Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

Dutch Lessons Vocab

TermDefinition
september September
alstublieft please
hartelijk bedankt Thank you very much
daarna after that
de manier (manieren) way
de plaate - plaatsen place
zetten to put
waar ... naartoe where ... to
waar ... heen where ... to
waar ... vandaan where ... from
waarom why
nemen to take
onderstrepen to underline
tegen to, against
de banaan - bananen banana
de kiwi - kiwi's kiwi
tellen to count
de winkel shop
achter behind
al lang for a long time
de badkamer - badkamers bathroom
het bankje - de bankjes bench
beneden downstairs
boven upstairs, above
de buurt - buurten neighborhod
de eend - eenden duck
fietsen to bicycle
het gras grass
hardlopen to run, to jog
hun their
lopen to walk
het midden middle
nog een another
ongeveer about
ons / onze our
het park - parken park
de slaapkamer - slaapkamers bedroom
de speeltuin - speeltuinen playground
outlaten (de hond uitlaten) to walk the dog
de verdieping - verdiepingen floor, level
de vijver - vijvers pond
de vogel - vogels bird
de zolder - zolders attic
de zomer - zomers summer
de zon - zonnen sun
swaaien to wave
buiten outside
donker / donkere dark
interessant / interessante interesting
de pizza - pizza's pizza
saai / saaie boring
weinig just a few, not much
de lente - lentes spring
het voorjaar spring
de herfst fall
het najaar fall
het seizoen - seizonen season
bewolkt cloudy
het sneeuwt it snows, to snow
misten to be foggy
onweren to thunder
regenen to rain
schijnen to shine, seem
vriezen to freeze
waaien to blow (wind)
het weer weather
het dinner - dinners dinner
de weersvoorspelling weather forecast
gesloten closed
de groothandel - groothandels wholesaler's
de kok - koks cook
de markt - markten market
het overleg - overleggen consultation, meeting
het balkon - de balkons balcony
het dak - daken roof - roofs
de gang - gangen hallway
het getal - getallen number (10>)
de kelder - kelders cellar, basement
de overloop landing
de schoorsteen - schoorstenen chimney
de schuur - schuren shed
het toilet - toiletten toilet
de trap - trappen stairs
de tuin - tuinen garden
de verwamingsketel central heating boiler
de wasdroger tumble dryer
de wasmachine washing machine
aan - uit on - off
stoppen to stop
het eind(e) end
de Nederlander - Nederlanders Dutchmen
jarig zijn to have your birthday
de kledingzaak - kledingzaken clothes shop
lief / lieve sweet, nice
misschien maybe
de moeder - moeders mother
mooi / mooie beautiful
rustig / rustige quiet
de uitverkoop sale
de verjaardag birthday
vieren (verjaardag vieren) to celebrate your birthday
wensen to wish
woren to become
ziek / zieke ill, sick
zoeken to search (here: want)
de agenda - agenda's agenda
dinsdag Tuesday
donderdag Thursday
woensdag Wednesday
zaterdag Saturday
zondag Sunday
eergisteren day before yesterday
gisteren yesterday
overmorgen day after tomorrow
eet smakelijk enjoy your meal!
sterkte! good luck, strength!
succes! good luck!
welterusten! sleep well!
werk ze! enjoy your work!
's avonds in the evening
dansen to dance
de krant - kranten newspaper
's middags in the afternoon
's nachts at night (after 24:00 hrs)
normaal / normale normally
's octhtends in the morning
overdag during the day
slapen to sleep
vanavond tonight
vandaag today
vanmiddag this afternoon
vannacht this night
vanochtend this morning
vrij / vrije free
eten to eat
het probleem - problemen problem
de wens - wensen wish
het examen - examens exam
examen doen to take an exam
gezond / gezonde healthy
de persoon - personen person
uit eten gaan to go out and have dinner
de vorm form
alle all
nooit never, ever
de brief - brieven letter
lelijk / lelijke ugly
aanbellen to ring the bell
bah yuck
bijna almost
binnen inside
binnenkomen to come in
de boerenkool (curly) kale
de buren neighbors
denken to think
gauw quickly, soon
gezellig / gezellige cozy
houden van to like, to love
de kippensoep chicken soup
koud / koude cold
lusten to like (food and drink)
de pan - pannen pan
ruiken to smell
warm / warme warm
de winter winter
bedankt thanks
het e-mailtje - e-mailtjes email
graag willen to really want something
hem him
krijgen to get
liefs with love
begrijpen to understand
de context context
duidelijk maken to clarify
pakken to grab
boos / boze angry
de broer - broers brother
het gezin - gezinnen immediate family
de grootouder - grootouders grandparent, grandparents
de oma - oma's grandmother
de opa - opa's grandfather
de ouder - ouders parent - parents
de vader - vaders father
de zus - zussen sister
het kleinkind - kleinkinderen grandchild
de neef - neven nephew, cousin
de nicht - nichten niece, cousin
de oom - ooms uncle
de schoonfamilie - families family-in-law
de schoonmoeder mother-in-law
de schoonvader - schoonvaders father-in-law
de schoonzus - schoonzussen sister-in-law
de tante - tantes aunt
de zwager - zwagers brother-in-law
de stamboom - stambomen family tree
nou well
leuk / leuke nice
me me
mij me (with emphasis)
weer again
afwassen to do the dishes
alleen only, alone
de bar - bars bar
dus so, as a consequence
Grieks Greek
de groente - groentes vegetable
half / halve half
Hallo, met Rose Hello, Rose speaking
eh
de keuken - keukens kitchen
koken to cook, make dinner
moeten to have to, must
nodig hebben to need
om (half vijf) at (four thirty)
op dinsdag on Tuesday
op school at school
precies / precieze exactly
schoonmaken to clean
serveren to serve (a meal or drinks)
spreken to speak
tas - tassen handbag
van of
wachten to wait
wanneer when
zelf myself, yourself
zesde sixth
sevende seventh
samen together
samenwerken to work together
april April
augustus August
de datum - datums date
december December
februari February
januari January
juli July
juni June
maart March
mei May
november November
oktober October
al already
de biologie biology
de the
drie three
een a
en and
het gesprek - gesprekken conversation
hallo hello
het the
heten to be called
hier here
hoe how
al already
de biologie biology
de the
drie three
een a
en and
het gesprek - gesprekken conversation
hallo hello
het the
heten to be called
hier here
hoe how
hoe lang how long
horen to hear
ik I
in in
jij you (with emphasis)
juist right
kiezen to choose
komen to come
het land - landen country
de les - lessen lesson
lezen to read
luisteren to listen
de maand month
meelezen to read while listening
naar to
nee no
niet not
nog eens once more
of or
de rest rest
het restaurant restaurant
sinds since
studeren to study
de taxichauffeur taxi driver
de tekst - teksten text
uit from, out
vaak often
welke(e) which
het werk work
werken to work
wonen to live
zijn to be
het antwoord - antwoorden answer
de buschauffeur - buschauffeurs bus driver
de kantine - kantines canteen
de man - mannen man
vier four
de vrouw - vrouwen woman
waar where
wat what
wat voor what kind of
beantwoorden answer
de vraag - vragen question
als as
de dag - dagen day - days
het jaar - jaren year
best fine
gaan - hoe gaat het? how are you?
goed / goede good
goedemiddag good afternoon
goeemorgen good morning
goedenavond good evening
herhalen to repeat
hoe gaat het met you? how are you?
hoi hi
jou you
de morgen - morgens morning
prima fine
u you (formal)
uitstekend / uitstekende excellent
wel - het gaat wel i'm all right, not too bad
zeggen to say
zo so, right away
alles everything
de buurman - buurmannen neighbor (a man)
de collega - collega's colleague
iemand someone, somebody
reageren (op iets) to react (to something)
de vriend male friend
dan than
eerst / eerste first
het alfabet alphabet
de letter letter
Nederlands / Nederlandse Dutch
de uitspraak pronunciation
de achternaam - achternamen family name - family names
eigen own
mijn my
de naam - namen name
nu now
opschrijven to write down
spellen to spell
uitspreken to pronounce
de voornaam - voornamen first name
de auto - auto's car
het boek - boeken book
het brood - broden bread
het ding - de dingen thing
de fiets - fietsen bicycle
de hond - honden dog
het huis - huizen house
de kat - katten cat
kennen to know
kijken to look
het kind - kinderen child
de melk milk
de mens - mensen human being, people
onder under
opzoeken to look up / to search for
de pen - pennen pen
het plaatje - plaatjes picture
de stoel - stoelen chair
de tafel - tafels table
de tas - tassen bag
voor for, before, in front of
het woordenboek dictionary
aan at
meestal most of the time
staan to stand
het voorbeeld - voorbeelden example
zitten to sit
gebruiken to use
invullen to fill in
de taal language
tweede second
dat that
dit this
die this
deze these
dichtbij close (to)
die that, those
dik - dikke thick, fat
dit this
dun - dunne thin
duur / dure expensive
goedkoop - goedkope cheap
groot - grote big, tall
hard - harde hard, loud
jong - jonge young
klein - kleine smal, little
laatst / laatste last
langzaam / langzame slow
lekker / lekkere tasty, nice
licht - lichte light
maar but
nieuw - nieuwe new
oud - oude old
snel - snelle fast
ver weg far away
vers - verse fresh
vies - vieze not tasty, unclean
zacht - zachte soft
zwaar - zware heavy
ze she, they
de student - studenten student
jullie you (plural)
laat / late late
moe tired
op tijd in time
te too
laat late
thuis at home
de tijd time
we / wij we
zij she, they (with emphasis)
de film - films movie
de hobby - hobby's hobby
jouw your (singular)
voetballen to play soccer
het woord word
zwemmen to swim
het adres - adressen address
het gegeven fact
de herhaling - herhalingen repetition
ander / andere other
de spelling spelling
betekenen to mean
de betekenis - betekenissen meaning
de blouse - blouses blouse
de broek - broeken trousers
de jas - jassen coat
de jurk - jurken dress
de kleding clothes
de kous - kousen stocking
onbekend / onbekende unknown
open open
de das - dassen tie
het overhemd - de overhemden shirt
de rok - rokken skirt
de schoen shoe
de sok - sokken sock
het T-shirt T-shirt
de trui sweater, jersey
het vest waistcoat
dragen to wear
leren to learn
bekijken to look at, to examine
de computer - computers computer
ja yes
kunnen be able to, can
de lijst - lijsten list
vinden to find
de woordenlijst word list
ja, hoor oh yes
maken to make
de test test
zonder without
het begin begin
beginnen to begin
controleren to check
meer more
met with
minder less
de regel line
bij at, near to
druk / drukke busy, crowded
er there
erg very
helemaal entirely, all, totally
klaar ready, finished
het koekje - koekjes cookie
de koffie coffee
het kopje - kopjes cup
de kus - kussen kiss
nog niet not yet
de school school
spelen to play
de vriendin - vriendinnen female friend
willen to want
de keer - keren times
mmm nice
twee two
doen to do
geen no
hoeveel how many, how much
wie who
beide, beiden both
geven to give
de groet - groeten greeting
groeten to greet
de reactie reaction
tot until
tot straks see you later
tot ziens goodbye
tot zo see you in a short while
volgend / volgende next
de week - weken week
het weekend weekend
morgen tomorrow
even for a short while
het paar - paren a couple of
het uur - uren hour
vrijdag Friday
weg away, gone
kort / korte short
lang / lange long
de taxi taxi
veel / vele many, much
onregelmatig / onregelmatige irregular
sommige / sommigen some
de stad - steden city
drinken to drink
het glas - glazen glass
het water water
de arm - armen arm
het been - de benen leg
de bil - billen butt
de borst - borsten breast
de buik - buiken belly
de enkel - enkels ankle
het haar, haren hair
de hand - handen hand
het hoofd - hoofden head
de kies - kiezen molar
de kin - kinnen chin
de knie - knieën knee
het lichaam - lichamen body
de lip - lippen lip
de mond - monden mouth
de nek neck
de neus - neuzen nose
het oog - ogen eye
het oor - oren ear
de pols - polsen pulse
de romp - rompen trunk
de rug - ruggen back
de schouder - schouders shoulder
de tand - tanden tooth
de teen - tenen toe
de tong - tongen tongue
de vinger - vingers finger
de voet - voeten foot
de want - wangen cheek
de cd-rom - cd-rom's cd
na behind, after
weten to know
het bebit - de gebitten denture
de nagel - nagels nail
de aanduiding - aanduidingen indication - indications
acht eight
de appel - appels apple
de dollar - dollars dollar
de eenheid - eenheden entity
de euro - euro's euro
de inhoud content
de kilo - kilo's kilo
de kilometer - kilometers kilometer
het kwartier quart of an hour
de liter litre
de munt - munten coin, money
kopen to buy
de supermarkt supermarket
altijd always
de bloem - bloemen flower
de dochter - dochters daughter
iets something
om to
het raam window
soms sometimes
alsjeblieft please
anders other
het basisonderwijs primary education
chinees / chinese chinese
de cursus - cursussen course - courses
de douche - douches shower
het Engels english
gemakkelijk / gemakkelijke easy
helpen to help
het kinderprogramma children's programme
het lied - liederen song
lijken op to be alike
meezingen to sing along
moeilijk / moeilijke difficult
de muziek music
onze / ons our
de pabo - pabo's teacher training college
praten to talk
de soap soap series
de televisie television
verder on, further
vertellen to tell
de baan - banen job
het bad - baden bath
de zoon / zonen son
ieder / iedere each, every
de muur - muren wall
elk / elke each, every
met elkaar together, with each other
de minuut minute
vast / vaste fixed
de bus - de bussen bus
het centrum centre
de familie - families family
Italië Italy
missen to miss
rijden to drive
veranderen to change
vol / volle full
wij / we we
het dictee - dictees dictation
de bank - banken sofa
de deur - deuren door
het gordijn - gordijnen curtain
de kast - kasten cupboard
de lamp - lampen lamp, light
het plafond - plafonds ceiling
de plant - planten plant
de prullenbak - prullenbakken wastepaper basket
het schilderij - schilderijen painting
de verwarming - verwarmingen central heating
de vloer - vloeren floor
de wand - wanden wall
de woonkamer - woonkamers living room
dichtdoen to close
het nummer - nummers number
de tekening drawing
opendoen to open
het papier - papieren paper
rondkijken to look around
schrijven to write
zien to see
het ei - eieren egg
mandaag Monday
de paprika - paprika's bell pepper
beetje a little, a bit
kosten to cost
ach oh boy
beterschap wensen to wish someone well
daar there
dank je / dank je wel thank you
feliciteren to congratulate
gefeliciteerd congratulations
de griep flu
heel / hele very, whole
het idee - ideeën idea
Created by: vhebert77
Popular Dutch sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards