click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Groep 5 Thema 5
In de ruimte (week 1)
woord | omschrijving |
---|---|
de ruimtevaart | alles wat te maken heeft met het reizen door de ruimte |
de atsronaut | een ruimtevaarder, iemand die door de ruimte reist |
het heelal | de ruimte waarin zich de aarde, de planeten en de sterren bevinden |
het ruimteschip | een voertuig om mee door de ruimte te reizen |
vastberaden | als je van plan bent om te doen wat je besloten hebt, je twijfelt niet |
weifelend | je weet het niet zeker, je twijfelt |
de verbeelding | de fantasie; het gebeurt niet echt, maar in je gedachten |
buitenaards | iets wat niet van de aarde komt, zoals een maansteen |
de planeet | een bol in de ruimte die om de zon draait |
amper | nauwelijks, bijna niet |
de enkele reis | alleen de heenreis, niet de terugreis |
lanceren | iets afschieten, iets de lucht in laten gaan; vb. een raket |
ontstaan | als iets begint te leven |
het verwijswoord | een woord dat wijst naar een ander woord |