Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

Chap 23.3

Oorzaak, reden, verbanden

WoordenVertalingen
Waarom Pourquoi
Omdat = aangezien = daar Parce que = vu que = puisque
Want Car
Om … te Pour
De oorzaak La cause
Veroorzaken Causer
Wegens =door = vanwege A cause de = pour
Dankzij Grâce
Doordat = omdat Du fait que = comme
Het gevolg La conséquence, la suite
Als gevolg van En conséquence
De consequentie La conséquence
Het effect L’effet
Verleiden tot Mener à, pousser à
De reden La raison
Om die reden Pour cette raison
Daarom = vandaar C’est pourquoi =
O , vandaar Voilà!
Dus donc
De conclusie = het besluit La conclusion = la décision
Dan ook Donc
Zodat Si bien que
Opdat Pour que, afin que
Daardoor = zodoende De ce fait = ainsi
Zomaar Comme ça, simplement
En et
Samen Ensemble
Met Avec
zonder Sans
Verbinden relier
Samenkomen Se réunir, se rassembler
Samenvoegen Joindre, assembler
Gemeenschappelijk = collectief Commun = collectif
Gezamenlijk Ensemble, conjointement
Onderling Mutuel, réciproque
Via via
Het middel Le milieu
Door middel van Au moyen de
Met behulp van Au moyen de
Ten opzichte van Comparé à
Met betrekking tot =ten aanzien van Par rapport à
gebeuren arriver
Plaatsvinden = plaatshebben Se dérouler
Ontstaan Naître, exister
Optreden = zich voordoen Se produire = arriver
Voorkomen Empêcher
Doorgaan Continuer
Voortzetten Perpétuer, continuer
Zich afspelen Se dérouler
Het deel = het gedeelte La partie
Deel uitmaken van Faire partie de
Het stuk Le morceau, la pièce
Per stuk À la pièce
Een stuk of Une dizaine,..
Het onderdeel Une partie, un élément
Het aspect L’aspect
Veranderen changer
De verandering Le changement, la modification
In plaats van Au lieu de
Het resultaat Le résultat
De metamorfose La métamorphose
De situatie =de toestand La situation
De omstandigheid La situation
Wegens omstandigheden En raison de cette situation
In die omstandigheden Dans cette situation, dans ces conditions
Verkeren in (verkeerde in, h. verkeerd in) Fréquenter, vivre, changer
Het geval (len) Le cas
In elk/ieder geval En tout cas
Afhankelijk Dépendant
Afhangen van Dépendre de
Dat hangt ervan af = dat ligt eraan Cela dépend!
Liggen aan (lag aan, h. gelegen aan) Dépendre, tenir
Leiden tot (leidde tot, h. geleid tot) Mener à
Horen bij (hoorde bij, h. gehoord bij) falloir, convenir
In verband met En rapport avec
Te maken hebben met = samenhangen (hing samen, h. samengehangen) être lié, être cohérent
De eenheid L’unité, l’harmonie
Ex Ancien
Opeenvolgend/opeenvolgend Successif,-ive
Verwant Apparenté
De combinatie La combinaison
Combineren met Combiner
Verwijzen naar (verwees naar, h. verwezen naar) Se référer à
Refereren aan = verwijzen naar Se référer à, renvoyer à
Created by: gfm33
Popular Dutch sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards