch syndroom c. Vena renalis trombose Nefrotisch syndroom
Als bij een patiënt met jicht nierstenen worden aangetoond, dan zullen deze waarschijnlijk bestaan uit: a. Calciumfosfaat b. Calciumoxalaat c. Cystine d. Urinezuur Urinezuur
De cirkel van Willis (circulus arteriosus) vormt een anastomose tussen de aa. carotides en de aa. vertebrales. Welke structuur ligt of welke structuren liggen binnen deze cirkel? a. Alleen het chiasma opticum b. Alleen de hypofyse c. Chiasma opticum en hypofyse d. Geen van bovengenoemde Chiasma opticum en hypofyse
Bij de werking en regulatie van catecholamine neurotransmitters spelen enzymen een belangrijke rol. Bij deze neurotransmitters is het enzym catechol-O-methyltransferase nodig voor: a. Activatie b. Afbraak c. Synthese d. Transport Afbraak
De ziekte van Raynaud (vasopathische afwijking van vaten): a. Komt bij jongens veel vaker voor dan bij meisjes b. Komt bij meisjes veel vaker voor dan bij jongens c. Komt bij beide geslachten ongeveer even vaak voor Komt bij beide geslachten ongeveer even vaak voor
De werking van strychnine berust op zijn competitie met glycine voor de glycine-receptor. Wat vindt in de aanwezigheid van strychnine postsynaptisch NIET plaats? a. Excitatie b. Inhibitie Inhibitie
58-jarige vrouw komt bij huisarts. Sinds ochtend kan ze linkeroog niet meer goed sluiten en linker mondhelft beweegt niet goed mee. Ook kan ze voorhoofd links niet fronsen. Huisarts denkt aan uitval van een hersenzenuw. Het betreft: a. N. oculomotorius (III) b. N. trigeminus (V) c. N. facialis (VII) d. N. acusticus (VIII) N. facialis (VII)
Bij een meisje van 5 ontstaan loopstoornissen en plasproblemen. Bij LO een kuiltje in de huid met beharing op de rug, iets boven het sacrum. Meest waarschijnlijke diagnose: a. A. spinalis anterior syndroom b. Hydrocephalus c. Meningitis d. Tethered cord Tethered cord
Neusbloedingen hebben diverse lokalisaties. Bij jonge mensen zonder relevante morbiditeit treden neusbloedingen vooral op vanuit de: a. Choane b. Concha nasalis inferior c. Locus Kiesselbachi d. Sinus Maxillaris Locus Kiesselbachi
Door welke van de onderstaande craniale zenuwen wordt de smaakperceptie van het voorste deel van de tong verzorgd? a. N. facialis b. N. glossopharyngeus c. N. hypoglossus d. N. trigeminus N. facialis
Een 18-jarig meisje heeft veel disco's bezocht. Haar gehoor is bdz verminderd. Bij audiometrie is de meest waarschijnlijke bevinding bdz: a. Geleidingsgehoorverlies tussen 1000 en 2000 Hz a. Geleidingsgehoorverlies tussen 4000 en 6000 Hz c. Perceptiegeohoorverlies tussen 1000 en 2000 Hz d. Perceptiegehoorverlies tussen 4000 en 6000 Hz perceptiegehoorverlies tussen 4000 en 6000 Hz
Wat is het meest voorkomende neurologische symptoom bij multipele sclerose? a. Cerebellaire ataxie b. Sensibele uitval c. Uitval van de piramidebaan d. Uitval van het visuele systeem Sensibele uitval
Een patiënt van 50 klaagt dat hij meermaal daags plots pijn rond 1 oog heeft, gepaard met misselijkheid. Meest waarschijnlijke diagnose? a. Acuut glaucoom b. Multipele sclerose c. Postherpetische neuralgie d. Trigeminusneuralgie Trigeminusneuralgie
Man van 70 heeft pij in de rug, uitstralend naar linkerbeen. Binnenzijde linkerbovenbeen voelt doof. Bij passief heffen linkerbeen in buikligging felle pijn voorzijde linkerbovenbeen. Meest waarschijnlijke bevinding bij reflexonderzoek? a. Een afwezige achillespeesreflex links b. Een afwezige kniepeesreflex links c. Een pathologische voetzoolreflex volgens Babinski d. Normale symmetrische reflexen aan de benen Een afwezige kniepeesreflex links
Man van 50 heeft een klapvoet links. Bij LO verhoogde achillespeesreflex links t.o.v. rechts. Voetzoolreflex links is indifferent, rechts normaal, geen sensibiliteitsstoornissen. Welke is meest waarschijnlijk? a. Amyotrofische lateraalsclerose b. Compressie van de wortel L5 c. Peroneus letsel Amyotrofische lateraalsclerose
Een vrouw van 52 die in een naaiatelier werkt heeft pijnlijke tintelingen en minder gevoel aan pink en ringvinger. Waar bevindt zich de meest distale laesie? a. Nervus medianus b. Nervus ulnaris c. Wortel C6 d. Wortel C8 Nervus ulnaris
26-jarige man met squashen een bal op het oog gekregen. Hij klaagt over minder scherpte van dat oog. Bij LO met opvallend licht blijkt dat het onderste deel van de iris niet te zien is. Meest waarschijnlijke diagnose: a. Corneaoedeem b. Hyphaema c. Hpopyon d. Subconjunctivale bloeding Hyphaema
24-jarige vrouw sinds enkele dagen 's ochtends een dichtgeplakt rood oog met waterig-purulente afscheiding. Sinds vanmorgen bdz. Bij LO ziet u kleine bobbeltjes op onderooglid. Pre-auriculaire klier palpabel. Meest waarschijnlijke diagnose: a. Allergische conjunctivitis b. Bacteriële conjunctivitis c. Conjunctivitis door blefaritis d. Virale conjunctivitis Virale conjunctivitis
Alzheimer is een neurodegeneratieve ziekte die wordt gekenmerkt door dementie. Wat is een van de typische microscopische kenmerken bij deze ziekte? a. Lacunaire infarcten b. Lewy-lichaampjes in de neuronen c. Neuritische plaques in de grijze stof d. Verlies van neuronen in de witte stof Neuritische plaques in de grijze stof
28-jarige vrouw is depressief. Verder psychiatrisch blanco. Verder sinds 14e astma, gebruikt inhalatiecortico's. Van jongs af aan angstig en afhankelijk. Woonde afgelopen 3 jaar samen met vriend, heeft haar verlaten. Hierna depressief. Luxerende factor? a. Afhankelijke persoonlijkheid b. Astma c. Corticosteroïdengebruik d. Vertrek van partner Vertrek van partner
Er bestaan verschillende soorten RNA. Het RNA dat aminozuren naar de productieplaats van eiwit in de cel brengt is: a. dsRNA b. mRNA c. rRNA d. tRNA tRNA
Welke zijn de meest voorkomende liganden voor nucleaire receptoren? a. DNA-bindende eiwitten b. Enzymen c. Neurotransmitters d. Steroïden Steroïden
Tijdens de ovulatie komt de eicel vrij. Deze is dan omgeven door een bepaald type cellen. Dit zijn: a. Deciduacellen b. Granulosacellen c. Theca externa cellen d. Theca interna cellen Granulosacellen
Familiaire hypercholesterolemie (FH) wordt veroorzaakt door een erfelijk bepaalde afwijking in: a. apoB b. Hepatische lipase c. LDL-receptor d. Lipoproteïne(a) LDL-receptor
Bij de transcriptie van DNA vindt de verlenging van het mRNA molecuul plaats aan de: a. 3'kant b. 5'kant c. Zowel de 3' als de 5'kant 3'kant
In stamcellen wordt de stabiliteit van sequenties aan de uiteinden van chromosomen bewaakt door het enzym: a. Exonuclease b. Polymerase c. Telomerase d. Ligase Telomerase
DNA kan op verschillende manieren bewerkt worden. De bewerking door telomerases bestaat uit het: a. Aanzetten van korte stukken DNA aan grotere DNA moleculen b. Doorknippen van DNA op specifieke plaatsen c. Produceren van identieke kopieën van bestaand DNA Aanzetten van korte stukken DNA aan grotere DNA moleculen
Wat is het verschil tussen incidentie en prevalentie? a. Incidentie is een maat voor hoe vaak nieuwe patiënten met een ziekte worden gevonden, prevalentie voor proportie van de bevolking die is aangedaan. b. A, maar dan andersom (past niet) Incidentie is een maat voor hoe vaak nieuwe patiënten met een ziekte worden gevonden, prevalentie is een maat voor de proportie van de bevolking die is aangedaan met een ziekte
Een patholoog bestudeert met behulp van lichtmicroscopie een longbiopsie. De patholoog constateert dat op een aantal plekken cilindrisch epitheel overgaat in plaveiselepitheel. Hoe wordt dit proces genoemd? a. Atrofie b. Hyperplasie c. Hypertrofie d. Metaplasie Metaplasie
Random toewijzing van interventies aan patiënten in experimenten heeft als belangrijkste doel het minimaliseren van: a. Confounding bias b. Lead-time bias c. Recall bias d. Regression to the mean Confounding bias
De juiste epidemiologische term voor het aantal mensen dat een aandoening krijgt in een bepaalde tijdsperiode is: a. Cumulatieve incidentie b. Incidentiedichtheid c. Periodeprevalentie d. Puntprevalentie Cumulatieve incidentie
Bij onderzoek naar de etiologie van een zeldzame ziekte is het meest geschikte onderzoeksdesign: a. Transversaal onderzoek b. Cohort onderzoek c. Patiënt-controle onderzoek Patiënt-controle onderzoek
In het geval van de volgende meetgegevens: 2, 4, 6, 8, 8, 10, 12, 14 is: a. Het gemiddelde gelijk aan de mediaan b. Het gemiddelde gelijk aan de range c. Het gemiddelde hoger dan de mediaan d. De mediaan hoger dan de modus Het gemiddelde gelijk aan de mediaan
Bij een normale verdeling van de scores in een steekproef: a. Is het gemiddelde van de scores altijd 0 b. Is de afstand, uitgedrukt in standaardscores, boven en beneden het gemiddelde gelijk c. Komen geen scores voor die meer dan 2 standaarddeviaties van het gemiddelde verschillen Is de afstand uitgedrukt in standaardscores boven en beneden het gemiddelde gelijk
In een artikel worden overlevingskrommen van mannen en vrouwen vergeleken. Men vermeldt dat overleving bij mannen significant beter was (p<0,05). Wat kun je nu zeggen over geschatte hazardratio voor mannen t.o.v. vrouwen? Dit is: a. Kleiner dan 1 b. Groter dan 1 c. Kleiner dan 0 d. Groter dan 0 Kleiner dan 1
Wet op medisch onderzoek met mensen (WMO) is onder andere gebaseerd op aantal ethische criteria ten aanzien van wetenschappelijk onderzoek. Tot deze criteria behoort niet: a. Een balans tussen risico's en opbrengsten b. Het wetenschappelijk belang van het onderzoek c. Het maatschappelijk belang van het onderzoek d. Informed consent van de deelnemers Het maatschappelijk belang van het onderzoek
Een volwassen patiënt komt met ernstige derdegraads brandwonden op CSO. Beide handen, onder/bovenarmen zijn verbrand. Hoeveel procent is ongeveer aangedaan? a. 18% b. 28% c. 36% 18%
Perinatale sterfte gaat volgens Nederlandse wetgeving uit van het aantal doodgeboren kinderen vanaf 24 weken plus het aantal levend geboren kinderen vanaf 24 weken zwangerschap, dat overlijdt op/in: a. De eerste levensdag b. De eerste levensweek c. De eerste levensmaand d. Het eerste levensjaar De eerste levensweek
Een zwangere meldt vaginaal bloedverlies in de 8e week. De arts concludeert dat er een dreigende miskraam is. Beste beleid in dit geval is: a. Bedrust gedurende 16 uur per dag b. Het spontane beloop afwachten c. Progesteron per os gedurende 4 weken Het spontane beloop afwachten
76-jarige patiënt met DM II, atriumfibrilleren, COPD GOLD 2, nierinsufficiëntie (creat.klaring rond 40ml/min) en beginnende dementie. Hiervoor heeft hij medicatie. Bij voortzetten van welk middel moet je rekening houden met de nierfunctie? a. Acetylsalicylzuur b. Digoxine c. Insuline d. Rivastigmine e. Tiotropium Digoxine
De belangrijkste complicatie van het niet behandelen van constitutioneel eczeem is: a. Eczema herpeticum b. Herpes simplex c. Impetigo vulgaris d. Mollusca contagiosa Impetigo vulgaris
Een bejaarde patiënt klaagt dat rechte lijnen vertekend worden waargenomen. De meest waarschijnlijke diagnose is: a. Cataract b. Glaucoom c. Maculadegeneratie d. Netvliesloslating Maculadegeneratie
Ideeën (cognities) die men heeft over emotionele of lichamelijke klachten kunnen invloed hebben op de ervaring. Meeste invloed wordt uitgeoefend door cognities over de: a. Consequenties van de klachten b. Controleerbaarheid van de klachten c. Oorzakelijkheid van de klachten Controleerbaarheid van de klachten
50-jarige man 4 dgn terug geopereerd aan geperforeerde appendix. Febris intermittens (39,7), wond is fraai. LO verder geen afwijkingen. Welke bevinding bij rectaal toucher verklaart het beeld? Een pijnlijke zwelling: a. Dorsaal van het rectum b. In het cavum douglasi c. Van de prostaat d. Van een geprolabeerd hemorrhoïd In het cavum douglasi
Een 12-jarige jongen heeft scrotale zwelling. Deze zwelling is bij LO translucent. Deze bevinding past het best bij een: a. Hydrokèle b. Liesbreuk c. Varicokèle Hydrokèle
Wat is de volgorde waarin het onderzoek van de buik in principe plaatsvindt? a. Auscultatie, inspectie, percussie, palpatie b. Inspectie, auscultatie, percussie, palpatie c. Inspectie, percussie, palpatie, auscultatie d. Palpatie, inspectie, percussie, auscultatie Inspectie, auscultatie, percussie, palpatie
Er is een verband tussen hoogte van de fundus uteri en de duur van zwangerschap. Bij 24 wkn is de hoogte vanaf de symfyse in een ongecompliceerde zwangerschap (eenling) ongeveer: a. 16 cm b. 20 cm c. 24 cm d. 28 cm 20 cm
Een 22-jarige vrouw klaat over vaginale afscheiding. Bij zuurgraadmeting blijkt pH 5,5, aminetest +. Bij microscopie van fysiologisch zoutpreparaat worden cluecellen gezien. Geen seksueel contact gehad buiten haar vaste relatie. Past het beste bij: a. Bacteriële vaginose b. Candida-infectie c. Gonorroe d. Trichomonas vaginalis Bacteriële vaginose
Abductie van de arm komt tot stand door contractie van bepaalde spieren. Daartoe behoort de: a. M. infraspinatus b. M. subscapularis c. M. supraspinatus d. M. teres minor M. supraspinatus
Tijdens visusonderzoek blijkt dat een volwassen patiënt, bij kijken op 6 meter tot letterkaart, visusverbetering bereikt door accomodatie. Meest waarschijnlijk sprake van: a. Hypermetropie b. Emmetropie c. Myopie Hypermetropie
Bij een vrouw van 32 jaar met tekenen van verhoogde hersendruk, vermoedt de arts een ruimte-innemend proces. Arts vraagt beeldvormend onderzoek aan. Waarmee krijg je het beste beeld van weefselsamenstelling, lokalisatie en uitbreiding van het proces? a. Computertomografie (CT) b. Conventionele radiologie c. Magnetic Resonance Imaging (MRI) Magnetic Resonance Imaging
Een patiënt meldt zich met rode verkleuringen van de huid bij de huisarts. Bij het indrukken van de huid verbleken de plekken. Dit betreft het meest waarschijnlijk: a. Erythema b. Petechiën c. Ecchymosen Erythema
Bij verdenking op een urineweginfectie wordt de urine van een patiënt onderzocht met de nitriettest. Een positieve nitriettest wijst op de aanwezigheid van: a. Bacteriën in de urine b. Erythrocyten in de urine c. Leukocyten in de urine d. Een verlaagde pH van de urine Bacteriën in de urine
Bij het onderzoek van de knie wordt de Lachman-test uitgevoerd. Welke structuur van de knie wordt met de Lachman-test onderzocht? a. De achterste kruisband b. De voorste kruisband c. De laterale meniscus d. De mediale meniscus De voorste kruisband
Een arts ausculteert de longen op de rug van een patiënt. Zij plaatst de stethoscoop direct links van de 5e borstwervel. Over welk longdeel ligt de stethoscoop? Over de: a. Lobus inferior van de linkerlong b. Lobus superior van de linkerlong Lobus inferior van de linkerlong
Een vrouw van 25 is in het ziekenhuis bevallen wegens voorgeschiedenis van oligohydramnion. Pasgeborene heeft normaal gewicht en lengte. Kinderarts constateert bij dit kind prominerend abdomen en palpeert een 'massa' in de buik. Meest waarschijnlijk: a. Hernia diaphragmatica b. Meconium-ileus c. Multicystische nieren Multicystische nieren
Een 57-jarige man heeft Parkinson. De arts onderzoekt de voetzoolreflex. Passend bij de ziekt van Parkinson is een: a. Normale voetzoolreflex b. Voetzoolreflex volgens Babinski Normale voetzoolreflex
Maarten, 22, heeft bij hockey een bal tegen zijn oog gehad. Bij LO een hematoom rond het oog een een bloedneus. Geen visusklachten, maar bij controle beweegt het oog niet goed in verticale richting. Meest waarschijnlijk sprake van: a. Afgescheurde m. rectus superior b. Nervus oculomotorius laesie c. Orbitabodemfractuur d. Zygomafractuur Orbitabodemfractuur
De preventieparadox bij de behandeling van hypertensie betekent dat een grote reductie in hart- en vaatziekten op populatieniveau wordt bereikt door: a. Een geringe daling van de bloeddruk bij alle mensen met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten b. Een geringe daling van de bloeddruk bij alle mensen met geringe hypertensie Een geringe daling van de bloeddruk bij alle mensen met geringe hypertensie
Welke van de volgende maatregelen heeft GEEN preventieve invloed op de ontwikkeling van colorectaal carcinoom? a. Dagelijks gebruik van een geringe hoeveelheid alcoholhoudende dranken b. Gebruik van vetarm dieet c. Gebruik van voldoende voedingsvezels d. Screening op coloncarcinoom door middel van coloscopie Dagelijks gebruik van een geringe hoeveelheid alcoholhoudende dranken
Voor een aantal infectieziekten geldt in Nederland een aangifteplicht. Bij een aantal ziekten geldt dat, al bij vermoeden direct zonder wachten en onverwijld, aangifte moet worden gedaan. Dit geldt voor: a. Cholera b. Hepatitis-A c. Rabiës d. Scabiës Rabiës
Indeling preventie in primair, secundair en tertiair betreft typering naar stadium van de aandoening waarin men probeert in te grijpen. Ten aanzien van carcinomen is het doel van primaire preventie in te grijpen op het moment dat de patiënt: a. Bekend is wegens een carcinoom maar er nog geen uitzaaiingen zijn b. Geen carcinoom heeft maar wel risico loopt om dit te krijgen c. Wel een carcinoom heeft maar daarvan nog geen klachten ondervindt Geen carcinoom heeft maar wel risico loopt om dit te krijgen
Tot de standaardtaken van een bedrijfsarts behoort een zogenaamde risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Hierin mogen bepaalde risico's globaal en moeten een aantal specifiek beschreven worden. Welk van onderstaande moet specifiek beschreven worden? a. Arbeidstijden b. Beeldschermgebruik c. Bestaande arbeidsconflicten d. Gebruik van zware machines Beeldschermgebruik
De duur van de spermatogenesecyclus bedraagt ongeveer: a. 60 dagen b. 70 dagen c. 80 dagen d. 90 dagen 70 dagen
De incidentie van anemie door menorragie begint pas te stijgen als het menstrueel bloedverlies meer is dan: a. 80 ml b. 120 ml c. 180 ml d. 240 ml 120 ml
Hypertrichosis bestaat uit: a. Haargroei bij vrouwen volgens het mannelijke patroon b. Versterkte haargroei en acné c. Versterkte haargroei volgens het vrouwelijke patroon d. Haargroei in het gelaat Versterkte haargroei volgens het vrouwelijke patroon
De deling van gameten waarna het chromosoom aantal haploïd wordt, noemen we de: a. Meiose b. Mitose Meiose
Bij het ontstaan van cervixcarcinoom speelt de aanwezigheid van een oncogeen virus een rol. Dit betreft het humaan: a. Herpesvirus b. Immunodeficiëntievirus c. Papillomavirus Papillomavirus
Vroeg-embryonaal zijn in het embryo de buizen van Muller aanwezig (paramesonefric ducts). Deze buizen kunnen in regressie gaan of een verdere primaire seksuele ontwikkeling ondergaan. De buizen van Muller gaan in regressie indien er sprake is van: a. Embryo met XY met normale testes b. Embryo met XY met niet-werkende testes c. Embryo met XX met normale ovaria d. Embryo met XX of XO met afwezige ovaria Embryo met XY met normale testes
Een volledige meiose bij een man duurt in vergelijking met een volledige meiose bij de vrouw: a. Korter b. Even lang c. Langer Korter
De frequentie van numerieke chromosomale afwijkingen is in eicellen: a. Kleiner dan in zaadcellen b. Groter dan in zaadcellen c. In zowel ei- als zaadcellen even groot Groter dan in zaadcellen
Toediening van cortisol over meerdere maanden leidt tot atrofie van de bijnierschors. Deze atrofie is het directe gevolg van: a. Een primair atrofiërende werking van cortisol op de bijnierschors b. Een verlaagde productie van ACTH door de hypofyse c. Een verlaagde productie van eigen cortisol in de bijnierschors Een verlaagde productie van ACTH door de hypofyse
Welk verloop heeft de rechter n. laryngeus recurrens? a. Hij maakt van ventraal naar dorsaal een lus om arcus aortae b. Hij maakt van ventraal naar dorsaal een lus om a. subclavia c. Hij maakt van dorsaal naar ventraal een lus om arcus aortae d. Hij maakt van dorsaal naar ventraal een lus om a. subclavia1 Hij maakt van ventraal naar dorsaal een lus om a. subclavia
Wat is de functie van creatine in het hartspierweefsel? a. Functioneert als enzym in de anaerobe glycolyse b. Is nodig als de eerste stap in beta-oxidatie c. Vormt een buffer voor het teveel geproduceerde ATP d. Vormt een voorraad van glucose Vormt een buffer voor het teveel geproduceerde ATP
Om de ernst van ischemie bij doorbloedingsstoornissen van het been te bepalen zijn er Fontaine-stadia (I-IV). Bij inspanningsgebonden klachten, van bijvoorbeeld de kuiten, is er sprake van een bepaald stadium. Dit is: a. Fontaine I b. Fontaine II c. Fontaine III d. Fontaine IV Fontaine III
Een 70-jarige vrouw met sinds 10 jaar diabetes mellitus en een stoornis in de vibratiezin aan de benen, heeft een normaal HbA1C en een microalbuminurie. Bij controle blijkt de bloeddruk bij herhaling 180/90 mmHg. Welk antihypertensivum heeft de voorkeur? a. ACE-remmer b. Beta-blokker c. Calciumantagonist d. Diureticum ACE-remmer
Wat veroorzaakt flow-afhankelijke vasodilatatie in coronair-arteriën? a. De toegenomen druk in de arterie b. De endotheelreactie op de toegenomen shear stress c. Het parabolische snelheidsprofiel in de arterie De endotheelreactie op de toegenomen shear stress
Bij pt wordt voor een operatie dit gemeten: einddiastolische druk 5 mmHg, eindsystolische druk 140mmHg, einddiastolisch volume 140 ml, eindsystolisch volume 70 ml. Na OK zijn deze waarden: 10 mmHg, 90 mmHg, 150 ml, 30 ml. Hoe is ejectiefractie veranderd? a. De ejectiefractie is gestegen van 50% naar 80% b. De ejectiefractie is gedaald van 50% naar 30% c. De ejectiefractie is niet veranderd De ejectiefractie is gestegen van 50% naar 80%
De P-top op het ECG komt overeen met: Depolarisatie van de atria Depolarisatie van de atria
De éénjaarsoverleving na een geslaagde harttransplantatie ligt het dichtst bij: a. 25% b. 50% c. 75% 75%
Het ECG kent een aantal toppen of uitslagen die met letters worden aangeduid. Een hiervan is de T-top. Tijdens de T-top: a. Depolariseren de atria b. Repolariseren de atria c. Depolariseren de ventrikels d. Repolariseren de ventrikels Repolariseren de ventrikels
Boezemfibrilleren kent een aantal oorzaken. Tot deze oorzaken behoort: a. Calciumantagonist intoxicatie b. Hypothyreoïdie c. Longemboli d. Wolff-Parkinson-White syndroom Longemboli
De tetralogie van Fallot bestaat uit een aantal afwijkingen van het hart. Welke behoort hier niet toe? a. Coarctatio van de aorta b. Hypertrofie van de rechter ventrikel c. Pulmonalis stenose d. Ventrikel septum defect Coarctatio van de aorta
Pt heeft een bepaalde AV geleidingsstoornis. Op het ECG worden naast regelmatige cycli ook cycli gezien waarin de P-top niet gevolgd wordt door een QRS-complex. In cycli hieraan voorafgaand wordt geen verlenging van PQ-tijd gezien. Dit type is een: a. Eerstegraads AV-geleidingsstoornis b. Type-1-tweedegraads geleidingsstoornis c. Type-2-tweedegraads geleidingsstoornis d. Derdegraads AV geleidingsstoornis Type-2-tweedegraads geleidingsstoornis
Bij welk van onderstaand kleplijden komt concentrische linker ventrikelhypertrofie het vaakst voor? a. Aorta-insufficiëntie b. Aortastenose c. Mitralisinsufficiëntie d. Mitralisstenose Aortastenose
Ruptuur van de linker ventrikelwand of van het interventriculaire septum is een mogelijke complicatie van een myocardinfarct. Het tijdstip van optreden van zo’n ruptuur ligt in de meerderheid van de gevallen het dichtst bij: a. Drie dagen b. Een week c. Twee weken d. Drie weken Drie dagen
De ductus choledochus ligt tussen twee structuren. Deze structuren zijn: a. De wervelkolom en de vena cava inferior b. De pancreas en de vena mesenterica superior c. De vena cava inferior en de pancreas d. Het duodenum en het colon transversum De vena cava inferior en de pancreas
Welk van de volgende hormonen is een gemodificeerd aminozuur? Dat is: a. Bradykinine b. Noradrenaline c. Testosteren Noradrenaline
Welke van de volgende aandoeningen wordt veroorzaakt door vitamine-D-gebrek? a. Osteogenesis imperfecta b. Osteomalacie c. Paget's disease of bone d. Osteoporose Osteomalacie
Wanneer furosemide (lasix) wordt toegediend leidt dit tot een hormonale aanpassing in het plasma. Het betreft een: a. Stijging van de reninespiegel b. Stijging van de ANP-spiegel c. Daling van de aldosteronspiegel d. Daling van de noradrenalinespiegel Stijging van de reninespiegel
Het metabolisme wordt oa gereguleerd door de synthese in de lever van enzymen die een rol vervullen bij de vorming en afbraak van glucose. Wanneer iemand vast wordt na enkele uren de synthese van diverse enzymen in de lever geinduceerd. Een daarvan is: a. Citraatlyase b. Glucokinase c. Glucose 6-fosfatase Glucose 6-fosfatase
Bij een patiënte met een prolactine producerend microadenoom in de hypofyse bestaat de aangewezen behandeling uit: a. Chirurgische resectie b. Medicamenteuze behandeling c. Radiotherapie van hypofyse Medicamenteuze behandeling
Bij een extra-uteriene graviditeit is de stijging van het beta-HCG in vergelijking met een intra-uteriene graviditeit: a. Geringer b. Gelijk c. Groter Geringer
Bij oudere patiënten met onderbehandelde hypothyreoïdie kan bij stress situaties myxoedeem coma voorkomen. Meest specifieke symptoom voor dit ziektebeeld is: a. Hypoglycaemie b. Hyponatriëmie c. Hypothermie d. Hypoxie Hypothermie
Lipase is een van de verteringsenzymen. Het wordt gesynthetiseerd in: a. Het duodenum b. Het jejenum c. De pancreas d. De lever De pancreas
Een persoon met bloedgroep A heeft in zijn serum antilichamen van het type: a. Anti A b. Anti B c. Anti O d. Anti AB Anti B
Erysipelas en cellulitis zijn bacteriële huidinfecties. De verwekker is meestal: a. Staph. aureus b. Staph. epidermidis c. Strep. pneumoniae d. Strep. pyogenes Strep. pyogenes
Een vrouw is bekend bij haar huisarts met psoriasis. Zij consulteert huisarts wegens een recent ontstane plek op de stuit. De huisarts denkt aan een nieuwe psoriasis plek. Hierbij past NIET: a. Blaasjes b. Schilfering c. Hyperkeratosis Blaasjes
Bij een patiënt wordt contactallergie vermoed. Er wordt epicutaan allergologisch onderzoek gedaan met plakproeven. Welk type allergie, volgens Gell en Coombs class, wordt hier getest? a. Type I (onmiddelijke overgevoeligheid) b. Type II (antilichaamgemedieerde overgevoeligheid) c. Type III (immuun complex ziekte) d. Type IV (vertraagde overgevoeligheid) Type IV (vertraagde overgevoeligheid)
De ziekte van Bowen is een premaligne huidtumor. Bij maligne ontaarding ontstaat: a. Basaalcelcarcinoom b. Melanoom c. Mycosis fungoïdes d. Plaveiselcelcarcinoom Plaveiselcelcarcinoom
De therapie van acne vulgaris kent verschillende modaliteiten. Een effectieve behandeling is: a. Gezichtsbruiner b. Tetracycline oraal c. Corticosteroïden crèmes d. Desinfecterende zeep Tetracyclinen oraal
Een 2-jarig kind heeft een vesiculeuze eruptie. Welke van de volgende vier diagnose is NIET erg aannemelijk? a. Ringworm b. Varicella c. Hand-voet-mond-ziekte d. Herpes Zoster Ringworm
Een zuigeling van 12 maanden heeft 3 dagen hoge koorts. De vierde dag is de de koorts weg en treedt maculopapuleus exantheem op dat begint op de romp en zich naar de nek en armen uitbreidt. De meest waarschijnlijke diagnose is: a. Waterpokken b. 5e ziekte (erythema infectiosum) c. 6e ziekte (erythema subitum) d. Rode hond (rubella) 6e ziekte (erythema subitum)
Een 47-jarige man ontwikkelt twee dagen na een insectenbeet een rode, scherp gedemarqueerde plek met een doornsede van 9 cm. Hij heeft daarbij hoge koorts en braakt. De meest waarschijnlijke diagnose is: a. Erysipelas b. Erythema multiforme c. Impetigo vulgaris d. Urticaria Erysipelas
Het overmatig gebruik van corticosteroïd-houdende zalven kan een aantal bijwerkingen hebben. Tot deze bijwerkingen behoort: a. Groeivertraging bij kinderen b. Haarverlies c. Hyperpigmentatie d. Induratie van de huid Groeivertraging bij kinderen
Een 1 jaar oude baby verbrandt een van zijn teentjes aan een kruik. Binnen minuten is er een erytheem en een blaar waarneembaar. Welke van de volgende termen beschrijft dit proces het beste: a. Fibrineuze ontsteking b. Purulente ontsteking c. Sereuze ontsteking d. Granulomateuze ontsteking Sereuze ontsteking
Velen ervaren dagelijks klachten met hun gezondheid. Niet iedereen gaat hiermee naar dokter. Van al deze problemen die mensen in Nederland ervaren wordt een bepaald percentage door een specialist gezien. Dit percentage ligt het dichtst bij: a. 1 % b. 5 % c. 10 % d. 25 % 1 %
Een traumapatient met een donorcodicil wordt kunstmatig beademd. Een terzake bevoegd arts stelt volgens protocol hersendood vast. In dit geval is aan de wettelijke voorwaarden om organen voor transplantatie uit te mogen nemen: a. Niet voldaan b. Wel voldaan Wel voldaan
In de medische ethiek wordt gesteld dat zinloosheid van een medische behandeling zowel door de arts als door de patient kan worden beoordeeld. Het oordeel van de arts is doorslaggevend bij: a. Disproportionele behandeling b. Kansloze behandeling c. Ongewenste behandeling Kansloze behandeling
Wanneer bij een discussie aan de orde komt of het oordeel over een behandeling voor iedereen gelijktijdig van toepassing is, dan heeft men het over het aspect van de: a. Universaliseerbaarheid b. Prescriptiviteit c. Utiliteit d. Reciprociteit Universaliseerbaarheid
In wetenschappelijke literatuur over stress wordt onderscheid gemaakt tussen “homeostase” en “allostase”. Veranderingen in het intern milieu om aan weergenomen of verwachte eisen te kunnen voldoen is de definitie van een van beide. Het betreft: a. Allostase b. Homeostase Allostase
Type A gedrag bestaat uit drie componenten waarvan er één het meest schadelijk is voor de gezondheid van de persoon zelf. Dat is: a. Boosheid/vijandigheid b. Competitieve prestatiedrang c. Het ervaren van tijdsdruk Boosheid/vijandigheid
Mensen kunnen op verschillende manieren met klachten omgaan, een patiente bij wie onlangs kanker is geconstateerd praat veel met haar familie over klachten die ze heeft. Hiermee kan zij haar hart luchten. In dit geval is haar stijl van coping: a. Emotiegericht b. Probleemgericht c. Vermijdend Emotiegericht
In welk type relatie hebben meningsverschillen het sterkst de neiging te escaleren? a. Een complementaire relatie b. Een symmetrische relatie Een symmetrische relatie
In de 19e eeuw ontstonden nieuwe ideeen over de oorzaken van gezondheidsproblemen. Een idee dat sindsdien medebepalend is voor de identiteit van ‘public health’ is het volgende idee. De meeste gezondheidsproblemen zijn terug te voeren op: a. Omgevingsinvloeden b. Individueel gedrag c. Commerciële invloeden d. Politieke krachten Omgevingsinvloeden
De ‘public health’ heeft bijgedragen aan de daling van sterfte en ziekte. Na 1965 werd in Nederland het grootste succes behaald door: a. Introductie vaccinaties tegen kinderziekten b. Verbetering veiligheid van de werkplek c. Verbetering verkeersveiligheid Verbetering verkeersveiligheid
In de ‘binnenbocht’ van het duodenum gevormd door pars superior, pars descendens en pars horizontalis ligt een bepaald deel van het pancreas. Dit is: a. Het caput pancreatis b. Het corpus pancreatis c. De cauda pancreatis Het caput pancreatis
Het cholera-toxine oefent zijn schadelijke werking in de darm uit door middel van: a. Remming van de elektrolytenopname b. Remming van de glucoseopname c. Stimulatie van de elektrolytenuitscheiding d. Stimulatie van de glucose-uitscheiding Stimulatie van de elektrolytenuitscheiding
Het aanvullend onderzoek van eerste keus om galstenen vast te stellen is: a. Buikoverzichtsfoto b. CT-scan c. Echografie Echografie
Een epifyse fractuur is: a. Een fractuur die een groeistoornis kan geven b. Een fractuur waarbij standsafwijkingen zichzelf corrigeren in de groei c. Een fractuur buiten de germinatieve zone van de groeischijf Een fractuur die een groeistoornis kan geven
Een patient gebruikt vanwege hypertensie verapamil. De arts wil hem een geneesmiddel voorschrijven om een laxerende werking te bewerkstelligen. Welke van onderstaande middelen is dan het meest geïndiceerd? a. Aluminiumoxide b. Loperamide c. Magnesiumhydroxide d. Metoclopramide Magnesiumhydroxide
Welke van de onderstaande processen stimuleert de maaglediging? a. Stimulering van autonome reflexen, waarvan sensoren in duodenum liggen b. Verhoging bloedspiegel CCK c. Verhoging bloedspiegel gastrine d. Sympathische stimulatie Verhoging van de bloedspiegel van het hormoon gastrine
Buikpijn ontstaat door prikkeling van sensibele zenuwen in de buik. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen viscerale en pariëtale buikpijn. Pariëtale buikpijn is: a. Scherp en nauwkeurig te lokaliseren b. Diffuus en moeilijk te lokaliseren Scherp en nauwkeurig te lokaliseren
Bij 68-jarige vrouw wordt op 8 cm van de anus rectumcarcinoom gevonden. Bij coloscopie verder geen afwijkingen. Voor welke onderzoeken ter stadiering en locale resectabiliteit met de minste stralenbelasting komt zij nu in aanmerking? a. CT-thorax en CT-abdomen b. X-thorax, echo bovenbuik, MRI onderbuik c. X-thorax, echo bovenbuik, echo onderbuik d. CT-thorax en bovenbuik, MRI onderbuik X-thorax, echo bovenbuik, MRI onderbuik
69-jarige man geanalyseerd wegens rectumcarcinoom op 5 cm van de anus. Bij stadiering blijkt dat het carcinoom zich binnen mesorectale fascie bevindt. Buiten het rectum geen afwijkingen. Voor welke behandeling komt patient nu in aanmerking? a. Lage anterieure resectie b. Kortdurende preop radiotherapie, gevolgd door lage anterieure resectie c. Langdurige preop radiotherapie rectum gevolgd door lage anterieure resectie Kortdurende preop radiotherapie van het rectum, gevolgd door lage anterieure resectie
De risicofactoren voor het ontwikkelen van plaveiselcelcarcinoom en adenocarcinoom van de oesofagus zijn verschillend. Een risicofactor voor het ontwikkelen van adenocarcinoom is: a. Barrett oesofagus b. Gebruik van hete dranken c. Overmatig alcohol gebruik d. Roken Barret oesofagus
Bij een peuter van 4 jaar wordt obstipatie vastgesteld. Meest waarschijnlijke oorzaak is: a. Hypothyreoïdie b. Ziekte van Hirschprung c. Diabetes insipidus d. Idiopathisch Idiopathisch
Waarom wordt bij een patiënt met DM type I vrijwel nooit een biopt van de pancreas genomen? a. Veranderingen in pancreas weinig specifiek en niet relevant b. Door locatie slecht bereikbaar en te belastend c. Door kans op vaatschade bij DM risico te hoog d. Kans op insuline in de circulatie en daardoor risico op shock Veranderingen in pancreas zijn weinig specifiek en niet diagnostisch relevant
Dorsaal van de ureter ligt één van de hieronder genoemde spieren. Deze is de: a. M. iliacus b. M. psoas major c. M. obturatorius internus d. M. piriformis M. psoas major
Gedurende de passage door de nier verandert de osmotische waarde van het glomerulair filtraat. Direct na de passage van de lis van Henle is het filtraat: a. Hypotoon b. Isotoon c. Hypertoon Hypotoon
Een 52-jarige man heeft sinds 1 week pijn in de linker flank/rug en hematurie. Verder zijn er geen klachten. De meest waarschijnlijke diagnose is: a. Urotheelcelcarcinoom b. Uretersteen c. Haemorrhagische cystitis d. Pyelumsteen Uretersteen
Wanneer er na een trauma verdenking is op een urethraletsel is het aangewezen onderzoek een: a. Intraveneus pyelogram b. Mictiecystogram c. Retrograad urethrogram Retrograad urethrogram
Symptomatische benigne prostaathypertrofie (BPH) is leeftijdsafhankelijk. Op 55-jarige leeftijd heeft een bepaald percentage van mannen BPH, dit ligt het dichtst bij: a. 10 % b. 25 % c. 40 % d. 55 % 25 %
Thiazidediuretica kunnen hartglycosiden versterken. Deze interactie berust vooral op één van onderstaande mechanismen, namelijk het vermogen van thiazidediuretica om: a. Te binden aan cytochroom p450 iso-enzymen b. De tubulaire excretie van hartglycosiden te remmen c. Chloride kanalen in het hart te blokkeren d. Een kalidiuretisch effect te bewerkstelligen Een kalidiuretisch effect te bewerkstelligen
Bij een patient met hypertensie wordt een verhoogde plasmareninespiegel vastgesteld. Bij verder onderzoek blijkt de patient een nierarterie-stenose rechts te hebben. Wat betekent dit meest waarschijnlijk voor de plasmareninespiegels? a. Plasmareninespiegel in de rechter niervene is hoger dan in de linker niervene b. Plasmareninespiegel in de linker niervene is hoger dan in de rechter niervene c. Plasmareninespiegel is even hoog in de linker en rechter niervene Plasmareninespiegel in de rechter niervene is hoger dan in de linker niervene
De kans dat een symptomatische urinesteen spontaan wordt geloosd ligt het dichtst bij: a. 30 % b. 50 % c. 70 % d. 90 % 90 %
33-jarige vrouw, altijd goed gezond, wordt opgenomen met 39,2 graden Celsius koorts. Thuis heeft zij gerild van de kou. Sinds een dag heeft zij branderige pijn bij het plassen en pijn in de rechterflank. De arts stelt de werkdiagnose urosepsis. Verwekker? a. E. Coli b. Pseudomonas aeruginosa c. Proteus mirabilis d. Staph. aureus e. Strep. pyogenes E. Coli
Een man komt op het spreekuur met dikke benen en gewichtstoename. De urine bevat veel eiwit. Welk van de onderstaande gegevens geeft ondersteuning aan het bestaan van een nefrotisch syndroom? a. Haematurie b. Hypertensie c. Hypercholesterolemie d. Nierfunctieverlies e. Leeftijd < 50 jaar Hypercholesterolemie
De glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) wordt uitgedrukt naar lichaamsoppervlak en heeft een bepaalde normaalwaarde. De normaalwaarde van de GFR bij zuigelingen ligt ten opzichte van die bij kleuters: a. Hetzelfde b. Hoger c. Lager Lager
Filtratie van bloed in de nier onder invloed van arteriële druk vindt plaats in één van de volgende structuren. Het betreft: a. De glomerulus b. De proximale tubulus c. De distale tubulus d. De lis van Henle De glomerulus
De ductus nasolacrimalis mondt uit onder de: a. Bovenste concha nasalis b. Middelste concha nasalis c. Onderste concha nasalis Onderste concha nasalis
Neurotransmitters kunnen onderverdeeld worden op basis van hun chemische eigenschappen. De endorfinen behoren tot de: a. Aminen b. Aminozuren c. Peptiden d. Purines Peptiden
Welke van volgende bevindingen is het MINST waarschijnlijk bij pt. die op SEH komt met acute traumatische dwarslaesie op C4-C5, zonder verder letsel? a. Ademinsufficiëntie b. Bloeddruk 80/60 mm Hg c. Pols 105/min d. Retentieblaas Pols 105/min
Bij de heer Grondmeijer van 83 jaar oud wordt het gehoor gemeten. Er is aan beide oren sprake van een gehoorsverlies passend bij presbyacusis (ouderdomsslechthorendheid). Deze vorm van slechthorendheid wordt veroorzaakt door degeneratie van: a. Haarcellen b. Lichaampjes van Pacini c. Kegeltjes d. Chemoreceptoren e. Neuronen Haarcellen
Bij een patiënt met rode ogen vermoedt de huisarts een infectieuze conjunctivitis. Geen blaasjes aan oogranden, of andere aanwijzingen voor Herpes simplex. Wat is het meest aangewezen beleid? a. Geruststelling, self-limiting karakter uitleggen b. Antibiotica zalf c. Acyclovir oogzalf d. Prednisolon oogdruppels Geruststelling, self-limiting karakter uitleggen
Waarom moet benzylpenicilline (penicilline G) vele malen hoger worden gedoseerd voor de behandeling van een pneumokokkenmeningitis dan voor de behandeling van een pneumokokkenpneumonie? a. Benzylpenicilline penetreert slecht in de liquorruimte b. Benzylpenicilline word geïnactiveerd door eiwitten in de liquor c. Benzylpenicilline is minder werkzaam bij de gebruikelijke zuurgraad van liquor d. Meningitis is een ernstiger ziekte Benzylpenicilline penetreert slechter in de liquorruimte
Mental retardatie komt voor bij kinderen met bepaalde neuromusculaire aandoeningen. Een van deze aandoeningen is de ziekte van: a. Duchenne b. Guillain-Barré c. Werdnig-Hoffmann Duchenne
Welk criterium is NIET suggestief voor een centrale duizeligheid? a. Een duur van minder dan 5 sec. b. Verminderd bewustzijn c. Draaiduizeligheid d. Afwezigheid van misselijkheid Draaiduizeligheid
Presbyacusis wordt gekenmerkt door: a. Geleidingsverlies b. Lage tonen perceptieverlies c. Hoge tonen perceptieverlies d. Gemengd gehoorsverlies Hoge tonen perceptieverlies
Keelpijn en trismus pleiten voor: a. Een faryngitis b. M. Pfeiffer c. Een peritonsillair abces d. Een angiofibroom Een peritonsillair abces
De diagnose idiopathische ziekte van Parkinson wordt gesteld obv aanwzigheid van 3 van de 4 hoofdsymptomen. Een van deze hoofdsymptomen is: a. Gestoorde houdingsreflex b. Gestoorde voetzoolreflex c. Oogbewegingsstoornis Gestoorde houdingsreflex
Wat voor type dysartrie is de dysartrie die gepaard gaat met dwanghuilen? Dit is een: a. Bulbaire dysartrie b. Cerebellaire dysartrie c. Extrapiramidale dysartrie d. Pseudobulbaire dysartrie Pseudobulbaire dysartrie
De kuitspieren worden geïnnerveerd door motorische voorhoorncellen ter hoogte van: a. Wervel Th2 b. Wervel Th7 c. Wervel Th12 d. Wervel L5 Wervel Th12
Bij een volledige geïsoleerde uitval van de n. abducens (n VI) rechts: a. Draait de patient het hoofd bij voorkeur naar links om het dubbelzien te compenseren b. Heeft de patient meer last van dubbelzien dichtbij dan veraf c. Houdt de patient het hoofd scheef om het dubbelzien te compenseren Draait de patiënt het hoofd bij voorkeur naar links om het dubbelzien te voorkomen
Het is gebleken dat, als vrouwen met migraïne zwanger worden, tijdens de zwangerschap de frequentie van de migraïne-aanvallen verandert. Deze frequentie neemt: a. Af b. Toe Af
Dhr Jansen is hypermetroop. ’s Nachts krijgt hij een pijnlijk rood rechter oog en ziet hij er ook slecht mee. Daarbij is hij misselijk en ziet hij kringen om lichten heen. Deze klachten passen goed bij: a. Acuut glaucoom b. Cornea erosie c. Open kamerhoek glaucoom d. Ablatio retinae Acuut glaucoom
Een patiëntje van 3 jaar heeft volgens de ouders de laatste tijd last van 'loensen'. Met welke test kunt u manifest scheelzien aantonen? a. Het onderzoek van de plaats van de corneale lichtreflex van een lampje b. Het onderzoek met de afdekproef c. Het onderzoek met de alternerende afdekproef d. Het onderzoek van het stereozien met bijvoorbeeld een Langtest Het onderzoek met de afdekproef
Een 75-jarige man presenteert zich met rugklachten die blijken te zijn gebaseerd op wervelmetastasen. Het serum PSA is sterk verhoogd. Meest waarschijnlijk heeft deze patiënt een ossaal gemetastaseerd: a. Coloncarcinoom b. Prostaatcarcinoom c. Niet-kleincellig longcarcinoom d. Maligne lymfoom Prostaatcarcinoom
De heer De Bruin is 28. Hij vertelt dat hij sinds weken stemmen hoort die zeggen dat hij een misdadiger is. Hij zoekt een verstopplaats, omdat hij denkt dat de maffia achter hem zit. Hij is er niet vanaf te brengen. Deze overtuiging is een: a. Akoestische hallucinatie b. Tactiele hallucinatie c. Illusoire vervalsing d. Primaire waan e. Secundaire waan Secundaire waan
Uit welke stof wordt in het lichaam NO (stikstofoxide) gevormd? Uit: a. Arginine b. GLycerine c. Nitraat Arginine
Tegenwoordig worden steeds meer farmaca dmv recombinant DNA gemaakt. Het eerste medicijn dat zo werd geproduceerd was insuline. Waarin wordt recombinant insuline vervaardigd? a. Apen b. Bacteriën c. Runderen d. Varkens Bacteriën
Bij een 30-jarige vrouw wordt bij bevolkingsonderzoek een pap IV gevonden. Dit betekent dat er bij nader histologisch onderzoek een grote kans is dat er de volgende afwijking wordt vastgesteld: a. Lichte dysplasie van de cervix b. Carcinoma in situ c. Invasief cervixcarcinoom Carcinoma in situ
De huidige HAART therapie tegen gevolgen van HIV gebruikt protease remmers. De protease remmers verliezen bij langdurige toediening tenslotte hun werkzaamheid doordat: a. Het virus in latentie gaat, wordt onbereikbaar b. In de virusenvelop de CD4-receptor, gp120, niet gesplitst wordt c. Mutaties zorgen dat de gag en pol-gag eiwitten niet gesplitst worden Mutaties zorgen dat de gag en pol-gag eiwitten niet gesplitst worden
Van de mammacarcinomen die in Nederland voorkomen, is een deel erfelijk. Dit percentage is: a. <10 % b. 15 - 20 % c. 25 - 30 % d. > 35 % < 10 %
Mutanteiwitten kunnen onder andere ontstaan door 'missense' mutaties in het DNA. Zo'n mutatie leidt tot een eiwit waarin: a. Aminozuren ontbreken b. Eén aminozuur veranderd is c. Meerdere aminozuren veranderd zijn Eén aminozuur veranderd is
Virussen bevatten DNA of RNA. Het genoom van het HIV-virus bestaat uit: a. DNA b. RNA RNA
De erfelijke vorm van een retinoblastoom wordt veroorzaakt door een kiemcelmutatie in het retinoblastoomgen. Dit is een: a. Oncogen b. Tumorsuppressorgen Tumorsuppressorgen
Een patiënt met een herpesinfectie wordt behandeld met acyclovir. Acyclovir wordt door een viraal gecodeerde kinase omgezet in een toxisch: a. Nucleotide b. Purine c. Pyrimidine d. Ribose Nucleotide
Het diagnostisch vermogen van een dichotome diagnostische test kan men oa weergeven via positive likelihood ratio. Welke waarde voor PLR van een positieve testuitslag geeft aan dat het diagnostisch vermogen slecht is? a. 0,5 b. 1 c. 10 1
In een Kaplan-Meier curve geeft men op de X-as en op de Y-as respectievelijk aan: a. Tijdsverloop en significantieniveau b. Tijdsverloop en overleving c. De waarde van kappa en de grootte van de steekproef d. Significantieniveau en de waarde van kappa Tijdsverloop en overleving
Wanneer de code in een Randomised Controlled Trial door een behandelaar voortijdig wordt verbroken zijn er een aantal risico’s voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. De betrouwbaarheid wordt door verbreking van de code NIET beïnvloed door: a. Contaminatie van de controlegroep, omdat ze toch het middel krijgen b. Ongelijke co-interventie, andere behandeling kan invloed hebben c. Ongelijke vaststelling van uitkomsten, herinterpreteren gegevens d. Minder statistische power wegens uitvallers Minder statistische power wegens uitvallers
Iemand wil bij studenten geneeskunde onderzoek doen naar het effect van geslacht op de keuze voor een opleiding in de vakken chirurgie, interne geneeskunde of huisartsgeneeskunde. De meest geschikte statistische toets is: a. Een correlatie onderzoek b. Een student t-toets c. Een parametervrije toets Een parametervrije toets
In zogenaamde case-control studies worden mensen onderzocht, die een bepaalde aandoening vertonen. De resultaten van het onderzoek bij deze mensen worden hierbij vergeleken: a. Met 'matched controls' b. Met de 'gouden standaard' c. Met een gerandomiseerde controlegroep d. Met gerandomiseerde controlepersonen Met 'matched controls'
De thymus verandert in de loop van het leven van grootte. Bij oudere mensen is dit orgaan meestal gelokaliseerd ter hoogte van: a. Het manubrium sterni b. Het cartilago thyroïdea c. De basis van de truncus pulmonalis Het manubrium sterni
In de overgang kunnen bij vrouwen typische en atypische overgangsklachten optreden. Een voorbeeld van atypische overgangsklachten is: a. Veranderd menstruatiepatroon b. Opvliegers en nachtelijke transpiratieaanvallen c. Urogenitale atrofie d. Gejaagdheid, prikkelbaarheid, slapeloosheid Gejaagdheid, prikkelbaarheid, slapeloosheid
Osteoporose komt vooral bij postmenopauzale vrouwen vaak voor. Ten gevolge van osteoporose kunnen inzakkingsfracturen van wervellichamen ontstaan. Op welke niveaus treden deze het meest frequent op? a. C6 en Th1 b. Th5 en Th6 c. Th12 en L1 d. L5 en S1 Th12 en L1
Fenylketonurie (PKU) wordt behandeld met een dieet. Dit dieet is gebaseerd op een sterke beperking van de inname van: a. Fenylalanine b. Tryptofaan c. Tyrosine Fenylalanine
Voor de behandeling van amblyopie geldt dat: a. Het amblyope oog wordt afgeplakt b. Het niet-amblyope oog wordt afgeplakt c. Het amblyope en het niet-amblyope oog alternerend worden afgeplakt d. Het amblyope oog alleen chirurgisch behandeld kan worden Het niet-amblyope oog wordt afgeplakt
Het verschijnsel 'depending rubor' wijst op: a. Arteriële insufficiëntie b. Erysipelas c. Erythema nodosum d. Veneuze insufficiëntie Arteriële insufficiëntie
Een scrotale liesbreuk is bijna altijd een: a. Laterale liesbreuk b. Mediale liesbreuk Laterale liesbreuk
"Menopauze praecox", ook 'premature ovarian failure' genoemd, wordt gedefinieerd als het optreden van de menopauze voor een bepaalde leeftijd. Deze is in Nederland: a. 30 jaar b. 35 jaar c. 40 jaar d. 45 jaar 40 jaar
Bij lichamelijk onderzoek wegens verdenking op verzakking wordt een vrouw gevraagd te persen. Er treedt een prolaps op van de vagina-achterwand. De juiste diagnose luidt: a. Cystokèle b. Rectokèle c. Uterusprolaps Rectokèle
Patiënte 67 jaar gebruikt in verband met hypertensie en artralgieen chloorthiazide, metoprolol en naproxen. Bij mevrouw wordt gastro-intestinaal bloedverlies geconstateerd. Als de oorzak bij medicatie ligt, dan is dat waarschijnlijk: a. Chloorthiazide b. Metoprolol c. Naproxen Naproxen
Bij een patiënt in rugligging met gestrekte en gesloten benen raken de mediale femurcondylen elkaar niet. Dit is: a. Genua valga b. Genua vara c. Intoeing d. Rechte beenstand Genua vara
Pityriasis rosea is een huidaandoening gekenmerkt door rozerode vlekjes van 1-2 cm met onregelmatige ronde vorm. De juiste aanpak hiervan is: a. Behandeling met AB b. Behandeling met antimycoticum c. Expectatief beleid Expectatief beleid
Bij een vrouw met een onaangenaam ruikende vaginale afscheiding worden in NaCl-preparaat "clue cells" gezien. Welk van onderstaande diagnosen is het meest waarschijnlijk? a. Candidiasis b. Chlamydia trachomatis c. Gardnerella vaginalis d. Trichomoniasis Gardnerella vaginalis
Vanaf welke leeftijd kan 90 % van de kinderen volgens het Van Wiechen schema een propje papier tussen duim en wijsvinger vastpakken? Dit is vanaf: a. 6 maanden b. 12 maanden c. 18 maanden d. 24 maanden 12 maanden
Harrie van 17 jaar lukt het niet om bij vooroverbuigen de grond met zijn vingertoppen te raken. De oorzaak van zijn beperking is gelegen in een groep spieren in het bovenbeen. Het meest waarschijnlijk zijn dit de: a. Adductoren b. Hamstrings c. Vastusspieren Hamstrings
De arts stelt bij onderzoek van de longen sterk verzwakt ademgeruis links vast. Tevens is er hypersonore percussie. Welke van onderstaande diagnosen is het meest waarschijnlijk? a. Atelectase b. Pleuravocht c. Pneumonectomie d. Pneumothorax Pneumothorax
Een 10 maanden oud kind is opgenomen op kinderafdeling met tachypneu en dyspneu. De sneltest op het RSV is positief. Bij inspectie van de ademhaling wordt waarschijnlijk waargenomen een: a. Kussmaul-ademhaling b. Verlengd expirium c. Verlengd inspirium Verlengd expirium
Een patiënt heeft een infarct in de rechter cerebellaire hemisfeer. Welke is de meest waarschijnlijke onderzoeksbevinding? a. Intentietremor linkerhand b. Voetzoolreflex volgens Babinski c. Te kleine bewegingen aan één lichaamshelft d. Een gestoorde rebound Een gestoorde rebound
Op welke wijze wordt bij spleetlamponderzoek de achtervlakte van de cornea het best in beeld gebracht? a. Met focale verlichting b. Met diffuus licht c. Met terugvallend licht Met terugvallend licht
Sommige patiënten komen in aanmerking voor AB profylaxe. Dit betreft onder andere patiënten met eerder doorgemaakte: a. Acute rheuma b. Erysipelas c. Impetigo d. Post-streptococcen glomerulonefritis Acute rheuma
Er is actieve en passieve vaccinatie. De bescherming bij actieve vaccinatie berust op: a. Een eerder doorgemaakte infectie met het betreffende mcro-organisme b. Een opgebouwd immunologisch geheugen c. Toediening van specifieke antilichamen Een opgebouwd immunologisch geheugen
Mevrouw T, bekend met hep-B, heeft zojuist een dochter gekregen. Apgar-scores zijn optimaal en bij LO prima conditie van het kind. Vaccinatie tegen hep-B dient in dit geval te geschieden: a. Direct na de geboorte b. Ongeveer 14 dagen na de geboorte c. Ongeveer 3 maanden na de geboorte Direct na de geboorte
Zelfhulpgroepen voor overgewicht zijn wijd verbreid, maar het is moeilijk onderzoek te doen naar het succes. Nochtans wordt er één karakteristiek steeds weer gevonden. Dat is: a. Een hoog percentage uitvallers tijdens het programma b. Een hoog percentage terugval na het programma Een hoog percentage uitvallers tijdens het programma
Een 46-jarige pt komt bij huisarts voor kortademigheid. Bij LO geen afwijkingen; BP normaal. Wel een BMI van 32. Huisarts besluit cholesterol te laten bepalen. Dit is een voorbeeld van: a. Programmatische preventie b. Primaire preventie c. Collectieve preventie d. Opportunistische preventie Opportunistische preventie
De bijdrage van een risicofactor aan de frequentie van een ziekte wordt uitgedrukt in: a. Attributief risico b. Populatie attributief risico c. Potentiële Impact Fractie d. Relatief risico Populatie attributief risico
Astma kan veroorzaakt worden doordat allergenen het bronchiale epithelium passeren. Welke cel kan het allergeen binden en vervolgens (onder andere) histamine uitscheiden? a. Eosinofiele granulocyt b. T-cel c. Mestcel d. Neutrofiele granulocyt Mestcel
Koolzuur wordt door het bloed afgevoerd voornamelijk in de rode bloedcellen. Hierbij speelt het enzym Carbonic Anhydrase een belangrijke rol. Bij een deficiëntie van dit enzym, bevatten erytrocyten veel minder: a. CO2 b. HCO2 c. H2CO3 CO2
Een 40-jarige bromfietser is tegen een hek gebotst. Evident dyspneuïsch. Bij LO valt op dat de thorax niet symmetrisch beweegt, rechts puilt bij expiratie de laterale thoraxwand deels naar buiten. Meest waarschijnlijke diagnose is: a. Fladderthorax met fladdersegment links b. Fladderthorax met fladdersegment rechts c. Spanningspneumothorax links d. Spanningspneumothorax rechts Fladderthorax met fladdersegment rechts
Een kind wordt na een zwangerschapsduur van 31 weken geboren. Welke uitspraak is juist? a. Ademhalingsproblemen kunnen worden verwacht omdat de pneumocyt type I nog niet is uitgerijpt b. Ademhalingsproblemen kunnen worden verwacht omdat de pneumocyt type II nog niet is uitgerijpt c. Ademhalingsproblemen worden niet meer verwacht Ademhalingsproblemen kunnen worden verwacht omdat de pneumocyt type II nog niet is uitgerijpt
In het mediastinum liggen bronchiale en arteriële structuren dicht bij elkaar. Hoe ligt de trachea ten opzichte van de truncus pulmonalis? a. Inferior en lateraal b. Inferior en posterior c. Superior en lateraal d. Superior en posterior Superior en posterior
Een toename in een van onderstaande parameters veroorzaakt bij de mens, onder normale fysiologische omstandigheden, een linksverschuiving van de zuurstofverzadigingscurve van hemoglobine. Deze parameter betreft de: a. Concentratie 2,3-bisphosphoglycerate (BPG) b. pCO2 c. pH d. temperatuur pH
Een bepaald percentage van de patiënten waarbij een longcarcinoom is gediagnosticeerd had ten tijde van het stellen van de diagnose klachten (hoesten, hemoptoë of een pneumonie). Dit percentage ligt het dichtst bij: a. 60 b. 70 c. 80 d. 90 90
Acetazolamide heeft een werking op koolzuuranhydrase, dat in de proximale tubuluscel de omzetting van CO2 in H2CO3 katalyseert. Acetazolamide leidt tot een toename van de ventilatie. Daarom moet het effect van acetazolamide op koolzuuranhydrase zijn: a. Remmend b. Stimulerend Remmend
Een man van 45 jaar is op de eerste hulp met een arteriële hypoxemie. De hypoxemie laat zich makkelijk corrigeren met extra zuurstof (2L/min). Welke van de volgende mechanismen is een waarschijnlijke oorzaak van de hypoxemie? a. Alveolaire hypoventilatie b. Links-rechts shunt c. Rechts-links shunt d. Verlaagde ventilatie-perfusie verhouding Alveolaire hypoventilatie
Tracheïtis is gewoonlijk de descenderende voortzetting van een virale laryngitis. Een veel voorkomend verschijnsel bij tracheïtis is: a. Droge hoest b. Opgeven van sputum c. Verlengd expirium Droge hoest
Het percentage volwassen cystic fibrosis patiënten in Nederland met een kolonisatie van Pseudomonas aeruginosa ligt het dichtst bij: a. 10% b. 25% c. 50% d. 80% 80%
Wat is de meest frequente oorzaak van pleuratranssudaat? a. Hartfalen b. Levercirrose c. Longembolie d. Nefrotisch syndroom Hartfalen
Bij een patient met sarcoïdose worden op de thoraxfoto bilateraal vergrote hilaire lymfeklieren gezien zonder andere pathologie. Er is op grond van de thoraxfoto sprake van een bepaald stadium van de sarcoïdose. Dit stadium is: a. 0 b. I c. II d. III e. IV I
Voor het optreden van een aspiratiepneumonie zijn er meerdere predisponerende factoren. Hiertoe behoort: a. Alcoholisme b. Cystische fibrose c. Hypogammaglobulinemie d. Trilhaarpathologie van het respiratoire epitheel Alcoholisme
Astma wordt onder andere gekenmerkt door bronchiale hyperreactiviteit. Bronchiale hyperreactiviteit bij astma: a. Kan alleen gemeten worden als de patient geen inhalatiecorticosteroïden gebruikt b. Komt overeen met de mate van allergie c. Komt overeen met de mate van ontsteking in de onderste luchtwegen d. Verdwijnt als gevolg van behandeling van astma Komt overeen met de mate van ontsteking in de onderste luchtwegen
Alfa-antitrypsinedeficientie is een erfelijke aandoening die predisponeert voor longziekte, met name: a. Emfyseem b. Chronische bronchitis c. Emfyseem en chronische bronchitis (COPD of chronic obstructive pulmonary disease) d. Aleergo broncho pulmonale aspergillose (ABPA) Emfyseem
Bronchiolitis is een frequent voorkomend ziektebeeld bij kinderen jonger dan een jaar. Door welke verwekker wordt bronchiolitis voornamelijk veroorzaakt? a. Adenovirus b. Mycoplasma pneumonia c. RS virus RS virus
De heer Haaksma, 60 jaar, heeft larynxcarcinoom. Eerste symptomen van een glottisch, subglottisch en supraglottisch carcinoom verschillen. Als eerste symptoom werd een inspiratoire stridor vastgesteld. Op basis van dit gegeven is het waarschijnlijk: a. Glottisch b. Subglottisch c. Supraglottisch Subglottisch
Twee veel voorkomende longziekten binnen het spectrum van COPD zijn chronische bronchitis en longemfyseem. Welke van onderstaande symptomen komt bij chronische bronchitis veel vaker voor dan bij emfyseem? a. Cor pulmonale b. Dyspnoe c. Hoesten d. Respiratoire acidose Cor pulmonale
Bij auscultatie van het hart van een patient is er een diastolische souffle aanwezig. Röntgenfoto van de thorax toont een dilatatie van de aorta ascendens aan. Deze dilatatie is bij deze patient meest waarschijnlijk het gevolg van: a. Aortaklepinsufficientie b. Aortaklepstenose c. Mitralisklepinsufficientie d. Mitralisklepstenose Aortaklepinsufficiëntie
Een B-celtumor wordt getypeerd aan de hand van de kenmerken van een differentiatie in de normale B-celpopulatie. Typisch voor acute lymfatische leukemie zijn tumorcellen met de kenmerken van: a. ‘memory’-cellen b. Plasmacellen c. Voorlopercellen Voorlopercellen
Bij een patient die is behandeld voor een bovenbuiktrauma wordt een thrombocytose van 1100*10^9/liter geconstateerd. Van welke van de volgende therapeutische ingrepen is dit het meest waarschijnlijke gevolg? a. Conservatieve behandeling van een sub-capsulair milthaematoom b. Embolisatie van de arteria lienalis met behulp van een coil c. Splenoraphie (operatief herstel van miltscheur met een netje) d. Spoedlaparotomie met splenectomie Spoedlaparotomie met splenectomie
Interferon wordt in toenemende mate gebruikt als geneesmiddel. Welk type interferon wordt geproduceerd door T-cellen? Dat betreft: a. Interferon alfa b. Interferon beta c. Interferon gamma Interferon gamma
In het plasma komen verschillende soorten immuunglobulinen voor. Welk immuunglobuline heeft onder fysiologische omstandigheden de hoogste concentratie? a. IgA b. IgG c. IgM IgG
Een man van 19 jaar heeft sinds enkele dagen een bovenste luchtweginfectie met keelpijn. Bij LO: ontstoken tonsillen en in de hals multipele gezwollen lymfeklieren. Welke infectie van de bovenste luchtwegen is hier het meest waarschijnlijke? a. Bof (parotitis epidemica) b. Roodvonk (scarlatina) c. Spruw (orale candidiasis) d. Ziekte van Pfeiffer Ziekte van Pfeiffer
Voor de proliferatie en differentiatie van geactiveerde B-cellen tot IgG producerende plasmacellen zijn producten van geactiveerde T-helper cellen nodig. Deze producten zijn: a. Cytokinen b. Granzymen c. Lysozymen Cytokinen
Bij zuigelingen van drie maanden is er sprake van een anemie indien het Hb-gehalte lager is dan een bepaalde waarde. Dit afkappunt is: a. 6 mmol/L b. 7,5 mmol/L c. 9 mmol/L d. 10,5 mmol/L 6 mmol/L
Door welk immuunglobuline wordt complement vooral geactiveerd? a. IgA b. IgD c. IgE d. IgM IgM
Bij de diagnostiek en typering van non-Hodgkin lymfomen wordt gebruik gemaakt van specifieke chromosomale translocaties die al dan niet aanwezig zijn in de tumorcellen. De t(14;18) is karakteristiek voor de diagnose: a. Burkitt lymfoom b. Diffuus grootcellig c. Folliculair lymfoom d. Mantle cel lymfoom Folliculair lymfoom
Wat is de meest voorkomende lokalisatie van een fractuur van de clavicula? a. Laterale 1/3 gedeelte b. Middelste 1/3 gedeelte c. Mediale 1/3 gedeelte Middelste 1/3 gedeelte
Bij een patient wordt vastgesteld dat bij volledig gestrekte elleboog de onderarm een hoek maakt van 15 graden ten opzicht van de bovenarm (valgusstand). Wanneer de elleboog pijnvrij en stabiel is, waarop berust deze stand dan? a. Verkorting van het lig collaterale laterale b. Verkorting van het lig collaterale mediale c. De vorm van de trochlea humeri d. Activiteit van de m aconeus De vorm van de trochlea humeri
Afbraak van glycogeen door het enzym glycogeenfosforylase is betrokken bij spiercontractie. De activiteit van glycogeenfosforylase wordt gestimuleerd door hoge concentraties: a. AMP b. ATP AMP
Een panaritium subcutaneum is een ontsteking van een vinger. Deze ontsteking is in de meeste gevallen gelokaliseerd aan een bepaalde zijde. Dit is: a. Dorsale zijde b. Laterale zijde c. Mediale zijde d. Volaire zijde Volaire zijde
Wat is de eerste keuze voor de behandeling van een patient met een niet-gecompliceerde schuine crurisfractuur? a. Conservatieve behandeling b. Fixateur externe c. Mergpen d. Plaatosteosynthese Mergpen
De meest gediagnosticeerde fractuur van het menselijke skelet is de: a. Claviculafractuur b. Distale humerusfractuur c. Distale radiusfractuur d. Wervelfractuur Distale radiusfractuur
Een 64-jarige man heet in toenemende mate pijn in het bekken. Bij nader onderzoek blijkt hij M Paget van het os ilium te hebben. De beste behandeling van deze patient is het voorschrijven van: a. Bisfosfonaat b. Calcitonine c. Corticosteroïd d. Vitamine-D-analogon Bisfosfonaat
De spiermassa in het lichaam is opgebouwd uit witte en rode spiercellen. De witte spiercel ten opzicht van de rode spiercel wordt gekenmerkt door een: a. Hoger aantal mitochondrien b. Hoger aantal glycolytische enzymen c. Hogere concentratie van myoglobine d. Hoger oxidatieve metabolisme Hoger aantal glycolytische enzymen
De diagnose RA wordt gesteld op een combinatie van criteria. Een aantal, waaronder ochtendstijfheid minimaal 1 uur per dag, moeten continu aanwezig zijn een bepaalde periode voordat diagnose zeker is. De lengte van deze periode bedraagt: a. 6 weken b. 12 weken c. 6 maanden d. 12 maanden 6 weken
Welk van de onderstaande geneesmiddelen schrijft u NIET voor tijdens een acute aanval aan een patient met acute artritis urica? a. Allopurinol b. Colchicine c. Non-steroidal anti-inflammatory drugs (NSAID) d. Prednison Allopurinol
Diverse vormen van arthritis kunnen de kleine gewrichten van de handen aantasten, maar hebben ieder voor een deel een voorkeurslokalisatie. De distale interphalangeale gewrichten (DIP’s) zijn het MINST vaak aangedaan bij: a. Artrose b. Arthritis psoriatica c. Reumatoïde arthritis Reumatoïde arthritis
Gebruik van middelen uit een van onderstaande groepen medicamenten kan als bijwerking myopathie geven. Het gaat om middelen die behoren tot de: a. NSAID’s b. Protonpomp remmers c. Tricyclische antidepressiva d. Statines Statines
Een 18-jarige jongeman heeft sinds 2 mnd pijn in de rechterknie. De röntgenfoto toont een niet scherp begrensde massa in de metafyse van het distale rechter femur. Het biopt toont grote hyperchromatische pleiomorfe spoelcellen gelegen in een osteoïde matr a. Chondrosarcoom b. Ewing sarcoom c. Fibreuze dysplasie d. Osteosarcoom Osteosarcoom
Men spreek van een dementiesyndroom als er geheugenstoornissen aanwezig zijn en bovendien een of meer andere cognitieve functies gestoord zijn. Een van deze andere cognitieve functiestoornissen is: a. Apraxie b. Apathie c. Depressie d. Euforie Apraxie
Mevrouw Pietersen is 42 jaar oud. Ze lijdt onder terugkerende, onverwachte paniekaanvallen. Deze beangstigen haar zo erg, dat zij nauwelijks de deur meer uitdurft, uit angst buiten een paniekaanval te krijgen. Uw eerste medicamenteuze behandelstep is een: a. Benzodiazepine b. Bètablokker c. Monoamino-oxidase remmer (MAO remmer) d. Specifieke serotonineheropnameremmer (SSRI) e. Tricyclisch antidepressivum (TCA) Specifieke serotonineheropnameremmer (SSRI)
Om het emotioneel evenwicht te handhaven kan iemand als afweermechanisme gebruik maken van intellectualiseren. Dit type afweermechanisme is: a. Adaptief b. Neurotisch c. Primitief Neurotisch
Devalueren is een aspect van een bepaald type primitief afweermechanisme. Welk afweermechanisme wordt bedoeld? a. Ageren b. Ontkennen c. Projecteren d. Splitsen Splitsen
In de leertheorie wordt onder andere gesproken over bekrachtigers en bestraffers. Als gesteld wordt dat gedrag “X” leidt tot het verschijnen van iets aangenaams waardoor gedrag “X” vaker voor gaat komen, dan is “X” gebaseerd op: a. Negatieve bekrachtiging b. Positieve bekrachtiging c. Negatieve straf d. Positieve straf Positieve bekrachtiging
Iemand moet een presentatie geven. Hij heeft het al meerdere keren uitgesteld. Net als andere keren wil hij goed voorbereiden. De volgende dag gaat het niet super, maar hij krijgt wel een voldoende. Zijn eigen gedachte is: ik ben een mislukkeling. Dit is: a. Catastroferen b. Dichotome denktrant c. Emotionele redenatie d. Overgeneralisatie Overgeneralisatie
Toepassing van het biopsychosociale model bij een depressieve patient is noodzakelijk om: a. Een adequate behandelstrategie te kunnen kiezen b. Een behandelrelatie met een patient op te bouwen c. Een steunsysteem voor de patient te organiseren d. Een verantwoorde keuze voor een vervolgbehandeling met een antidepressivum te kunnen maken Een adequate behandelstrategie te kunnen kiezen
Een 42-jarige psychiatrische patient wordt acuut opgenomen met een ernstige bloeddruk verhoging na het consumeren van Franse kazen met rode wijn (tyramine-rijke voeding). U bekijkt de medicatie die hij gebruikt. U vermoedt een interactie met: a. Lithium (antipsychoticum) b. Oxazepam (benzodiazepine) c. Risperidon (atypisch antipsychoticum) d. Tranylcypromine (monoamino-oxidase remmer) Tranylcypromine
De linker a testicularis ontspringt in de meerderheid der gevallen uit een van de onderstaande vaten. Dit is uit de: a. Aorta b. A mesenterica inferior c. Linker a iliaca interna d. Linker a renalis Aorta
De testes produceren testosteron. Welke cellen in de testis doen dit? a. Leydigcellen b. Sertolicellen c. Spermacellen Leydigcellen
Wanneer een resus- zwangere vrouw resusantilichamen heeft, kan dit bij haar resuspositieve foetus aanleiding geven tot erythroblastosis fetalis. Indien er bij de volgende zwangerschap weer een resusantagonisme optreedt, zal de ernst hiervan: a. Toenemen b. Gelijk blijven c. Afnemen Toenemen
Een deceleratie op het Cardio Toco Gram (CTG) is gedefinieerd als een verlaging van de hartfrequentie, gedurende minstens 15 seconden, met tenminste: a. 5 slagen per minuut b. 10 slagen per minuut c. 15 slagen per minuut d. 20 slagen per minuut e. 25 slagen per minuut 15 slagen per minuut
Bij de behandeling van het vroeg stadium cervixcarcinoom wordt de voorkeur gegeven aan chirurgie boven radiotherapie. Welke van de onderstaande overwegingen is GEEN reden voor de behandelingskeuze van primaire chirurgie boven primaire radiotherapie? a. De curatie kans b. Informatie over de uitbreiding van de ziekte c. Behoud van de ovariele functie d. Een meer functionele vagina na de behandeling De curatie kans
Het ovariumcarcinoom verspreidt zich bij voorkeur: a. Hematogeen b. Lymfogeen c. Via de peritoneale vloeistofstroom Via de peritoneale vloeistofstroom
Amenorroe in het climacterium wordt gekenmerkt door verlaagde oestrogenen en: a. Normaal FSH b. Verhoogd FSH c. Verlaagd FSH Verhoogd FSH
Amenorroe kan oa veroorzaakt worden door het syndroom van Turner. Het karyotype van het syndroom van Turner is: a. 45 X b. 47 XXX c. 47 XXY 45 X
Bij een zwangere is er reden om een amniocentese af te spreken. De zwangerschapsduur vanaf welke een amniocentese plaats kan vinden ligt het dichtst bij: a. 6 weken b. 10 weken c. 16 weken 10 weken
Welke van de volgende cellen in het vaginale epitheel komen onder invloed van oestrogenen gedurende de eerste helft van de cyclus het meeste voor? a. Basale cellen b. Parabasale cellen c. Acidofiele, oppervlakkige cellen Acidofiele, oppervlakkige cellen
Het ligamentum arteriosum is een verbinding tussen twee vaten in de thorax. Dit zijn de: a. Arcus aortae en linker a pulmonalis b. Arcus aortae en linke v pulmonalis c. Truncus barchiocephalicus en linker a pulmonalis d. Truncus brachiocephalicus en linker v brachiocephalica Arcus aortae en linker a pulmonalis
Verhoogde spiegels van cholesterol (met name LDL) vormen een risicofactor voor het ontstaan van atherosclerose. Een belangrijke geneesmiddelengroep om cholesterolspiegels in het bloed te verlagen = statines. Het werkingsprincipe van een statine berust op: a. Verhoging van de uitscheiding van cholesterol in de faeces b. De remming van HMG-CoA reductase c. Onderdrukking van de aanmaak van VLDL d. Remming van cholesterolopname in de enterocyt De remming van HMG-CoA reductase
Welke stelling over coronary artery bypass grafting (CABG) en percutane transluminal coronaire angioplasty (PTCA/”dotteren”) is waar? a. Indien beschikbaar verdient CABG de voorkeur boven PTCA b. CABG verdient de voorkeur boven PTCA bij een symptomatisch acuut myocardinfarct c. CABG verdient de voorkeur boven PTCA bij ernstig meertakslijden, ongeacht de symptomen CABG verdient de voorkeur boven PTCA bij ernstig meertakslijden, ongeacht de symptomen
Welk effect heeft adrenaline (epinefrine) bij een gezonde proefpersoon wanneer het in de laagste dosis die een effect veroorzaakt intraveneus wordt toegediend? a. Verhoogt SBP via beta-2 receptor stimulatie in de linkerventrikel b. Verlaagt HF door stimulatie van beta-1 receptoren in de SA-knoop c. Verlaagt perifere weerstand door stimulatie van beta-2 receptoren in de vaatbedden van skeletspieren. Verlaagt perifere weerstand door stimulatie van beta-2 receptoren in de vaatbedden van skeletspieren.
Als stimulatie van parasympathische zenuwen naar het hart leidt tot activiteit van de cellen van de sinusknoop dan betreft dit een: a. Depolarisatie b. Hyperpolarisatie c. Repolarisatie Hyperpolarisatie
De optimale plaats om het klepgeluid van de tricuspidaalklep te horen is parasternaal ter hoogte van: a. 2e intercostale ruimte links b. 2e intercostale ruimte rechts c. 5e intercostale ruimte links d. 5e intercostale ruimte rechts 5e intercostale ruimte links
De heer D is 70 jaar oud, en heeft acuut pijn op de borst. Bij hoesten en slikken neemt de pijn toe. Als hij voorover bukt, wordt de pijn iets minder. De beschreven symptomen passen het best bij: a. Dissectie van de aorta b. Herpes zoster c. Pericarditis d. Zenkerse divertikel Pericarditis
Patiënten met lues (syfilis) kunnen diverse complicaties krijgen door een endarteritis obliterans van de vasa vasorum. Het betreft bij lues bij voorkeur de vasa vasorum van: a. De aorta b. De arteriae iliaca c. De corpus cavernosum d. De vena cava superior De aorta
Bij welk van onderstaande hartkleppen treedt het meest frequent disfunctie op, ten gevolge van een acuut reuma? a. Aortaklep b. Pulmonalisklep c. Tricuspidalisklep Aortaklep
Welke electrocardiografische afwijking is NIET specifiek gerelateerd aan linkerventrikelhypertrofie? a. Verbreed QRS complex b. Verlengd QT interval c. Toename van het QRS voltage d. ST depressie Verlengd QT interval
Bij auscultatie van het hart wordt soms een onschuldig systolisch “functioneel” geruis gehoord. Welk kenmerk past bij zo’n onschuldig systolisch geruis? a. Het geruis is holosystolisch b. Het punctum maximum is links parasternaal Het punctum maximum is links parasternaal
Wat is de gouden standaard voor het aantonen van coronairlijden? a. Anamnese b. Coronair angiogram c. Inspannings echocardiogram d. Maximale inspanningstest Coronair angiogram
Een mannelijke patient klaagt erover dat zijn nachtrust verstoord wordt doordat hij uit bed moet om te plassen. De patient plast ’s nachts minder dan overdag. Wat is, zonder verdere gegevens, de meest waarschijnlijke oorzaak van deze nycturie? a. Hartfalen b. Nierinsufficientie c. Prostatisme Prostatisme
Wat wordt met de term “inotroop” bedoeld? a. Verbetert de contractiekracht van de kamers b. Verbetert de zuurstofopname van een cel c. Vernauwt perifere arteriolae d. Vertraagt de prikkelgeleiding door het hart Verbetert de contractiekracht van de kamers
Bij obductie wordt in de hartspier van een patient een infarct aangetroffen. Microscopisch bestaat het gebied uit vaatrijk bindweefsel met voorkomen van lymfocyten en macrofagen. U schat de ouderdom van dit infarct als zijnde: a. 24 uur b. 2 dagen c. 2 weken d. 2 jaar 2 weken
De hypofyse ligt craniaal van een neusbijholte. Welke neusbijholte betreft het hier? a. Ethmoïd b. Sinus frontalis c. Sinus maxillaris d. Sinus sphenoidalis Sinus sphenoïdalis
Bij te sterke werking van de bijschildklier wordt er een teveel aan bijschildklierhormoon (parathyreoïd hormoon) geproduceerd. Hierdoor wordt de activiteit van osteoclasten sterk gestimuleerd. Bij deze patiënten is, op termijn, de kans op fracturen: a. Afgenomen b. Toegenomen c. Onveranderd gebleven Toegenomen
De hormonale behandeling van een klachtenvrije patient met gemetastaseerd prostaatcarcinoom bestaat bij voorkeur uit de toediening van: a. GnRH-analoga b. Progestagenen c. Tamoxifen d. Testosteron GnRH-analoga
Hyperthyreoïdie wordt vaak behandeld met thionamiden zoals carbimazol, propylthiouracil of thiamazol. Deze geneesmiddelen ontlenen hun werking aan het feit dat zij: a. De afbraak van het schildklierhormoon bevorderen b. De afgifte van het schildklierhormoon blokkeert c. De inbouw van jodium in het schildklierhormoon remmen d. De remming van de eiwitsynthese van het schildklierhormoon bewerkstelligen De inbouw van jodium in het schildklierhormoon remmen
De secretie van testosteron bij de man wordt voornamelijk door een bepaald hormoon gestimuleerd. Dit is: a. FSH (follikelstimulerend hormoon) b. Groeihormoon c. LH (luteïniserend hormoon) d. ACTH (adrenocorticotroop hormoon) LH
Bij patiënten met anorexia nervosa en een secundaire amenorroe wordt in de meerderheid van de gevallen een bepaalde hormonale status gevonden. Deze is: a. Hypergonadotroop en hyperoestrogeen b. Hypergonadotroop en hypo-oestrogeen c. Hypogonadotroop en hyperoestrogeen d. Hypogonadotroop en hypo-oestrogeen Hypogonadotroop en hypo-oestrogeen
POF (premature ovarian failure) is het optreden van de menopauze na een eerdere normale ontwikkeling tot een bepaald levensjaar. Welke leeftijdsgrens wordt gehanteerd? a. Alleen onder de 25 b. Alleen onder de 30 c. Alleen onder de 40 d. Alleen onder de 50 Alleen onder de 40
De volgende bloedserumuitslagen worden gevonden bij een patient: FT4-gehalte 30 pmol/L (normaal 10-20 pmol/L), TSH-gehalte 5 mU/I (normaal 0,4-4,0 mU/I). bij welke diagnose past dit het best? a. Acute thyreoïditis b. Hypothyreoïdie c. Multinodulair struma d. TSH producerend hypofyse-adenoom TSH producerend hypofyse-adenoom
Een kind wordt geel op de derde dag na de geboorte. De huisarts vindt, na bloedonderzoek, dat het ongeconjugeerd bilirubine verhoogd is tot 190 micromol/L. gezien deze bevinding is de aangewezen volgende stap: a. Bepaling van de bloedgroep en rhesusfactor bij moeder en kind b. Bepaling van het hemoglobinegehalte en de directe Coombs-test bij het kind c. Er is geen verdere diagnostiek nodig Er is geen verdere diagnostiek nodig
Een vrouw van 21 jaar heeft het syndroom van Turner, met primaire amenorroe en gonadala dysgenesie. Het serum FSH bij deze vrouw is: a. Verhoogd b. Normaal c. Verlaagd Verhoogd
Welke van de onderstaande therapieën is de meest aangewezen therapie bij dermatitis perioralis? a. Prednison oraal b. Roaccutane c. Tetracyclinen per os d. Ultraviolet-lichtbehandeling Tetracyclinen per os
Tijdens veel virusinfecties komt een aspecifieke “rash” voor. Waardoor wordt een dergelijke rash in de meeste gevallen veroorzaakt? a. Extravasculair bloed b. Toxinen geproduceerd tijdens de virusinfecties c. Virusreplicatie in de dermis d. Virale immuuncomplexen Virale immuuncomplexen
Het gebruik van sommige zepen en detergentia veroorzaken vaak huidaandoeningen. Wat is in de meeste gevallen de bijbehorende diagnose? a. Atopische dermatitis b. Allergisch contact dermatitis c. Irritatief contact eczeem d. Seborroïsche dermatitis Irritatief contact eczeem
Een veneuze circulatiestoornis aan de onderbenen kan meerdere achterliggende oorzaken hebben. Welke oorzaak hoort daar NIET bij? a. Diepe veneuze trombose b. Recidiverende erysipelas c. Varicositas d. Verminderde spierpompfunctie Recidiverende erysipelas
Psoriasis is een chronische huidaandoening gekenmerkt door erythematosquameuze plaques van de huid. Deze plaques hebben de volgende voorkeurslokalisaties: a. Buigzijden van de ellebogen en knieen b. De handpalmen c. De handrug d. Strekzijden van de ellebogen en knieen Strekzijden van de ellebogen en knieën
Een 16-jarig meisje krijgt na een keelontsteking met streptokokken zeer pijnlijke rode, palpabele afwijkingen op de onderbenen met een doorsnede tot 3 cm. Hier is meest waarschijnlijk sprake van erythema: a. Migrans b. Multiforme c. Nodosum Nodosum
Een patient heeft gonartritis na een episode van diarree. De meest waarschijnlijke diagnose is: a. Jicht b. Reactieve artritis c. Reumatoïde artritis d. Septische artritis Reactieve artritis
Bij pemphigus is sprake van blaarvorming waarbij de splijting optreedt: a. Intra-epidermaal b. Subcorneaal c. Subepidermaal d. Subdermaal Intra-epidermaal
Welke van onderstaande redenen voor een consult in de huisartsenpraktijk komen meer voor bij mannen dan bij vrouwen? a. Slaapklachten b. Chronisch alcoholmisbruik c. Depressieve klachten d. Chronisch medicijnmisbruik Chronisch alcoholmisbruik
De Nederlandse artseneed uit 2002 bestaat uit 11 zinnen. Welke van de onderstaande zinnen staat er niet in? a. Ik bevorder zo mogelijk de toegankelijkheid van de gezondheidszorg en de rechtvaardige verdeling van de beschikbare voorzieningen. b. Ik zal aan de patient geen schade doen. c. Ik zal de eerbied voor het leven in mijn werk vooropstellen Ik zal de eerbied voor het leven in mijn werk vooropstellen
Wat is volgens het Hippocratisch uitgangspunt het ideaalbeeld van de goede beroepsuitoefening? a. De medicus gratiosus b. De medische specialist c. De medicus practicus d. De uomo universalis De medicus gratiosus
Bij de kosten-batenanalyse in verdeling van middelen onderscheidt men twee benaderingen. Investeringen die een brede laag van de bevolking ten goede komen, liggen in de lijn van het: a. Egalitarisme b. Utilisme Utilisme
Men kan bij de middelenverdeling in gezondheidszorg QALY's als uitgangspunt nemen. In dat geval beoordeelt men: a. Acute patiënten b. Chronische patiënten Acute patiënten
Welke van de volgende symptomen is het meest kenmerkend voor een delier? a. Desoriëntatie b. Grootheidswaan c. Koorts d. Stoornissen in het lange termijngeheugen Desoriëntatie
Een arts heeft een hekel aan een patiënt die uit de hoogte doet, omdat zijn vader hem vroeger vaak denigrerend behandelde. Deze hekel is een manifestatie van: a. Overdracht b. Tegenoverdracht Tegenoverdracht
Stress wordt gedifinieerd als een conditie die ontstaat als discrepantie tussen eisen van omgeving en capaciteiten van het individu. De aard van deze discrepantie is met name: a. Affectief b. Cognitief c. Sociaal Cognitief
Het effect van emotionele steun wordt mede bepaald door aard van de stressverwekkers. Emotionele steun is vooral effectief bij gebeurtenissen die door betrokkene: a. Niet te beïnvloeden zijn b. Wel te beïnvloeden zijn Niet te beïnvloeden zijn
Indien een patiënt zijn pijn beschrijft als ondraaglijk, betreft die beschrijving de: a. Affectieve dimensie b. Evaluatieve dimensie c. Sensorische dimensie Evaluatieve dimensie
Welke van onderstaande veranderingen ligt ten grondslag aan het fenomeen 'epidemiologische transitie'? a. Verandering van doodsoorzaken b. Verandering van leefgewoonten c. Verandering van woonplaats Verandering van doodsoorzaken
Na een overlijden vult een arts een doodsoorzaakverklaring in. Welke organisatie verzamelt en bewerkt de gegevens hiervan? a. CBS (centraal bureau voor de statistiek) b. GGD (gemeentelijke gezondheidsdienst) c. IGZ (inspectie voor de gezondheidszorg) CBS (centraal bureau voor de statistiek)
Het foramen epiploicum (omentale) is een open verbinding tussen de cavitas peritonealis en de: a. Bursa omentalis b. Excavatio rectouterina (cavum Douglasi) c. Maagholte d. Recessus duodenalis superior et inferior Bursa omentalis
Galzuren ontstaan uit: a. Cholesterol b. Hemoglobine c. Lecithine Cholesterol
Bij uw patiënt is een rectumcarcinoom vastgesteld op 7-10 cm van de anus, met doorgroei door de fascie naar het sacrum. Welke dient de behandeling te zijn? a. Abdomino-perineale resectie b. 5x5 Gy en low-anterior resectie c. Langdurige bestraling + chemo, zo mogelijk gevolgd door resectie d. Low-anterior resectie + intra-operatieve radiotherapie Langdurige bestraling + chemo, zo mogelijk gevolgd door resectie
Veel abdominale operaties kunnen laparoscopisch worden uitgevoerd. Een contra-indicatie voor een laparoscopische benadering is: a. Adipositas b. Ileus c. Lokale peritonitis Ileus
Voor de behandeling van misselijkheidsklachten na de maaltijd wordt wel domperidon voorgeschreven. De werking van dit middel berust op een antagonisme van de receptor voor: a. Dopamine b. Gastrine c. Histamine d. Noradrenaline e. Serotonine Dopamine
De calciumconcentratie van het bloed wordt gereguleerd door verschillende stoffen. De absorptie van calcium in de darm wordt direct gestimuleerd door: a. Parathyreoïd hormoon (PTH) b. Vitamine A c. Vitamine D Vitamine D
Een patiënt komt met diarree die al twee weken bestaat. In welk van de volgende gevallen is een parasitologisch onderzoek het meest zinvol? a. Bij adolescenten b. Bij een normale weerstand van de patiënt c. Diarree ontstaan na eten van biologisch vlees d. Na verblijf in de (sub)tropen Na verblijf in de (sub)tropen
Bij welke darmontsteking komen perianale fistels het vaakst voor? a. Colitis Ulcerosa b. Diverticulitis c. Ziekte van Crohn Ziekte van Crohn
Een 54-jarige patiente is moe, heeft jeuk en blijkt een verhoog bilirubinegehalte in het bloed te hebben. Er bestaat verdenking op primaire biliaire cirrose. De bepaling van welke van de volgende antistoffen heeft voor deze diagnose de grootste waarde? a. AMA (anti-mitochondriele antistoffen) b. ANA (anti-nucleaire antistoffen) c. Anti-IgG (anti-immuunglobuline G antistoffen) AMA (anti-mitochondriële antistoffen)
Na secretie in de gal wordt het merendeel van de galzuren: a. Geabsorbeerd in de dunne darm en opgenomen in de enterohepatische circulatie b. Gedeconjugeerd door bacteriën in de dunne darm c. Gebruikt door bacteriën in het colon voor hun metabolisme Geabsorbeerd in de dunne darm en opgenomen in de enterohepatische circulatie
Jongen van 18 krijgt chemo voor ALL. Sinds 1 wk pijn bij eten. Bij endoscopie 0,5-1cm grote, scherp begrensde, schotelvormige ulcera met erythemateuze bodem. Welke meest waarschijnlijk? a. Candida oesofagitis b. Herpes simplex oesofagitis c. Mallory-Weiss syndroom d. Reflux oesofagitis Herpes simplex oesofagitis
Welk deel van de urinewegen bevat het epitheel met de meeste microvilli? a. Distale tubulus b. Lis van Henle c. Proximale tubulus d. Verzamelbuis Proximale tubulus
Bij een metabole acidose ontstaat er in de nieren na enige tijd een versterkte inductie van een bepaald enzym. Dit betreft: a. Alanine-aspartaat transaminase (ALAT/ASAT) b. Glutamaatdehydrogenase c. Glutaminase d. Na/K-ATPase Glutaminase
Voor wat betreft de incidentie van blaascarcinoom is de belangrijkste risicofactor in Nederland tegenwoordig: a. Alcohol b. Straling c. Tabaksrook d. Textielkleurstoffen Tabaksrook
Bij een ureterkoliek worden als regel NSAID's voorgeschreven. Tijdens deze behandeling wordt geadviseerd de vochtinname: a. Niet te veranderen b. Sterk te beperken c. Sterk te verhogen Sterk te beperken
Bij een mannelijke foetus van 20 weken levert een echo de volgende bevindingen: hydronefrose bdz, uitgezette blaas, verminderd vruchtwater. Meest waarschijnlijke diagnose: a. Dubbelsysteem van de ureters b. Reflux in de ureter c. Ureterokèle d. Urethraklep Ureterokèle
Bij voorzichtig terugtrekken van de voorhuid van een 2-jarige wordt een witte ring ter plaatse van de opening van de voorhuid gezien. Verder geen evidente afwijkingen. Meest waarschijnlijke diagnose: a. Paraphimosis b. Phimosis c. Pseudophimosis Phimosis
Een 46-jarige man vraagt behandeling van impotentie. Hij heeft DM I, gecompliceerd door neuropathie van z'n AZS. De aangewezen behandeling is: a. Alprostadil intra-urethraal b. Sildenafil oraal c. Testosteronpleister Alprostadil intra-urethraal
Bij toename van de secretie van aldosteron wordt de kaliumuitscheiding door de nier: a. Niet gewijzigd b. Verhoogd c. Verlaagd Verhoogd
Welke van de volgende aandoeningen bij een man is het meest verdacht voor een SOA? a. Balanitis b. Orchitis c. Prostatitis d. Urethritis Urethritis
30-jarige vrouw, sinds kort SLE. Bij controle RR 160/100, plasma creatinine hoger dan vorige keer. Wat is meest waarschijnlijke verklaring voor nierfunctieverlies? a. Acute glomerulonefritis b. Acute interstitiële nefritis c. Acute tubulus necrose d. Anti-fosfolipiden syndroom e. Hypertensieve crisis Acute glomerulonefritis
Chronsich nierfalen kan gepaard gaan met een aantal endocriene en metabole stoornissen. Hiertoe behoort: a. Hypercalciëmie b. Hyperparathyreoïdie c. Hypofosfatemie d. Verhoogde productie 1,25 dihydroxyvitamine D Hyperparathyreoïdie
Bij een patiënt worden volgende bloedgaswaarden gevonden: pH 7,53, pCO2 3,5 KPa, HCO3 18 mmol/L. De meest waarschijnlijke verstoring van zuur-base evenwicht betreft een: a. Metabole acidose b. Metabole alkalose c. Respiratoire acidose d. Respiratoire alkalose Respiratoire alkalose
De meest voorkomende bacteriële verwekker van UWI (1e) bij meisjes (<12 jr) is: a. E. Coli b. Proteus mirabilis c. Pseudomonas aeruginosa d. Staphylococcus aureus E. Coli
Bij een vrouw van 34 jaar constateert huisarts een acute pyelonefritis. Deze aandoening wordt in ca 80 % van de gevallen veroorzaakt door een infectie met: a. E. Coli b. Pseudomonas aeruginosa c. Staphylococcus aureus d. Streptococcus pyogenes E. Coli
Welke structuur in het CZS speelt een essentiële rol bij de geheugenfunctie? a. Hippocampus b. Hypothalamus Hippocampus
Een cholinerg neuron gebruikt acetylcholine als neurotransmitter. Waar wordt het acetylcholine gesynthetiseerd? a. In de axonen b. In de axonheuvel c. In de dendrieten d. In het cellichaam In de axonen
Na een schedel- of hersentrauma komt in 30 % van de gevallen het verraderlijke lucide interval voor. Bij welke afwijking doet zich dat voor? a. Contusiehaard b. Epiduraal haematoom c. Intracerebraal haematoom d. Subduraal haematoom Epiduraal haematoom
Op de onderarm van een persoon wordt voorzichtig een heet voorwerp (55 C) gelegd. Is er een volgorde van waarneming? De persoon voelt: a. Beide sensaties gelijktijdig b. Eerst een pijnsensatie en daarna het voorwerp op de arm c. Eerst het voorwerp op de arm en daarna een pijnsensatie Eerst het voorwerp en daarna een pijnsensatie
Allergische reacties worden volgens Gell/Coombs ingedeeld in type I t/m IV. Het mechanisme van hooikoorts wordt voornamelijk veroorzaakt door een allergische reactie van het type: a. I b. II c. III d. IV I
Welke van de volgende ritmestoornissen is de meest frequente oorzaak van een herseninfarct? a. Boezemfibrilleren b. Bradycardie c. Ventriculaire extrasystolen Boezemfibrilleren
Een kind met symmetrische oogstand wordt met behulp van de afdektest onderzocht op latent strabisme. Na opheffen van het afdekken van linjkeroog beweegt deze van temporaal naar nasaal. De diagnose is: a. Latent convergent strabisme b. Latent divergent strabisme Latent divergent strabisme
Een causale therapie voor tinnitus is slechts zelden mogelijk, a. Omdat de meest voorkomende oorzaak, brughoektumor, lastig verwijderd kan worden. b. Omdat de oorzaak meestal therapieresistent geleidingsverlies is c. Omdat het perceptieve gehoorsverlies dat vaak onderliggend is, meestal irreversibel is Omdat het perceptieve gehoorsverlies dat vaak onderliggend is, meestal irreversibel is
Het reukslijmvlies in de neus bevindt zich: a. Anterieur in de neus b. Caudaal in de neus c. Craniaal in de neus d. Posterieur in de neus Craniaal in de neus
Waar treft men anatomisch de keelamandelen aan? a. In de sinus piriformis b. Lateraal van de groeve van Rosenmüller c. Op de tongbasis d. Tussen arcus palatopharyngeus en arcus palatoglossus Tussen arcus palatopharyngeus en arcus palatoglossus
Vrouw van 34 ontwaakt met verlamming van beide benen en pijn in de rug. Daarvoor niets. Bij LO gnostische sens. normaal, hypalgesie onder Th10, spierrekreflexen benen afwezig en voetzoolreflexen Babinski. Meest waarschijnlijke diagnose: a. Herpes Zoster Myelitis b. Multiple Sclerose c. Polyradiculoneuritis (m. Guillain Barré) d. Spinaal vasculair accident Spinaal vasculair accident
Een patiënt heeft metastase in elfde Th wervel, die op deze plaats ruggenmerg comprimeert. De patiënt heeft hierdoor uitval van het gevoel vanaf bovengrens van hierbij behorende dermatoom. Dit is dermatoom: a. Thoracale 9 b. Thoracale 11 c. Lumbale 1 Lumbale 1
Indien een aneurysma van de a. cerebri media ruptureert dan veroozaakt dit een: a. Epidurale bloeding b. Subdurale bloeding c. Subarachnoïdale bloeding Subarachnoïdale bloeding
Diabetische retinopathie komt voor bij zowel DM I als II. Ten opzichte van jongere patiënten met DM hebben oudere DM patiënten eerder of meer kans op: a. Amblyopie b. Maculopathie c. Proliferatieve diabetische retinopathie Maculopathie
Een vrouw van 27 jaar komt wegens plotselinge sterke daling van visus aan een oog. Verder lichte pijn bij oogbewegingen. Uitwendig niets bijzonders te zien. Deze klachten passen bij de diagnose: a. Ablatio retinae b. Droge leeftijdsgebonden maculadegeneratie c. Neuritis retrobulbaris d. Occlusie van de vena centralis retinae Neuritis retrobulbaris
Bij patiënten met m. Alzheimer worden in het hersenparenchym extracellulaire deposities van geaggregeerde eiwitten aangetroffen. Welk bestandsdeel maakt hier onderdeel van uit? a. Amyloïd precursor proteïn (APP) b. Lewy lichaampjes c. Prion-proteïn (PrP) Amyloïd precursor proteïn (APP)
Hoe lang na het starten van orale therapie met benzodiazepinen treedt het anxiolytisch effect op? a. Binnen enkele uren b. Na ongeveer een week c. Tussen 2 en 6 weken d. Na tenminste 6 weken Binnen enkele uren
De 3-d structuur van eiwit wordt bepaald door interacties tussen restgroepen van de aminozuren. De restgroep van cysteïne is -CH2-SH. Interactie tussen twee cysteïne restgroepen is: a. Een ionogene/elektrostatische binding b. Een covalente binding c. Een Van der Waals-binding Een covalente binding
In een van onderstaande gevallen moet men terughouden zijn met behandeling met SSRI's bij depressie, omdat kans op suïcidaal gedrag groter wordt. Deze is het grootst wanneer de patiënt: a. Behandeld wordt met anti-epileptica b. Jonger is dan 18 jaar c. Behandeld wordt met corticosteroïden d. Behandeld wordt met benzodiazepinen Jonger is dan 18 jaar
Het aantal leukocyten in het bloed van gezonde zwangeren: a. Blijft gelijk tijdens de hele zwangerschap. b. Daalt aan het einde van de zwangerschap c. Neemt geleidelijk toe gedurende de gehele zwangerschap Neemt geleidelijk toe gedurende de gehele zwangerschap
Het zuur-base evenwicht is een belangrijke determinant van de K-concentratie in de extracellulaire ruimte. In geval van een metabole alkalose is de K-concentratie in de extracellulaire ruimte: a. Verhoogd b. Verlaagd Verlaagd
In een bepaald type borsttumoren is het gen coderend voor de kinase Her2/Neu geamplificeerd. Dit resulteert in een: a. Oncogen activatie b. Oncogen inactivatie c. Tumorsuppressorgen activatie d. Tumorsuppressorgen inactivatie Oncogen activatie
Een DNA-sequentiepolymorfisme bestaat uit twee allelen, waarvan het ene allel (A) 30% voorkomt in de populatie en het andere (B) 70%. Het percentage heterozygoten is ongeveer: a. 3% b. 9% c. 42% d. 49% 42%
Nieuwe mutaties komen in het gen voor Duchenne veel voor. Welke van hieronder genoemde technieken wordt/worden in de diagnostiek als eerst gebruikt om mutaties in het gen op te sporen? a. Fragmentanalyse met Denaturing Gradiënt Gelelectrophorese (DGGE) b. Multiplex PCR of Multiplex Ligation dependent Probe Amplification om deleties/duplicaties op te sporen c. Sequentie analyse d. Southern blotting e. Western blotting Multiplex PCR of multiplex ligation dependent probe amplification (MLPA) om deleties/duplicaties op te sporen
Apoptose wordt gekenmerkt door een toename van een van de volgende proteïnen: a. Actine b. Caspase c. Desmine d. Ki67 e. PCNA Caspase
Stel, bij 100.000 personen aan 't begin van een jaar, bleken 6.000 te overlijden dat jaar waarvan 2.000 door een hartaandoening. Het lethaliteitspercentage van hartaandoeningen in deze populatie is op basis van de gegevens: a. 2% b. 6% c. 33,3% d. Niet te berekenen Niet te berekenen
In een cohortstudie bij 465 patiënten met een CVA waren binnen een week na opname 140 overleden (slechte outcome). In de resterende (goede outcome) groep overleden nog eens 80 binnen 3 maanden na het CVA. Wat is de cumulatieve incidentie op overlijden? a. 30% b. 47% c. 70% 47%
Hoe noemt men de kans op ziekte gegeven de aanwezigheid van een verhoogde waarde van een test die de ziekte kan meten? a. A posteriori odds b. Likelihood ratio c. Prevalentie A posteriori odds
Op grond van een onderzoek wordt geschat dat het 5-jaarsoverlevingspercentage bij patiënten met bepaalde vorm van kanker 40% is. het 95%-CI rond deze schatting is 31-50%. Welke bewering is juist? a. Minimaal 50% van alle patiënten leeft langer dan 5 jaar b. Minimaal 31% leeft langer dan 5 jaar c. 95% van de patiënten heeft een 5-jaarsoverlevingspercentage tussen 31-50% d. Het werkelijke % ligt met 95% zekerheid tussen 31 en 50% Het werkelijke percentage ligt met 95% zekerheid tussen 31 en 50%
Welke van de onderstaande statistische parameters is beschrijvend van aard? a. Chi kwadraat b. Mann-Whitney U c. Pearson's R d. Student's T Pearson's R
Wat geeft de P-waarde, behorende bij een correlatiecoëfficiënt (R) aan? a. De kans dat een bepaalde waarde van P op toeval berust b. De kans dat een bepaalde waarde van R op toeval berust c. De mate van onafhankelijkheid van de steekproeven d. De statistische significantie van samenhang tussen de variabelen De kans dat een bepaalde waarde van R op toeval berust
Wat wordt bedoeld met de term "cross-over" in een klinische studie? a. Dat proefpersonen voor en na een interventie werden onderzocht en dat de resultaten worden geanalyseerd in termen van "within subject" variantie. b. Dat elke proefpersoon zowel de interventie als de controlebehandeling kreeg (willekeurige volgorde) Dat elke proefpersoon zowel de interventie als de controlebehandeling kreeg (willekeurige volgorde)
Een opvatting is: een arts kan beter ten onrechte aannemen dat een ziekte aanwezig is, dan dat hij een bestaande aandoening over het hoofd ziet. Deze opvatting omschrijft men ook wel op de volgende manier: a. Een fout-positieve bevinding is minder erg dan een fout-negatieve bevinding b. Een fout-negatieve bevinding is minder erg dan een fout-positieve bevinding Een fout-positieve bevinding is minder erg dan een fout-negatieve bevinding
Medisch wetenschappelijk onderzoek kan beoordeeld worden vanuit diverse perspectieven. Vanuit het perspectief van levensbeschouwelijke traditie is het volgende principe het meest van toepassing: a. Eerbied voor het leven b. Goed doen en niet schaden c. Respect voor autonomie Eerbied voor het leven
Door een foetus, waarin de nieren niet aangelegd zijn, wordt: a. Te weinig amnionvocht aangemaakt b. Te weinig chorionvocht aangemaakt c. Te weinig dooierzakvocht aangemaakt Te weinig amnionvocht aangemaakt
Hoe gedraagt zich de oestradiolconcentratie in het serum bij vrouwen in de 2 tot 3 jaar voorafgaand aan menopauze. De oestradiolconcentratie: a. Daalt b. Stijgt Daalt
Het onderscheid tussen gram-positieve en gram-negatieve bacteriënt berust op verschillen in hun: a. Cytoplasma b. DNA c. Wandstructuur Wandstructuur
79-jarige man naar CSO, van trap gevallen, groot haematoom rechterheup. Voelde val niet aankomen, wakker geworden op de grond. Geen getuigen. In Vg een liesbreukoperatie. Is een vitale man die fietst. Op welke van onderstaande wijst de anamnese? a. Labyrintdysfunctie b. Orthostase c. Ritmestoornis Ritmestoornis
De incidentie van chronische ziekte bij kinderen en adolescenten: a. Neemt af, omdat de curatieve zorg sterk toegenomen is b. Neemt toe, omdat de curatieve zorg sterk toegenomen is c. Blijft gelijk, ondanks een toename van curatieve zorg Neemt toe, omdat de curatieve zorg sterk toegenomen is
Welke aandoening kan NIET ontstaan bij een patiënt van 57 jaar die plotseling is gaan scheelzien? a. Amblyopie b. Horizontale diplopie c. Torticollis d. Verticale diplopie Amblyopie
Patiënten met dementie hebben soms de (onbewuste) neiging om de gaten in hun herinnering te vullen met verzonnen feiten over situaties of gebeurtenissen. Hoe noemt men dit in psychiatrie? a. Confabuleren b. Geremd denken c. Gestoord realiteitsbesef d. Parafraseren Confabuleren
Er is onderzoek verricht naar de vraag of het kan om door LO onderscheid te maken tussen mediale/laterale liesbreuk. Daarbij is gebleken dat dit onderscheid door LO: a. Inderdaad betrouwbaar is vast te stellen b. Niet betrouwebaar is vast te stellen Niet betrouwbaar is vast te stellen
Bij LO van zwangere in 3e trimester worden de handen van onderzoeker li en re naast de uterus van craniaal naar caudaal gebracht, vingers richting bekkeningang. Doel van deze handgreep (4e van Leopold) is beoordeling van: a. Hoogte van de fundus uteri b. Indaling van het voorliggend deel c. Ligging van het kind d. Stand van het hoofdje Indaling van het voorliggend deel
Bij een aangezichtsligging is het aanwijspunt de: a. Kin b. Kleine fontanel c. Glabella d. Grote fontanel Kin
Welke handgreep van Leopold is "het bepalen van de hoogte van de fundus uteri"? a. Eerste b. Tweede c. Derde Eerste
50-jarige patiënt komt bij huisarts met pijnlijk/diffuus rood oog. Geen trauma/corpus alienum. Pupil is vernauwd, er zijn Descemet-stippen aanwezig. Pijn verdwijnt niet binnen 20 sec na oogdruppels met lokaal anestheticum. Meest waarschijnlijk is: a. Bacteriële conjunctivitis b. Glaucoom c. Iridocyclitis (uveïtis anterior) d. Keratitis Iridocyclitis
Welke van onderstaande spieren heeft zijn oorsprong (orige) aan de scapula? a. M. latissimus dorsi b. M. pectoralis major c. M. trapezius pars descendens d. M. triceps brachii caput longum M. triceps brachii caput longum
Bij tatoeages worden na inspuiten inktpartikeltjes langdurig (vele jaren) in het bindweefsel vastgehouden. De hiervoor verantwoordelijke cellen zijn: a. Fibrocyten b. Histiocyten c. Mestcellen d. Neutrofiele granulocyten Histiocyten
Bij een zogenoemde mallet finger kan de patiënt de vinger niet strekken in het: a. Distale interfalangeale gewricht b. Proximale interfalangeale gewricht c. Metacarpofalangeale gewricht Distale interfalangeale gewricht
In onderzoek wordt bij mensen met/zonder anemie BSE bepaald. Beide groepen zijn oa wat betreft leeftijd, geslacht en gezondheid goed vergelijkbaar. De BSE zal bij mensen met anemie ivm mensen zonder: a. Lager zijn b. Hoger zijn Hoger zijn
Bij reumafactor-positieve reumatoïde artritis is de reumafactortiter tijdens perioden waarin de ziekte actief is in vergelijking met perioden waarin de ziekte niet actief is: a. Hoger b. Onveranderd c. Lager Hoger
Een 63-jarige vrouw klaagt sinds enkele maanden over pijnlijke rechterpols. Bij LO blijkt carpometacarpale gewricht van eerste straal re pijnlijk en gezwollen. Meest waarschijnlijke diagnose is: a. Artrose b. Jicht c. Reumatoïde artritis Artrose
Bij een patiënt wordt een palpabele zwelling in de hals gevonden, die meebeweegt met slikken. Deze bevinding past bij: a. Lymfekliermetastase b. Mediane halscyste c. Vergrote schildkleir Vergrote schildklier
Primitieve reflexen zijn in een bepaalde levensfase normaal opwekbaar. In normale omstandigheden zijn deze aanwezig van de geboorte tot het: a. 1e levensjaar b. 2e levensjaar c. 3e levensjaar d. 4e levensjaar 1e levensjaar
U bepaalt visus met correctie van brekingsafwijking met behulp van glazen; visus blijkt te laag. Visus is echter normaal na stenopeïsche opening voor het te onderzoeken oog. Meest waarschijnlijke verklaring? a. Functie van de macula is verminderd b. Functie van de nervus opticus is verminderd c. Er is cataract d. Er is sprake van een oog met amblyopie (lui oog) Er is cataract
Bij een vrouw van 63 die jaren geen hulp vroeg, worden hypertensie, obesitas en DM II vastgesteld. Een van de risico's voor haar is een CVA. Risico op CVA wordt het sterkst verlaagd door duurzame normalisering van: a. Bloeddruk b. Bloedglucosegehalte c. Lichaamsgewicht Bloeddruk
Overheid heeft richtlijnen uitgevaardigd met betrekking tot temperatuur van circulerende warmwatersystemen. Deze beogen infectie te voorkomen met: a. Legionella pneumophila b. Listeria monocytogenes c. Pseudomonas aeruginosa Legionelle pneumophila
Een 3-jarig meisje heeft meningitis, veroorzaakt door haemophilus influenzae type B. Zij heeft zonder problemen vaccinaties gehad volgens schema. Wat is de oorzaak? a. Antigene shift van Haemophilus influenzae b. Haemophilus influenzae is niet opgenomen in het rijksvaccinatieprogramma c. Onvoldoende immuniteit gevormd na vaccinatie Onvoldoende immuniteit gevormd na vaccinatie
Een jongen van 16 is aangereden door een auto en in coma geraakt. Op een bepaald moment zijn er geen mogelijkheden meer voor behandeling. Hemodialyse/beademing worden gestaakt. De jongen overlijdt kort daarna. In deze casus is er sprake van: a. Euthanasie b. Natuurlijke dood c. Staken van levensverlengend handelen Staken van levensverlengend handelen
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het bevolkinsonderzoek naar borstkanker ligt in Nederland bij: a. De GGD en de IKC (integrale kankercentra) b. De huisarts c. Het KWF kankerbestrijding d. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) De GGD en de IKC (integrale kankercentra)
Uit hoeveel kwabben bestaat de rechterlong? a. 2 kwabben b. 3 kwabben c. 4 kwabben 3 kwabben
Zijn voor het transport van zuurstof van de alveolaire ruimte naar het cytosol van de erytrocyt in de longcapillairen transportmoleculen noodzakelijk? a. Ja, hemoglobine b. Ja, membraantransporteiwitten c. Nee, dit vindt plaats door vrije diffusie Nee, dit vindt plaats door vrije diffusie
In het mediastinum kunnen ruimte-innemende processen voorkomen, met bijv hoesten, piepen, kortademigheid of pneumonie. Bij hoeveel procent met een proces komen dergelijke klachten voor? a. 5% b. 25% c. 50% d. 75% 50%
Antibiotica kunnen pulmonale toxiciteit vertonen. Van welke van de volgende antibiotica is de kans op pulmonale toxiciteit het kleinst: a. Norfloxacine b. Nitrofurantoïne c. Penicilline d. Tetracycline Norfloxacine
Een astmapatiënt komt op de SEH met een ernstige aanval. Er blijkt sprake van een arteriële hypoxemie, de arteriële PCO2 is laag normaal. Wat is de vermoedelijke oorzaak voor de hypoxemie? a. Alveolaire hypoventilatie b. Diffusiestoornis c. Pulmonale hypertensie d. Ventilatie-perfusie mismatch Diffusiestoornis
Bronchiolitis is een ontsteking van de luchtwegen die vooral bij jonge kinderen voorkomt (<2 jr). In de meeste gevallen is de verwekker het: a. ECHO-virus b. Rhinovirus c. Rotavirus d. RS-virus RS-virus
Allergische reacties kunnen in verschillende typen worden onderverdeeld. Een extrinsieke allergische alveolitis behoort tot het type: a. Type I, IgE-gemedieerd b. Type II, IgG/IgM-gemedieerd c. Type III, immuuncomplexreactie d. Type IV, vertraagde overgevoeligheidsreactie Type III, immuuncomplexreactie
Welk van onderstaande mediatoren wordt bij degranulatie door de mestcellen nieuw gesynthetiseerd uit het membraan? a. Heparine b. Histamine c. Leukotriënen d. Tryptase Leukotriënen
Astma is een chronische inflammatoire aandoening van de luchtwegen waarbij verschillende ontstekingscellen een rol spelen. Het ontstekingsinfiltraat bij astma wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van vnl: a. Neutrofiele granulocyten b. Eosinofiele granulocyten c. Basofiele granulocyten Eosinofiele granulocyten
Bij opgenomen patiënten met CAP (community acquired pneumonia) wordt onderzoek gedaan naar de verwekker. Voor West-Europa en de VS is een van onderstaande de meest voorkomende verwekker. Dit is: a. Chlamydia species b. H. Influenza c. S. Aureus d. S. Pneumoniae S. Pneumoniae
Een gezonde persoon overlijdt ten gevolge van schedel/hersenletsel. Na uitblazen van de laatste adem zal het longvolume zich bevinden op het niveau van: a. De functionele residuaalcapaciteit b. Het residuaalvolume c. De totale longcapaciteit d. De vitale capaciteit De functionele residuaalcapaciteit
Wat is onder de Westerse bevolking de frequentste oorzaak voor bronchiëctasiën? a. Cystic Fibrosis b. Ernstige pneumonie op kinderleeftijd c. Hypogammaglobulinemie d. Primaire ciliaire dyskinesie Cystic Fibrosis
Bij een kind van 5 jaar met ernstige hoestbuien wordt een bloedbeeld bepaald. Welke van onderstaande bevindingen steunt de diagnose kinkhoest? a. Een eosinofiele granulocytose b. Een lymfocytose c. Een monocytose d. Een neutrofiele granulocytose Een lymfocytose
Na een VATS-procedure (Video-Assisted ThoracoScopie) ivm verdachte afwijking mediastinum onder aortaboog, klaagt patiënte over een zachte, hese stem en verslikken. Zeer waarschijnlijk letsel van de: a. Larynx b. Oesophagus c. N. laryngeus inferior d. N. vagus N. laryngeus inferior
Bij een 38-jarige man wordt in een open longbiopt een beeld gezien met intra-alveolaire hemorragie. Dit wijst het meest op de volgende aandoening: a. Asbestose b. Extrinsieke allergische alveolitis c. Sarcoïdose d. Syndroom van Goodpasture Sarcoïdose
Meneer Ying heeft een nasofarynxcarcinoom. In welke halsregio verwacht u de eerste halskliermetastase? a. Submandibulair b. De voorste halsdriehoek c. Supraclaviculair d. De achterste halsdriehoek De achterste halsdriehoek
Bij patiënten met thalassemie is er een verminderde zuurstofafgifte vanuit het bloed naar de weefsels. De belangrijkste oorzaak hiervan is: a. Aanwezigheid van afwijkend hemoglobine in het bloed b. Aanwezigheid van verhoogd CO2 in het bloed c. Een verminderde concentratie 2,3-difosfoglyceraat in het bloed d. Een vermindering van het aantal erytrocyten Aanwezigheid van afwijkend hemoglobine in het bloed
De MINST waarschijnlijke oorzaak voor shock bij een acute ongevalpatiënt is: a. Bloedverlies intra-abdominaal b. Harttamponade c. Septische shock d. Spanningspneumothorax Septische shock
Behandeling van ijzergebreksanemie met oraal ijzerfumaraat zal minder effectief zijn bij een patiënt met in de voorgeschiedenis een resectie van: a. Colon b. Ileum c. Maag Maag
De bloed-gasbarrière in de long wordt gevormd door het endotheel van de capillairen en het epitheel van de longblaasjes. De dikte van deze barrière is ongeveer: a. 0,5 micrometer b. 5 micrometer c. 50 micrometer 0,5 micrometer
Bij de inademing vindt contractie plaats van de middenrifspier (diafragma). welke zenuw verzorgt de motorische innervatie van het diafragma? a. De truncus sympathicus b. de n. vagus c. de n phrenicus de n. phrenicus
Met betrekking tot de maximale inspiratiebeweging vanuit maximale expiratiestand staand is een van de onderstaande beweringen JUIST: a. de lever verplaatst zich ten opzichte van de wervelkolom in craniale richting. b. de nieren verplaatsen zich ten opzichte van de wervelkolom in craniale richting. c. de processus xyphoideus verplaatst zich ten opzichte van de wervelkolom craniaal de processus xyphoideus verplaatst zich ten opzichte van de wervelkolom craniaal
Wat is het belangrijkste kenmerk van de fosfolipidemoleculen voor hun werking als surfactant? a. het molecuul bestaat voornamelijk uit betasheets b. het molecuul bezit polaire en apolaire gedeeltes c. het molecuul is sterk vertakt d. het molecuulgewicht is lager dan 150 Het molecuul bezit polaire en apolaire gedeeltes
Van de onderstaande kwabben komen bronchiëctasieen, als ze beperkt blijven tot 1 kwab, het vaakst voor in: a. de linker bovenkwab b. de linker onderkwab c. de rechter bovenkwab d. de rechter onderkwab De linker onderkwab
Voor het behandelen van longkanker worden chemotherapeutica gebruikt. Welk hieronder genoemd therapeuticum wordt het meest bij longtumoren gebruikt? a. chloorambucil b. cisplatinum c. cytarabine d. mercaptopurine cisplatinum
Bij longfibrose bestaat verlittekening van het longweefsel, die het orgaan stug maakt. Wat neemt hierbij toe? a. compliantie b. elasticiteit c. luchtwegweerstand elasticiteit
In Nederland is hoesten een van de meest voorkomende klachten waarvoor de HA wordt geconsulteerd. De incidentie per 1000 patienten ligt per jaar het dichtst bij: a. 100 b. 300 c. 600 100
Bij longemfyseem is sprake van destructie van longweefsel. Welke parameter neemt hierbij af? a. luchtwegweerstand b. pulmonale compliantie c. pulmonale elasticiteit d. totale longcapaciteit pulmonale elasticiteit
Pneumocystis carinii/jiroveci kan oorzaak zijn van pneumonie bij immuungecompromitteerde patienten. Grootste risicofactor hiervoor is: a. chronische granulomateuze ziekte (CGD) b. granulocytopenie c. HIV/AIDS d. hypogammaglobulinemie HIV/AIDS
Een vrouw van 22 is bekend met allergisch astma. Ze gebruikt alleen salbutamol znl. Sinds haar verhuizing heeft ze meerdere malen per week klachten en is ze meerdere nachten kortademig. Wat is uw behandelvoorstel? Meest optimale medicamenteuze beleid? a. Ongewijzigde therapie: salbutamol zn b. toevoegen inhalatiecorticosteroïd c. toevoegen langwerkende beta-agonist d. toevoegen theofylline toevoegen inhalatiecorticosteroïd
Een vrouw van 55 ondergaat complete resectie li wegens longCa. Hoe zal globaal de longfunctie veranderen ten opzichte van hiervoor, aannemende dat het carcinoom de longfunctie nauwelijks beïnvloedt? a. VC50% minder en FEV1/VC50% minder b. VC50% minder, FEV1/VC vrijwel gelijk c. VC vrijwel gelijk, FEV1/VC 50% minder d. VC en FEV1/VC vrijwel gelijk VC 50% minder, FEV1/VC vrijwel gelijk
Een bewusteloze man wordt op de SEH gezien. Hij is hypoxemisch en de hypoxemie is matig te corrigeren met ruim extra zuurstof. Welke van onderstaande mechanismen komt het meest in aanmerking als oorzaak hiervan? a. alveolaire hypoventilatie b. diffusiebeperking c. links-rechts shunt d. ventilatie/perfusiemismatch ventilatie/perfusiemismatch
Een man van 72, roker, is benauwd bij inspanning. Hij hoest chronisch met blank sputum. Longfunctie toont VC 3,2L (n=3,6) en FEV1 van 1,0L (n=2,9). Behandelend arts overweegt COPD. Welke van onderstaande gegevens past het best bij deze diagnose? a. FEV1 neemt onvoldoende toe na bronchusverwijding b. FEV1 neemt voldoende toe na bronchusverwijding c. Histamineprovocatie laat geen verlaagde drempel zien d. histaminoprovocatie laat een verlaagde drempel zien De FEV1 neemt onvoldoende toe na bronchusverwijding
De frequentie van voorkomen van astma op de lagere schoolleeftijd is: a. 0,5% b 2-3% c 5-10% 5-10%
Na een operatie aan zijn aortakleop is de heer De Vries hees. Hiervoor wordt hij verwezen naar de KNO-arts. Bij navraag zegt hij dat hij kortademig wordt bij inspanning. Bij stembandonderzoek ziet de KNO-arts stilstand van de larynxhelft: a. Links, waarbij deze in abductie staat b. Links, waarbij deze in adductie staat c. Rechts, waarbij deze in abductie staat d Rechts, waarbij deze in adductie staat Links, waarbij deze in abductie staat
Het roken van sigaretten leidt onder andere tot een toename van een bepaald soort cellen in de longen. Deze toename betreft: a. Pneumocyten b. Slijmbekercellen c. Trilhaarcellen Slijmbekercellen
Tissue Plasminogen Activator (TPA) kan een effectief medicijn zijn voor mensen die een infarct hebben gehad. Deze zet plasminogeen om in plasmine. Plasmine: a. Bindt fibrinogeen b. lost bloedstolsels op c. vangt Ca++ ionen weg d. Zorgt voor verwijding van de bloedvaten Lost bloedstolsels op
Het molecuul immunoglobuline G (IgG) bestaat uit meerdere dmv disulfidebruggen gekoppelde eiwitketens. Het molecuul is opgebouwd uit: a. Een zware en een lichte keten b. een zware en twee lichte ketens c. een lichte en twee zware ketens d. twee zware en twee lichte ketens Twee zware en twee lichte ketens
De MINST waarschijnlijke oorzaak voor shock bij een acute ongevalpatient is: a. Bloedverlies intra-abdominaal b. Harttamponade c. Septische shock d. Spanningspneumothorax Septische shock
Een patient met megaloblastaire anemie heeft een tekort aan zowel foliumzuur als aan vitamine B12. Indien uitsluiten suppletie van foliumzuur plaatsvindt dreigt het optreden van: a. Gecombineerde strengziekte b. Hyperhomocysteïnemie c. Polycytemie Gecombineerde strengziekte
Perniciceuze anemie wordt veroorzaakt door een tekort aan: a. foliumzuur b. ijzer c. intrinsic factor intrinsic factor
Welke van onderstaande cellen van het immuunsysteem produceren antilichamen? a. dendritische cellen b. Macrofagen c. Plasmacellen d. T-lymfocyten Plasmacellen
Bij sikkelcelanemie wordt de hemolyse veroorzaakt door een afwijking in: a. De erytrocytencelmembraan b. De energiecyclus van de erytrocyten c. De hemoglobine in de erytrocyten d. De celkern van de erytrocyten De hemoglobine in de erytrocyten
Welk immunoglobuline komt voor als pentameer? a. IgA b. IgD c. IgE d. IgG e. IgM IgM
De kenmerken van een hooggradig lymfoom zijn: a. relatief goedaardig beloop, hoog stadium (III/IV), in principe niet curatief behandelbaar b. Relatief goedaardig, laag stadium (I/II), ip niet curatief c. snel progressief, III/IV, ip curatief d. Snel progressief, I/II, ip curatief Snel progressief, hoog stadium (III/IV), ip curatief behandelbaar
Bij welke bewegingen van het kniegewricht is scheuring van de voorste kruisband het meest waarschijnlijk? a. Extensie en endorotatie b. Extensie en exorotatie c. Flexie en endorotatie d. Flexie en exorotatie Flexie en endorotatie
Musculeuze arterien zijn opgebouwd uit onder andere de volgende drie lagen. Verreweg de dikste is de: a. Tunica intima b. Tunica elastica c. Tunica media Tunica media
We kunnen twee soorten spiervezels onderscheiden, rode en witte spiervezels. Rode spiervezels produceren hun energie vooral via de volgende metabole route: a. beta-oxidatie b. glycolyse c. oxidatieve fosforylering oxidatieve fosforylering
In de linkerlong is een duidelijke afdruk van het hart aanwezig. Het grootste gedeelte van de hartafdruk bevindt zich in de: a. Lobus inferior b. Lobus superior Lobus superior
Jasper is een prematuur (voor de 7e mnd) geboren baby met ademhalingsproblemen als gevolg van een tekort aan surfactans. Surfactans wordt geproduceerd door: a. De gladde spiercellen in het longweefsel b. De T-cellen in de longen c. Pneumocyten type II Pneumocyten type II
CO2 is een restproduct van het metabolisme, wordt via het bloed getransporteerd en wordt uiteindelijk via de longen uitgescheiden. Bij dit gehele proces speelt het enzym koolzuuranhydrase een belangrijke rol. Het meeste koolzuuranhydrase zit in: a. Alveolaire cellen b. Bloedplasma c. Endotheelcellen d. Rode bloedcellen Rode bloedcellen
Afwijkingen in de thorax kunnen verplaatsing geven van het mediastinum. Bij een spanningspneumothorax verplaatst het mediastinum zich: a. niet b. naar de contralaterale zijde c. naar de ipsilaterale zijde naar de contralaterale zijde
in de behandeling van astma spelen bronchodilatoren een grote rol. Welke twee groepen geneesmiddelen zorgen voor verwijding van de bronchiën? a. beta1-receptoragonist en muscarinereceptorantagonisten b. beta2-receptoragonist en muscarinereceptorantagonist c. beta2-receptoragonist en muscarinereceptoragonist Beta2-receptoragonisten en muscarinereceptorantagonisten
De doorsnede van de bronchiën wordt beïnvloed door hormonen. Het hormoon adrenaline stimuleert: a. bronchodilatatie b. bronchoconstrictie bronchodilatatie
Bronchusobstructie bij astma treedt op na contact met stoffen. Het mechanisme is allergie of bronchiale hyperreactiviteit. Indien astma verergert door aspirine is dit meestal via het mechanisme van: a. allergie b. bronchiale hyperreactiviteit bronchiale hyperreactiviteit
Ter preventie van legionella zijn bepaalde maatregelen aangewezen. Een hiervan is het opwarmen van het water tot minimaal een bepaalde temperatuur aan het tappunt. Deze ligt tussen: a. 40-49 graden b. 50-59 graden c. 60-69 graden d. 70-79 graden 70-79 graden
Welke van onderstaande bacteriële verwekkers is het vaakst verantwoordelijk voor een bacteriële pneumonie na een doorgemaakte virusinfectie van de luchtwegen? a. klebsiella pneumoniae b. mycoplasma pneumoniae c. pseudomonas aeruginosa d. streptococcus pneumoniae streptococcus pneumoniae
Bronchuscarcinomen worden veroorzaakt door roken in: a. 20-30% van de gevallen b. 50-60% van de gevallen c. >85% van de gevallen >85% van de gevallen
Een vrouw van 38 wordt in een halve dag ziek met hoesten en koorts. Bij LO valt een demping op met bronchiaal ademgeruis en crepitaties over de rechter onderkwab, ze is duidelijk cyanotisch. Welk mechanisme zal verantwoordelijk zijn voor de cyanose? a. Afkoeling bij koorts b. Alveolaire hypoventilatie c. Diffusiestoornis d. Shunteffect Diffusiestoornis
Van mensen die langdurig en regelmatig roken zal ongeveer de helt eraan overlijden. Welke van hieronder genoemde aandoeningen is niet gerelateerd aan roken? a. COPD b. Foetale en neonatale dood c. Maligne melanoom d. Ziekte van Crohn Maligne melanoom
Je vermoedt bij een dyspnoïsche patiënt longembolieën. Welk gegeven uit je LO versterkt dit vermoeden? a. eenzijdige hypersonore percussie over de thorax b. piepend verlengd expirium c. verhoogde centraal veneuze druk verhoogde centraal veneuze druk
Een kind van 10 maanden is opgenomen ivm een RSV. Bij deze aandoening past een verlengd: a. exspirium b. inspirium exspirium
Bij een patiënt wordt na tracheotomie een tracheacanule zonder cuff aangebracht. Een van de nadelen hiervan in vergelijking met een canule met cuff is de: a. mogelijkheid van aspiratie b. onmogelijkheid van snuiten c. onmogelijkheid van spreken mogelijkheid van aspiratie
Er zijn een aantal inflammatoire longaandoeningen waarbij eosinofiele granulocyten op de voorgrond staan. Bij welke aandoening is dit NIET het geval? a. Astma b. Bronchopulmonale aspergillosis c. Churg-Strauss syndroom d. Pneumocystis-Jirovicii infectie Pneumocystis-Jirovicii infectie
De bloedvoorziening van het ovarium wordt hoofdzakelijk verzorgd door de a. ovarica. Deze is een aftakking van: a. Aorta b. A iliaca interna c. A. pudenda interna Aorta
Welke van onderstaande omstandigheden in het bloed leidt het meest frequent tot cyanose? a. Verhoogde concentratie co2 b. verhoogde concentratie gedeoxygeneerd hemoglobine c. verhoogde concentratie vrij hemoglobine d. verlaagde concentratie erytrocyten verhoogde concentratie van gedeoxygeneerd hemoglobine
De ziekte van Raynaud is niet gelijkmatig verdeeld over de populatie. Deze aandoening komt vooral voor bij: a. mannen b. vrouwen vrouwen
Bij de behandeling van chronisch atriumfibrilleren dient ook profylactisch gezorgd te worden voor antistolling. Welk geneesmiddel is hiervoor geïndiceerd? a. acenocoumarol b. streptokinase Acenocoumarol
Er worden verschillende vormen van anemie onderscheiden. Een gebrek aan intrinsic factor is kenmerkend voor: a. aplastische anemie b. polycytemie c. pernicieuze anemie d. sikkelcelanemie pernicieuze anemie
De heer Dekkers, 62 jr, kwam bij de HA ivm moeheid. De huisarts stelt megaloblastaire anemie vast. In VG heeft pt een maagoperatie gehad vanwege een ulcus. Meest waarschijnlijke oorzaak voor anemie is tekort van: a. foliumzuur b. ijzer c. vitamine A d. vitamine B12 Vitamine B12
Welke van volgende groep patiënten hebben de sterkste indicatie voor vaccinatie tegen streptococcus pneumoniae? Patiënten met: a. DM b. Hartfalen c. Miltextirpatie d. Reumatoïde artritis Reumatoïde artritis
Een meisje van 14 met heftig bloedverlies bij de menstruatie heeft een ijzergebreksanemie. Het bijpassende bloedverlies is: a. macrocytair b. microcytair c. normocytair microcytair
De aanleg voor hemofilie A wordt geslachtsgebonden overgeërfd. De kans dat vrouwen die één gemuteerd allel hebben, de aanleg doorgeven aan hun zoon is per zwangerschap: a. 25% b. 50% c. 100% 50%
Bij een traumapatiënt is rechts een humerusfractuur. Bij LO motoriek valt op dat knijpkracht vingers rechts lager is. Sensibiliteit van hand en vingers is intact. Indien zenuwletsel, welke zenuw? a. N. medianus b. N. radialis c. N. ulnaris N. radialis
De sterkte van de respons van een zenuwcel op een stimulus wordt vooral bepaald door het volgende aspect van de stimulus: a. amplitude b. duur c. frequentie frequentie
Pernicieuze anemie wordt veroorzaakt door een tekort aan: a. foliumzuur b. ijzer c. intrinsic factor intrinsic factor
Een man heeft zijn gehele rechterarm en -hand aan voor- en achterzijde ver-brand. Zijn gehele romp blijkt aan de voorzijde verbrand. Het totale verbrande lichaamsoppervlak (TVLO) ligt dan het dichtst bij: a. 9 % b. 18 % c. 27 % d. 36 % e. 45 % 27%
Welk histologisch type longkanker komt het meest frequent voor? a. adenocarcinoom b. grootcellig longcarcinoom c. kleincellig longcarcinoom d. plaveiselcarcinoom adenocarcinoom
Het pH-optimum van het enzym pepsine ligt bij pH: a. 3,0 b. 6,0 c. 9,0 3,0
Een man van 50 jaar wordt met antibiotica behandeld voor een pneumonie. Tien dagen na de behandeling ontstaat een ileus met bloederige diarree Er wordt een Clostridium difficile geïsoleerd. De meest waarschijnlijke diagnose voor de diarree is: a. invaginatie b. mesenteriale trombose c. pseudomembraneuze colitis d. toxisch megacolon pseudomembraneuze colitis
U wordt als HA geroepen bij een 72-jarige man met acute heftige pijn in de rechter flank met bewegingsdrang en rode urine. Hij is misselijk, niet gebraakt. Uw diagnose: niersteenkoliek. U besluit zijn pijn te behandelen. Het middel van eerste keus is: a. diclofenac b. morfine c. paracetamol diclofenac
Voor diagnose coronaire hartziekte wordt onder ander gebruik gemaakt van het inspannings-elektrocardiogram. De voorspellende waarde van een afwijkende testuitslag is bij vrouwen vóór de menopauze in vergelijking met mannen in dezelfde leeftijdsfase: a. kleiner b. gelijk c. groter kleiner
Enuresis nocturna wordt 'secundair' genoemd als: a. dit verschijnsel gebeurt op een traumatische gebeurtenis b. een van beide ouders enuretisch was in de kinderjaren c. er een periode van continentie aan vooraf is gegaan er een periode van continentie aan vooraf is gegaan
De veneuze afvloed van het distale deel van het rectum gaat voornamelijk via de: a. v. portae hepatis b. v. iliaca interna v. iliaca interna
Een van de spieren van de hamstrings heeft zijn insertie op het caput fibulae. Dit is de: a. m. biceps femoris b. m. semimembranosus c. m. semitendinosus m. biceps femoris
Bij een 'dropping hand' is de patient niet in staat om de pols actief naar dorsaal te buigen. Dit wordt veroorzaakt door uitval van de: a. n. medialis b. n. radialis c. n. ulnaris n. radialis
Bij een vrouw van 45 jaar met astma wordt bij herhaling een bloeddruk gemeten van 170/100 mmHg. Welk antihypertensivum is gecontra-indiceerd? a. captopril b. chloortalidon c. metoprolol metoprolol
Een 72-jarige met de ziekte van Parkinson heeft een onzeker looppatroon, retropulsie en bradykinesie. Hij is éénmaal gevallen. Welk hulpmiddel is het meest geschikt om lopen veiliger te maken? a. Een looprek b. Een rollator c. Een wandelstok Een rollator
Patienten die al langer behandeld worden met een hoge dosis corticosteroïden kunnen postoperatief hypotensie en shock ontwikkelen. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak? a. Hypovolemie b. Primaire bijnierschorsinsufficiëntie c. Secundaire bijnierschorsinsufficiëntie Secundaire bijnierschorsinsufficiëntie
In welk van de onderstaande buisvormige structuren bevinden zich slijmvormende klieren? a. Mannelijke urethra b. Tuba uterina c. Ureter d. Vrouwelijke urethra Mannelijke urethra
Astigmatisme is een brekingsfout van het oog. In de meerderheid van de gevallen wordt astigmatisme veroorzaakt door: a. cornea b. lens c. retina Cornea
Spieratrofie bij poliomyelitis berust op beschadiging in het zenuwstelsel. Deze beschadiging bevindt zich ter hoogte van de: a. motorische hersenschors b. decussatio pyramidum c. motorische voorhoorncellen d. motorische eindplaten in de spier Motorische voorhoorncellen
De myenterische plexus (plexus Auerbach) in de darm is verantwoordelijk voor de: a. absorptie b. intestinale secretie c. motorische activiteit motorische activiteit
Bij een normaal functionerende long bestaat het longsurfactant uit diverse fosfolipiden die in verschillende concentraties voorkomen. Van welk van onderstaande fosfolipiden is de concentratie het hoogst? a. Cardiolipine b. Fosfatidylserine c. Lecithine d. Sfingomyeline Lecithine
Vrouw van 53 naar mammapoli wegens een gevonden afwijking re. Bij LO een palpabele afwijking van 1,5 cm, vast-onregelmatig, X-mammografie uitslag ‘onzeker maligne’, cytologische punctie toont maligne cellen. Patiënte wil borstsparende behandeling. a. gemodificeerde radicale mastectomie b. lumpectomie c. lumpectomie met okselklierdissectie d. lumpectomie met schildwachtklierprocedure lumpectomie met schildwachtklierprocedure
Welke stelling over coronary artery bypass grafting (CABG) en percutane transluminale coronaire angioplasty (PTCA/dotteren) is waar? a. CABG verdient de voorkeur boven PTCA bij een significante stenose in zowel de RCA als de CX b. CABG verdient de voorkeur boven PTCA bij een symptomatisch acuut myocardinfarct c. CABG verdient de voorkeur boven PTCA bij ernstig meertakslijden CABG verdient de voorkeur boven PTCA bij ernstig meertakslijden, ongeacht de symptomen
Er zijn hormonen die de afbraak van glycogeen bevorderen. Tot deze hormonen behoort: a. aldosteron b. glucagon c. insuline d. oestrogeen Glucagon
Een man met testistumor wordt lokaal bestraald. Om de geslachtscellen zoveel mogelijk te beschermen wordt de spermatogenese tijdelijk geremd met hormonen. Om na behandelen de spermatogenese weer op het oude niveau te brengen is volledig herstel nodig van: a. alleen de LH-concentraties in het bloed b. alleen de FSH-concentraties in het bloed c. zowel de LH- als FSH-concentraties in het bloed Zowel de LH- als FSH-concentraties in het bloed
De meest voorkomende verwekker van een in het ziekenhuis opgelopen wondinfectie is: a. Candida albicans b. Klebsiella pneumoniae c. Pseudomonas aeruginosa d. Staphylococcus aureus e. Streptococcus pyogenes Staphylococcus aureus
Volgens de indeling van Gell en Coombs worden er vier typen immunologische overgevoeligheidsreacties onderscheiden. Een van deze typen wordt door IgE gemedieerd. Dit is de: a. type-I-reactie b. type-II-reactie c. type-III-reactie d. type-IV-reactie type-I-reactie
In de vroege fase van een snel progressieve glomerulonefritis is een van onderstaande medicamenteuze behandelingen meest aangewezen. Het betreft behandeling met: a. Antibiotica b. Antihypertensiva c. Immunosuppressiva d. NSAID's Antihypertensiva
Een open fractuur kan worden ingedeeld volgens Gustilo. Indien de wond groter is dan 1 cm met uitgebreide wekedelenschade en adequate bedekking van het onderliggende bot, is er sprake van een fractuur: a. Graad I b. Graad II c. Graad IIIA d. Graad IIIB e. Graad IIIC Graad IIIA
Verspreiding van virale infecties kan via de huid gebeuren. Bij een van onderstaande virussen is dit frequent het geval. Dit is bij het: a. Mazelenvirus b. Parvovirus c. Pokkenvirus d. Varicellazostervirus Varicellazostervirus
De uitvoering van infectiebestrijding en JGZ zijn taken van de GGD uit de wet publieke gezondheidszorg. Welke derde taak heeft de GGD ook vanuit de WPG? a. het verwerven van inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking b. de uitvoering van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker c. het handhaven van de tabakswet en van de drank- en horecawet het verwerven van inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking
In welke van de volgende situaties is de kans het grootst dat er een levensbedreigende aandoening aan een syncope ten grondslag ligt? a. langdurige voorgeschiedenis van syncope b. syncope bij langdurig staan in een warme ruimte c. syncope direct na de maaltijd opgetreden d. syncope volgend op hartkloppingen Syncope volgend op hartkloppingen
Hemofilie-A en hemofilie-B hebben vrijwel gelijke fenotypes. Deze ziektes zijn het resultaat van mutaties in verschillende op het X-chromosoom gelegen genen. Waar is er sprake van? a. Allelische heterogeniteit b. Locus heterogeniteit c. Samengestelde heterozygotie d. Variabele expressie Locus heterogeniteit
Een patient heeft een bepaalde AV-geleidingsstoornis. Op het ECG worden naast regelmatige cycli ook cycli gezien waarin de P-top niet wordt gevolgd door QRS. In cycli hieraan voorafgaand is er geen verlengde PQ-tijd. Dit is een: a. eerstegraads AV-geleidingsstoornis b. type-1-tweedegraads geleidingsstoornis c. type-2-tweedegraads geleidingsstoornis d. derdegraads AV-geleidingsstoornis type-2-tweedegraads geleidingsstoornis
Man, 58, naar SEH, pijnlijke knie re 3dgn. Kenmerken ontsteking. Jaren bekend met jicht. Med: B-blokker, ACE-rem., acetylsal., diureticum en insuline. Bij LO veel pijn, hemodyn stabiel, gonartritis, geen tofi/letsels. Welk onderzoek meest onderscheidend? a. Bepaling urinezuurgehalte b. BSE (of CRP), leukocytengetal met differentiatie c. Gewrichtspunctie met onderzoek van synoviaal vocht d. Proefbehandeling met colchicine Gewrichtspunctie met onderzoek van synoviaal vocht
De myelineschede bevat een soort vetten die in cellen buiten het zenuwstelsel veel minder voorkomt. Om welke klasse vetten gaat het? a. Fosfolipiden b. Steroïden c. Triacylglycerolen Fosfolipiden
Hormonen spelen een belangrijke rol bij de calciumhuishouding. Welk hormoon veroorzaakt een verlaging van het calciumniveau in het bloed? a. Angiotensine b. Calcitonine c. Calmoduline d. Vasopressine Calcitonine
Welk van onderstaande bevindingen past het beste bij de diagnose abortus imminens? a. Bij toucher een gesloten osteum b. Bij GO zwangerschapsweefsel dat uit de uterusholte wordt gedreven c. Subjectieve zwangerschapsverschijnselen zijn verdwenen d. De zwangerschapstest in de urine van de vrouw is negatief Bij toucher vindt men een gesloten osteum
Welke van onderstaande machtigingen is niet geregeld in de wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen? (BOPZ) a. de observatiemachtiging b. de rechterlijke machtiging op eigen verzoek c. de voorlopige rechterlijke machtiging d. de zelfbindingsmachtiging de observatiemachtiging
Omdat de 7-jarige Joep zijn jongere zusje pest, mag hij geen koekje pakken. Dat hij geen koekje mag pakken is leertheoretisch een vorm van: a. negatieve bekrachtiging b. negatieve straf c. positieve bekrachtiging d. positieve straf negatieve straf
Met de stemvorkproeven kun je differentiëren tussen een conductief en perceptief gehoorverlies. Bij een patient met eenzijdig verlies (40dB) is Rinne bdz positief en Weber wordt waargenomen rechts. De meest logische conclusie is dan: a. Conductief gehoorverlies li b. conductief gehoorverlies re c. perceptief gehoorverlies li d. perceptief gehoorverlies re perceptief gehoorverlies li
Bij auscultatie van de aortaklep kan een betere interpretatie worden gekregen door de patient: a. in rechter zijligging te onderzoeken b. in linker zijligging te onderzoeken c. in voorovergebogen positie te onderzoeken d. te vragen diep in te ademen In voorovergebogen positie te onderzoeken
Een patiente komt op het spreekuur met klachten van haar elleboog. Na anamnese en LO wordt de diagnose epicondylitis lateralis gesteld (tennis). Welk advies tav bewegen krijgt patient? a. Ze moest de arm belasten ogv klachten en handelingn die pijn doen vermijden b. alleen indien de pijn toeneemt activiteiten verminderen c. ze moet de arm in een mitella dragen tot de klachten weg zijn Alleen indien de pijn toeneemt activiteiten verminderen
Een 2-jarig meisje wordt op het CB gezien. Zij wordt beoordeeld met het Van Wiechenschema. Ze kruipt maar loopt nog niet los. ze spreek 2 woorden en begrijpt opdrachtjes. Ze pakt voorwerpen met een harkende beweging. In hoeveel domeinen loopt ze achter? a. Eén b. Twee c. Drie d. Vier Drie
Van de pasgeborenen met een oesofagusatrsie heeft een bepaald deel een fistel tussen een oesofagusdeel en de trachea. Dit deel ligt het dichtst bij: a. 10% b. 30% c. 60% d. 90% 90%
Bij multivariate analyse maakt met onderscheid tussen forward stepwise analysis en backward stepwise analysis. Wat is het onderscheid? a. Bij forward stelt men een rangorde van predictoren op, bij backward niet b. bij forward vindt eliminatie van de zwakste predictoren plaats, bij backward niet c. bij forward maakt men restricties tav het model, bij backward niet Bij forward stelt men een rangorde van predictoren op, bij backward niet
Met het begrip continue gegevens wordt bedoeld: a. gegevens die over langere tijd gelijk blijven b. gegevens die continue in vaste klassen blijven, zoals bijvoorbeeld sekse c. gegevens die alleen bij benadering gemeten kunnen worden Gegevens die alleen bij benadering gemeten kunnen worden
Indien een monoclonale component wordt aangetroffen in de immunoglobulinefractie van het serum van een patietn, is dit een sterke indicatie dat deze patient lijdt aan: a. een systemische infectie van een virus b. een vorm van B cel kanker c. Een primaire immuundeficiëntie d. een chronische auto-immuunziekte Een vorm van B cel kanker
Een clinical trial is een vorm van een geplande experimentele studie, ontworpen om de klinische uitkomst van nieuwe behandelingen bij mensen te onderzoeken. In welk Faseonderzoek wordt een nieuwe behandeling volledig geëvalueerd? a. Fase I onderzoek b. Fase II onderzoek c. Fase III onderzoek d. Fase IV onderzoek Fase III onderzoek
Een patient vertelt dat hij sinds enkele dagen last heeft van dubbelzien, vooral bij het lezen. De beelden worden schuin boven elkaar waargenomen. Het dubbelzien neemt af als hij zijn hoofd enigszins gekanteld houdt en de kin naar beneden. Parese: a. N abducens b. N. oculomotorius c. N. trigeminus d. N. trochlearis N. trochlearis
Taaislijmziekte (cystic fibrosis) erft autosomaal recessief over. Wat is de kans dat een gezonde broer van een taaislijmziektepatiënt drager is van de ziekte? a. Een half b. Een vierde c. Nul d. Tweederde Tweederde
Bij een hereditair mammacarcinoom veroorzaakt door mutaties in de borstkankergenen BRCA1 en BRCA2 bestaat een sterk verhoogd risico op het ontstaan van: a. coloncarcinoom b. ovariumcarcinoom c. endometriumcarcinoom d. vulvacarcinoom Ovariumcarcinoom
Een 45-jarige man heeft sinds 3wkn uitstralende pijn in de linkerarm en krachtsverlies linkerarm. Er is uitstraling van de pijn naar duim en wijsvinger, passend bij radiculair syndroom C6 li. Welke bevinding ondersteunt dit het beste? a. Een verlaagde of afwezige bicepsreflex links b. Een verlaagde of afwezige tricepsreflex links c. Een verlaagde of afwezige vingerflexiereflex links (Hoffmann-Trömner) d. Normale reflexen links Een verlaagde of afwezige bicepspeesreflex
Een patiënt wordt door de neuroloog gezien ivm afhangende mondhoek rechts. Bij neurologisch onderzoek kan pt beide ogen dichtknijpen. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak voor dit beeld? a. Een centrale facialisparese vanuit li hemisfeer b. Een centrale facialisparese vanuit re hemisfeer c. Een perifere facialisparese vanuit li n.facialis d. Een perifere facialisparese vanuit re n. facialis Een centrale facialisparese vanuit li hemisfeer
Voor effectieve preventie van ziekte is inzicht nodig in de oorzaken van de aandoening. De belangrijkste oorzaak van vermijdbare ziekten in Nederland is: a. infectie b. ongezonde leefstijl c. onveilig gedrag in het verkeer d. slechte hygiëne Ongezonde leefstijl
Een 70-jr vrouw is opgenomen omdat zij van de trap is gevallen. Geen fracturen. Ze klaagt over onzeker lopen sinds enkele mnd. Romberg: ogen open ok, ogen dicht valneiging. Romberg positief. Waarschijnlijke oorzaak? a. Een cerebellair probleem b. Een probleem van de achterstrengfuncties (propriocepsis) c. Een probleem van de evenwichtsorganen Een probleem van de evenwichtsorganen
Bij onderzoek van een zwelling op de behaarde hoofdhuid van een volwassen man blijkt dat het wordt veroorzaakt door een tumor van ca 2cm. Deze is los van de huid en onderliggend weefsel te bewegen. De tumor voelt vast-elastisch aan. Diag? a. Dermatofibroom b. Epidermoïdcyste c. Lipoom d. Naevus sebaceus Epidermoïdcyste
Braken kan medicamenteus behandeld worden door het geven van anti-emetica. Deze stoffenb ehoren tot een aantal verschillende groepen geneesmiddelen. Welk van de hieronder genoemde groepen geneesmiddelen bevat geen anti-emetica? a. Antihistaminica b. Beta-adrenerge antagonisten c. Dopamineantagonisten d. 5-HT3-(serotonine)-antagonisten Beta-adrenerge antagonisten
Zonder bescherming zijn 25-40% van tetanusinfecties dodelijk. Daarom wordt men regelmatig gecontroleerd op tetanus-vaccinatie bij verwonding. Als vaccinatie >10 jr geleden is of niet afgemaakt, wordt geadviseerd: a. Actieve immunisatie en passieve immunisatie b. actieve immunisatie zonder passieve immunisatie c. passieve immunisatie zonder actieve immunisatie actieve immunisatie en passieve immunisatie
Scabiës wordt veroorzaakt door de mijt Sarcoptes scabiei. Infestaties zijn te herkennen aan gangen in e huid op bepaalde lokalisaties op het lichaam. Tot deze lokalisaties behoort: a. De bilnaad b. Het behaarde hoofd. c. De elleboogsplooien d. De polsen Het behaarde hoofd
Bij een missed abortion wordt het weefsel microscopisch onderzocht en gedacht aan partiële molazwangershap. Om te bewijzen wordt DNA-flowcytometrie gedaan. Bij diagnose vindt men DNA-index van: a. 1.00 (diploïd) b. 2.00 (tetraploïd) c. 1.5 (triploïd) d. <1.0 (hypodiploïd) 1.5 (triploïd)
Het lichaamsgewicht van een gezonde zwangere vrouw met een eenling zwangerschapt neemt toe met gemiddeld: a. 8kg b. 12kg c. 16kg d. 20kg 12 kg
Een pasgeborene heeft een ernstige hyperammoniëmie. Het dieet dat wordt voorgeschreven, na de initiële medicamenteuze behandeling, bevat zo min mogelijk: a. Eiwitten b. Koolhydraten c. Vetten Eiwitten
Bij blaarvorming van de huid kan door middel van een biopt de diepte van de splijting van de huid worden vastgesteld. Bij dermatitis herpetiformis ligt deze splijting van de huid: a. Subcorneaal b. Subepidermaal c. Suprabasaal Subepidermaal
Bij verdenking op een UWI wordt de nitriettest uitgevoerd. Welke van onderstaande bacteriën kunnen hiermee worden aangetoond? a. E Coli b. Staph Saprophyticus c. Strep Pneumoniae d. Strep Viridans E Coli
Bij neurologisch onderzoek staat de arts achter de patiënt en vraagt de patiënt haar schouders te heffen. De arts tracht met beide handen de schouders van patiënte naar beneden te drukken. Li en re worden vergeleken. Welke hersenzenuw wordt getest? a. N. IX (glossopharyngeus) b. N. X (n. vagus) c. N. XI (n. accessorius) d. N. XII (n. hypoglossus) N. XI (n. accessorius)
Er zijn verschillende zienswijzen voor de aard van zieketn. Wanneer een ziekte verondersteld wordt een eigen nosologische status te hebben, dan betekent dit dat deze ziekte: a. Als ziekte wordt benoemd door de patiënt b. Als ziekte wordt erkend door de arts c. Objectief vastgesteld kan worden Objectief vastgesteld kan worden
Voor het verkrijgen van toestemming van postmortale orgaandonatie zijn verschillende systemen mogelijk. Het invoeren van het "geen-bezwaar" model bij donatie betekent dat organen beschikbaar zijn voor donatie als: a. De donor in het register geen bezwaar heeft kenbaar gemaakt b. De nabestaanden geen bezwaar maken c. Het register een verklaring van geen-bezwaar bevat De donor in het register geen bezwaar kenbaar heeft gemaakt
Een vrouw van 39 heeft sinds puberteit migraine met aura. Ze komt bij de HA modat ze sinds een aantal uur felle hoofdpijn heeft. Ze zegt dat het nu helemaal anders is. Wat is de cruciale vraag voor een SAB? a. Of ze heeft gebraakt b. Of de pijn unilateraal zit c. Of de pijn plotseling begon d. Of de pijn erger wordt bij inspanning Of de pijn plotseling begon
Een vrouw van 50 heeft een dood gevoel en pijnlijke tintelingen aan rechterpink en ringvinger. Bij sensibele uitval kan ook een motorische uitval voorkomen. Welke spiergroep is hierbij het meest waarschijnlijk betrokken? a. De vingerbuigers b. De vingerspreiders c. De vingerstrekkers d. De oppositie van de duim De vingerspreiders
Welke cardiovasculaire veranderingen doen zich voorafgaand aan het 'gewone' flauwvallen voor? a. Daling RR, daling HF b. Daling RR, stijging HF c. Stijging RR, daling HF d. Stijging RR, stijging HF Daling RR, daling HF
In welk van onderstaande lymfeklierstations zijn de lymfeklieren het frequentst gezwollen? a. Axillair b. Hoofd-hals c. Inguinaal d. Supraclaviculair Hoofd-hals
Een 17-jr jongen heeft veel last van de rug. De orthopedisch chirurg heeft bij LO geconstateerd dat er een extreme kyfose is. Welke aandoening is waarschijnlijk aanwezig? a. De ziekte van Scheuermann b. Spondylolysis c. Spondylolisthesis De ziekte van Scheuermann
Bij de neurogene blaas wordt anticholinerge medicatie toegepast om de mictiefrequentie te verminderen. Het therapeutisch effect is het gevolg van de werking van medicatie op de: a. M detrusor vesicae b. M. sphincter vesicae M. detrusor vesicae
In de ontwikkeling van gentherapie wordt gebruik gemaakt van ribozymen. Ribozymen zijn bij uitstek geschikt voor: a. de expressie van gezonde eiwitten b. het uitschakelen van gemuteerde genen Het uitschakelen van gemuteerde genen
Bij de spiercontractie binden calciumionen aan troponine. Door welk proces wordt dit direct gevolgd? a. Binding van actine aan myosine b. Scheiding van myosine van het actine c. Het handhaven van myosinestructuur bij activatie van actine Binding van actine aan myosine
In een studie naar relatie tussen tv kijken tussen 5-15jr en roken 26-jr bleek dat 61% >2u tv keek. De populatie attributieve fractie voor deze duur werd berekend op 17%. Dit betekent dat: a. 17% van het roken bij deze populatie te wijten is aan >2u tv tussen 5-15jr b. 17% meer kans op roken op 26-jr bij >2u tv tussen 5-15jr c. 17% lagere kans op roken 26-jr bij <2u TV tussen 5-15 17% van roken bij 26-jr is te wijten aan gemiddeld >2u per dag TV kijken tussen 5-15 jaar
Het relatief-afferente pupildefect (RAPD) is karakteristiek voor een laesie van de n opticus. Welke van de gegeven situaties past bij een RAPD? a. Bij afdekken aangedane oog beide wijd b. Bij afdekken aangedane oog bdz meer vernauwing dan bij verlichten gezonde oog c. Bij belichting gezonde oog bdz vernauwing d. Bij belichting gezonde oog eenzijdig vernauwing e. Bij diffuus licht ongelijk Bij belichting gezonde oog ontstaat eenzijdige pupilvernauwing
Een patiënt ondergaat een totale thyreoïdectomie vanwege folliculair schildklierca, snijvlakken zijn vrij. Wat is de volgende stap? a. Afwachten b. Behandelen met radioactief jodium c. Meting van thyroglobulinegehalte in het bloed d. Scintigrafie met radioactief jodium Behandeling met radioactief jodium
Een 22-jarige man klaagt over een gevoel van vervreemding, waarbij hij zichzelf van een afstand bekijkt. Wat is de naam van dit symptoom? a. Depersonalisatie b. Hallucinatie c. Preoccupatie d. Illusoire vervalsing Depersonalisatie
Een 23-jarige man lijdt aan IBS. Geen aanwijzingen psych of som comorbiditeit. Beh middels CGT heeft geen effect. Psych besluit tot medicamenteuze behandeling. Wat is de eerste keuze? a. Atypisch antipsychoticum (risperidon, quetiapine) b. Monoaminooxidaseremmer (MAOremmer) c. Selectieve serotonineheropnameremmer (SSRI, sertraline, citalopram) Selectieve serotonineheropnameremmer (SSRI, sertraline, citalopram)
Om de oorzaak van een metabole acidose te ontdekken kan het bepalen van de aniongap belangrijk zijn. Een normale aniongap wordt gevonden bij: a. Ingestie van ammoniumchloride b. Ingestie van salicylaat c. Ketoacidose d. Lactaat acidose Ingestie van ammoniumchloride
Net zoals bij alle prikkelbare membranen worden in hartspiercellen de fasen door ionenstromen bepaald. Wat is de rol van kalium in deze actiepotentiaal? a. Door K+-instroom komt depolarisatie tot stand b. Door K+-instroom komt repolarisatie tot stand c. Door K+-uistroom komt depolarisatie tot stand d. Door K+-uitstroom komt repolarisatie tot stand Door K+-uitstroom komt repolarisatie tot stand
Presbyopie manifesteert zich meestal vanaf de leeftijd van: a. 15 jaar b. 25 jaar c. 35 jaar d. 45 jaar 45 jaar
Een 17-jarig meisje heeft primaire amenorroe. Als de oorzaak hiervan ovariumhypoplasie is, dan past hierbij een: a. Hypergonadotropie b. Hypogonadotropie Hypergonadotropie
Binnen de Wet Inkomen & Arbeid (WIA) wordt een % ongeschiktheid bepaald, waarvan het maximum 80-100% is. Obv wat wordt dit bepaald? a. De mate van invalidering door ziekte b. De mate van ongeschiktheid om werk te doen c. De verwachte duur van arbeidsongeschiktheid d. De mate van ongeschiktheid om het laatstverdiende loon te verdienen De mate van ongeschiktheid om het laatstverdiende loon te verdienen
Van een nieuwe bloedtest op zieket A is de sensitiviteit 80% en de specificiteit 90%. In een populatie met prevalentie 20%, is de negatief voorspellende waarde het dichtst bij: a. 5% b. 33% c. 67% d. 95% 95%
Een 20-jr vrouw bezoekt de SEH vanwege pijn rechtsonder in de buik. Bij aanvang van de klachten (halve dag) was de pijn vooral rond de navel. Voor welke aandoening is deze verloop het meest verdacht? a. Appendicitis acuta b. Extra-uteriende graviditeit c. Niersteenlijden d. Torsie van een ovariumcyste Appendicitis acuta
Een Weber A fractuur is een fractuur van de fibula: a. Distaal van de syndesmose b. Proximaal van de syndesmose c. Ter hoogte van de syndesmose d. Vlak onder het fibulakopje Distaal van de syndesmose
Een ernstige stenose in een arterie kan leiden tot afgenomen perfusie van weefsel. De ernst van chronisch perifeer vaatlijden in armen in benen wordt ingedeeld in 4 stadia van Fontaine. Fontaine II betreft: a. Asymptomatisch vaatlijden b. Inspanningsgebonden klachten c. Klachten in rust d. Weefselverlies (ulcera, gangreen) Inspanningsgebonden klachten
Een patiënt met een eufore stemming imponeert als: a. bozig b. timide c. uitgelaten d. vlak Uitgelaten
Een co Psych praat met vrouw van 24. Ze dacht vergiftigd te worden door mensen die haar ouders nadeden. Ze begreep van de verpleging dat ze de eerste uren op bed lag en constant riep: nee niet doen, niet doen etc. Welk verschijnsel is duidelijk aanwezig? a. Catatonie b. Dyskinesie c. Dystonie d. Kataplexie e. Perseveratie Perseveratie
Een man van 75 presenteert met rugklachten gebaseerd op wervelmetastasen. Het serum PSA is sterk verhoogd. Meest waarschijnlijk heeft pt een ossaal gemetastaseerd: a. Coloncarcinoom b. Prostaatcarcinoom c. Niet-kleincellig longcarcinoom d. Maligne Lymfoom Prostaatcarcinoom
Waarom moet benzylpen. (pen.G) vele malen hoger gedoseerd voor pneumokokkenmeningitis dan voor pneumokokkenpneumonie? a. Pen.G penetreert slecht in de liquorruimte b. Pen.G wordt geïnactiveerd door eiwitten in de liquor c. Pen.G is minder werkzaam bij de zuurgraad van liquor d. Meningitis is een ernstiger ziekte Pen.G penetreert slecht in de liquorruimte
De Retinopathy of Prematurity (ROP) wordt veroorzaakt door afwijkende vascularisatie van retina, oiv externe factoren. Belangrijkste factor is concentratie in het bloed van: a. CO2 b. H+ ionen c. HCO3- ionen d. O2 O2
Welke van onderstaande testen is een maat voor de functie van de proximale tubulus van de nier? a. GFR b. Osmolaliteit van de urine c. Terugresorptie van fosfaat d. Urinesediment Terugresorptie van fosfaat
De zwangerschapsduur wordt berekend vanaf de: a. Eerste dag van laatste menstruatie b. Implantatiedatum c. Laatste dag van laatste menstruatie d. Ovulatiedatum Eerste dag van laatste menstruatie
Het aldosteron wordt in de bijnier aangemaakt in de: a. Medulla b. Zona fasciculata c. Zona glomerulosa d. Zona reticularis Zona glomerulosa
Hr van 28jr. Hij vertelt sinds weken stemmen te horen die hem zeggen dat hij misdadiger is. Hij zoekt een plek om zich te verbergen, omdat hij denkt dat de maffia achter hem zit. Hij is hier niet vanaf te brengen. Deze overtuiging is een: a. Akoestische hallucinatie b. Tactiele hallucinatie c. Illusoire vervalsing d. Primaire waan e. Secundaire waan Secundaire waan
Patiënten met coeliakie ondergaan vaak endoscopisch onderzoek waarbij ook biopten worden genomen. De kenmerkende afwijking die wordt gevonden is: a. Atrofie van de villi b. Cobblestone aspect c. Oedeem en bloedingen d. Ulceratie Atrofie van de villi
Welke van onderstaande antilichamen zijn het meest sensitief en specifiek voor coeliakie? a. Anti endomysium antilichamen b. Anti gliadine antilichamen c. Anti nucleaire antilichamen d. Anti reticuline antilichamen Anti endomysium antilichamen
Bij pt wordt een systolisch ejectiegeruis (cresc-decresc) gehoord. welk van onderstaande afwijkingen ligt hieraan meest waarschijnlijk ten grondslag? a. Aorta-insufficiëntie b. Aortastenose c. Mitralisinsufficiëntie d. Mitralisstenose Aortastenose
Een gezond ogende pasgeborene wordt na de geboorte routinematig onderzocht. Er worden opvallend zwakke liespulsaties vastgesteld, in vergelijking met rechter pols. Dit past het best bij: a. Coarctatio aortae b. Pulmonalisstenose c. Ventrikelseptumdefect Coarctatio aortae
Rechter a. pulmonalis loopt normaliter direct na zijn aftakking uit a. pulmonalis communis: a. dorsaal van de aorta en dorsaal van v. cava sup b. dorsaal van de aorta en ventraal van v. cava sup c. ventraal van de aorta en dorsaal van de v. cava sup d. ventraal van de aorta en ventraal van de v. cava sup Dorsaal van de aorta en dorsaal van de vena cava superior
Slijm van de baarmoedermond neemt voor de ovulatie toe in hoeveelheid, helderheid, consistentie en rekbaarheid. Dit gebeurt oiv het hormoon: a. Follikelstimulerend hormoon (FSH) b. Luteïniserend hormoon (LH) c. Oestrogeen d. Progesteron Oestrogeen
Voor de verdeling van middelen in de gezondheidszorg wordt vaak bepleit dat het 'evidence based' moet zijn bij TCT's. Ethisch probleem hierbij is mogelijke 'bias' ten gunste van: a. Medicamenteuze behandelingen b. Multidisciplinaire interventies c. Preventie en educatie d. Zorg en begeleiding Medicamenteuze behandelingen
Een 27-jr vrouw heeft enige tijd malaise, lichte anemie en trombopenie. Verder proteïnurie van 0,5gr/24u. Ze presenteert met pijn bij ademen. Op de X-thorax heldere velden en bdz pleuravocht. Meest waarschijnlijk: a. Longembolie met longinfarcten b. Subacute bacteriële endocarditis c. Systemische lupus erythematodes d. Tuberculeuze pleuritis Systemische lupus erythematodes
Screening op chronische nierinsufficiëntie is geïndiceerd bij patiënten met hypertensie/diabetes. Welk urineonderzoek is aangewezen? a. Albumine/creatinine ratio b. Creatinine c. Sediment d. Totaal eiwit e. Ureum Albumine/creatinine ratio
man 64jr klaagt 3mnd continue zeurende pijn bovenbuik, uitstraling li zij. Misselijk, braken, eetlust omlaag. 5kg kwijt. 2wkn icterisch, urine donker, def ontkleurd. LO: lever palpabel, milt/galblaas niet. Welk type icterus? a. Prehepatisch b. Intrahepatisch c. Posthepatisch door obstructie galwegen d. Posthepatisch door obstructie buiten galwegen Posthepatisch door obstructie buiten galwegen
Vrouw, 61jr is benauwd met piepen. Longfunctie VC3,0 (n=3.6) FEV1 1.0 (n=2.9). Welk onderzoek het best voor diagnose astma? a. Allergietest b. Histamine provocatietest c. Reversibiliteitstest d. X-thorax Reversibiliteitstest
Ulcus cruris betekent letterlijk zweer aan het onderbeen. Welke ontstaanswijze is het meest zeldzaam bij een ulcus cruris? a. Posttrombotisch b. Atherosclerotisch c. Microcirculatoir d. Neoplastisch Neoplastisch
Man is bekend met psychosen. Met medicatie onder controle. Nu besloten niet nodig te hebben. Raakt psychotisch en bedreigt mensen, wordt opgepakt. Crisisopvang terecht, evident psychotisch. Weigert behandeling. Mag hij tegen zijn wil een antipsychoticum? a. Ja, zolang dit in het toepasselijk behandelprotocol staat b. ja, want er is sprake van een noodsituatie c. nee, want gedwongen opname impliceert niet-gedwongen behandeling d. nee, want na gedwongen opname is het gevaar onder controle nee, want gedwongen opname impliceert niet-gedwongen behandeling
In theorieën over pijn worden vier stadia onderscheiden in de reactie van mensen op pijn. Beginnend met het stadium op celniveau, is de volgorde van deze stadia: a. pijnperceptie, pijngedrag, lijden, nociceptie b. pijngedrag, nociceptie, pijnperceptie, lijden c. nociceptie, pijnperceptie, lijden, pijngedrag d. lijden, pijngedrag, pijnperceptie, nociceptie nociceptie, pijnperceptie, lijden, pijngedrag
de initiële snelheid van enzym-gekatalyseerde reacties is oa afh van substraatconcentratie. Bij toename substraat wordt snelheid hoger, tot maximale Vmax. Verdere verhoging geeft geen versnelling meer. Doordat: a. product en substraat competitie met elkaar aangaan voor de bindings-plaats b. de substraatbindingsplaats op het enzym verzadigd is met substraat c. substraat en product met elkaar in chemisch evenwicht zijn gekomen d. het turnover getal lager is de substraatbindingsplaats op het enzym verzadigd is met substraat
Een kind wordt na een zwangerschapsduur van 30wkn geboren en moet mechanisch beademd worden. Welke structuur of welk celtype blijkt hiermee onvoldoende gerijpt? a. ductus botalli b. foramen ovale c. pneumocyt type I d. pneumocyt type II pneumocyt type II
stadiering van maligne tumoren wordt oa gebruikt voor prognose en meten effecten van therapie. Meest gebruikt is TNM. Bij kleine (<2cm) perifere longhaard bij 55-jr man blijken lymfeklieren mediastinum positief en hersenmetastasen aanwezig. TNM? a. T4N0M1 b. T2N1M0 c. T2N2M1 d. T1N1M0 T2N2M1
Pylorushypertrofie manifesteert zich vooral in een bepaalde periode na de geboorte. Deze periode is: a. 0 tot 2 weken b 2 tot 12 weken c. 12 tot 36 weken d. na 36 weken 2 tot 12 weken
Spermatozoën worden tot aan de ejaculatie voornamelijk opgeslagen in de: a. epididymis b. prostaat c. testikel d. vesicula seminalis epididymis
bronchiolitis is een ontsteking van de luchtwegen die vooral bij jonge kinderen (<2jr) voorkomt. In het merendeel van de gevallen is de verwekker: a. haemophilus influenzae b. influenzavirus c. respiratoir syncytieel virus d. streptococcus pneumoniae respiratoir syncytieel virus
prolaps van de mitralisklep gaat het vaakst gepaard met: a. mitralisinsufficiëntie b. diastolische "clicks" bij auscultatie mitralisinsufficiëntie
de nystagmus die vóórkomt bij benigne paroxysmale positieduizeligheid is een: a. horizontale nystagmus b. rotatoire nystagmus c. verticale nystagmus rotatoire nystagmus
een bovenste luchtwegobstructie kan afwijkingen veroorzaken van het spirogram. Het meest kenmerkend van deze afwijkingen is: a. verminderde FEV1 b. verminderde FVC c. verminderde inspiratoire flow verminderde inspiratoire flow
de behandeling van een delier dient vooral te worden gericht op: a. eliminatie van de somatische oorzaak van het delier b. het voorkomen van gevaarlijk gedrag voor de omgeving c. psycho-educatie eliminatie van de somatische oorzaak van het delier
een medische ethische toetsingscommissie beoordeelt een onderzoeksprotocol positief. Dit betekent dat de betreffende onderzoeker(s) niet eerder dan vanaf dat moment: a. hun verslag mogen schrijven b. hun onderzoeksresultaten mogen uitwerken c. mogen starten met het werven van proefpersonen d. hun proefpersonen mogen informeren dat het onderzoek begint mogen starten met het werven van proefpersonen
in een gesprek tussen een arts en patiënt heeft de arts de relevante, feitelijke informatie voor pt verschaft en hij pt de keuze gelaten. Welke van deze modellen heeft de arts gehanteerd? a. het informatieve b. het interpretatieve c. het deliberatieve d. het paternalistische het informatieve
via welk mechanisme leidt de G20210A mutatie in het protrombine gen tot een verhoogd risico op veneuze trombose? a. antitrombine verliest zijn werking b. intrinsieke activiteit van protrombine neemt toe c. plasmaconcentratie van protrombine is verhoogd plasmaconcentratie van protrombine is verhoogd
de behandeling van HIV geschiedt met een geneesmiddelencocktail die onder andere een reversetranscriptaseremmer bevat. Reversetranscriptase katalyseert hierbij omzetting van: a. virus DNA naar RNA b. virus RNA naar DNA c. virus RNA naar eiwit d. virus DNA naar eiwit virus RNA naar DNA
de specificiteit van een immuunglobuline voor een antigen ontstaat door: a. modificaties van aminozuren in het Fc-deel van een imuunglobuline b. recombinaties in de immunoglobuline genen c. mutaties in het Fab-deel van het immunoglobuline recombinaties in de immunoglobuline genen
de belangrijkste factor die bepaalt dat de expiratoire eensecondecapaciteit (FEV1) kleiner is dan de inspiratoire (FIV1) is: a. contractiekracht van de expiratoire spieren b. diafragmacontractie c. elasticiteit van de thoraxwand d. luchtwegcompressie luchtwegcompressie
wat is het doel van het Van Wiechen Ontwikkelingsonderzoek? a. bepaalt het stadium van de mentale ontwikkeling van 0-4 jarigen b. beoordeelt motorische ontwikkeling met quotiënt c. beoordeelt motorische en mentale ontwikkeling met quotiënten d. vervolgt ter preventie longitudinaal ontwikkeling tot kleuterlft. vervolgt ter preventie longitudinaal de ontwikkeling tot de kleuterleeftijd
zuigeling van 9 mnd wordt 6x/dag gevoed met fles melk. Daarnaast geven ouders pap en koekjes. Het kind heeft normaal gewicht voor lft. Ivm liesbreuk vindt pre-OK bloedonderzoek plaats. Er is een hypochrome microcytaire anemie. Welk onderzoek voor diag? a. hemoglobine elektroforese ter bevestiging van thalassemie b. faeces onderzoek op vetmalabsorptie c. foliumzuur en vitamine B12 d. serum ijzer en ferritine serum ijzer en ferritine
'primare hypertensie' is een verzamelnaam waar geen duidelijke oorzaak is. Wat is grofweg het aandeel bij het totale aantal gediagnosticeerde gevallen van hypertensie? a. <1% b. 5-10% c. 90-95% d. meer dan 99% 90-95%
de m. quadriceps femoris is gedurende een bepaalde fase van de normale gangcyclus actief. welke fase is dat? a. hielcontact b. eerste helft standfase c. tweede helft standfase d. teenafzet eerste helft standfase
een onderzoeker wil weten of hij met een bepaalde test 100 patienten van 100 controles correct kan onderscheiden. Bij de pt 90 + uitslagen, bij controles 30+. De nauwkeurigheid van deze test is: a. 0,75 b. 0,80 c. 0,88 0.80
de uitwendige neus bestaat uit een benig en een kraakbenig deel. het onderste gedeelte van het kraakbenig deel wordt gevormd door: a. cymba concha kraakbeen b. lobulaire kraakbeentjes c. triangulaire kraakbeentjes lobulaire kraakbeentjes
een jongen van 8 jr ondergaat orchidopexie omdat de linkertestis niet goed was ingedaald. Hoe is de kans dat hij later een testistumor zal ontwikkelen tov leeftijdsgenoten met spontaan ingedaalde testes? a. door deze operatie nu minder kans b. door deze operatie een grotere kans c. ondanks deze operatie een kleinere kans d. ondanks deze operatie een grotere kans ondanks deze operatie een grotere kans
op het X-buikoverzicht kunnen sommige urinewegstenen niet goed gezien worden. Welke van onderstaande stoffen is de belangrijkste component van radiolucente stenen? a. calciumfosfaat b. calciumoxalaat c. cystine d. urinezuur urinezuur
mevrouw de Wit heeft moeite met therapietrouw. Haar HA merkt dit en vraag mw naar leefstijl en inname medicatie. Ze zijn het eens dat mw hulp nodig heeft. HA schrijft pte in voor cognitieve gedragstherapie. Welke stappen uit het 5A's model zijn doorlopen? a. advise, agree, arrange b. advise, agree, assist c. assess, agree, assist d. assess, agree, arrange assess, agree, arrange
bij een 45-jarige man wordt een zwelling in het bovenste mediastinum vastgesteld. bij welke diagnose is primair resectie aangewezen? a. intrathoracaal struma b. lymfoom c. mediastinale metastase longcarcinoom d. thymoom thymoom
geheugenstoornissen kunnen effect hebben op recente en/of vroegere gebeurtenissen. Een amnestische stoornis, waarvan het syndroom van Korsakov een voorbeeld is, wordt gekenmerkt door een stoornis van het geheugen voor: a. recente en vroegere gebeurtenissen b. recente gebeurtenissen c. vroegere gebeurtenissen recente gebeurtenissen
bij een patient met hematurie en kolieken tgv ureterstenen is stimuleren van extra diurese: a. geïndiceerd b. gecontra-indiceerd gecontra-indiceerd
welk hormonenpaar is van direct belang voor het constant houden van de bloed glucosespiegel door de lever? a. cortisol en insuline b. glucagon en insuline c. insuline en leptine glucagon en insuline
de kans op tubaire infertiliteit na een EERSTE salpingitis ligt het dichtst bij: a. 10% b. 25% c. 50% d. 100% 10%
waarmee kan een bloeding ten gevolge van acenocoumarol het snelst gecoupeerd worden? a. factor I concentraat b. vierfactorenconcentraat c. vitamine K d. vitamine K en vierfactorenconcentraat vitamine K en vierfactorenconcentraat
anticholinerge middelen hebben binnen de longziekten een aantal werkingsmechanismen. welke hoort NIET in het rijtje thuis? a. afname dynamische hyperinflatie, dië geïnduceerd wordt door lichamelijke inspanning b. blokkeren reflexbogen via nervus vagus c. inhibitie van muceuze hypersecretie en ontsteking luchtwegen d. remming van choline-gemedieerde tonus bronchusspieren Inhibitie van muceuze hypersecretie en ontsteking in de luchtwegen
Activatie van sommige enzymen (bijv fosforylase) gebeur door het koppelen van een fosfaatgroep aan de inactieve vorm van dat enzym. Deze activatie wordt gekatalyseerd door een: a. ATP-ase b. Fosfatase c. Kinase d. Ligase Kinase
Besmetting met het ebolavirus leidt tot een hemorragische darmaandoening met een slechte prognose. Deze ziekte is endemisch in bepaalde gebieden in de tropen en is zeer besmettelijk. Om te voorkomen dat deze ziekte zich via reizigers verspreidt, beste: a. bestrijding van de vector die het virus overbrengt b. isolatie van reizigers besmet met het virus c. vaccinatie van reizigers naar endemische gebieden isolatie van reizigers besmet met het virus
een vrouw van 45 jaar heeft actinische keratose van het gelaat. Naast applicatie van fluoro-uracil is de beste behandeling: a. cryotherapie b. excisie c. radiotherapie cryotherapie
het huidoppervlak kan diverse veranderingen ondergaan. Vergroving van het huidreliëf wordt aangeduid met de term: a. craquelé b. excoriatie c. lichenificatie lichenificatie
het aneurysma aortae obv atherosclerose komt in de meerderheid van gevallen voor in een bepaald deel van de aorta. Dit is de: a. aorta ascendens b. aortaboog c. thoracale aorta descendens d. abdominale aorta thoracale aorta descendens
een 75-jarige vrouw heeft sinds één week hoofdpijn, pijn bij kauwen en visusstoornissen van het linkeroog. de meest waarschijnlijke diagnose is: a. polymyalgia rheumatica b. reuscel arteriitis / arteriitis temporalis c. reumatoide artritis d. takayasu's arteritis reuscel arteriitis / arteriitis temporalis
Leukemieën kunnen op alle leeftijden voorkomen. Welke soort van de hieronder genoemde komt het meest bij kinderen voor? a. Acute lymfoblastische leukemie (ALL) b. acute myeloïde leukemie (AML) c. hairy cell leukemie acute lymfoblastische leukemie (ALL)
een 5-jarig meise presenteert zich met progressieve buikpijn sinds een maand. Palpatie van abdomen toont pijnlijke massa rechts. Urineonderzoek hematurie zonder proteïnurie. CT-scan buik toont 10cm grote, omschreven solide massa in rechternier. Diagnose? a. angiomyolipoma b. renaal celcarcinoom c. transitioneel celcarcinoom d. wilmstumor wilmstumor
de incidentie van tuberculose neemt wereldwijd toe. deze trend is vooral het gevolg van: a. stijging van het aantal HIV-infecties b. Toegenomen gebruik immunosuppressiva c. verhoogde internationale mobiliteit stijging van het aantal HIV-infecties
Bij 50 pt met en 100 zonder diabetes wordt 2u na glucose oraal bloedsuiker bepaald. Testen of concentratie >8 wijst op diabetes. Bij 45 pt met DM en 30 zonder is het hoger dan 8. obv dit ligt specificiteit voor het aantonen van DM dichtst bij: a. 55% b. 60% c. 70% d. 90% 70%
bij onderzoek van een patiënt met hypertensie wordt hypokaliëmie vastgesteld. Dit past bij een abnormaal hoge productie van: a. adrenaline b. aldosteron c. cortisol aldosteron
bij het psychiatrisch onderzoek worden diverse psychische functies onderzocht. Tot conatieve behoort: a. het geheugen b. de psychomotoriek c. de stemming de psychomotoriek
Een pt van 60 heeft een crurisfractuur opgelopen. 4 uur na ongeval is er progressief pijn, afnemende kracht van extensor hallucis longus en hyposensibiliteit voorvoet. Meest waarschijnlijke diagnose: a. laceratie van de nervus peroneus superficialis b. logesyndroom van de anterieure spierloge c. ruptuur van de arteria poplitea logesyndroom van de anterieure spierloge
een pasgeboren kind wordt blauw tijdens het huilen. Welke hartafwijking is het meest waarschijnlijk? a. atriumseptumdefect b. open ductus botalli c. tetralogie van fallot d. ventrikelseptumdefect tetralogie van Fallot
een patiënt met een drugsintoxicatie zegt dat hij het vreemd vindt dat hij alles om zich heen met roze spikkels en flitsen ziet. Dit symptoom heet: a. disperceptie b. hallucinatie c. illusoire vervalsing d. waan disperceptie
het beloop van schizofrenie wordt door verschillende factoren beïnvloed. een slechter beloop is onder andere geassocieerd met: a. aanwezig zijn van positieve symptomen b. acuut begin van de aandoening c. begin op oudere leeftijd d. mannelijk geslacht mannelijk geslacht
papillairspieren hebben als taak kleplekkage te voorkomen. welke van de onderstaande kleppen zijn voorzien van papillairspieren en in welke fase van de hartcyclus zijn deze actief? a. valvula aortae: actief tijdens diastole b. valvula aortae: actief tijdens systole c. valvula mitralis: actief tijdens diastole d. valvula mitralis: actief tijdens systole valvula mitralis: actief tijdens systole
door een chromosomale delingsfout heeft een kind een 47,xxy chromosomenpatroon. bij wie van de ouders is deze chromosomale verdelingsfout opgetreden? a. alleen bij moeder b. alleen bij de vader c. bij òf de moeder, òf de vader bij òf de moeder, òf de vader
een patiënt vraagt naar de slagingskans van in-vitrofertilisatie. de cumulatieve kans op zwangerschap na maximaal drie cycli bedraagt ongeveer: a. 20% b. 50% c. 80% 50%
er is een verschil in de incidentie van acute cystitis tussen vrouwen en mannen. welke van de onderstaande incidentiecijfers (per 1000 bij de HA ingeschreven patienten per jaar) zijn het meest waarschijnlijk? a. mannen 30 vs vrouwen 10 b. mannen 10 vs vrouwen 30 c. mannen 10 vs vrouwen 60 d. mannen 10 vs vrouwen 90 mannen 10 vs vrouwen 90
het spijsverteringskanaal is opgebouwd uit verschillende lagen weefsels. een daarvan is de mucosa (slijmvlies). in welke delen van het spijsverteringskanaal is de mucosa opgebouwd uit zowel villi als crypten? a. duodenum, jejenum en ileum b. jejenum, ileum en colon c. maag, duodenum en colon d. slokdarm, duodenum en jejenum duodenum, jejenum en ileum
tijdens een langdurige vastenperiode past het lichaam het metabolisme aan. daarbij wordt de nier het belangrijkste orgaan voor de vorming van: a. aminozuren b. glucose c. vetzuren glucose
bij een patient met hartfalen rechts zijn halsvenen tot aan kaakhoek gestuwd. om in dit geval bij fysisch onderzoek de CVD nauwkeuriger vast te stellen dient het hoofdeinde van de onderzoeksbank a. omhoog gebracht te worden b. omlaag gebracht te worden omhoog gebracht te worden
een jongetje heeft een autosomaal recessieve aandoening. hoe groot is de kans dat een volgende kind van dezelfde ouders drager is van deze recessieve aandoening? Deze kans op dragerschap bedraagt: a. 25% b. 50% c. 75% d. 100% 50%
de heer T is 86 jaar oud. hij is terminaal ziek tgv coloncarcinoom. de arts wordt in consult gevraagd ivm vreemd ademen. de arts constateert periodiek toe- en afnemen van de ademdiepte. Op sommige momenten is er apnoe. Dit ademtypeheet: a. cheyne-stokes-ademen b. kussmaul-ademen cheyne-stokes-ademen
man van 47 voelde een tik tegen het oog tijdens het bewerken van ijzer. Bij onderzoek blijkt er een stukje ijzer vast te zitten perifeer op de cornea. Na lokale verdoving van het oog is dit stukje het best te verwijderen met behulp van een: a. magneet b. ooggutsje c. splinterpincet ooggutsje
condylomata accuminata (venerische wratten) zijn seksueel overdraagbaar en worden veroorzaakt door een infectie met: a. chlamydia trachomatis b. herpeszostervirus c. humaan papillomavirus d. trichomonas vaginalis humaan papillomavirus
het zelfhulpprogramma van de AA gaat uit van een aantal beginselen. Eén daarvan is: a. abstinentie doet alcoholisme verdwijnen b. eenmaal alcoholist, altijd alcoholist c. gecontroleerd alcoholgebruik is een meer haalbaar doel dan abstinentie eenmaal alcoholist, altijd alcoholist
de spermatogenese heeft een totale duur van: a. 32 dagen b. 52 dagen c. 72 dagen d. 92 dagen 72 dagen
het is gebruikelijk om vrouwen met een bepaalde bloedgroep tijdens zwangerschap te screenen op de vorming van anti-Rhesus antilichamen. Dit betreft vrouwen die: a. Rhesus-negatief zijn b. Rhesus-positief zijn Rhesus-negatief zijn
In de huisartspraktijk worden veel mensen met depressieve klachten gezien. Volgens onderzoek is de prevalentie van depressie in Nederland bij mannen in vergelijking met vrouwen: a. significant hoger b. niet significant verschillend c. significant lager significant lager
welke uitspraak over de intrapleurale druk en de alveolaire druk bij een gezond persoon is waar? a. de alveolaire druk is altijd hoger dan de intrapleurale druk b. de alveolaire druk is altijd lager dan intrapleuraal c. de alveolaire druk is bij insp lager en bij exp hoger dan intrapleuraal d. de alveolaire druk is bij insp hoger en bij exp lager De alveolaire druk is altijd hoger dan de intrapleurale druk
de mediaan en het gemiddelde zijn centrale maten voor een continue variabele. de standaarddeviatie en de range zijn maten voor de spreiding. soms komen er in de data extreme waarden voor. welke maat is het minst gevoelig voor uitschieters? a. de mediaan b. de range c. de standaarddeviatie d. het gemiddelde de mediaan
de verschillende typen cellen van het immuunsysteem ontwikkelen zich in verschillende organen. in welk orgaan ontwikkelen zich - bij de volwassen mens - de B-cellen? Dat is in: a. het beenmerg b. de lever c. de milt d. de thymus het beenmerg
taaislijmziekte leidt tot problemen in diverse organen. In het spijsverteringsstelsel betreft dit vooral problemen van de: a. alvleesklier b. lever c. maag alvleesklier
bromocriptine en cabergoline remmen de prolactinesecretie. het werkingsmechanisme berust op: a. remming van dopaminereceptoren b. remming van oxytocinereceptoren c. stimulatie van dopaminereceptoren d. stimulatie van oxytocinereceptoren stimulatie van de dopaminereceptoren
een 54-jarige vrouw krijgt wegens een reumatische aandoening prednison. de prednison leidt bij deze patiënte tot hypertensie door de mineralocorticoïde werking. De kans dat de bloeddruk weer normaliseert is het grootst als prednison wordt gewisseld voor: a. cortison b. dexamethason c. hydrocortison d. prednisolon dexamethason
bij een bepaalde zwangerschapstermijn bereikt het humaan choriongonadotrofine (HCG) een maximumwaarde in het maternale bloed. Dit is bij een zwangerschapstermijn van: a. 4-6 weken b. 8-10 weken c. 12-14 weken d. 16-18 weken 8-10 weken
in welke van onderstaande situaties is de kans op een placenta praevia het grootst? a. Gravida 1, para 0 b. Gravida 2, para 1 c. Gravida 3, para 2 Gravida 3, para 2
de volgende tekst komt uit een onderzoeksvoorstel: "om een minimaal verschil van 15% aan te tonen, moet tenminste 100pt geïncludeerd worden in groepen P & Q (a=0.05; b=0.20). met b wordt bedoeld dat er 20% kans is dat: a. een wekelijk bestaand verschil van tenminste 15% tussen P en Q niet gevonden wordt b. er een verschil tussen P en Q van 15% wordt gevonden dat in werkelijkheid niet bestaat een werkelijk bestaand verschil van tenminste 15% tussen P en Q niet wordt ontdekt
Een vrouw van 52 jaar vraagt HA of ze in de overgang is. Welk onderzoek is meest aangewezen om deze vraag doelmatig te beantwoorden? a. anamnese b. anamnese en speculum onderzoke c. bepaling LH en FSH in serum d. bepaling oestradiol in serum anamnese
sommige patiënten met jicht krijgen herhaalde malen een aanval. de beste strategie om recidieven te voorkomen is het chronisch gebruik van: a. allopurinol b. colchicine c. diclofenac allopurinol
in Nederland zijn diverse initiatieven waarbij specialisten en HA's samenwerken. Het gezamenlijk opstellen van beleidslijnen rondom bepaalde ziekten geschiedt in het kader van: a. consultatie tussen eerste en tweede lijn b. interdisciplinaire samenwerking c. transmurale samenwerking transmurale samenwerking
een patiënt die behandeld wordt met een diureticum krijgt gewrichtsklachten. De HA schrijft hem allopurinol voor. Waarop berust de werking van allopurinol? Allopurinol: a. bevordert uitscheiding van urinezuur b. remt de vorming van urinezuur c. remt het cycloxygenase d. blokkeert leukotriënenreceptoren remt de vorming van urinezuur
hoe lang is de door de fabrikant gegarandeerde werkzaamheid van het levonorgestrel-afgevend spiraaltje (Mirena)? a. 3 jaar b. 5 jaar c. 8 jaar d. 10 jaar 5 jaar
Assertiviteitstraining is een werkwijze waarbij bepaalde aspecten van het sociale gedrag: a. aversief worden geconditioneerd b. klassiek worden geconditioneerd c. operant worden geconditioneerd operant worden geconditioneerd
een allergische reactie gaat gepaard met vorming van diverse metabolieten uit arachidonzuur. welk van onderstaande alternatieven is geen metaboliet van arachidonzuur? a. leukotrieen b. prostacycline c. tromboplastine d. tromboxaan-A2 tromboplastine
de HA ziet een patiënt met een rood oog. de pt heeft hevige pijn, is lichtschuw en heeft verminderd zicht. bij navrag zegt de patiënt halo's rond lichtpunten te zijn. welke van onderstaande is meest waarschijnlijk? a. acuut glaucoom b. cornea-erosie c. iridocylitis d. keratitis acuut glaucoom
pt van 53 komt bij HA met moeheid en malaise. 3 dgn wisselend buikpijn li, uitstralend li flank. Mictie/def/eetlust normaal. 2 wkn eerder wortelkanaalbehandeling, wv ibuprofen. verder geen med. bij LO: gb. BSE 52, Hb 4,3, verder gb. meest waarschijnlijk: a. alvleesklierontsteking b. galsteen c. maagzweer d. niersteen maagzweer
erysipelas wordt in het merendeel van de gevallen veroorzaakt door een infectie met: a. escheria coli b. herpes simplex virus c. pseudomonas aeruginosa d. streptococcus pyogenes streptococcus pyogenes
voorbeelden in Nederland van bevolkingsonderzoek zijn cervix/borst. Om na te gaan of bij een nieuwe de kosten en inspanning opweegt tegen de gezondheidswinst, moet de verhouding hiervan worden bepaald. hiervoor gebruikt men bij voorkeur de eenheid: a. CQI (consumer quality index) b. DALY (disability-adjusted life years) c. HALE (health-adjusted life expectancy) d. QALY (quality-adjusted life years) QALY (quality-adjusted life years)
2-jarige bij SEH vanwege stridor en benauwdheid. Volledig gevaccineerd. Arts-assistent ziet een benauwd kind (tachycard, intrekken, neusvleugelen, weinig interesse) met blafhoest en insp stridor. denkt laryngitis subglottica. wat is juist: a. de meest waarschijnlijke verwekkers zijn Bordetella pertussis en parapertussis b. meest waarschijnlijk zijn haemophilus-B of groep-A-streptokokken c. meest waarschijnlijk zijn para-influenzavirus en RSV d. geen van bovenstaande is juist Para-influenza virus of RSV
Een 54-jarige man wordt onderzocht ivm ernstige benauwdheid. Bij auscultatie weghoestbare rhonchi gehoord. Exspirium is licht verlengd en bdz onder uitgebreid crepitaties. Dit duidt op een: a. decompensatio cordis b. hoge luchtwegobstructie c. lage luchtwegobstructie d. pneumonie decompensatio cordis
pt heeft gesprek gehad op een psychiatrische polikliniek. Daar is als diagnose een angststoornis gesteld. Er is cognitieve gedragstherapie voorgesteld als behandeling. Waar is deze op gericht? a. Het veranderen van gedachten die angst veroorzaken b. Het opsporen van de rol die verlies, veranderingen of conflict bij angsten spelen c. Het gecontroleerd blootstellen aan angstverwekkende situaties d. Het opsporen van onbewuste motieven en angst Het gecontroleerd blootstellen aan angstverwekkende situaties
de HA ziet voor 5e keer dit jaar een 52-jarige man met moeheid, hoofdpijn, slaap/concentratieproblemen. klachten bestaan een jaar, worden nu een belemmering op werk. piekert veel. gaat nog wel met plezier zaalvoetballen. wil nu graag iets rustgevends. a. vitale depressie met paniekaanvallen b. gegeneraliseerde angststoornis c. hypochondrie d. paniekstoornis gegeneraliseerde angststoornis
bij verschonen van het bed heeft 58-jarige vrouw haar vinger beschadigd. topje wijsvinger hangt naar beneden. zij kan haar vinger niet meer strekken. doet geen pijn. welke structuur beschadigd? a. m. extensor digitorum b. m. extensor pollicis longus c. m. flexor digitorum profundis d. m. flexor digitorum superficialis m. extensor digitorum
man, 69, verwezen naar hematoloog ivm anemie en sinds 1/2 jr rugpijn. bij röntgenonderzoek op meerdere plekken osteolytische haarden. hematoloog vermoedt multipele myeloom en doet beenmergonderzoek. Welke cellen toegenomen voor MM? a. lymfoblasten b. megakaryocyten c. monoklonale plasmacellen monoklonale plasmacellen
de dermatoloog ziet op de poli een baby van zes mnd, grote bruine vlek onder de oksel. bij LO scherp begrensd, egaal lichtbruin gepigmenteerde macula met doorsnede 3cm. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. café-au-laitvlek b. lentigo maligna c. lentigo simplex d. naevus naevocellularis café-au-laitvlek
neuroloog behandelt een 34-jarige zwangere ivm epilepsie met carbamazepine. bij controle blijkt spiegel te laag. hoe zou dat in relatie tot zwangerschap verklaard kunnen worden? a. omdat de eiwitbinding is toegenomen b. omdat de hepatische klaring is afgenomen c. omdat het totale bloedvolume is toegenomen d. omdat het totale verdelingsvolume is afgenomen omdat het totale bloedvolume is toegenomen
een 34-jarige zwangere is doorverwezen naar gynaecoloog ivm hoge bloeddruk. geen klachten. nu 7mnd zwanger. gynaecoloog meet RR 170/110. LO toont gb. welk geneesmiddel meest geschikt voor haar hypertensie bij zwangerschap? a. enalapril b. furosemide c. labetalol d. valsartan labetalol
25-jarige vrouw komt bij HA ivm klachten van pijnlijke kramp vlak voor en bij menstruatie. ook coïtus is pijnlijk bij diep doorstoten. sinds 2 jr, afgelopen 1/2 jaar toegenomen. cyclus regelmatig. menstruatie 5dgn, normaal. AO gb. diagnose? a. chlamydia trachomatis-infectie b. endometriose c. submuceuze myoom d. vulvaire vestibulitissyndroom endometriose
25-jarige man bij HA, enkele dagen pijn onderrug. Geen uitlokkend moment. Voetbalt weer sinds 1 wk. Pijn gaat tot linkerbil. Bukken is pijnlijk, lopen gaat goed. LO: pijn, stijf laag lumbaal, lasegue-. diagnose: a. coxartrose b. ziekte van Bechterew c. aspecifieke lage rugpijn d. lumbosacraal radiculair syndroom aspecifieke lage rugpijn
25-jarige vrouw bij HA, 2mnd niet-pijnlijke knobbel borst re. Geen uitvloed. vóór menstruatie wat gevoelig. FA negatief voor mamma/ovariumca. LO: solitair, vast-elastisch, nodulair, 3cm, glad, mobiel. geen lymfeklieren palpabel. diagnose? a. fibroadenoom b. lipoom c. mammacarcinoom fibroadenoom
65-jarige pt sinds een week kortademiger. Vw COPD tiotropium en salbutamol z.n. Deze week verkoudheid. Snel tachypnoïsch. Temp 37,3. RR130/76, p95RA. Cor: zachte tonen, bandvormig geruis syst, 4/6, apex. bdz crepitaties basaal longen. diagnose: a. acute bronchitis b. decompensatio cordis c. exacerbatie COPD d. pneumonie decompensatio cordis
een 35-jarige man heeft sinds dagen lage rugpijn. HA vermoedt spondylitis ankylopoetica. Pt is HLA-B27+. Welk AO geïndiceerd voor diagnose? a. Bepalen reumafactoren b. MRI van SI-gewrichten c. X-lumbale wervelkolom MRI van SI-gewrichten
50-jarige man kom op poli interne ivm groter wordende lymfeklier hals. Lymfeklierbiopt volgt. Analyse toont binucleaire cellen met prominente nucleoli, "uilenogen". Internist denkt Hodgkin-lymfoom. Naar welke cellen wordt gerefereerd? a. Kupffer-cellen b. Micromegakaryocyten c. Plasmacellen d. Reed-Sternberg cellen Reed-Sternberg cellen
65-jarige vrouw wordt door HA naar reumatoloog verw ivm pijn alle eindgewrichten vingers. Sinds 1 jr progressief. Bekend met hypertensie, wv hydrochloorthiazide. Bij LO: noduli Heberden bij DIP-gewrichten. Meest waarschijnlijk diagnose? a. arthrosis deformans b. jicht c. reactieve artritis d. reumatoïde artritis arthrosis deformans
in tegenstelling tot een cefaalhematoom zal een caput succedaneum: a. niet binnen een week verdwijnen b. aanleiding geven tot versterkte icterus neonatorum c. de periostgrenzen overschrijden d. het gevolg zijn van een schedeltrauma de periostgrenzen overschrijden
de prevalentie van progressieve idiopathische scoliose bij adolescenten is voor jongens in vergelijking met meisjes: a. lager b. gelijk c. hoger lager
een histologische doorsnede toont een bloedvat met verspreide elastische vezels in de vaatwand, echter zonder dat deze zich bevinden in duidelijk te onderscheiden lamellen. met welk type bloedvat hebt u te maken? a. een elastische arterie b. een grote vene c. een musculeuze arterie een grote vene
u verdenkt een pt op het hebben van syndroom van Sjögren en verricht een speekselklierbiopt. Dit vermoeden wordt ondersteund als in het biopt een infiltraat van een bepaald type cellen wordt waargenomen. Dit betreft: a. eosinofielen b. granulocyten c. lymfocyten d. macrofagen lymfocyten
68-jarige man wordt vrij plots ziek met hoge koorts, koude rillingen, kortademigheid met pijn rechts voor op borst. HA vermoedt longontsteking. Welke van onderstaande bacteriën meest waarschijnlijk? a. enterococcus faecalis b. haemophilus influenzae c. staphylococcus aureus d. streptococcus pneumoniae streptococcus pneumoniae
bij mw van der Zanden wordt twee dagen postpartum een UWI gediagnosticeerd. Zij geeft borstvoeding. Welk middel moet vw kans ontstaan hemolyse bij pasgeborene ontraden worden? a. amoxicilline-clavulaanzuur b. ciprofloxacine c. cotrimoxazol d. nitrofurantoine nitrofurantoine
een chalazion is een veelvoorkomende, pijnloze zwelling van het ooglid. Het betreft een verstopping van de afvoer van de: a. kliertjes van Meibom b. Cyste van Moll c. Cyste van Zeis d. Traanklier kliertjes van Meibom
Een pt ondergaat bronchoscopie waarbij multipele bronchusbiopten worden genomen. De klinische werkdiagnose is sarcoïdose. Welke van onderstaande bevindingen steunt dit het meest? a. eosinofilie b. granulomen c. squameuze metaplasie d. verdikte basaalmembraan granulomen
adrenaline (epinephrine) wordt vaak toegediend tijdens reanimatie als er asystole is. de gebruikelijke dosering is: a. 0,1mg bolus b. 0,1mg per uur c. 1,0mg bolus d. 1,0mg per uur 1,0mg bolus
welke van de volgende hormonen wordt in de hypothalamus aangemaakt? a. ACTH b. GH c. LH d. TRH TRH
een pt met acute heftige pijn rechts boven in de buik met daarbij tekenen van peritoneale prikkeling heeft het meest waarschijnlijk een: a. appendicitis b. cholecystitis c. cystitis d. maagperforatie cholecystitis
een 20-jarige vrouw bezoekt zkh voor prenataal (6mnd) onderzoek. Vermoeider dan anders. LO toont gb, toch labonderzoek. Toegenomen spiegels thyroxinebindend globuline, wat normaal is bij zwangerschap. Wat meest waarschijnlijk mbt T4/TSH? a. Hoog totaal T4 en hoog TSH b. Hoog totaal T4 en laag TSH c. Hoog totaal T4 en normaal TSH d. Normaal totaal T4 en hoog TSH e. Normaal totaal T4 en normaal TSH Hoog totaal T4 en normaal TSH
Een vrouw van 63 wordt opgenomen ivm pneumonie. Citogram van sputum toont grampositieve diplokokken. Verwekker die hier het best past is: a. haemophilus influenzae b. legionella pneumophila c. moraxella catarrhalis d. streptococcus pneumoniae streptococcus pneumoniae
sommige autosomaal dominante aandoeningen manifesteren zich slechts in een deel van gevallen fenotypisch. dit fenomeen wordt aangeduid met: a. imprinting b. incomplete penetrantie c. mozaïcisme d. variabele expressie incomplete penetrantie
zonlicht bestaat uit een deel UV-licht en een deel zichtbaar licht. Wat is een fotodermatose? a. huidafwijking geïnduceerd door UV-licht of zichtbaar licht b. Huidafwijking geïnduceerd door porfyrines en zonlicht c. Huidafwijking die verergert door zonblootstelling d. Huidafwijking op chronisch aan zon blootgestelde huid Huidafwijking geïnduceerd door UV-licht of zichtbaar licht
hoe verhoudt het gemiddelde Hb-gehalte van kinderen van 3mnd zich tov gemiddelde Hb van pasgeborenen? a. hoger b. lager c. gelijk lager
de huidige band die iemand heeft met zijn ouders, broers en/of zusters wordt in de sociale anamnese geranchikt onder een bepaald milieu. Dit is het: a. eerste milieu b. tweede milieu c. derde milieu derde milieu
er wordt onderscheid gemaakt tussen een echte en een pseudopubertas praecox. Bij een echte pubertas praecox is de meest waarschijnlijke oorzaak: a. adrenogenitaal syndroom b. gonadotrofinestimulatie c. gonadale tumoren d. hypothyreoïdie gonadotrofinestimulatie
een patiënt die vw acute psychose met IBS is opgenomen, weigert de 2e dag behandeling van een ernstige infectie. Er wordt contact gezocht met familie, maar niemand gevonden. Kan de infectie toch behandeld worden? a. Nee, zonder toestemming van patiënt of wettelijke vertegenwoordiger mag dit niet b. Nee, patiënt is krachtens BOPZ opgenomen vw gevaar voor zichzelf of anderen. Dit betekent echter niet gedwongen behandeling. c. Eventueel, maar niet op grond van BOPZ Eventueel, maar niet op grond van BOPZ, want mbt medische beslissing over behandeling infectie doet het er in principe niet toe dat patiënt met IBS is opgenomen.
Het sluitstuk van de hartontwikkeling is de verkleving van de valvula foraminis ovalis met de limbus fossae ovalis. Wat is de consequentie van het niet verkleven, indien geen andere afwijkingen aanwezig zijn? a. een shunt van linker naar rechter atrium b. een shunt van rechter naar linker atrium c. geen consequenties geen consequenties
een patiënt heeft een distorsie doorgemaakt van zijn knie. Er wordt een unhappy triad geconstateerd. Dit houdt in: a. mediale meniscuslaesie, achterste kruisbandletsel, lat. coll. bandletsel b. med. meniscuslaesie, achterste kruisbandletsel, med. coll. bandletsel c. med. menisclaesie, voorste kruisbandletsel, lat. coll. bandletsel d. med. menisc, voorst kr, med.col Mediale meniscuslaesie, voorste kruisbandletsel, mediale collateraal bandletsel
klassieke klachten bij Zenkers divertikel zijn: a. pijn in de keel, regurgitatie voedsel en borrelende geluiden hals b. regurgitatie voedsel, eten zakt niet goed en vol gevoel buik c. regurgitatie voedsel, eten zakt niet goed en borrelende geluiden d. eten zakt niet, zuurbranden in keel, borrelen regurgitatie onverteerd voedsel, het eten zakt niet goed en borrelende geluiden in de hals
het melanoom kent vier verschillende typen. een hiervan komt in Nederland het meest frequent voor: a. acrolentigineus melanoom b. lentigomaligna melanoom c. nodulaire melanoom d. superficieel groeiend melanoom superficieel groeiend melanoom
behandeling van eerste keuze ter voorkoming van eclampsie is intraveneuze toediening van: a. diazepam b. furosemide c. labetalol d. magnesiumsulfaat magnesiumsulfaat
bij de ziekte van Menière wordt de duizeligheid veroorzaakt door: a. hydrops in het labyrint b. laesie van de vestibulaire kernen c. neuronitis vestibularis hydrops in het labyrint
het verschil in huidpigmentatie tussen verschillende rassen wordt het MINST verklaard door een variabiliteit in: a. de densiteit van melanocyten b. de hoeveelheid en het type melanine c. de grootte van melanosomen d. het patroon van distributie van melanosomen de densiteit van melanocyten
14jr meisje komt bij HA ivm start OAC. bij doorvragen blijkt ze sinds 1/2 jr vriendje te hebben. Ouders willen niet dat ze begint. HA kent haar als een verstandig meisje. Onder welke voorwaarde mag de HA pil voorschrijven? a. Alleen het weloverwogen verzoek is voldoende b. Alleen als ze door het niet verstrekken ernstig wordt benadeeld c. Het is voor een 14-jarige nooit toegestaan als de ouders geen toestemming verlenen Alleen indien ze door het niet verstrekken ernstig wordt benadeeld
bij patiënten met hydrocephalus wordt de liquor cerebrospinalis in de meeste gevallen door een shuntsysteem omgeleid vanaf de zijventrikels: a. naar het veneuze sinus systeem b. naar de ductus thoracicus c. naar de peritoneaalholte d. naar de maag naar de peritoneaalholte
mensen die rhesusnegatief zijn, missen het: a. rhesus-C-antigeen b. rhesus-D-antigeen c. rhesus-E-antigeen rhesus-D-antigeen
fluor vaginalis kan berusten op een schimmelinfectie. voor de microscopische diagnostiek van candida albicans voegt men aan het uitstrijkje van de fluor toe: a. azijnzuur b. fysiologisch zout c. kaliloog kaliloog
vitamine A wordt vooral opgeslagen in: a. de huid b. de lever c. het netvlies de lever
u spreekt een 53-jarige weduwe, blanco psychiatrische VG. vertrouwt haar buurman niet meer, overtuigd dat hij haar kwaad wil doen. buren wonen er al jaren, contact is altijd goed geweest. welke functie waarschijnlijk gestoord? a. aandacht b. bewustzijn c. denken d. inprenting en geheugen e. waarneming denken
een arts wil de lobus medius van de rechter long ausculteren ter hoogte van de 5e rib. de juiste plaats is de: a. borst b. rug borst
door fase 1 en 2 metabolismereacties verlaat metaboliet meestal sneller het lichaam dan de moederverbinding. ten grondslag ligt verandering in verdelingsvolume en klaring. merendeel geldt voor metaboliet tov moederverbinding dat: a. het verdelingsvolume is afgenomen en de klaring is afgenomen b. het verdelingsvolume is afgenomen en de klaring is toegenomen c. het verdelingsvolume is toegenomen en de klaring is afgenomen d. het verdelingsvolume is toegenomen en de klaring ook het verdelingsvolume is afgenomen en de klaring is toegenomen
de plexus cervicobrachialis loopt paravertebraal tussen twee spieren. dit zijn de: a. m. sternocleidomastoïdeus en scalenus anterior b. scalenus anterior en scalenus medius c. scalenus medius en scalenus posterior d. scalenus posterior en levator scapulae scalenus anterior en scalenus medius
pt kan desgevraagd overeenkomst niet aangeven tussen een roos en een tulp, of een fiets en een trein. Er is meest waarschijnlijk een stoornis van het: a. abstractievermogen b. concentratievermogen c. executief vermogen d. visualisatievermogen abstractievermogen
brown en goldstein kregen de Nobelprijs voor hun beschrijving van de rol van LDL-receptoren bij FH. Zij onderscheiden 4 klassen van mutaties die leiden tot FH. welk proces leidt, indien gestoord, niet tot FH? a. aanmaak van de LDL-receptor b. afbraak van de receptor in het lysosoom c. binding van LDL aan de receptor d. clustering van de receptor in de "coated pit" e. transport van de receptor naar het golgicomplex afbraak van de receptor in het lysosoom
een 76-jarige man komt bij HA met voortdurend hoesten. Ziet er slecht uit, afgevallen, heeft bruine nicotinevingers. Arts herkent dit en heeft direct een waarschijnlijkheidsdiagnose: longca. Bovenbeschreven strategie noemt men: a. patroonherkenning b. de sequentiële hypothesetoetsende methode c. de sleepnetmethode patroonherkenning
het basilaire membraan vormt de basis voor het functioneren van de cochlea. wat is GEEN functie van het basilaire membraan? a. mechanisch scheiden van frequenties b. mechanisch en elektrisch scheiden van scala tympani en scala media c. omzetten van mechanische trillingen in actiepotentialen d. steunen van het orgaan van Corti omzetten van mechanische trillingen in actiepotentialen
Gell en Coombs hebben een classificatie voor allergische reacties ontwikkeld. De type II reactie speelt een belangrijke rol bij: a. allergisch contacteczeem b. toxische epidermale necrolyse c. urticaria toxische epidermale necrolyse
tot welke categorie psychische stoornissen behoren de stoornissen in geheugen, oriëntatie en aandacht? a. cognitieve stoornissen b. gedragsstoornissen c. persoonlijkheidsstoornissen cognitieve stoornissen
een fietser is gevallen bij een verkeersongeluk en heeft een humerusschachtfractuur. Welke spierfunctie is meestal gestoord? a. extensie van de pols b. extensie van de elleboog c. flexie van de elleboog d. flexie van de vingers extensie van de pols
opname van de meeste typen aminozuren vanuit het darmlumen in de epitheelcel verloopt via: a. carrier-mediated transport b. een Na+-K+-dependent ATP-ase c. passieve diffusie d. pinocytose carrier-mediated transport
een patiënt heeft een prolactinoom dat op het chiasma opticum drukt. Bij LO zal waarschijnlijk gevonden worden een: a. binasale gezichtsvelduitval b. bitemporele gezichtsvelduitval c. eenzijdige blindheid bitemporele gezichtsvelduitval
het distale deel van het mediale onderarmbeen heet: a. caput ulnae b. caput radii c. olecranon d. processus styloïdeus radii caput ulnae
een 28-jarige Kosovaar wordt vw productieve hoest 2mnd verdacht van tuberculose. Er wordt een X-thorax gemaakt. Waar verwacht u afwijkingen als de diagnose wordt bevestigd en waar hangt dat mee samen? a. apicaal, vw betere ventilatie dan basaal b. apicaal, vw de lokale V/Q-verhouding c. basaal, vw betere ventilatie dan apicaal d. basaal, vw lokale V/Q-verhouding apicaal, vw lokale V/Q-verhouding
een pt vergeet regelmatig zijn medicatie in te nemen en verwacht dat arts daar boos over zal zijn. Met welke van onderstaande termen wordt deze verwachting aangeduid? a. overdracht b. projectie c. tegenoverdracht overdracht
welk preventief advies is zinvol om aan een patiënt te geven om kans op DM type I te verminderen a. afvallen, BMI onder 25 houden b. voldoende bewegen c. beide zijn niet zinvol beide zijn niet zinvol (om type I te verminderen)
welke van de volgende kenmerken past NIET bij het acrovesiculeus eczeem? a. wordt vooral gezien aan zijkanten van vingers b. komt vaker voor bij mensen met een atopische constitutie c. kan geassocieerd zijn met schimmelinfectie aan de voeten d. gaat gepaard met kloofvorming gaat gepaard met kloofvorming
als, in het kader van operante conditionering, gedrag onder controle staat van bepaalde bekrachtiging, laat dit zich makkelijker/moeilijker uitdoven, afh van type bekrachtigingsschema. Bij welke dooft dit het moeilijkst uit? a. een continue bekrachtigingsschema b. een partieel (of intermitterend) bekrachtigingsschema een partieel (of intermitterend) bekrachtigingsschema
welke van de onderstaande aandoeningen is het sterkst geassocieerd met alfa-1antitrypsinedeficiëntie? a. astma b. longemfyseem c. longfibrose d. longkanker longemfyseem
een patiënt heeft diarree obv cholera (secretoire). de Na+ & K+ concentratie in ontlasting zijn resp. 30 mmol/l en 80 mmol/l. Hierbij past een osmolaliteit in de faeces van: a. 450 mosmol/l b. 230 mosmol/l c. 140 mosmol/l d. 110 mosmol/l 230 mosmol/l
Een 50-jarige mw heeft mogelijk syndroom van Sjögren. Welke oogheelkundige test aangewezen om waarschijnlijkheid te onderzoeken? a. Amsler-test b. Anel-test c. Donders-test d. Schirmer-test Schirmer-test
De meest voorkomende vorm van priapisme bij volwassenen is low-flow priapisme. Een van de gangbare behandelingen is intracorporele injectie van een alfa-adrenerge: a. agonist b. antagonist agonist
de basaalmembraan van het glomerulaire filter van de nier is: a. negatief geladen b. ongeladen c. positief geladen negatief geladen
welk principe uit de Hippocratische traditie wordt gehanteerd wanneer iemand aan postmortale donatie de voorkeur geeft boven donatie door levende doneren? a. het principe van het dubbele effect b. het principe van het goed doen zonder onderscheid c. het principe van de aanvaardbare risico's d. het principe van het niet-schaden het principe van het niet-schaden
welke van onderstaande aandoeningen is het meest waarschijnlijk bij melaena? a. colitis ulcerosa b. diverticulitis c. maagzweer d. ziekte van Crohn maagzweer
bij elleboogklachten in de huisartspraktijk heeft men meestal te maken met: a. bursitis olecrani b. epicondylitis lateralis c. epicondylitis medialis epicondylitis lateralis
polysachariden en lipiden kunnen antilichaamproductie stimuleren zonder hulp van T-cellen. De klasse antilichamen die meestal onder deze omstandigheden geproduceerd wordt is: a. IgA b. IgE c. IgG d. IgM IgM
Welk van onderstaande structuren ligt het meest anterior in het bovenste mediastinum? a. Linker a. subclavia b. Oesophagus c. Thymus d. Trachea Thymus
Van tijd tot tijd hebben we te maken met een pandemie door het influenzavirus. Dit is mogelijk doordat: a. De immuniteit tegen het virus verdwijnt na een 1e infectie en men weer vatbaar wordt b. Vaccinatie ervoor zorgt dat virussen geselecteerd worden wv geen immuniteit bestaat c. Het hamgglutine eiwit van het virus verandert waardoor je niet immuun bent Het hemagglutine eiwit van het virus verandert waardoor er wereldwijd geen immuniteit tegen een dergelijk veranderd virus is.
Welke immuunrespons is de reden van graft-versus-hostziekte na een beenmergtransplantatie bij een leukemiepatiënt? a. Immuunrespons van de donor tegen de ontvanger b. Immuunrespons tegen leukemische cellen c. Immuunrespons van de ontvanger tegen het transplantaat Immuunrespons van de donor tegen de ontvanger
Indien bij de uitvoering van de top-neusproef de ataxie erger wordt bij gesloten ogen dan past dit bij: a. Sensorische ataxie b. Cerebellaire ataxie c. Bij beide vormen Sensorische ataxie
We onderscheiden cognitieve copingstrategieën, emotiegerichte, gedragsmatige en lichamelijke. Wie van onderstaande past een voornamelijk lichamelijke strategie toe? a. Henk, die agenda stipt bijhoudt om werk af te krijgen b. Jelmer, die zich voorhoudt dat alles op z'n pootjes terecht komt c. Nienke, die elke dag met moeder belt om zich beter te voelen d. Piet, die nicotinepleisters heeft om van roken af te komen Piet, die nicotinepleisters toepast om van zijn behoefte aan het roken van sigaretten af te komen
In een onderzoek naar de werking van een nieuw kinkhoestvaccin werden 1000 willekeurig geselecteerde kinderen van 2 gevaccineerd met een nieuw vaccin. Na 3 jr bleek 85% nooit kinkhoest te hebben gehad. Welke conclusie is correct? a. Er is geen conclusie mogelijk, 3 jaar is te kort b. Er is geen conclusie mogelijk, er zijn geen gegevens van een controlegroep c. Het vaccin is effectief: 85% van de kinderen kreeg het niet d. Het vaccin is niet effectief: 15% is ziek geworden Er is geen conclusie mogelijk, omdat er geen follow-upgegevens zijn van een groep niet-gevaccineerde kinderen
Kenmerkend voor coeliakie is: a. aganglionose van het colon b. ontsteking van het terminale ileum c. vlokatrofie van het jejenum d. ontsteking van het rectum-sigmoïd vlokatrofie van het jejenum
Een 40-jr vrouw heeft herhaaldelijk bij hoofdpijn RR 260/120. Bij lab/urine verhoogde catecholamines. CT: li bijniertumor, feochromocytoom. Hormoonproducerende tumor die goedaardig is in ongeveer: a. 90% van de gevallen b. 50% van de gevallen c. 10% van de gevallen 90% van de gevallen
Na een doorgemaakte DVT ontwikkelt een deel van patiënten posttrombotisch syndroom (PTS) volgens de CEAP-classificatie C4, C5 en/of C6. Dit percentage is: a. 5% b. 25% c. 50% d. 75% 25%
We onderscheiden competitieve en niet-competitieve remmers van door enzymen gekatalyseerde reacties. Remming kan oa door beïnvloeding van Vmax of de Michaelisconstante (Km). Voor competetieve remmers geldt dat ze leiden tot: a. Verlaging van de Vmax b. Verlaging van de Km c. Verhoging van de Vmax d. Verhoging van de Km Verhoging van de Km
Bij een patiënt met koorts (T>38,5) wordt bloedkweken afgenomen. Uit aerobe wordt een Gram- staafvormige bacterie geïsoleerd, anaeroob negatief. Welke meest waarschijnlijk aanwezig? a. Staphylococcus aureus b. Escherichia coli c. Pseudomonas aeruginosa Pseudomonas aeruginosa
Prostaglandinesynthetaseremmers remmen cyclo-oxygenas (COX). Sommige van deze zijn selectiever voor COX-2 isovorm dan COX-1. Welke is de meest COX-2 selectieve remmer? a. Celecoxib b. Diclofenac c. Fenylbutazon d. Piroxicam Celecoxib
Welk klinisch beeld wordt gezien bij een bepaalde vorm van atypische pneumonie (psittacosis)? a. Cholecystitis b. Hepatitis c. Hyperthyreoïdie d. Splenomegalie Splenomegalie
Delier is een ernstig ziektebeeld; het is belangrijk risicofactoren te kennen. Welke van onderstaande bevat factoren die alle het risico verhogen? a. Dementie, hypertensie, hyperventilatie, mannelijk geslacht b. Dementie, hartfalen, elektrolytstoornissen, mannelijk geslacht c. Depressie, hartfalen, nierfunctiestoornissen, vrouwelijk geslacht Dementie, hartfalen, elektrolytstoornissen, mannelijk geslacht
Rigor mortis wordt veroorzaakt door een gebrek aan: a. ATP b. Ca++ c. Na+ d. O2 ATP
Een vrouw van 35 is bekend met vulvair vestibulitissyndroom. Zij werd recent met AB behandeld vw pneumonie. Nu klachten van candida-vaginitis, meest waarschijnlijk ontstaan tgv: a. De pneumonie als zodanig b. Het antibioticagebruik c. Het VVS Het antibioticagebruik
Een 30-jarige man valt bij schaatsen op zijn hoofd, verliest kort bewustzijn. Herstelt snel doch na 30 min opnieuw bewustzijnsverlies. Bij spoedopname op CT convexe bloeding over li pariëtaal. Welk vat beschadigd? a. A. cerebellaris inferior b. A. meningea media c. Sinus cavernosus Sinus cavernosus
Een IC-patiënt van 71 is afhankelijk van beademing en kunstmatige voeding/vocht. Zijn prognose is infaust, geen kans herstel. Intensivist stelt voor beademing te stoppen. Mag hij dit doen, en waarom wel/niet? a. Nee, want stopzetten van de beademing is actieve levensbeëindiging b. Nee, want patiënt heeft hier niet om gevraagd c. Ja, want hij mag besluiten medisch zinloze behandeling te staken zonder toestemming d. Ja, want hij werkt volgens IC-protocol Ja, want hij mag besluiten een medisch zinloze behandeling te staken zonder toestemming van patiënt of diens familie
Lymfevaten kunnen zowel eiwit als weefselvocht uit het interstitium opnemen. Welke van onderstaande beweringen is de meest waarschijnlijke verklaring? a. Bij verhoging interstitiële vloeistofdruk gaan eiwitten door poriën van lymfevaten b. De lymfatische endotheelcellen hebben een dakpansgewijze structuur c. Er is een lymfatische capillaire pomp d. Er zijn ankerdraden tussen lymfevat en interstitium De lymfatische endotheelcellen hebben onderling een dakpansgewijze structuur
Wat is een goede maat voor de grootte van de lever? a. Het aantal cm dat de lever bij inspiratie onder de ribbenboog uitstaakt b. De leverspan gemeten in midclaviculairlijn re in cm c. Het aantal cm palpabel onder re ribbenboog bij bimanuele palpatie d. Het aantal cm voelbaar bij expiratie De leverspan gemeten in de midclaviculairlijn rechts in cm
Wat is de meest voorkomende verwekker van een urethritis bij mannen? a. Candida species b. Chlamydia c. Gonokokken d. Trichomonas vaginalis Chlamydia
Als de compliantie van de aorta afneemt, neemt de polsdruk (het verschil tussen syst / diast druk): a. af b. toe Toe
De totale hoeveelheid lichaamswater is verdeeld over het intracellulaire en extracellulaire compartiment. In het intracellulaire compartiment is het ion met de hoogste concentratie: a. Cl- b. HCO3- c. K+ d. Na+ K+
Bronchiolitis op zuigelingenleeftijd wordt in de meerderheid van de gevallen veroorzaakt door één bepaalde verwekker, namelijk: a. adenovirus b. mycoplasma pneumoniae c. para-influenzavirus d. respiratoir syncytieel virus (RS-virus) respiratoir syncytieel virus (RS-virus)
Wat is bij de afwezigheid van zuurstof de eerste stap in de cellulaire ademhaling? a. citroenzuurcyclus b. elektronentransport c. glycolyse glycolyse
Meconiumhoudend vruchtwater is een signaal betreffende de conditie van de foetus. Dit signaal duidt op: a. foetale groeivertraging b. foetale hypoxie c. foetale oligurie foetale hypoxie
na een schouderluxatie kan door zenuwuitval een beperking in de spierfunctie ontstaan. Welke spier(en) is/zijn dan in het bijzonder aangedaan? a. De m. biceps brachii b. De m. triceps brachii c. De m. brachialis d. De m. deltoideus e. De spieren van de rotatorenmanchet De m. deltoideus
Door middel van hyperventilatie provocatie kunnen bij kinderen epileptische aanvallen in de spreekkamer worden uitgelokt. Dit lukt de behandelende arts bij: a. absences b. complex partiële aanvallen c. tonisch clonische aanvallen absences
Voor het rectumcarcinoom wordt de TNM-classificatie gebruikt. Daarbij is T2: a. tumor beperkt tot het darmepitheel b. tumor beperkt tot de submucosa c. tumor infiltreert tot en met de spierlaag van de darm tumor infiltreert tot en met de spierlaag van de darm
wat is de neurotransmitter in de laatste synaps van het sympatische zenuwstelsel op het hart? a. acetylcholine b. adrenaline c. noradrenaline d. serotonine noradrenaline
een 58-jarige man die rookt en bekend is met hypertensie heeft aanvallen van pijn op de borst. De arts overweegt angina pectoris. De meest kenmerkende beschrijving van het karakter van de pijn bij angina pectoris is: a. brandend b. samensnoerend c. stekend samensnoerend
Bij een patiënt wordt een pansystolisch geruis aan het hart gehoord. Welke van onderstaande afwijkingen ligt hieraan het meest waarschijnlijk ten grondslag? a. aorta-insufficiëntie b. aortastenose c. mitralisinsufficiëntie d. mitralisstenose mitralisinsufficiëntie
wat gebeurt er met een 95% betrouwbaarheidsinterval als het aantal personen in de studie verhoogd wordt? Het betrouwbaarheidsinterval: a. wordt breder b. wordt smaller c. blijft even breed wordt smaller
Als kanker van de testis metastaseert, dan is dit in de meerderheid van de gevallen primair naar één van de volgende lymfenodi. Dit betreft: a. de iliacale lymfenodi b. de lumbale lymfenodi c. de oppervlakkige inguinale lymfenodi de lumbale lymfenodi
bij biofeedback wordt gebruik gemaakt van een leerstrategie. Dat is: a. klassieke conditionering b. 'modelling' c. operante conditionering operante conditionering
de anovulatie bij anorexie wordt gekenmerkt door een: a. hypergonadotrope - hyperoestrogene status b. hypergonadotrope - hypooestrogene status c. hypogonadotrope - hyperoestrogene status d. hypogonadotrope - hypooestrogene status hypogonadotrope - hypooestrogene status
Een vrouw van 20 met oligomenorroe en hirsutisme komt bij de arts met het probleem dat zij niet zwanger kan worden. Welke van volgende diagnosen is bij haar het meest waarschijnlijk? a. chorioncarcinoom b. endometriose c. polycysteus ovariumsyndroom polycysteus ovariumsyndroom
Op straat ziet een HA een meisje van 12 op de grond vallen met een tonischklonisch insult. Wat is het meest aangewezen beleid? .a Afwachten en het beloop van de aanval observeren b. De aanval zsm behandelen met een benzodiazepine c. Een ambulance bellen d. Een pijnlijke tongbeet proberen te voorkomen Afwachten en het beloop van de aanval observeren
Formoterol en salmeterol zijn sympaticomimetica die bij de behandeling van astma worden voorgeschreven. Het mechanisme van de sympathische activatie van deze middelen berust op: a. directe stimulatie van de bètareceptor b. remming van de afbraak van het circulerende adrenaline c. remming van de afbraak van het noradrenaline d. stimulatie van de endogene adrenaline en noradrenaline aanmaak directe stimulatie van de bètareceptor
Een patiënte met kinderreuma krijgt elke week een injectie met methotrexaat waarbij ze steeds erg misselijk wordt en brakt. Op den duur wordt ze al misselijk als ze de zalf ruikt die voorafgaand aan de injectie wordt opgebracht. Er is sprake van: a. klassieke conditionering b. 'modelling' c. operante conditionering klassieke conditionering
amenorroe is obv eenvoudig hormonaal onderzoek in categorieën onder te verdelen. Welke categorie komt het meeste voor? a. hypergonadotroop b. hypogonadotroop c. normogonadotroop normogonadotroop
54-jarige man is gevallen en heeft zich met rechterarm opgevangen. Nu veel pijn aan rechter elleboog en houdt deze liefst gebogen en gesteund met linkerarm of romp. Met welke test kan de arts een fractuur vrijwel zeker uitsluiten? a. Volledig actief buigen van de elleboog b. Volledig passief buigen van de elleboog c. Volledig actief strekken van de elleboog d. Volledig passief strekken van de elleboog Volledig passief strekken van de elleboog
De concentratie van progesteron in de urine van zwangere vrouwen bereikt in een bepaalde periode in de zwangerschap een maximale waarde. Deze waarde wordt bereikt: a. Tussen de 6e en 12e week b. Tussen de 12e en 18e week c. Tussen de 18e en 24e week d. Tussen de 24e en 30e week e. Tussen de 30e en 36e week Tussen de 30e en 36e week
Behandeling met immuunsuppressiva kan leiden tot infectieuze oesofagitis. Welk micro-organisme is daarbij een belangrijke verwekker? a. Candida albicans b. Epstein-Barr-virus c. Pseudomonas aeruginosa Candida albicans
Een vrouw van 38 jaar wordt verdacht van een bindweefselziekte vw dissectie van thoracale aorta. Bij onderzoek vallen extreem lange benen en armen, dunne, lange vingers en pectus excavatum op. Deze kenmerken passen het best bij: a. het Ehlers-Danlos-syndroom b. het syndroom van Marfan c. 'mixed-connective tissue disease' het syndroom van Marfan
Uit welke stof kan het menselijk lichaam glucose maken? a. Cholesterol b. Glycerol c. Vetzuren Glycerol
HA ziet een 63-jr man die klaagt over vermoeidheid in benen en soms pijn kuiten bij lopen, enige maanden. Pijn verdwijnt bij staan. Kan niet meer dan 200-300m lopen zonder pijn, rookt ca 15 sigaretten/dag. Wat is, naast stoppen roken, meest aangewezen? a. bedrust en steunkousen b. looptraining c. looptraining en ascal 80mg d. verwijzen naar vaatchirurg looptraining en ascal 80mg
Een baby van enkele weken heeft wisselende inspiratoire stridor. Dit uitte zich vanaf geboorte, eerst alleen bij voeding, nu ook elders. Bij flexibele scopie wordt een goedaardige afwijking gezien. Welke, gezien frequentie, meest waarschijnlijk? a. laryngomalacie b. larynxweb c. stemplooiknobbeltjes d. stemplooiparese laryngomalacie
een combinatie van een maag- en een duodenumsonde na een abdominale operatie biedt de mogelijkheid om te controleren in hoeverre: a. het colon de voeding tolereert b. de dunne darm de voeding tolereert c. de maag de voeding tolereert d. de slokdarm de voeding tolereert De dunne darm de voeding tolereert
Welke aanvullende diagnostiek is geïndiceerd bij verdenking op een EUG? a. bimanueel onderzoek b. buikoverzichtsfoto c. HCG-bepaling en vaginaal echografie d. Laparoscopie HCG-bepaling en vaginaal echografie
Welke van de volgende blaarziekten wordt gekenmerkt door intraepidermale blaarvorming? a. bulleus pemfigoïd b. dermatitis herpetiformis c. erythema multiforme d. pemphigus vulgaris pemphigus vulgaris
De JGZ voor 4-19 jaar wordt in nederland georganiseerd en aangeboden door de: a. Consultatiebureau's van thuiszorg b. GGD's (gemeentelijke gezondheidsdiensten) c. huisarts d. kinderarts GGD's
Met behulp van zgn Trechter van Dunning kan prioritering van zorg gemaakt worden. Daartoe werden door commissie Keuzen in de Zorg 4 criteria gehanteerd. Eerste zijn: kan het voor eigen rekening, is het noodzakelijk, is het doelmatig. Wat is het 4e? a. Is de zorg werkzaam? b. Is de zorg maatschappelijk aanvaardbaar? c. Kan er ten aanzien van de zorg op voldoende solidariteit gerekend worden? d. Is de zorg betaalbaar? Is de zorg werkzaam?
Er wordt onderzoek gedaan naar hormonale afwijkingen bij groeistoornissen. Hierbij blijkt lengte van onderzochte personen te correleren met onderzochte afwijkingen. Het gewicht in KG blijkt echter ook te correleren. Hoe wordt dit genoemd? a. confounding b. covariatie c. multipele correlatie d. regressie covariatie
Een 21jarige man onderging in VG een vervanging aortaklep en aortaboog met kunststof (Bentall) wegens aangeboren aandoening. Wordt nu opgenomen ivm koorts en rillingen 5 dgn. RR120/45, p110. Nieuwe syst/diast souffle. Welke maatregelen geïndiceerd? a. Afnemen 3 bloedkweken en afwachten b. Afnemen 3 bloedkweken en starten flucloxacilline 4dd1g iv c. Afnemen 3 bloedkweken en flucloxacilline 12g/24u d. afnemen 3 bloedkweken en penicilline G 4dd1milj E e. 3 bloedkweken en penicilline G 12milj/24u Afnemen 3 bloedkweken en starten flucloxacilline 12gram/24u i.v.
Een 54-jarige man wordt onderzocht vw acute nierinsufficiëntie. Serum creatinine is 186 umol (n=45-90). Natriumconcentratie is lager dan 10mmol/l (sterk verlaagd). Deze vorm van nierinsufficiëntie is waarschijnlijk: a. Postrenaal b. Prerenaal c. Renaal Prerenaal
Bij een patiënt wordt bij onderzoek een palpabele galblaas met pijnloze icterus gevonden (Courvoisier). Meest waarschijnlijke diagnose is: a. Pancreascorpuscarcinoom b. Pancreaskopcarcinoom c. Pancreasstaartcarcinoom Pancreaskopcarcinoom
Welke van volgende micro-organismen wordt gerekend tot verwekker van SOA? a. candida albicans b. gardnerella vaginalis c. streptococcus-B d. trichomonas vaginalis Trichomonas vaginalis
Patient van 65 jaar heeft erectiestoornissen zonder libidoverlies. Komt bij HA met verzoek Viagra. Hij heeft angina pectoris, wv nitraten. Hij kan makkelijk traplopen. Verder geen med. BMI=35, RR160/90. Wat is je beleid? a. U schrijft het voor, want er zijn geen contra-indicaties b. U schrijft het niet voor, vw hoge bloeddruk c. U schrijft het niet voor vw cardiale VG d. U schrijft het niet voor vw overgewicht e. U schrijft het niet voor vw gelijktijdig nitraten U schrijft het niet voor ivm gelijktijdig gebruik van nitraten
Bij ongevalpatiënten met tekenen van hypovolemische shock wordt in eerste instantie gestart met het infunderen van: a. Bloed b. Erytrocytenconcentraat c. Fysiologisch zout d. Plasma Fysiologisch zout
Een belangrijk onderdeel van onderzoek van de enkel na bv een verzwikking is inspectie. Welke van volgende waarnemingen is meest suspect voor een ligamentruptuur of fractuur van de enkel? a. Diffuse zwelling van de enkel b. Hematoomverkleuring van de laterale enkel c. Lokale zwelling op de laterale malleolus van de enkel d. Roodheid van de mediale enkel Hematoomverkleuring van de laterale enkel
Pieter is de laatste tijd erg depressief geweest. Als we uitgaan van neurotransmitters die daarbij betrokken zijn, is het aannemelijk dat een bepaalde stof hierbij de belangrijkste rol speelt. Welke stof is dit? a. Acetylcholine b. Endorfinen c. GABA d. Serotonine Serotonine
Bij een patiënt wordt langdurig gecontroleerde hyperventilatie toegepast. Als gevolg hiervan: a. Blijft de pH van de urine onveranderd b. Daalt de pH van de urine c. Stijgt de pH van de urine Stijgt de pH van de urine
Waarom is de aanpak van angst een depressie juist bij ouderen van nog meer belang? Omdat ouderen: a. een kleiner sociaal netwerk hebben b. sneller geëmotioneerd raken c. vaak meerdere kwalen hebben d. een verminderde immuunfunctie hebben een verminderde immuunfunctie hebben
Welk van onderstaande geneesmiddelen remt de secretie van maagzuur? a. Aluminiumzouten b. Antihistaminica c. Magnesiumzouten d. Sucralfaat Antihistaminica
HA ziet een 45-jre op controle ivm koliekpijn flank re en mictieklachten. Had met goed effect pijnstilling voorgeschreven en echo nieren + X-BOZ gevraagd. Deze tonen resp. matige dilatatie kelk-bekkensysteem, en steen van 3mm in distale ureter re. T39C.B? a. patiënt niet verwijzen naar uroloog, AB voorschrijven en steenlozing afwachten b. Patiënt niet verwijzen naar uroloog, geen AB en steenlozing afwachten c. Patiënt met spoed verwijzen naar uroloog ivm koorts d. Patiënt afspraak laten maken uroloog Patiënt met spoed verwijzen naar de uroloog vanwege de koorts
Zowel bij osteopenie als bij osteoporose is de botdichtheid verlaagd. Als de hoeveelheid botmatix verlaagd is, heet dit: a. Osteopenie b. Osteoporose Osteoporose
Bij een zuigeling wordt 5 weken postnataal een hartgeruis gehoord, die kort na geboorte nog niet werd gehoord. Welke van onderstaande hartafwijkingen past het beste bij deze bevinding? a. Een groot VSD b. Een open ductus arteriosus (Botalli) c. Een pulmonaalstenose d. Een tetralogie van Fallot Een groot VSD
Patiënt vraagt arts om informatie over medicijnen die hij kan gebruiken om zijn leven te beëindigen. De arts geeft hem deze informatie. Dit is een vorm van: a. niet strafbare advisering b. strafbare hulp bij zelfdoding niet strafbare advisering
Van een fenotypisch normaal paar heeft de vrouw een 46,XX en de man een 45,XY,t21q21q chromosomenpatroon; de lange armen van zijn twee chromosomen 21 zitten dus aan elkaar. De kans dat een kind van dit paar het syndroom van Down heeft is: a. 100% b. 50% c. 33% d. 25% 100%
Psychoactieve stoffen verschillen in de mate waarin de gebruiker er farmacologisch afhankelijk van kan worden. Deze afhankelijkheid is het grootst bij: a. Hallucinogene stoffen b. Opioïde stoffen Opioïde stoffen
Binnen de gezondheidszorg worden kosten en baten tegen elkaar afgewogen volgens verschillende theoretische modellen. De grootst mogelijke gezondheid voor het groots mogelijk aantal mensen is het uitgangspunt van het: a. Egalitaire model b. Utilistische model Utilistische model
Wanneer we een evidence based beslissing willen nemen over een klinische interventie staan ons verschillende bronnen ter beschikking. Welke van onderstaande bronnen staat het hoogste in de "hierarchy of evidence"? a. Case control studie b. Cohort studie c. Meta analyse d. Randomized clinical trial Meta analyse
In een clinical trial onder zwangeren met verhoogd risico op pre-eclampsie is onderzocht of aspirine de incidentie van pre-eclampsie kan verminderen tov placebo. Er wordt een relatief risico gevonden van 0,9 met een 95% CI van 0,8-1,1. De conclusie is: a. Aspirine vermindert de incidentie niet b. Aspirine vermindert de incidentie wel Aspirine vermindert de incidentie niet
Bij de man kruisen de arteriae testiculares en de ureteren elkaar op weg naar het bekken. Daarbij liggen de ureteren tov de arteriae testiculares? a. Dorsaal b. Ventraal Dorsaal
Een hernia fomoralis komt het meest frequent voor bij: a. mannen b. vrouwen vrouwen
Bij mensen met het syndroom van Klinefelter is de productie van geslachtshormonen veranderd. Dit leidt tot: a. Te weinig androgenen b. Te veel androgenen c. Te weinig oestrogenen d. Te veel oestrogenen Te weinig androgenen
Bij vervroegde ovariële uitval obv syndroom van Turner is het FSH-gehalte in het bloed: a. Verhoogd b. Normaal c. Verlaagd Verhoogd
Welk paraneoplastisch verschijnsel komt het vaakst voor bij een bronchuscarcinoom? a. Lambert-Eaton myastheensyndroom b. SIADH (syndrome of inappropriate ADH-secretion) met hyponatriëmie c. Hypercalciëmie d. Cushing-syndroom Hypercalciëmie
Indien in een bedrijf de werknemers langdurig blootgesteld worden aan geluiden boven een bepaald niveau is de werkgever verplicht gehoorbescherming aan te bieden. Dit niveau ligt op: a. 65 dB (hard straatlawaai) b. 80 dB (bromfietslawaai) c. 95 dB (trombone dichtbij) d. 110 dB (popconcert) 80 dB
In de gangbare DSM-classificatie zijn 9 symptomen van depressieve episode. Voor de diagnose dienen minimaal een aantal aanwezig te zijn geweest en wijzen op een verandering tov vroeger. Minimaal aantal symptomen bedraagt: a. 3 b. 4 c. 5 d. 6 5
Bij de behandeling van allergische rhinitis worden vaak antihistaminica voorgeschreven. Het belangrijkste mechanisme van deze middelen is: a. Blokkeren van de histaminereceptor b. Remming van de aanmaak van histamine c. Remming van de afgifte van histamine d. Toename van de afbraak van histamine Blokkeren van de histaminereceptor
Patiënten met coeliakie hebben vaak ook een hiermee geassocieerde huidaandoening, met name: a. Dermatitis herpetiformis b. Eczema herpeticum c. Pityriasis rosea d. Psoriasis Dermatitis herpetiformis
Eén van de volgende aandoeningen wordt het vaakst gekenmerkt door een sterk verhoogde bezinking (BSE): a. artrose b. fibromyalgie c. polymyalgia rheumatica polymyalgia rheumatica
In een onderzoek wordt de sterfte onder ex-gedetineerden in een regio vergeleken met die van algemene populatie. Sterfte onder ex-gedetineerden was 3,5 maal zo groot. Het getal 3,5 is een: a. Attributief risico b. Odds ratio c. Relatief risico d. Risicoverschil Relatief risico
Een patiënt scheidt in 1 uur 0,6mmol inuline uit in urine. De plasma-inulinespiegel tijdens dit uur is gemiddeld 0,2mM. De inulineklaring in de nier is in dit geval: a. 3 mmol/L b. 5 mmol/L c. 30 ml/min d. 50 ml/min 30 mL/min
Het vena cava superior syndroom is in de meeste gevallen een uiting van: a. Een primair mediastinaal proces b. Een primair abdominaal proces Een primair mediastinaal proces
Corticaal bot bevindt zich vooral in de: a. Diafyse b. Distale radius c. Trochanters van het femur d. Wervellichamen Diafyse
Bij diagnostiek en behandeling van een patiënt met eetstoornissen zal een HA die veel betekenis hecht aan de sociaalleren theorie, bij deze patiënt vooral aandacht schenken aan: a. aspecten van de actuele leefsituatie b. hersenprocessen c. leerprocessen d. ervaringen uit de vroege jeugd aspecten van de actuele leefsituatie
Welke van onderstaande medisch-ethische tradities is teleologisch van aard? a. De Hippocratische traditie b. De levensbeschouwelijke traditie c. De Verlichtingstraditie De Hippocratische traditie
Er is een werkverdeling tussen de verschillende cellen van het immuunsysteem. Welke granulocyten zijn vooral betrokken bij de bestrijding van parasieten? Dat zijn: a. Basofielen b. Eosinofielen c. Neutrofielen Eosinofielen
In de wetenschapsfilosofie bestaan 2 stromingen voor formuleren criterium om wetenschappelijke claims te onderscheiden van niet-wetensch. Deze zijn empirisme en kritisch rationalisme, ontworpen door Karl Popper. Welke demarcatie hanteert de tweede? a. Falsifieerbaarheid b. Verifieerbaarheid c. Waarschijnlijkheid Falsifieerbaarheid
De maatschappelijke dienstverlening (advisering, revalidatie, scholine) aan slechtzienden en blinden is in Nederland goed geregeld. Deze wordt aangeboden door: a. Gemeenten b. Regionale instellingen c. Universitaire oogheelkundige centra Regionale instellingen
Bij atopisch eczeem kan men verschillende immunologische veranderingen vaststellen. Atopie is een persoonlijke of familiaire aanleg die zich kenmerkt door: a. Eosinofielen in een patchtest met zepen b. IgG-depositief in de epidermis c. Verhoogde ANA-spiegels in het serum d. Verhoogde IgE-antistoffen tegen inhalatieallergenen in het serum Verhoogde IgE-antistoffen tegen inhalatieallergenen in het serum
Bij een dissectie in een aneurysma bevindt zich de scheur meestal in: a. Adventitia b. Intima c. Media Media
Welke van de volgende ziektes is het meest frequent geassocieerd met HLA-B27 positiviteit? a. Ankyloserende spondylitis b. Osteoarthritis c. Reumatoïde arthritis d. Systemische lupus erythematodes Ankyloserende spondylitis
Elke bronchus lobaris vertakt zich binnen de long in een aantal takken. Dit zijn: a. bronchi lobulares b. bronchioli lobulares c. bronchi segmentales Bronchi segmentales
Welke van de onderstaande fracturen komt het meest voor bij mensen met osteoporose? De fractuur van: a. De distale femurschacht b. De distale fibula c. De distale radius d. Het os coccygis De distale radius
Pijn op de borst als gevolg van cardiale ischemie is vaak minder intens bij een bepaalde patiëntengroep. Het betreft patiënten met: a. Diabetes Mellitus b. Parkinson c. Reuma d. Ulcus ventriculus Diabetes Mellitus
De meest frequente oorzaak van secundaire pulmonale hypertensie is: a. Een cardiale shunt b. Bronchiëctasieën c. Chronische bronchitis d. Emfyseem Chronische bronchitis
Bij een 73-jarigem an is een R-L shunt in de longen vastgesteld. Welke combinatie van veranderingen in alveolaire an arteriële PO2 past hierbij het best? a. De alveolaire PO2 is verhoogd en de arteriële PO2 verlaagd b. De alveolaire PO2 is verhoogd en de arteriële PO2 verhoogd c. De alveolaire PO2 verlaagd en de arteriële PO2 verhoogd d. De alveolaire PO2 verlaagd en de arteriële PO2 verlaagd De alveolaire PO2 verhoogd en de arteriële PO2 verlaagd
Een 39jarige patiënt heeft na een viraal infect scherpe pijn onder het borstbeen die minder wordt bij voorover zitten. Bevindingen bij auscultatie blijken kenmerkend voor pericarditis. De arts hoort in dit geval een: a. Luide 3e en 4e harttoon b. Systolisch geruis aan de apex c. Trifasisch systolisch en diastolisch geruis Trifasisch systolisch en diastolisch geruis
Bij patiënten met COPD is de compliantie van de long: a. Afgenomen b. Normaal c. Toegenomen Toegenomen
Het aantal genen in het menselijk genoom bedraagt ongeveer: a. 3000 b. 30000 c. 300000 30000
Patiënten met nefrotisch syndroom hebben een verlaagd albumine in het bloed. Daarnaast zijn ook andere bloedspiegels vaak verlaagd. Welke van onderstaande is het vaakst verlaagd? a. Antitrombine III b. Cholesterol c. Fibrinogeen d. Parathyroïd hormoon Antitrombine III
Welke van de volgende symptomen is het meest kenmerkend voor een delier: a. Desoriëntatie b. Grootheidswaan c. Koorts Desoriëntatie
Bij de uitrijping van mannelijke gameten noemen we de meest onrijpe vorm van de cyclus: a. Primaire spermatocyt b. Spermatide c. Spermatogonium Spermatogonium
Bij 70% van de patiënten met reumatoïde artritis worden reumafactoren in het bloed gevonden. Dit zijn antistoffen die gericht zijn tegen: a. Gecitrullineerd cyclisch peptide b. Het Fc-gedeelte van IgG c. Histonen Het Fc-gedeelte van IgG
Bij een ectopische zwangerschap vindt innesteling van de blastula meestal plaats in de: a. excavatio recto-uterina b. excavatio vesico-uterina c. tuba uterina Tuba uterina
Welk diureticum is sterk diuretisch, sterk natriuretisch en matig kaliuretisch? a. Furosemide b. Hydrochloorthiazide c. Mannitol d. Spironolacton Furosemide
Een patiënt heeft een gecompliceerde fractuur. Dit betekent dat bij deze fractuur sprake is van: a. dislocatie in het belendende gewrichtsoppervlak b. een open verbinding tussen fractuur en buitenwereld c. meerdere losse botfragmenten een open verbinding tussen fractuur en buitenwereld
Een man van 35 jaar heeft sinds enkele mnd last van aanvallen van veranderd bewustzijn die enkele minuten duren. Hij maakt daarbij soms wat friemelende bewegingen met zijn handen. Welke diagnose past het beste bij deze klachten? a. absence epilepsie b. kataplexie c. partiële epilepsie Partiële epilepsie
In een patiënt met levercirrose kan het bloed in de vena portae minder goed door de lever naar de vena cava inferior afvloeien. Er zijn dan een aantal alternatieve routes voor dit bloed. Welke van structuur is deel van de MINST waarschijnlijke route? a. Venen in het distale deel van de oesofagus b. De para-umbilicale venen c. De epidurale venen d. Veneuze verbindingen tussen v. lienalis en v. renalis sinistra e. veneuze verbindingen tussen vv. rectales superiores en inferiores De epidurale venen
De neurotransmitter acetylcholine geeft in de synaptische spleet het signaal van een axon door aan dendrieten. Acetylcholine werkt doordat het een direct activatie geef van: a. Ligand-gated Na+-kanalen b. Ligand-gated K+-kanalen c. Voltage-gated Na+-kanalen d. Voltage-gated K+-kanalen Ligand-gated Na+-kanalen
Het zich beter kunnen herinneren van de eerste paar woorden van een rij die in het lange termijn geheugen wordt opgeslagen wordt aangeduid met de term: a. primacy effect b. recency effect c. parallel positie effect d. vermoeidheidseffect Primacy effect
De tweede handgreep van Leopold is bedoeld om: a. Het ballottement van het voorliggende deel te bepalen b. De hoogte van de fundus te bepalen c. De mate van indaling van het voorliggende deel te bepalen d. De plaats van de rug van het kind te bepalen De plaats van de rug van het kind te bepalen
De oogdruk van gezonde personen varieert tgv het diurnaal ritme. Bij gezonde personen ligt het maximale drukverschil per etmaal het dichtst bij: a. 2 mm Hg b. 5 mm Hg c. 8 mm Hg d. 12 mm Hg 5 mm Hg
Mevrouw van Wonderen, 68, is bekend met DM II. Zij heeft haar leefstijl aangepast en is ruime tijd behandeld met metformine en heeft een BMI rond de 30. Welke behandeling is nu geïndiceerd? a. De metformine hoger doseren b. Metformine vervangen door tolbutamide c. Ongewijzigd beleid: leefstijl en metformine d. Tolbutamide toevoegen aan de metformine Tolbutamide toevoegen aan de metformine
Het protrombinasecomplex is betrokken bij de bloedstolling. Dit complex wordt gevormd op het membraanoppervlak van bepaalde (geactiveerde) cellen. Dit betreft voornamelijk: a. Bloedplaatjes b. Endotheelcellen c. Rode bloedcellen d. Witte bloedcellen Bloedplaatjes
Welk van onderstaande verschijnselen is geen alarmteken bij een plekje op de huid? a. Onregelmatige pigmentatie b. Schilfering of korstvorming c. Haargroei van binnenuit het plekje d. Opgeworpen rand rondom het plekje Haargroei van binnenuit het plekje
Jan, jongen van 5jr, komt terug op CB na afwezigheid van enkele jaren. Bij onderzoek blijkt dat rechter testikel zich niet in scrotum bevindt. Bij navraag bij HA blijkt dat beide na geboorte normaal in scrotum lagen. Diagnose? a. Ectopische testis b. Retentio testis c. Retractiele testis Retractiele testis
Welke van onderstaande bevindingen vormt de sterkste aanwijzing voor het stellen van de diagnose Guillain-Barré syndroom? a. Autonome dysfunctie b. Bilaterale zwakte van aangezichtsspieren c. Progressieve spierzwakte in beide armen en benen d. Weinig of geen sensibele stoornissen Progressieve spierzwakte in beide armen en benen
Een 38-jr patiënt met HIV klaagt over mondgeur. Sinds 4wkn verkleuring tong. Bij LO grote gele plaque aan zijkant tong. Kan worden losgeschraapt als pseudomembraan, bloedt gemakkelijk. Geen vesikels. Diagnose? a. Afteus ulcus b. Candida stomatitis c. Cheilosis d. Herpes stomatitis Candida stomatitis
Wat is het uiteindelijke effect van een effectief screeningsprogramma voor een ziekte? a. Afname van de incidentie van de ziekte b. Toename van de incidentie van de ziekte Toename van de incidentie van de ziekte
Bij een jongetje van 4 is de linker testikel niet palpabel in het scrotum. Het blijkt mogelijk deze handmatig vanuit lieskanaal in het scrotum te brengen. In dit geval is er sprake van: a. cryptorchisme b. ectopische testis c. retractiele testis Retractiele testis
In het DNA is een bepaald aantal opeenvolgende basenparen nodig om te coderen voor één aminozuur. Dit aantal is: a. twee b. drie c. vier d. vijf Drie
In een bepaald deel van het gezonde hart wordt de hoogste voortgeleidingssnelheid van de actiepotentiaal gevonden. Het betreft: a. De AV-knoop b. De Purkinje-vezels c. Het atriale hartspierweefsel d. Het ventriculaire hartspierweefsel De Purkinje-vezels
De locatie van een infarct van het hart kan vastgesteld worden op het ECG. Bij tekenen van infarcering in afleidingen II, III en aVF bevindt het infarct zich in de: a. Onderwand b. Voorwand c. Achterwand d. Rechter ventrikel Onderwand
Nierstenen kunnen uit één of meerdere componenten bestaan. In de meeste gevallen bestaan nierstenen voor het grootste gedeelte uit: a. Calciumoxalaat b. Cystine c. Magnesiumammoniumfosfaat d. Urinezuur Calciumoxalaat
Mitochondriën bevatten coderend DNA. Het aantal verschillende genen in dit DNA is, in vergelijking met het aantal genen in het DNA van de celkern: a. kleiner b. ongeveer even groot c. groter Kleiner
Met het begrip QALY (Quality Adjusted Life Years) wordt bedoeld: a. Het equivalent van het aantal gezonde jaren dat iemand nog te leven heeft b. Het aantal gezonde jaren dat iemand voor de boeg heeft, vermenigvuldigd met aantal ziektejaren c. Het aantal (levens)jaren gecorrigeerd voor kwaliteit van die jaren Het aantal (levens)jaren gecorrigeerd voor de kwaliteit van die jaren
Een 53-jarige vrouw gebruikt vw hoofdpijn 20 jaar 600-1800mg ibuprofen per dag. Bij onderzoek blijkt bloedarmoede, een gestoorde nierfunctie en metabole acidose. Welke van onderstaande renale aandoeningen is het meest waarschijnlijk? a. IgA-nefritis b. Interstitiële nefritis c. Membraneuze glomerulonefritis Interstitiële nefritis
Welke zenuw kan bij een distale radiusfractuur in de carpale tunnel bekneld raken? a. Nervus medianus b. Nervus muculocutaneus c. Nervus radialis d. Nervus ulnaris Nervus medianus
Vrouw van 50 heeft bdz gezichtsvelduitval. Bij onderzoek is centraal zien gespaard, pupilreacties bdz normaal. Verder gb, mn normaal fundusbeeld. Welke diagnose meest waarschijnlijk? a. Bilaterale afsluiting van de a cerebri posterior b. Compressie van het chiasma opticum c. Neuritis retrobulbaris Bilaterale afsluiting van de a cerebri posterior
Welke hersenzenuwen verzorgen de smaak (op de tong)? a. VII en VIII b. VII en IX c. VII en X d. VIII en IX VII en IX
Van patiënten bij wie ziekte X wordt gediagnosticeerd, overlijdt 10% tgv deze ziekte. Deze 10% is een voorbeeld van: a. Bruto sterftecijfer b. Gestandaardiseerd sterftecijfer c. Letaliteitspercentage d. Proportioneel sterftecijfer Letaliteitspercentage
Een 31-jr vrouw wordt behandeld voor depressie. Ze heeft via HA fluoxetine SSRI gebruikt. Nu 6 wkn sertraline (SSRI) in goede dosering, plus psychotherapie, helpt onvoldoende. Wat volgende stap in medicatie? a. Antipsychoticum b. Lithium c. Monoamineoxidaseremmer (MAO-I) d. Tricyclisch antidepressivum (TCA) Tricyclisch antidepressivum (TCA)
Welke factor is het minst of niet geassocieerd met toegenomen risico op wiegendood? a. Het gebruik van een fopspeen b. Passief roken c. Prematuriteit d. Slapen op de buik Het gebruik van een fopspeen
Een omgekeerde afstotingsreactie ('graft versus host') na beenmergtransplantatie wordt veroorzaakt door een bepaald type cellen van de donor, namelijk: a. B-cellen b. Macrofagen c. T-cellen T-cellen
Wanneer is er voglens definitie van WHO sprake van matige slechtziendheid? a. 0,3 < visus < 0,8 b. 0,1 < visus < 0,3 c. 3/60 < visus < 0,1 d. Visus < 3/60 0,1 < visus < 0,3
Een 50-jarige patiënt komt bij HA met pijnlijk, diffuus rood oog. Geen trauma of corpus alienum. Pupil is vernauwd, Descemet-stippen aanwezig. Pijn verdwijnt niet met 20sec na oogdruppels met anesth. Welke aandoening waarschijnlijk? a. Bacteriële conjunctivitis b. Glaucoom c. Iridocyclitis d. Keratitis Iridocyclitis
Meisje van 18mnd is via JGZ verwezen naar kinderarts. Dit ivm achterblijven groei, terwijl ze goed eet. Opvallend bij LO is bolle buik, droge, schilferende huid. Lengte en gewicht op -1 SD. Kinderarts vermoedt coeliakie en doet scopie. Wat zie je? a. Adenomateuze poliepen b. Dysplasie c. Pseudomembraneuze plaques d. Ulcera e. Vlokatrofie Vlokatrofie
Een 48-jr man komt op SEH met sinds 1u bloedbraken. Nooit eerder gehad, erg geschrokken. Neemt vw spanningshoofdpijn regelmatig pijnstilling. Bij LO: tekenen hypovol shock; bleke, klamme huid, lage RR, p hoog. Hb 5,3. Welk medicijn verantwoordelijk? a. Diclofenac b. Paracetamol c. Omeprazol d. Tramadol Diclofenac
Meisje van 8mnd, buikpijnaanvallen van ca 5 min. Laatste keer beetje helderrood bloed op ontlasting. Voeding onveranderd, geen relatie met voeden. Matig ziek kind, geen koorts. Arts denkt invaginatie. Wat ondersteunt dit? a. Een bolle, gespannen buik met spierverzet b. Een niet reponeerbare zwelling in de lies c. Een worstvormige zwelling palpabel rechts naast de navel d. Pijn bij druk in linker fossa iliaca e. Pijn bij percussie rechter fossa iliaca Een worstvormige zwelling palpabel rechts naast de navel
24-jr vrouw verwezen door HA naar neuro. Twee weken eerder diarrre gehad. Sprake van krachtsverlies armen/benen, hypesthesie voeten. Reflexen niet op te wekken, zolen indifferent. AO: lumbaalpunctie. Welke afwijking meest wrsch? a. Oligoklonale banden bij elektroforese b. Verhoogd lymfocytenaantal c. Verhoogd eiwitgehalte Verhoogd eiwitgehalte
70-jr man naar neuro ivm sinds 1jr moeilijk lopen en moeheid. Bij lopen beweegt arm re minder goed dan li. Bij NO tonus arm re weerstand buigen&strekken, hele traject. Verder gb, MRI gb. Meest waarschijnlijk? a. Ziekte van Parkinson b. Multipele systeem atrofie (MSA) c. Ziekte van Huntington Ziekte van Parkinson
79-jr man bij HA ivm pijn in benen bij lopen. Pijn straalt uit rug naar beide benen. Stilstaan helpt niet, zitten wel. Tegenwoordig met de fiets, veel beter. Bij LO behalve stramme rug gb. Meest waarschijnlijk? a. Perifeer arterieel lijden b. Lumbale wervelkanaalstenose c. Hernia Nuclei Pulposi Lumbale wervelkanaalstenose
Bij HA komt man 64jr, voor hypertensie. Drie dagen eerder voor slapen witte lichtflitsen gezien. Sindsdien voor linkeroog donkere wolk linksonder. Bij fundoscopie grijs oedemateus netvlies. Meest aangewezen beleid? a. Met spoed doorsturen naar de oogarts b. Patiënt over een week terug laten komen c. Chlooramfenicol-oogdruppels 0,25-0,5% d. Bimatoprost-oogdruppels 0,03% Met spoed doorsturen naar de oogarts
35-jr man komt bij HA met 6mnd rec. aanvallen POB. Ook slapeloosheid. Mn in rust. Bij sporten geen klachten, toch gestopt. Bij LO gb. Patiënt eerder bij HA geweest met hartklachten. 1jr eerder cardiologisch onderzoek gedaan, gb. Niet gerustgesteld. Diag? a. Angina pectoris b. Hypochondrie c. Morfodysforie d. Somatisatiestoornis e. Virale endocarditis Hypochondrie
HA ziet vrouw van 75. Zij maakt sinds dood van echtgenoot 6mnd eerder rouwproces door. Voelt zich hier schuldig over en of ze meer had kunnen betekenen. Minder zin in eten, minder uitstapjes. Ook het idee stem te horen van man. Wat wijst op depressie? a. Het idee de stem van haar man te horen b. Het minder trek hebben in eten c. Het minder uitstapjes maken d. Het schuldig voelen over de dood van haar man Het schuldig voelen over de dood van haar man
Vrouw, 85, bekend met uitgebreide comorbiditeit en polyfarmacie. Afgelopen dagen krampaanvallen. Bij meten RR in de arm pijnlijke kramp, met pols en vingers in flexiestand. Meest waarschijnlijk oorzaak? a. Hyperkaliëmie b. Hypermagnesieëmie c. Hypocalciëmie d. Hyponatriëmie Hypocalciëmie
Een 60-jr vrouw heeft artritisbeeld met pijn, zwelling en hydrops knie. Punctie toont calciumpyrofosfaatkristallen. Dit past het best bij: a. Jicht b. Pseudojicht c. Reactieve artritis d. Reumatoïde artritis Pseudojicht
5-jr jongen met ernstige spastische tetraparese heeft veel pijn door subluxatie heup. Om spiertonus te verlagen wordt hij behandeld met botulinum toxine inj. De werking van botuline toxine berust op: a. Activatie van acetylcholinesterase b. Blokkade van de acetylcholinereceptor c. Blokkade van de secretie van acetylcholine d. Remming van de synthese van acetylcholine Blokkade van de secretie van acetylcholine
16-jr vrouw komt op SEH met drukkend gevoel op de borst en tintelingen rond mond. Arts denkt aan hyperventilatie. Afwijkingen in bloedgas die deze het best ondersteunen zijn: a. Verhoogde pH, verhoogd pCO2 b. Verlaagde pH, verlaagd pCO2 c. Verhoogde pH, verlaagd pCO2 d. Verlaagde pH, verhoogd pCO2 Verhoogde pH, verlaagd pCO2
Androgeen Ongevoeligheids Syndroom (AOS) wordt veroorzaakt door mutatie in het gen dat codeert voor androgeen receptor. Bij 16-jr kind met complete AOS worden hormonen LH / testosteron bepaald. Testosteron meest waarschijnlijk: a. Verlaagd b. Normaal c. Verhoogd Verhoogd
Patiënt is vw bipolaire stoornis ingesteld op lithiumcarbonaat (2dd400mg). De plasma spiegels zijn al jaren stabiel (0.6-0.8 mmol/L). In de loop van de tijd ontstaan renale bijwerkingen. De meest voorkomende primaire renale bijwerking van lithium is: a. Een afname van de diurese b. Een afname van de plasma creatinine spiegel c. Een toename van de diurese d. Een toename van de plasma creatinine spiegel Een toename van de diurese
U wordt bij een 78-jr vrouw geroepen. Sinds een dag loopt ze tegen deurposten op. Lezen van krant lukt ook niet, ziet deel niet. Homonieme henianopsie re. U denkt infarct/bloeding, CT. Welke hemisfeer wrsch bloeding? a. Linker cerebellaire hemisfeer b. Rechter cerebellaire hemisfeer c. Linker cerebrale hemisfeer d. Rechter cerebrale hemisfeer Linker cerebrale hemisfeer
U ziet 80-jr vrouw met continue spasmen rug, waar het hoofd naar achter wordt getrokken. Bij elke beweging verkrampt het ledemaat. Gezicht is verkrampt, kan mond niet openen door aanspannen. Welke diagnose past het best? a. Botulisme b. Poliomyelitis c. Rabies d. Tetanus Tetanus
50-jr vrouw bezoekt HA. Gebruikt al 10jr meerdere preparaten. Laatste tijd pijnlijke tintelingen in armen/benen. Arts denkt vit intoxicatie. Welke meest waarschijnlijk? a. Vitamine B1 b. Vitamine B5 c. Vitamine B6 d. Vitamine B12 Vitamine B6
Effectschattingen kunnen gegeven worden als significantie, precisie en sterkte. We beschouwen 3 relatieve risico's: RR1=0,99 CI 0,97-1,01 RR2=3,4, CI 0,8-6,6 RR3=1,3 CI 1,1-1,6 Welke meest precies? a. RR1 b. RR2 c. RR3 RR1
Bepaalde test heeft sens van 50% en spec van 99%. Uitgevoerd in populatie met lage prevalentie 0,2%. Bij persoon X wordt positief gevonden. Kans dat ziekte aanwezig is, dichtst bij: a. 0,2% b. 9% c. 49% d. 99,8% 9%
Bij sporten moeten spieren voorzien worden van substraten als vrije vetzuren. Vrijmaken van deze vetzuren uit vetweefsel wordt onder andere gestimuleerd door het hormoon: a. adrenaline b. insuline c. leptine adrenaline
Na maaltijd die rijk is aan koolhydraten worden deze omgezet in vetten. Deze lipogenese staat onder hormonale invloed. Belangrijkste hormoon dat lipogenese stimuleert, is: a. adrenaline b. glucagon c. groeihormoon d. insuline insuline
Myocard is voor energievoorziening vnl afhankelijk van aerobe reacties. In rust komt energie met name uit de verbranding van: a. glucose b. lactaat c. vetzuren vetzuren
65-jarige vrouw wordt bij oogarts onderzocht en krijgt een mydriaticum. Als zij opstaat krijgt ze hartkloppingen. Arts vermoedt dat ze teveel heeft gekregen. In dit geval betreft het een: a. Parasympathicolyticum b. Parasympathicomimeticum Parasympathicolyticum
Vrouw van 31jr heeft >6mnd fantasieën dat ze seksueel opwindende kleding steelt uit een lingeriezaak. Kost steeds meer moeite niet te doen. Zoveel mee bezig dat activ minder worden, eenzaam, baan kwijt. Diagnose: a. Drangstoornis b. 'Hands-off' parafilie c. Obsessief-compulsieve stoornis Obsessief-compulsieve stoornis
Een patiënt heeft zijn arts verzocht om euthanasie. Aan welke voorwaarde moet ten minste worden voldaan voordat kan worden overgegaan tot euthanasie? a. Handgeschreven wilsverklaring b. Terminale fase van de ziekte c. Uitzichtloos lijden Uitzichtloos lijden
Een 93-jr vrouw heeft na een OK aan haar heup thuiszorg nodig. Arts wil een inschatting maken van haar functioneren met barthelindex en constateert slechte score. Dat betekent dat er een probleem is op het gebied van: a. algemeen dagelijkse levensverrichtingen b. cognitieve functies c. instrumentele vaardigheden van het dagelijks leven d. stemming algemeen dagelijkse levensverrichtingen
Patiënten met hemochromatose hebben een teveel aan ijzer in het lichaam. Dit verhoogt de kans op oa cardiomyopathie en DM. Deze effecten zijn vooral het gevolg van: a. Chelatie b. Glycatie c. Oxidatie Oxidatie
Een 51-jr vrouw meldt zich bij HA met pijn onderrug. Sinds 2dgn pijn, neemt toe sinds ze erop let. Denkt een hernia, wil verw naar neuroloog. Eerste fase van symptoomperceptie, die geleid heeft tot bezoek HA, is: a. Negatieve interpretatie b. Snelle waarneming c. Verhoogde aandacht Verhoogde aandacht
Een patiënt met reflux oesofagitis gebruikt sinds 3mnd protonpompremmer. Agv therapie stijgt spiegel van een hormoon in het bloed. Dit is het hormoon: a. Gastric inhibitory peptide b. Gastrine c. Secretine d. Somatostatine Gastrine
Bij oogonderzoek van patiënt wordt visus van 0,5 gevonden. Hieruit volgt dat er een visusafwijking bestaat: a. van 0,5 Doptrie b. van 0,5 aan het rechteroog c. van 0,5 aan beide ogen d. waarvoor de correctie +0,5 D moet zijn Van 0,5 aan het rechter oog
Binnen psychotherapie zijn er 4 hoofdstromingen. De therapievorm waarbij overdrachtsgevoelens van de cliënt een belangrijke rol spelen is de: a. 'Client-centered' psychotherapie b. Cognitieve gedragstherapie c. Psychoanalytische psychotherapie d. Systeemtherapie Psychoanalytische psychotherapie
Het is bekend dat medicatie schadelijk kan zijn voor foetus en wordt afgeraden. Medicijnen die wel veilig kunen worden voorgeschreven op elk moment van zwangerschap zijn: a. ACE-remmers (bv lisinopril) b. Coumarinederivaten (bv acenocoumarol) c. Laagmoleculaire heparines (bv fraxiparine) d. NSAID's (bv Naproxen) Laagmoleculaire heparines (bv fraxiparine)
De MMSE is een screening voor bepalen van cognitieve stoornissen, waarbij nadruk ligt op verbale vaardigheden. Bij een bepaalde vorm van dementie kunnen verbale vaardigheden nog lang intact zijn. MMSE is daarom ongeschikt als screening bij vroege: a. Alzheimerdementie b. Frontotemporele dementie c. Vasculaire dementie d. Ziekte van Huntington Frontotemporele dementie
Op SEH wordt een 26-jr man gebracht met een steekwond in de borst en ademhalingsproblemen. Onderzoek wijst op een pneumothorax. Waar bevindt zich de lucht bij deze pneumothorax? a. Longweefsel en viscerale pleura b. Viscerale pleura en pariëtale pleura c. Pariëtale pleura en thoraxwand Viscerale pleura en pariëtale pleura
Bij 54-jr man met een melanoom op voorzijde onderbeen denkt de dermatoloog aan uitzaaiingen via lymfe. De arts wil bij LO de primaire lymfeklieren palperen. Deze bevinden zich in: a. De lies b. De knieholte c. De enkel De lies
Een 35-jr vrouw heeft op MRI van brein afwijkingen in witte stof, passend bij diagnose Multiple Sclerose (MS). Bij MS is het myeline aangedaan. In het CZS wordt myeline gevormd door: a. Astrocyten b. Microglia c. Oligodendrocyten d. Schwanncellen Oligodendrocyten
Nefronen in de nier zijn bekleed met epitheelcellen. Deze epitheelcellen zijn nauw met elkaar verbonden door middel van: a. Actine polymeren b. Microvilli c. Tight Junctions Tight Junctions
Hyperkaliëmie kan aanleiding geven tot hartritmestoornissen, omdat hoog K+ effect heeft op de membraanpotentiaal. Zo leidt een K+ concentratie van >7mM tot een vertraagde: a. Depolarisatie b. Hyperpolarisatie c. Repolarisatie Repolarisatie
Een 38-jr man met BMI 33 meldt zich bij HA. Hij wil graag afvallen. Beweegt weinig, rookt, is fervent koffiedrinker. Hij vraag zicht af welke van deze factoren grootste invloed heeft op het in stand houden van obesitas. Dat is: a. Gebrek aan beweging b. Koffiegebruik c. Roken Gebrek aan beweging
Een 42-jr vrouw meldt zich bij HA met muntvormige huidafwijkingen op de rug. Huid is ter plaatse rood en verdikt, schilfert. HA stelt klinische diagnose psoriasis. Begrenzing is een belangrijk hulpmiddel voor diagnose. Bij psoriasis is dit meestal: a. Onscherp begrensd b. Matig scherp begrensd c. Scherp begrensd Scherp begrensd
Vrouw met vergevorderd stadium longkanker wordt door longarts uitvoerig geïnformeerd over voor/nadelen therapie die hij wil geven. Hiertoe wettelijk verplicht. Onderliggende ethische principe is: a. Beschermwaardigheid van het leven b. Niet-schaden c. Respect voor autonomie d. Respect voor lichamelijke integriteit Respect voor autonomie
40-jr man bezoekt het spreekuur van de arts in verband met hevige pijn rechterknie. Voelt zich beroerd, T38,9. Knie is rood, warm, huid rondom gele crustae. Arts denkt septische artritis, wil puncteren. Contra-indicatie hiervoor is: a. De crustae op de huid b. Hevige pijn c. Koorts Crustae op de huid
Medische ethiek heeft lange geschiedenis, wortelt in tradities. Welk principe is kenmerkend voor de Levensbeschouwelijke traditie? Dat is het principe van: a. Eerbied voor het leven b. Niet-schaden c. Respect voor autonomie Eerbied voor het leven
Roken is een bekende risicofactor voor longkanker, maar ook andere tumoren. Een vorm waarbij roken ook een belangrijke risicofactor vormt is: a. Blaascarcinoom b. Prostaatcarcinoom c. Bijnierschorscarcinoom Blaascarcinoom
Het arteriële zuurstofgehalte kan op verschillende manieren worden vergroot. Grootste stijging van het gehalte wordt verkregen bij een verdubbeling van: a. de FiO2 b. Het Hematocriet c. Het hartminuutvolume d. De PaO2 Het hematocriet
Bij patiënt wordt een kwaadaardige, holtevormende, centraal gelegen tumor in rechterlong vastgesteld. Welke van onderstaande is het meest waarschijnlijk? a. Adenocarcinoom b. Grootcellig ongedifferentieerd carcinoom c. Kleincellig carcinoom d. Plaveiselcelcarcinoom Plaveiselcelcarcinoom
De ziekte van Wegener kent een aantal voorkeurslokalisaties. In welke van volgende organen komt het meest frequent voor? a. De mond b. De longen c. De slokdarm d. De dikke darm De longen
Bij patiënt van 69jr wordt de diagnose multipele myeloom gesteld. Dit is een maligne aandoening van: a. neutrofiele granulocyten b. plasmacellen c. trombocyten d. erythrocyten Plasmacellen
Volgens de cognitieve dissonantietheorie zullen mensen die bij een alternatieve geneeswijzer zijn geweest en weer terugkomen bij hun reguliere arts: a. Het resultaat van de alternatieve arts en het vertrouwen in hem alsnog houden b. De verschillen in behandelresultaten negeren c. Op den duur gewend raken aan inconsistentie van adviezen d. Proberen anderen te overtuigen dat niet beide tegelijk kan Het resultaat van de alternatieve arts en het vertrouwen in hem alsnog in stand houden
Somatiseerders: a. Geloven het sterkst in zelfzorg b. Brengen spanningen en conflicten tot uiting in lichamelijke symptomen c. Verdringen hun symptomen gedurende perioden van stress d. stellen hun bezoek aan een arts het meest uit (patiënt's delay) Brengen spanningen en conflicten tot uiting in lichamelijke symptomen
Een 6wkn oude, mooi roze baby drinkt slecht, zweet veel en heeft een groeiachterstand. Een hartafwijking wordt overwogen. Meest waarschijnlijk hartafwijking is in dit geval: a. Aortatranspositie b. Atriumseptumdefect c. Pulmonale stenose d. Ventrikelseptumdefect Ventrikelseptumdefect
HA ziet 6dgn oude, à terme geboren baby ivm bij enten CHT-screening positief. T4=-3SD, TSH=2,0mE/l (n=1-39mE/l). Niet ziek. Drinkt goed, spuugt vaak een beetje. Bij LO: T37,1, gb. Welke diagnose MINST waarschijnlijk? a. Primaire hypothyreoïdie b. Secundaire hypothyreoïdie c. Tertiaire hypothyreoïdie d. TBG deficiëntie Primaire hypothyreoïdie
U hebt als HA een vermoeden dat een man regelmatig zijn dochter van 12 seksueel misbruikt. U beschikt slechts over één mogelijkheid tot correcte actie. Dat is: a. Inschakelen van (zeden)politie b. Bellen van het meldpunt kindermishandeling c. Uit huis plaatsen van het kind Bellen van het meldpunt kindermishandeling
CB-arts bespreekt 3 kinderen met verpleegkundige. Arts wil dat ze één van deze zuigelingen voor een tussentijdse controle oproept, omdat ontwikkeling achterblijft. Dit betreft een kind: a. 9mnd, vanaf geboorte tussen 5e en 10e percentiellijn voor gewicht b. 8mnd, bij wie de grote fontanel niet gesloten is c. 10mnd, die niet van buik naar rug en omgekeerd omrolt 10mnd, die niet van buik naar rug en omgekeerd omrolt
Een 15-jr gezonde scholier bezoekt HA. Plukt sinds 3wkn aardbeien, lange dagen. Bemerkt dat rechter voet meer geluid maakt bij doorlopen, met slapend/doof gevoel voetrug. HA denkt drukneuropathie van: a. Nervus peroneus b. Nervus saphenus c. Nervus tibialis posterior Nervus peroneus
Het tau-eiwit speelt een belangrijke rol bij ziekte van Alzheimer. Neuritische plaques (NP) en neurofibrillaire tangles (NFT) zijn strucutren bij Alzheimer. In welke wordt dit tau-eiwit gevonden? a. Wel in NP, niet in NFT b. Niet en NP en wel in NFT c. Zowel NP als NFT d. Niet in NP, niet in NFT Zowel in NP als NFT
Voor ontstaan van kwaadaardige tumor zijn een aantal veranderingen noodzakelijk. Welke van deze wordt met een p53-mutatie bereikt? a. Het in stand houden van angiogenese b. Een defect in DNA-herstelproces c. Het ontsnappen aan apoptose d. Het ongevoelig worden voor externe groeistimuli Het ontsnappen aan apoptose
Bij welke van onderstaande diagnose is er een tekort aan melanocyten in epidermis op de plaats van manifestatie van de huidaandoening? a. Lentigo b. Melasma c. Erysipelas d. Vitiligo Vitiligo
Een gezonde 80-jr man bezoekt HA vw sinds 3mnd heesheid. Behoudens wat nervositeit heeft hij geen klachten. Wat is het beleid? a. Geruststelling b. Kuur antibiotica c. Verwijzing logopedie d. Verwijzing KNO-arts Verwijzing KNO-arts
8-jr vrouw naar SEH voor malaise, hoofdpijn, braken, suf. Bekend met HT, wv hydrochl.th. Lab; Na119(laag), K3,5(n), ureum3,5(n), creat65(n), urinezuur0,10(laag). Meest waarschijnlijke oorzaak: a. Bijnierschorsinsufficiëntie b. Dehydratie c. Inappropriate ADH syndroom Inappropriate ADH syndroom
70-jr dikke vrouw bij HA ivm pijnlijk rechterknie. Sinds 5jr, wisselend. Steeds vaker. Elke keer bij opstaan. Neemt af na lopen. >30min lopen gaat niet. Knie soms gezwollen. Nu weer 2dgn, pijn, warm, gezwollen. Diagnose? a. Gonartrose b. Jicht c. Septische artritis d. Sarcoïdose Gonartrose
In 'public health' onderscheidt men diverse vormen van preventie van ziekten en aandoeningen. Secundaire preventie is gericht op: a. de inzet van tweedelijnsvoorzieningen b. het tegengaan van een recidief c. het zo vroeg mogelijk opsporen en behandelen het zo vroeg mogelijk opsporen en behandelen
Mevrouw X heeft fors last van haar rug. Zij fleurt elke keer op van haar wekelijkse bridgeclub, waar zij een avond haar klachten kan vergeten. In dit voorbeeld is sprake van: a. Emotionele steun b. Informationele steun c. Netwerksteun Netwerksteun
Bij een bepaalde vorm van shock is er sprake van een fase met arteriolaire dilatatie en gedaalde perifere weerstand. Deze betreft: a. Cardiogene shock b. Hypovolemische shock c. Septische shock Septische shock
Een 30-jr vrouw is zwanger. Amenorroeduur is 7wkn. Zij wordt op SEH onderzocht wegens acute heftige buikpijn. Er zijn tekenen van hypovolemische shock. Meest waarschijnlijke verklaring voor dit beeld is: a. Ectopische zwangerschap b. Placenta loslating c. Spontane abortus Ectopische zwangerschap
Welke ziekte, gekenmerkt door progressieve spierzwakte, wordt veroorzaakt door een blokkering van de myoneurale overgang? Dit is: a. Amyotroof lateraal sclerose b. Musculaire lipodystrofie c. Multipele sclerose d. Myasthenia gravis Myasthenia gravis
Welke afwijkende bevinding in het urinesediment is het meest kenmerkend voor een acute tubulo-interstitiële nefritis? a. erytrocytencilinders b. hyalinecilinders c. leukocytencilinders leukocytencilinders
Bij een neonaat met VG oligohydramnion wordt gedacht aan een autosomaal recessieve vorm van cystenieren. Deze vorm van cystenieren gaat vaak gepaard met: a. Leverfunctiestoornis b. Longhypoplasie c. Vesico-ureterale reflux Longhypoplasie
Wat wordt in de discussie over nut/nadelen preventie bedoeld met de term "vervangende ziekte"? a. De gezondheidsschade wegens valse geruststelling door fout-negatief b. De ziekte waarvoor een screening niet gevoelig is c. De ziekte waarvoor de weg wordt vrijgemaakt door succesvolle preventie d. Een toevallige uitslag bij screening De ziekte waarvoor de weg wordt vrijgemaakt door succesvolle preventie
Baby van enkele wkn heeft wisselende inspiratoire stridor. Dit uitte zich vanaf geboorte, eerst alleen bij voeding, nu ook andere tijden. Bij scopie goedaardige aangeboren afwijking. Welke gezien frequentie meest waarschijnlijk? a. Larynxweb b. Laryngomalacie c. Stembandparese d. Stemplooiknobbeltjes Laryngomalacie
Een negatieve Rinne aan het rechter oor betekent dat: a. Er sprake is van een normaal gehoor rechts b. Er sprake is van een perceptief gehoorverlies rechts c. Er sprake is van geleidingsverlies rechts d. Er sprake is van een centrale doofheid, vnl rechts Er sprake is van een geleidingsverlies rechts
Een tekort aan vitamine B12 is in het merendeel van de gevallen het gevolg van: a. Onvoldoende inname b. Onvoldoende resorptie c. Versnelde afbraak Onvoldoende resorptie
Tijdens lopen wordt het bekken zoveel mogelijk horizontaal gehouden. Hierbij heeft een bepaalde spier een belangrijke functie. Om welke spier gaat het? a. De m. gluteus medius van zwaaibeen b. De m. gluteus medius van standbeen c. De m. gluteus maximus aan zwaaibeen c. De m. gluteus maximus aan standbeen De m. gluteus medius aan de zijde van het standbeen
Welk van onderstaande middelen stimuleert de vorming van plasmine uit plasminogeen? a. Aspirine b. Clopidogrel c. Heparine d. Streptokinase Streptokinase
Bij patiënte wordt coloncarcinoom gevonden. De mogelijkheid van Lynch syndroom (Hereditair Non-Polyposis Colon Carcinoom) wordt overwogen. Welke bevinding maakt dit het meest waarschijnlijk? a. Ovariumcarcinoom b. Endometriumcarcinoom c. Melanoom d. Longcarcinoom Ovariumcarcinoom
De ornithinecarbamoyltransferase(OCT)-deficiëntie is een mitochondriële aandoening, gekenmerkt door een defect in de ureumcyclus. De overerving hiervan is: a. Autosomaal dominant b. Autosomaal recessief c. X-gebonden recessief d. Y-chromosoom gebonden Autosomaal dominant
Een longarts kan bij bronchoscopie de grote luchtwegen van binnen bekijken. Waaraan is door de longarts op het beeld duidelijk onderscheid te maken tussen ventrale en dorsale zijde? a. Ventrale impressie van de aortaboog b. Dorsale impressie van het linker atrium c. Positie van het tracheale kraakbeen Positie van het tracheale kraakbeen
De prevalentie van astma bij schoolkinderen in Nederland ligt het dichtst bij: a. 1% b. 10% c. 20% d. 30% 10%
De telomeren van een gemiddelde 60-jarige in een normale populatie worden vergeleken met die van een 20-jarige. De telomeren van een 60-jarige zijn gemiddeld: a. Korter b. Even lang c. Langer Korter
Hereditaire hemochromatose is een autosomaal recessieve aandoening waarbij het metabolisme van een bepaalde stof is verstoord. Dit betreft: a. Zink b. Chroom c. IJzer d. Transferrine Transferrine
Van een ouderpaar heeft de man een X-gebonden recessieve afwijking en is de vrouw genotypisch normaal. De kans dat hun kinderen fenotypisch normaal zijn wat deze afwijking betreft is: a. 25% b. 50% c. 75% d. 100% 100%
Een patiënt presenteert met rechtszijdig ptosis palpebrae. Arts bestudeert de pupillen. Als er een nauwere pupil aan de rechterzijde is tov links, dan wijst dit meest waarschijnlijk op een: a. Argyll Robertson-pupil b. Iridocyclitis c. Syndroom van Horner d. Syndroom van Reiter Syndroom van Horner
Men bepaalt het nuchter bloedsuikergehalte als methode om DM op te sporen. Een gehalte boven een bepaald afkappunt wijst op aanwezigheid van DM. Als het afkappunt wordt verhoogd, dan worden/wordt: a. De sensitiviteit & specificiteit hoger b. De sensitiviteit & specificiteit lager c. De sensitiviteit lager en de specificiteit hoger d. De sensitiviteit hoger en de specificiteit lager De sensitiviteit lager en de specificiteit hoger
Voor registratie van doodsoorzaken wordt wereldwijd een classificatie gebruikt. Dit is: a. International Classification of Impairment, Disabilities and Handicaps (ICIDH) b. International Classification of Primary Care (ICPC) c. World Health Organization Classification of Diseases (ICD) World Health Organization Classification of Diseases (ICD)
Bij het vaginale toucher van een barende patiënte wordt de indaling beoordeeld met behulp van vlakken van Hodge. Het vlak dat door de spinae ischiadicae loopt is: a. Het eerste vlak van Hodge b. Het tweede vlak van Hodge c. Het derde vlak van Hodge d. Het vierde vlak van Hodge Het derde vlak van Hodge
Een 79-jarige vrouw in het verpleeghuis heeft sinds enkele weken sterk jeukende blaren ontwikkeld op armen en benen en enkele op de romp. Ze heeft dit nooit eerder gehad en gebruikt geen medicatie. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. Contactallergie b. Dermatitis herpetiformis (M. Duhring) c. Herpes Zoster d. Parapemphigus Parapemphigus
Created by: H.W.Krol
Popular Clinical Skills sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards