Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

questions 115

what questions you can get asked after calling emergency (French-Dutch)

QuestionAnswer
Est-ce qu’il/elle est conscient? Is hij bij bewustzijn?
Est-ce qu’il/elle respire normalement? Ademt hij normaal?
Est-ce que il/elle a des blessures visibles ou saigne-t-il? Heeft hij zichtbare verwondingen of bloedt hij?
Avez-vous essayé de le déplacer ou de le soulever? heeft u geprobeerd hem te verplaatsen of op te tillen?
Est-ce qu’il / elle a des antécédents médicaux ou prend-il des médicaments Heeft hij een medische voorgeschiedenis of gebruikt hij medicatie?
Est-ce qu’il / elle a des douleurs ou des sensations anormales dans le corps? Heeft hij pijn of een raar gevoel in zijn lichaam?
Est-ce qu’il / elle a des problèmes de santé chroniques? Heeft hij chronische gezondheidsproblemen?
des maladies cardiaques hartproblemen
du diabète diabetes
des problèmes de circulation sanguine problemen met de bloedsomloop
Pouvez-vous décrire les symptômes que présente votre mari ? Kunt u de klachten van uw echtgenoot beschrijven
Est-ce qu’il / elle a des douleurs thoraciques ? heeft hij pijn op de borst
Est-ce qu’il / elle a des difficultés à respirer ? hij hij moeite met ademhalen
Est-ce qu’il / elle a des douleurs dans la mâchoire heeft hij pijn in zijn kaak
Est-ce qu’il / elle a des antécédents médicaux de maladies cardiaques ? is hij bekend met hartklachten
Est-ce qu’il / elle prend des médicaments pour des problèmes cardiaques ? neemt hij medicatie tegen hartproblemen
Est-ce qu’il / elle a déjà eu une crise cardiaque auparavant ? heeft hij eerder een hartinfarct doorgemaakt
il a cassé son bras hij heeft zijn arm gebroken
Il a des douleurs thoraciques intenses hij heeft heftige pijn op de borst
Il a du mal à respirer hij heeft moeite met ademhalen
Il a des antécédents d'AVC (accident vasculaire cérébral) hij heeft eerder een herseninfarct gehad
Il ressent des douleurs dans le bras gauche Hij voelt pijn in zijn linkerarm
Il a déjà eu une crise cardiaque auparavant Hij heeft al eerder een hartinfarct doorgemaakt
des symptômes d'attaque cérébrale symptomen van een herseninfarct
droite rechts
Il a une paralysie Hij heeft een verlamming
du visage van het gezicht
du bras van zijn arm
du jambe van zijn been
d'un côté du corps van een lichaamshelft
gauche links
Il a des difficultés à parler hij heeft moeite met spreken
Il ressent des douleurs dans le cou hij voelt pijn in zijn nek
Il ressent des douleurs le dos hij voelt pijn in zijn rug
Il ressent des douleurs dans la mâchoire hij voelt pijn in zijn kaak
Il a une vision floue Hij ziet wazig
Il a une perte de vision soudaine hij heeft plotseling gezichtsverlies
Il a une forte migraine hij heeft hevige hoofdpijn/migraine
Il a une sensation de vertige hij is duizelig
Quel est son date de naissance? wat is zijn geboortedatum
Qeul est votre adresse? wat is uw adres
Qeul est votre code postale? wat is uw geboortedatum
Il a des difficultés à comprendre les mots hij heeft moeite met begrijpen wat er gezegd wordt
il a cassé sa jambe hij heeft zijn been gebroken
il a cassé son coude hij heeft zijn elleboog gebroken
il a cassé son épaule hij heeft zijn schouder gebroken
il a cassé sa cheville hij heeft zijn enkel gebroken
le genou de knie
il a cassé son poignet hij heeft zijn pols gebroken
c'est une fracture ouverte het is een open botbreuk
il a une blessure profonde hij heeft een diepe wond
il saigne abondamment hij bloedt hevig
il est tombé d'une échelle hij is van een ladder gevallen
il est tombé d'une escalier hij is van de trap gevallen
il est tombé du toit hij is van het dak gevallen
il a trébuché hij is gestruikeld
vous habitez ou madame? waar woont u mevrouw
il a des brûlures hij heeft brandwonden
il a été électrocuté hij is geëlektrocuteerd
il s'est glissé dans la salle de bain hij is uitgegleden in de badkamer
il s'est glissé dans la cuisine hij is uitgegleden in de keuken
il s'est cassé la hanche hij heeft zijn heup gebroken
la mâchoire de kaak
le poignet de pols
la cheville de enkel
l'épaule de schouder
le coude de elleboog
le cou de nek
casser breken
saigner bloeden
respirer ademen
déplacer verplaatsen
soulever optillen
décrire omschrijven-beschrijven
ressentir voelen
comprendre begrijpen
tomber vallen
trébucher struikelen
se glisser uitglijden
le dos de rug
la main de hand
les doigts de vingers
la fièvre de koorts
urticaire huiduitslag
soudain plotseling (van klachten)
Created by: Wilski
Popular Dutch sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards