Term
click below
click below
Term
Normal Size Small Size show me how
AK Begrippen TW3
Begrippen Hoofstuk 2, 3 en 4 uit Wereldglobalisering (maart 2015)
Term | Definition |
---|---|
Absolute afstand | Afstand die (hemelsbreed) wordt gemeten in standaard afstandsmaten, zoals kilometers en mijlen. |
Absolute ligging | Ligging van een plaats op de aarde, vastgelegd in een coördinatenstelsel. |
Amerikanisering | Overname van Amerikaanse waarden en normen, maar ook van economische elementen, in andere cultuurgebieden. |
Backwasheffect | Economisch en sociaal nadelig effect in een gebied als gevolg van de ontwikkeling en een ander gebied. |
Cluster | Ruimtelijke concentraties van onderling verbonden ondernemingen en instellingen uit een of enkele bedrijfstakken en de overheid. |
Dekolonisatie | Het staatkundig soeverein worden van vroegere kolonies. |
Elektronische snelweg | Infrastructuur voor het vervoer van digitale informatie, zoals internet, email en ecommerce. |
Europanisering | Overname van Europese waarden en normen, maar ook van economische elementen, in andere cultuurgebieden. |
Exploitatiekolonie | Kolonie waarin het de koloniserende landen vooral te doen was om het exploiteren van de natuurlijke hulpbronnen. |
Fast world | Plaatsen, gebieden of groepen mensen, die economisch, sociaal en cultureel betrokken zijn bij het internationale bedrijfsleven, de moderne communicatiemogelijkheden, de materiële consumptie, het internationale nieuws en entertainment. |
Fragmentarische modernisering | Het in hetzelfde gebied naast elkaar voorkomen van moderne en traditionele economische activiteiten. |
Global culture | Cultuur die oer de hele wereld uniforme kenmerken vertoont. |
Global governance | Politieke activiteiten (van bijv. internationale organisaties) om problemen op te lossen die betrekking hebben op een gebied, groter dan een staat, als de staten of lagere overheden zelf geen oplossing kunnen afdwingen. |
Global shift | Verschuiving van het economische zwaartepunt van het ene naar het andere deel van de wereld. |
Globalisering (mondialisering) | Proces waarbij de ruimtelijke samenhang tussen bedrijven en instellingen over de wereld toeneemt en landsgrenzen vervagen (de wereld als 'global village'). |
Hegemoniale staat | Staat die met economische, financiële, politieke en militaire middelen een dominerende rol speelt in het wereldsysteem. |
Hub | Knooppunt in een hub- en spokesnetwerk, dat fungeert als verzamel en/of distributiepunt van geld-, goederen- en informatiestromen. |
Hub- en spokesnetwerk | Geheel van hubs en spokes. Ookwel transport- of vervoersnetwerk. |
Imperialisme | Proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen uitbreiden door gebieden te veroveren en te controleren. |
Importsubstitutie | Het door landen zelf gaan produceren van goederen die voorheen werden ingevoerd. |
Infrastructuur | Alle materiële voorzieningen die het vervoer van mensen, goederen en informatie mogelijk maken, zoals (spoor)wegen, kanalen, pijpleidingen, aanlegsteigers, communicatie-apparaten, pompstations en containerterminals. |
Internationale arbeidsverdeling | Wijze waarop de agrarische, industriële en dienstverlenende activiteiten over de landen van het wereldsysteem verdeeld zijn. |
Kernregio | Hoogontwikkelde, rijke regio waarin economische en politieke macht is geconcentreerd. Ookwel centrumland of kernland. |
Kolonie | Een buiten een staat gelegen (meestal) overzees gebied, dat op een gewelddadige of vreedzame manier in bezit is genomen door die staat. |
Liberaliseren | Afschaffen van belemmeringen voor het vrijemarktmechanisme, waaronder de grensbelemmeringen. |
Lokalisering | Afstemming van de economische activiteiten op de lokale en regionale natuurlijke hulpbronnen. |
Multinational | Onderneming met vestigingen in landen verspreid over de hele wereld. |
Neokolonialisme | Het met economische of politieke invloed handhaven of uitbreiden van macht in voormalige kolonies en andere perifere gebieden. |
Nieuwe industrielanden (NIC-landen) | Landen die zich in korte tijd sterk economisch ontwikkeld hebben, vooral door de productie van exportgoederen voor de kernlanden. Ookwel NIC-landen (Newly Industrializing Countries). |
Pacific rim | De regio's of landen gelegen rondom de Grote Oceaan. |
Perifere regio | Regio waarin de economische activiteiten sterk zijn afgestemd op de belangen van kernlanden. Wordt gekenmerkt voor een lage productiviteit en inkomen per inwoner, een eenzijdige economische structuur en een fragmentarische ontwikkeling. |
Planeconomie | Economisch systeem waarbij het marktmechanisme vrijwel volledig is uitgeschakeld en de productie en/of consumptie door een centraal orgaan wordt aangestuurd. |
Productieketen | Alle schakels in het productieproces, vanaf het winnen van de delfstoffen of het voortbrengen van de landbouwproducten tot aan de verkoop van de eindproducten. |
Relatieve afstand | Afstand die uitgedrukt wordt in tijd, moeite of kosten. |
Relatieve ligging | Ligging ten opzichte van andere locaties uit het oogpunt van bereikbaarheid en toegankelijkheid. |
Ruimtelijke interactie | Uitwisseling of verplaatsing van mensen, goederen en informatie tussen gebieden. |
Semiperifere regio | Regio die qua economische en politieke macht een middenpositie inneemt tussen kernregio's en periferie. Wordt gekenmerkt door een behoorlijke industrialisatiegraad en een behoorlijke afzet van de productie in kernregio's van het wereldsysteem. |
Slow world | Plaatsen, gebieden of groepen mensen, die economische, sociaal en cultureel afgesloten zijn van het internationale bedrijfsleven, moderne communicatiemogelijkheden, materiële consumptie, internationaal nieuws en enterainment. |
Spoke | Transportlijn in een vervoersysteem. |
Spreadeffect | Positief sociaal en/of economisch effect op een gebied als gevolg van de ontwikkeling van een nabijgelegen regio. |
Staat | Begrensd gebied (territorium), waar de bewoners soeverein zijn en dat bestuurd wordt door een gezaghebbend orgaan. |
Tijd-ruimtecompressie | Proces van afnemende relatieve afstanden, vooral als gevolg van technologische ontwikkeling en nieuwe vormen van infrastructuur. |
Transport of vervoersnetwerk. | Hub- en spokessysteem. |
Triade | Driedeling van het wereldsysteem, waarbij de delen aangestuurd worden vanuit Noord-Amerika, Europa en Japan. |
Uitschuiving | Verplaatsing van economische activiteiten vanuit een economische verder ontwikkeld gebied naar gebieden met lagere lonen. |
Vestigingskolonie | Kolonie waar mensen naartoe migreerden om een nieuw bestaan op te bouwen. |
Wereldhandselsorganisatie (WTO) | World Trade Organisation - Organisatie die gericht is op het liberaliseren van de werldeconomie. |
Wereldsysteem | Samenhangend geheel van landen met hun onderlinge politieke, culturele en economische relaties, bestaande uit kernlanden, perifere en semiperifere gebieden. |