click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Beweging vragen JULI
Alle zelfbedachte vragen voor het tt van 15-7
Question | Answer |
---|---|
Testen van mm interossei, maakt het uit of je spreiden of sluiten vingers test? | Nee, beide geïnnerveerd door n. ulnaris |
Welke van de volgende behoort niet tot de functies van de M. Triceps surae? A. Flexie knie B. Eversie ond. spronggewricht C. Plantaire flexie bov. spronggewricht D. Inversie ond. spronggwricht | B. Eversie onderste spronggewricht |
Waar kruist de vitale sensibiliteit? A. Ruggenmerg B. Medulla Oblongata C. Dorsale Ganglion D. Thalamus | A. Ruggenmerg |
Welke afwijking als eerste zichtbaar MRI Alzheimer? A. Leukoaraiose B. Hippocampus atrofie C. Verkleining temporale hoorn | B. Hippocampus Atrofie |
Uitval N. Medianus, pt. last van: a. Dropping hand B. Klauwhand C. Predikershand | C. Predikershand |
Bij myasthenie is er een probleem met het effectororgaan en bij myopathie is er een afwijking aan de overgang van zenuw op spier. Juist of onjuist? | Onjuist |
De hersenen worden voornamelijk van bloed voorzien door: A. a. basilaris en a. vertebralis B. a. Carotides internae en a. Basilaris C. a. Carotides internae en a. Vertebralis | B. a. Carotides internae en a. Basilaris |
Welke spier zorg voor exorotatie van de knie? A m. semitendinosus B. m. popliteus C. m. biceps femoralis D. m. semimembranosus | C. m. biceps femoralis |
Welke structuren in het hoofd zijn pijngevoelig? A Hersenvliezen B Bloedvaten C Zenuwen D Alledrie | D, Alledrie |
Waar kruist de piramidebaan? A. Hersenstam B. Ruggenmerg C. Deze kruist niet | A. Hersenstam |
Verminderde eetlust, kenmerk van depressieve stoornis met een seizoensgebonden patroon. Juist/Onjuist | Onjuist |
Wat is niet een van de eerste klinische manifestaties van amyotrofe laterale sclerose? a. Moeizame fijne vingerbewegingen b. Klapvoet c. Bemoeilijkte articulatie d. Levendige rekkingsreflexen | d. Levendige rekkingsreflexen |
Myeline wordt gevormd door andere cellen dan die van de zenuwcel. In het perifere zenuwstelsel zijn dat de oligodendrocyten Juist/Onjuist | Onjuist. Perifeer is schwann. |
Waar zit de parese bij een discushernia op niveau L5-S1? a. Dorsaalflexie dig 1 en voet b. Extensie knie c. Plantairflexie voet | c. Plaintairflexie voet |
Welke arterie verzorgt de bloedvoorziening van de gebieden Broca en Wernicke? a. a cerebri anterior b. a. cerebri media c. a. cerebri posterior d. a. choroidea anterior | b. a. cerebri media |
Er is bij een patiënt sprake van een HNP en de kniepeesreflex is afwezig. Welke zenuwwortel wordt waarschijnlijk afgedrukt? a. L4 b. L5 c. S1 | a. L4 |
Vraag: Wat is geen kernsymptoom van de ziekte van Parkinson? a. Bewegingsarmoede/traagheid b. Houdingsinstabiliteit c. Spasticiteit d. Tremor | c. Spasticiteit |
Welk syndroom wordt bedoeld met het 'man-in-the-barrel syndrome'? a. Syndroom van Brown-Séquard b. Syndroom van Guillain-Barré c. Centrale myelum syndroom d. Caudasyndroom | c. Centrale myelum syndroom |
1. Welk van onderstaande klinische kenmerken past niet bij neurogene claudicatie? a. De pijn treedt op na enige tijd lopen b. De pijn verdwijnt sneller door hurken c. Fietsen geeft geen pijnklachten d. De trap af lopen geeft geen pijnklachten | d. De trap af lopen geeft geen pijnklachten |
2. Compulsies zijn recidiverende gedachten die angst of lijden veroorzaken en beleefd worden als opgedrongen. De persoon probeert ze te negeren, te onderdrukken of te neutraliseren met andere gedachten of handelingen. Juist/Onjuist | Onjuist |
Welke beweging in de heup is als eerste beperkt bij coxartose? a.Exorotatie b.Endorotatie c. Flexie d. Extensie | b.Endorotatie |
Welk verschijnsel behoort NIET tot de ACR-criteria voor reumatoïde artritis? a. Startstijfheid b. Symmetrische artritis c. Reumafactor aantoonbaar in het serum d. Afwijkingen op röntgenfoto’s | a. Startstijfheid |
Welke reflex is exteroceptief? a. Kniepees-reflex b. Buikhuid-reflex c. Peritoneale prikkeling | b. Buikhuid-reflex |
Wat is een belangrijke bijwerking van antipsychotica? a. Bewegingsstoornissen b. Depressie c. Hypokaliemie d. Hoofdpijn | a. Bewegingsstoornissen |
Welke van de volgende clusters van persoonlijkheidsstoornissen komt het meeste voor: a. cluster A b. cluster B c. cluster C | C |
Welke van de volgende clusters van persoonlijkheidsstoornissen komt het minste voor: a. cluster A b. cluster B c. cluster C | A |
Bij een depressieve episode moeten er vijf (of meer) symptomen aanwezig zijn binnen een periode van twee weken. Ten minste een van de symptomen is ofwel (1) depressieve stemming, ofwel (2) gevoelens van waardeloosheid. Juist/Onjuist | Onjuist. Depressieve stemming en vermindering interesse of plezier. |
Welke spier maakt geen onderdeel uit van de rotatorenmanchet? a. m. supraspinatus b. m. teres major c. m. infraspinatus | b. m. teres major |
De m. piriformis heeft het os sacrum als origio. Juist Onjuist | Juist |
Welk van de volgende spieren hoort NIET bij de abductoren in het heupgewricht? a. m. gluteus minimus b. m. gluteus maximus c. m. tensor fasciae latae d. m. iliacus | d. m. iliacus |
In tegenstelling tot bij het twee-fase beloop bij een HNP staat bij een wervelkanaalstenose de uitstralende pijn in het been meteen op de voorgrond. Juist/Onjuist | Juist |
pt. 69j, gevoelloosheid en tintelingen handen en voeten. Pijnverschijnselen been, traplopen moeilijk. Twee weken geleden keelonsteking. Bovenaan in dd: a. Guillain-Barré syndroom b. CVA c. Perifere polyneuropathie d. Vitamine B12 deficiëntie | a. Guillain-Barré syndroom |
Een 45-jarige man komt met uitstralende pijn in het rechterbeen. Het lichamelijk onderzoek laat zien dat hij niet meer op zijn hakken kan lopen. De reflexen zijn niet afwijkend. Welke zenuwwortel is hier aangedaan? a. L4 b. L5 c. S1 | b. L5 |
Hoe uit zich de corticale dementie? a. Stoornissen in de executieve functies b. Stoornissen in cognitieve functies c. Geheugenstoornissen in het anterograde geheugen | c. Geheugenstoornissen in het anterograde geheugen, in combinatie met taalstoornissen, apraxie en agnosie |
De meest voorkomende bijwerkingen van methylfenidaat zijn: a. minder eetlust en gewichtsverlies b. nervositeit en slapeloosheid c. psychotische stoornissen | b. nervositeit en slapeloosheid |
Onsamenhangende spraak is een positief symptoom van schizofrenie. Juist/Onjuist | Onjuist |
Vrouw 86 jr. Pijn in de lies, uitstralend voorkant tot knie. Veel last, kan kleine stukjes lopen. LO: Endo- en exorotatie heup beperkt en pijnlijk. Sprake van: a. Coxartrose b. Gonartrose c. Bursitis trochanterica | a. Coxartrose |
Wat is geen radiologisch kenmerk van artrose? a. Osteofyten b. Versmalling van de gewrichtsspleet c. Botontkalking d. Subchondrale sclerose e. Subchondrale cysten | c. Botontkalking |
Welke spier is het vaakst aangedaan bij rotatorcuff letsel? a. M. Infraspinatus b. M. Supraspinatus c. M. Subscapularis d. M. Teres minor | b. M. Supraspinatus |
Welke bewegingsbeperking treedt op bij een scheur van de m. infraspinatus a. abductie b. exorotatie c. endorotatie d. adductie | b. exorotatie |
Afdekken linkeroog, rechterdubbelbeeld verdwijnt: a. gekr dubbelbeeld, uitval van N. VI b. ongekr dubbelbeeld, uitval van N. VI c. gekr dubbelbeeld, uitval van N. III d. ongekr dubbelbeeld, uitval van N. III | c. gekr dubbelbeeld, uitval van N. III |
Myasthenia gravis is een ziekte van: a. de spieren b. het perifere zenuwstelsel c. de neuromusculaire overgang d. het centrale zenuwstelsel | c. de neuromusculaire overgang |
De hamstrings bestaan uit | a. m. biceps femoris, m. semimembranosus, m. semitendinosus |
Welk symptoom van ADHD staat vooral op de volwassen leeftijd en minder op de kinder leeftijd op de voorgrond? a. Hyperactiviteit b. Afhankelijkheid c. Leerstoornissen d. Motorische stoornissen | b. Afhankelijkheid |
Er is bij ADHD een sterkere familiaire belasting bij een aangedane volwassene dan bij een aangedaan kind. Juist/Onjuist | Juist |
Reumatoïde artritis wordt klinisch verdeeld in 4 stadia. Juist/Onjuist | Juist |
Een bepaald percentage van jicht patiënten lijdt aan hypertensie en/of cardiovasculaire ziekten. a. 10 % b. 30 % c. 50 % d. 70 % | c. 50 % |
Onder teloorgang in de psychiatrie verstaat men: a. een langzame, gesedeerde loopgang b. volledige zelfverwaarlozing bij een patiënt c. een hyperactieve, snelle spraak | b. volledige zelfverwaarlozing bij een patiënt, voorkomend bij psychoses |
Een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis kan volgens DSM 4 worden ingedeeld in: a. cluster A persoonlijkheidsstoornissen b. cluster B persoonlijkheidsstoornissen c. cluster C persoonlijkheidsstoornissen | C |
Schizofrenie subtypen. De beschrijving is “aanwezigheid van onsamenhangende spraak, chaotisch gedrag en vlak of inadequaat affect.” Deze omschrijving is het subtype: a. paranoïde type b. gedesorganiseerde type c. katatone type | b. gedesorganiseerde type |
Wat is het belangrijkste initiële gevaar van een bekkenfractuur? a. Bloedverlies b. Zenuwafknelling | a. Bloedverlies |
Wat is er op een röntgenfoto te zien bij reumatoïde artritis? a. Erosies b. Gewrichtsspleetversmalling c. Periarticulaire osteopenie d. Alle bovengenoemde antwoorden | d. Alle bovengenoemde antwoorden |
De DSM-IV bestaat uit een vijftal assen waarop verscheidene gegevens over de patiënt kunnen worden geregistreerd. Op welke as staan de lichamelijke ziekten? A. as I B) as II C) as III D) as IV E) as V | C. As III |
Er is sprake van opzettelijke symptoomproductie bij: a. somatoforme stoornissen b. nagebootste stoornissen c. simulatie d. nagebootste stoornissen en simulatie | d. nagebootste stoornissen en simulatie |
Wat is geen risicofactor voor suïcidaal gedrag? a. seksueel misbruik in het verleden b. het verliezen van een baan c. een hoog serotoninegehalte d. het hebben van een angststoornis | c. een hoog serotoninegehalte |
MS komt voornamelijk voor in welk onderdeel van de hersenen?a. Witte stof b. Grijze stof c. Basale kernen d. Kleine herssenen | a. Witte stof |
Wat is agnosie? a. Het niet meer tactiel kunnen herkennen van kleine voorwerpen b. Het niet meer kunnen spreken c. Geen complexe vraagstukken kunnen oplossen d. Het niet meer kunnen herkennen van voorwerpen | d. Het niet meer kunnen herkennen van voorwerpen |
Wat is de palmomentaalreflex? a. Bij het strelen van de palm van de hand beweegt er een spier in de kin b. Bij het prikken van het nagelbed buigt de duim | a. Bij het strelen van de palm van de hand beweegt er een spier in de kin |
Stelling: de mini mental state examiniation is bewijzend voor dementie. Juist/Onjuist | Onjuist |
Bij het syndroom van Wernicke-Korsakoff is welk vitamine deficiënt? a. B1 b. B6 c. B11 d. B12 | a. B1 |
Bij welke stoornis bedenkt de patiënt opzettelijk symptomen? a. Somatisatie b. Conversie c. Simulatie d. Confabulatie | c. Simulatie |
Als gevolg van schade aan de innervatie van welke spier(en) ontstaat een scapula atalata? a. M. serratus anterior b. M. trapezius c. Mm. Romboidei d. Antwoord a, b en c | d. Antwoord a, b en c |
Drukpijnlijke punten in de schouder komen vaak niet overeen met de lokalisatie van de oorzakelijke laesie Juist/Onjuist | Juist |