click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Toetsvragen Beweging
Zelfgemaakte toetsvragen door studenten in november 2015.
Question | Answer |
---|---|
U ziet pt met een beschadiging van het ruggenmerg op niveau T10. Op dit niveau is alleen de linkerhelft van het ruggenmerg beschadigd. Bij dit soort letsel ontstaat een bepaald soort sensibiliteitsstoornis (syndroom van Brown-Séquard). Welke? | a. Aan de linkerkant is de gnostische sensibiliteit gestoord, aan de rechterkant de vitale sensibiliteit. |
Indien het zien aan elk van beide ogen voor een deel is aangedaan en het probleem verderop in het systeem voorbij het chiasma ligt, over welke stoornis wordt dan gesproken? a. Visusstoornis b. Gezichtsstoornis c. Beide | b. Gezichtsstoornis |
Beknelling van een lumbale of sacrale zenuwwortel kan leiden tot krachtsverlies. Compressie van welke zenuwwortel geeft waarschijnlijk problemen met op de hakken lopen a. S1 b. L4 c. L5 | c. L5 |
Onder welke syndroomgroep valt: depressie? a. Affectieve syndromen b. Angstsyndromen c. Psychotische syndromen d. Organische syndromen | a. Affectieve syndromen |
Welke van de volgende middelen heeft psychose als bijwerking? a. anticholinergica b. antipsychotica c. corticosteroïden d. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist | d. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist |
Wat is de eerste keuze voor medicamenteuze behandeling van een alcoholontrekkingsdelier? a. Haloperidol b. Diazepam c. Lorazepam | c. Lorazepam |
Bij een schouderluxatie bij een jonge patiënt is er het grootste risico op: 1. chronische instabiliteit 2. frozen shoulder 3. artrose | 1. chronische instabiliteit |
Hoe veel patiënten hebben een jaar na ruptuur van het laterale bandcomplex van de enkel nog restklachten? a) < 20% b) 20-40% c) 40-50% d) > 50% | b) 20-40% |
Wat is het geneesmiddel van eerste keus bij 60-jarige vrouw met gonartrose? a. Ibuprofen dermaal b. Ibuprofen oraal c. Paracetamol d. Tramadol | c. Paracetamol |
De corneareflex geeft informatie over de volgende hersenzenuwen: a. n. oculomotorius en n. facialis b. n. trigeminus en n. facialis c. n. trigeminus en n. oculomotorius | b. n. trigeminus en n. facialis |
Wat is ONJUIST over Horner syndroom? a. Wordt veroorzaakt door een verminderde activiteit van de sympathicus b. Er is sprake van een incomplete ptosis c. Anhidrosis kan optreden d. Ptosis treedt op als gevolg van zwakte in de m. levator palpabrae | d. Ptosis treedt op als gevolg van zwakte in de m. levator palpabrae |
Welke functie dient de n. medianus? a.Het spreiden en sluiten van de vingers b.De grijpfunctie van de vingers c.Het strekken van de vingers | b.De grijpfunctie van de vingers |
Waar is het spraakcentrum van Broca gelokaliseerd? a. gyrus frontalis inferior b. gyrys temportalis superior c. gyrus occipitalis | *a. gyrus frontalis inferior |
Sinds januari 2015 wordt DSM-V in de Nederlandse Huisartsenpraktijk toegepast. a.onjuist b. juist | a. onjuist |
Bij ongekruist dubbel zien is er sprake van letsel van de volgende zenuw: a. n. occulomotorius b. n. trochealaris c. n. opticus d. n. abducens | d. n. abducens |
Welke van onderstaande diagnosen vallen niet onder de As I van het DSM-IV classificatiesysteem? a. Schizofrenie b. Depressie c. Borderline d. Bipolaire stoornis | c.Borderline |
Wat past niet bij absences? a. Korte duur b. Postictale verwardheid c. Lege blik d. Sterk effect van hyperventilatie | b. Postictale verwardheid |
Welke bevinding bij testen van reflexen is klinisch niet van belang? a. Symmetrisch levendige reflexen b. Beduidend hogere reflexen aan de benen dan aan de armen c. Reflex verschil tussen re en li d. Beduidend lagere reflexen distaal dan proximaal | a. Symmetrisch hoge (levendige) reflexen |
Wat is geen indicatie voor het behandelen met benzodiazepines? a. Slaapstoornissen b. Catatonie c. Obsessief compulsieve stoornissen d. Angststoornissen | c. Obsessief compulsieve stoornissen |
Wat speelt GEEN rol bij ontstaan artrose? a. Te grote belasting bij normaal kraakbeen b. Normale belasting bij abnormaal kraakbeen/abnormaal gewricht c. Metabole & genetische factoren d. Te weinig belasting bij abnormaal kraakbeen/abnormaal gewricht | d. Te weinig belasting bij abnormaal kraakbeen of abnormaal gewricht |
Op welke leeftijd ervaren de meeste patiënten met amyotrofe laterale sclerose (ALS) de eerste symptomen? a. Tussen de 20 en 30 jaar b. Tussen de 30 en 40 jaar c. Tussen de 40 en 50 jaar d. Tussen de 50 en 60 jaar. | d. Tussen de 50 en 60 jaar. |
Het eerste symptoom waarmee patiënten met amyotrofe laterale sclerose (ALS) zich doorgaans melden is het verlies van: a. kracht b. sensibiliteit c. coördinatie | a. kracht |
Het carpale tunnelsyndroom komt meer bij mannen voor. a. Juist b. Onjuist | b. Onjuist |
Welk van de onderstaande antwoorden geeft géén voetheffersparese? a. uitval van de nervus peroneus b. uitval van de nervus tibialis c. uitval van de nervus ischiadicus | b. uitval van de nervus tibialis |
Bij cerebrale dood kunnen spinale reflexen nog worden waargenomen. a. Juist b. Onjuist | a. Juist |
Wat is geen risicofactor voor licht schedelhersenletsel? a. Hoog-energetisch letsel b. Leeftijd 20-30 jaar c. Stollingsstoornissen | b. Leeftijd 20-30 jaar |
Het compenseren van zintuigelijke beperkingen zijn essentiële preventieve maatregelen bij het voorkomen van een delirium. a. Juist b. Onjuist | a. Juist |
Het Downsyndroom is een risicofactor voor de ziekte van Alzheimer a. Juist b. Onjuist | a. Juist |
In vergelijking met de algemene bevolking heeft een patient met een angststoornis een hoger suïciderisico dan een patient die afhankelijk is van drugs. a. Juist b. Onjuist | b. Onjuist |
Bij een patiënt met een hypofysetumor en gezichtsveldafwijkingen vinden we bij onderzoek a. Binasale hemianopsie b. een linkszijdige homonieme hemianopsie c. Een bitemporale hemianopsie d. Een boogscotoom ODS | c. Een bitemporale hemianopsie |
In welke positie kan men de heup verder exoroteren? a. met en gestrekt been b. bij een 90o gebogen heup en 90o gebogen knie. c. geen verschil | b. bij een 90o gebogen heup en 90o gebogen knie. |
De bewegingsmogelijkheden van het heupgewricht bij extensie in het sagittale vlak bedragen: a. 0 o -15 o b. 0 o -30 o c.0 o -40 o | a. 0 o -15 o |
Een valneiging bij de proef van Romberg met geopende ogen wijst op: a. vestibulaire aandoening b. proprioceptieve aandoening c. cerebellaire aandoening d. dat valt niet te zeggen, hiervoor is meer onderzoek nodig | c. cerebellaire aandoening |
Bij cerebellaire ataxie heeft de patiënt een normaal gangspoor: a. juist b.onjuist | b.onjuist |
Welke banen horen bij een tricepspeesreflex? a. afferent: n. radialis, efferent: n. radialis b. afferent: n. radialis, efferent: n. medianus c. afferent: n. medianus, efferent: n. radialis d. afferent: n. medianus, efferent: n. medianus | a. afferent: n. radialis, efferent: n. radialis |
Patiënt opent de ogen op aanspreken, gebruikt losse woorden zonder verband en trekt zijn arm terug na een pijnprikkel. Wat is bij deze patiënt de EMV-score? a. 3-2-4 b.3-3-4 c.3-4-4 d. 3-4-3 | d. 3-4-3 |