click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Groep 6 Thema 6
Lichaamstaal (week 2)
woord | omschrijving |
---|---|
de houding | de manier waarop je je gedraagt tegenover anderen |
onbewogen | zonder gevoel |
vertwijfeld | wanhopig |
het begrip | het begrijpen, je kunnen inleven in een ander |
het onbegrip | het niet begrijpen; je niet kunnen inleven in een ander |
feilloos | zonder fouten |
de blik | het kijken |
betrekkelijk | in vergelijking met iets anders |
alhoewel | maar (het geeft een tegenstelling aan) |
het houvast | iets waar je je aan vast kunt houden, waar je steun aan hebt |
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig | iemand hoeft maar een beetje te horen om te snappen wat er bedoeld wordt |
eerlijk duurt het langst | eerlijk zijn levert uiteindelijk het meest op |
olijk | grappig, leuk |
zijn blik spreekt boekdelen | hoewel er niks gezegd wordt, kun je alles uit zijn blik begrijpen |