Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

Chapitre 15

229 à 239

WordTranslation
De rechtspraak = de justitie La justice
Het pleidooi (-en) Le plaidoyer, l'argument
Pleiten (pleitte, h. gepleit) Plaider
Het bewijs (-wijzen) La preuve
Het document (-en) Le document
Getuigen (getuigde, h. getuigd) Témoigner
De getuige (-n) Le témoin
Het proces-verbaal (processen-verbaal) Le PV
Bekennen (bekende, h. bekend) Avouer, admettre
Ontkennen (ontkende, h. ontkend) Nier, contredire
De schuld La culpabilité
Schuld bekennen Plaider coupable
De onschuld L'innocence
De zelfverdediging L'auto-défense
De affaire (-s) L'affaire
De politie La police
De politieman (-nen) Le policier
De (politie)agent (-en) L'agent de police
De (politie)agente (-s) L'agente de police
De geheim agent L'agent secret
Het politiebureau Le bureau de police
Zoeken (zocht, h. gezocht) Chercher
Op zoek naar À la recherche de
Vinden (vond, h. gevonden) Trouver
Onderzoeken (onderzocht, h. onderzocht) Enquêter
Het onderzoek (-en) L'enquête
Instellen (stelde in, h. ingesteld) Instituer, mettre au point, régler
Een onderzoek instellen Régler une enquête
Een commissie instellen Régler une commission
Controleren (controleerde, h. gecontroleerd) Contrôler
Handhaven (handhaafde, h. gehandhaafd) Maintenir
De bevoegdheid (-heden) La compétence, la juridiction
Ondervragen (ondervroeg/ondervraagde, h. ondervraagd) Interroger, questionner
Het verhoor (-horen) L'interrogatoire, l'audition
De prioriteit (-en) La priorité
De bekeuring (-en) Le PV
Bekeuren (bekeurde, h. bekeurd) Verbaliser, mettre une amende
Zich beheersen (beheerste zich, zich beheerst) Se maîtriser
Aantreffen (trof aan, h. aangetroffen) Trouver, tomber sur
Vermist Disparu
Ontsnappen (uit) Échapper, s'enfouir
Arresteren = Aanhouden Arrêter
Optreden (trad op, h./is opgetreden) Intervenir, agir
De misdaad (-daden) = het misdrijf (-drijven) Le crime
De criminaliteit La criminalité
De misdadiger (-s) = de crimineel (-nelen) Le coupable = Le criminel
De misdadigster (-s) La coupable
De dader (-s) Le coupable
De bende (-s) La bande, la foule
De gangster (-s) Le gangster
Berucht Infâme
Stelen (stal, h. gestolen) = pikken Voler
De dief (dieven) / de dievegge (-s) Le voleur / la voleuse
De diefstal (-len) Le vol
De moord (-en) Le meurtre, l'assassinat
Een moord plegen Commettre un meutre
Vermoorden (vermoordde, h. vermoord) Tuer, assassiner
De moordenaar (-s) Le meurtrier
De moordenares (-sen) La meurtrière
De zelfmoord (-en) Le suicide
Doodschieten (schoot dood, h. doodgeschoten) Assassiner avec une arme
Doodslaan (sloeg dood, h. doodgeslagen) Tuer, écraser
Doodsteken (stak dood, h. doodgestoken) Poignarder, tuer à coups de couteau
In elkaar slaan (sloeg in elkaar, in elkaar geslagen) Blesser
Het probleem (-blemen) Le problème
De moeilijkheid La difficulté
De hulp L'aide
De last (-en) La charge, l'inconvénient
De overlast La nuisance
De kans (-en) La chance
De kans krijgen Avoir de la chance
De kans vergroten / verkleinen Agrandir / Diminuer sa chance
De gelegenheid (-heden) L'occasion
Voorkomen (voorkwam, h. voorkomen) Prévenir
Preventief Préventif
De preventie (-s) La prévention
De inspecteur (-s) L'inspecteur
De rechercheur (-s) L'inspecteur de la police judiciaire
De commissaris (-sen) Le commissaire
De detective (-s) Le détective
Het signalement (-en) Le signalement
De aanwijzing (-en) L'indication
De instructie (-s) La consigne
Aangeven (gaf aan, h. aangegeven) Indiquer
De aangifte (-s/-n) La déclaration
Aangifte doen Faire une déclaration
Het spoor (sporen) L'empreinte
Beschouwen considérer
Vermoeden Soupçonner, supposer
Verdenken (van) Soupçonner
In beslag nemen Confisquer
Observeren Observer
In de gaten houden Avoir à l'oeil
Bewaken (bewaakte, h. bewaakt) Surveiller
Beveiligen (beveiligde, h. beveiligd) Protéger, préserver
Legaal Légal
Illegaal Illégal
Verboden Interdit
Clandestien Clandestin
De overtreding (-en) L'infraction, la violation
Het misbruik (-en) L'abus
Misbruik maken van Abuser de
Het motief (-tieven) Le motif
Inbreken (brak in, h. ingebroken) Cambrioler
De inbreker (-s) Le cambrioleur
De inbreekster (-s) La cambrioleuse
De inbraak (-braken) Le cambriolage
Overvallen (overviel, h. overvallen) Attaquer
De overval (-len) Le hold-up
Smokkelen (smokkelde, h. gesmokkeld) Frauder
Het mes Le couteau
Het wapen (-s) L'arme
Gewapend Armé
Het geweer (-weren) Le fusil
Het pistool (-tolen) Le pistolet
Kapen (kaapte, h. gekaapt) Détourner, pirater
De kaper (-s) Le pirate de l'air
De kaping (-en) Le détournement
Ontvoeren (ontvoerde, h. ontvoerd) Kidnapper, enlever
De ontvoering (-en) L'enlèvement, le kidnapping
De ontvoerder (-s) Le kidnappeur
Gijzelen (gijzelde, h. gegijzeld) Prendre en otage
De gegijzelde (-n) = de gijzelaar L'otage
De gijzelaarster (-s) L'otage (femme)
De gijzelnemer (-s) = de gijzelaar (-s) Preneur d'otages
De gijzelaarster La preneuse d'otages
Het geweld La violence
Het slachtoffer (-s) La victime
De terrorist (-en) Le terroriste
De terreur La terreur
De aanslag (-slagen) L'attentat
De rel (-len) ???
Het racisme Le racisme
Kapotmaken = vernielen Casser
Teisteren (teisterde, h. geteisterd) Ravager
Beschermen (beschermde, h. beschermd) Protéger
De bescherming La protection
Ingrijpen = tussenbeide komen Intervenir, s'interposer
De inval (-len) L'éclat de génie, l'inspiration
Het buitenland L'étranger
Buitenlands Étranger
Buitenlandse zaken Affaires étrangères
Het buitenlands beleid La politique étrangère
Het buurland (-en) Le pays voisin
Internationaal International
Mondiaal = wereldwijd Mondial, planétaire
Westers Occidental
Onafhankelijk Indépendant
Zelfstandig Solitaire
(zich) verenigen S'unir, se réunir
De Verenigde Staten (VS) Les Etats-Unis
Het Verenigd Koninkrijk Le Royaume-Uni
De Vernigde Naties (VN) Les Nations Unies
De organisatie (-s) L'organisation
Created by: gfm33
Popular Dutch sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards