click below
click below
Normal Size Small Size show me how
BW eigen toetsvragen
Question | Answer |
---|---|
Wat is geen diagnostisch criterium voor de diagnose delirium? a. Bewustzijnsstoornis b. Verandering in cognitieve functies c. Verstoorde spraak d. Ontwikkeling in korte tijd | c. Verstoorde spraak |
Waardoor ontstaat een delirium meestal bij kinderen? a. Intoxicaties en hoge koorts b. Medicatiegebruik van de moeder tijdens de zwangerschap c. Door een CVA | a. Intoxicaties en hoge koorts |
Hoe lang moet een gegeneraliseerde angststoornis minimaal aanwezig om deze diagnose te kunnen stellen? a. 1 maand b. 3 maanden c. 6 maanden d. 12 maanden | c. 6 maanden |
4. Het vaststellen van jicht wordt meestal gedaan door middel van welk onderzoek? a. Röntgen b. Auscultatie c. MRI d. Aspiratie | d. Aspiratie |
Een proximaal humerusfractuur met die met drie fragmenten wordt vrijwel altijd operatief behandeld. a. Juist b. Onjuist | a. Juist |
Als er sprake is van myopie, dan is de axiale lengte van het oog doorgaands: a. te kort b. optimaal c. te lang | c. te lang |
Waar is het zien van een “vallend gordijn” voor de ogen een symptoom van? a. Macula degeneratie b. Retinaloslating c. Diabetische retinopathie d. Drusen | b. Retinaloslating |
Langs welke route wordt informatie over pijn doorgegeven aan de hersenen? a. Via het lemniscaal systeem b. Via de tractus spinothalamicus | b. Via de tractus spinothalamicus |
Bij de proef van Weber wordt een trillende stemvork op de mediaanlijn van de schedel geplaatst. Wat is de uitkomst wanneer deze proef wordt uitgevoerd bij een patiënt met geleidings-verlies links? a. rechts>links b. links>rechts c. Geen verschil | b. links>rechts |
Welke zenuw wordt geprikkeld als je je telefoonbotje stoot? a. N. Ulnaris b. N. Medianus c. N. Radialis d. N. Brachialis | a. N. Ulnaris |
Welke van de volgende stellingen over CTS klopt niet? a. Klachten zijn tintelingen en een doof gevoel in de handpalm b. Schudden van de handen vermindert vaak de tintelingen c. Vrouwen hebben er minder vaak last van d. vooral ’s nachts symptomen | c. Vrouwen hebben er minder vaak last van |
M. Tibialis anterior zorgt voor: a. dorsaal flexie van de voet. b. plantair flexie van de voet. | a. dorsaal flexie van de voet |
De ziekte van Parkinsons is een vorm van: a. corticale dementie b. subcorticale dementie c. frontotemporale dementie | b. subcorticale dementie |
Welke van onderstaande spieren behoort niet tot de spieren van de heupadductorengroep? a. M. adductor longus b. M. gracilis c. M. pectineus d. M. piriformis | d. M. piriformis |
Ongeveer 25% van de patiënten met ankyloserende spondylitis krijgt acute uveitis anterior. a. Juist b. Onjuist | a. Juist |
Een patient komt bij u vanwege spraakstoornissen. Bij de anamnese valt op dat zij veel praat in een hoog tempo, maar dat je niet begrijpt wat ze bedoelt. Waarvan is hier sprake? a. Afasie van Broca b. Amnestische afasie c. Afasie van Wernicke | c. Afasie van Wernicke |
Parkinsonisme kan veroorzaakt worden door: a. b-blokkers b. calciumkanaalblokkers c. anti-depressiva | b. calciumkanaalblokkers |
Waar ontstaan de eerste afwijkingen bij de ziekte van Alzheimer? a. thalamus b. hippocampus c. cerebellum d. amygdala | b. hippocampus |
Welk deel van de hersenen is verantwoordelijk voor emoties? a. Thalamus b. Hippocampus c. Amygdala d. Prefrontale cortex | c. Amygdala |
In welke tak van de n. trigeminus treden zelden de pijnscheuten van de trigeminusneuralgie op? a. De eerste tak (n. ophthalmicus) b. De tweede tak (n. maxillaris) c. De derde tak (n. mandibularis) | a. De eerste tak (n. ophthalmicus) |
Welke van de onderstaande antwoorden is een affectief symptoom bij depressie? a. Slaaptekort b. Buitensporige schuldgevoelens c. Anhedonie d. Piekeren | c. Anhedonie |
Wat is de insertio van de m. triceps brachii? a. Tuberositas radii b. Olecranon c. Tuberositas ulnae d. Sulcus ulnae | b. Olecranon |
Er worden drie groepen reflexen onderscheiden. De bicepspeesreflex is een: a. proprioceptieve reflex b. exteroceptieve reflex c. pathologische reflex | a. proprioceptieve reflex |
Lokale gevoeligheid van de processus spinosi tijdens de palpatie van de thoracale wervelkolom wordt onder meer gezien bij: A. de ziekte van Scheuermann B. fracturen C. Beide antwoorden zijn mogelijk D. Geen van beiden antwoorden zijn mogelijk | C. Beide antwoorden zijn mogelijk |
Een patiënt heeft last van krachtsverlies. Bij het lichamelijk onderzoek worden fasciculaties en spieratrofie gezien. Van welke aandoening is hier sprake? a. Aandoening van het CMN b. Aandoening van het PMN c. Aandoening van de spier | b. Aandoening van het PMN |
Bij welke aandoening is het krachtsverlies wisselend in optreden? a. Myopathie b. Myasthenie c. Neuropathie | b. Myasthenie |
Door welke medicatie kan parkinsonisme veroorzaakt worden? a. Antipsychotica b. Bèta-blokker c. Metformine | a. Antipsychotica |
Wat is onjuist over myasthenia gravis? a. Myasthenia gravis is een postsynaptische aandoening b. Myasthenia gravis komt vooral voor bij vrouwen van 20 tot 30 jaar c. De symptomen van Myasthenia gravis verbeteren niet na rust | c. De symptomen van Myasthenia gravis verbeteren niet na rust |
Welke kernsymptomen passen bij de ziekte van Parkinson? a. rigiditeit, loopstoornissen, intentietremor b. tremor, verminderde reukzin, spasticiteit c. tremor, rigiditeit, hypokinesie | c. tremor, rigiditeit, hypokinesie |
Welke hersenzenuw wordt getest bij het testen van de kracht van de kauwspieren? a. n. facialis b. n. trigeminus c. n. glossopharyngeus | b. n. trigeminus |
Wat verstaat men onder het affect? A. Het betreft de mogelijkheid tot het opbouwen van vriendschappen en/of relaties B. Het betreft de waarneembare uiting van een emotie C. Het betreft de mate van activiteit | B. Het betreft de waarneembare uiting van een emotie |
ALS is een voorbeeld van een ziekte waarbij de motorische voorhoorncel is aangedaan: A. Juist B. Onjuist | A. Juist |
Welk criterium past niet bij MS? A MS is een functiestoornis van de grijze stof in het CZS B Er is sprake van >1 lokalisatie, waarbij 1 laesie boven C-niveau C Beginleeftijd is tussen de 10-50jr | A. MS is een functiestoornis van de grijze stof in het centraal zenuwstelsel. |
Welk van de onderstaande aandoeningen is geen cluster B aandoening binnen de psychiatrie: A. Theatrale persoonlijkheidsstoornis B. Borderline C. Obsessief-compulsief syndroom (OCS) D. Narcisme | C. Obsessief-compulsief syndroom (OCS) |
Welke wortel is aangedaan bij een afwijkende kniepeesreflex? A. L2-L3 B. L4-L5 C. L5-S1 | A. L2-L3 |
Bij uitval van de niet-dominante hersenhelft is er geen sprake van neglect. A. Juist B. Onjuist | B. Onjuist |
1.Ontstaan stemmingsstoornis latere leeftijd --> grotere kans somatische oorzaak 2.De erfelijkheid van bipolaire stoornissen ligt rond 85%. a.Stelling 1=juist b.Beide stellingen zijn juist c.Stelling 2=juist d.Beide stellingen zijn onjuist | b. Beide stellingen zijn juist |
2. Bij uitval van de nervus III hoort een …. dubbelbeeld a. Gekruist b. Ongekruist | a. Gekruist |
Parkinsonisme berust op een verstoring van de neurotransmissiesystemen die door dopamine gereguleerd worden. Bij de ziekte van Parkinson is er sprake van een tekort aan dopamine in het post-synaptische systeem. a. Juist b. Onjuist | b. Onjuist |
De patiënt spreekt moeizaam, vaak met recurring utterances (repeterende zinloze uitingen). Welk type afasie heeft deze patiënt? a. Afasie van Broca b. Afasie van Wernicke c. Globale afasie d. Geleidingsafasie | c. Globale afasie |
Letsel van de nervus ulnaris wordt gemakkelijk door druk veroorzaakt, vooral in de elleboog. Wat is karakteristiek voor nervus ulnarisuitval? a. Predikershand b. Klauwhand c. Dropping Hand | b. Klauwhand |
Gnostische sensibele informatie bereikt de cortex via de achterstreng in het ruggenmerg. Waar kruist deze achterstreng naar de contralaterale zijde? Op het niveau van: a. Thalamus b. Pons c. Medulla oblongata d. Ruggenmerg | c. Medulla oblongata |
Voor een depressieve stoornis moet je minimal een affectief symptoom als somberheid of anhedonie hebben. a. Juist b. Onjuist | a. Juist |
Wat is de oorsprong & functie van de n. IV? a.Oorsprong: pons;functie: naar de neus kijken b.Oorsprong: mesencephalon; functie: naar de zijkanten kijken c.Oorsprong: mesencephalon; functie: naar de neus kijken d.Oorsprong: pons; functie:tongmotoriek | c. Oorsprong: mesencephalon;functie: naar de neus kijken |
Wat is geen kenmerkende component van een klompvoet deformatie? a. Een spitsstand van de voet in het bovenste spronggewricht b. Een varusstand van de achtervoet c. Een adductiestand van de voorvoet d. Een abductiestand van de voorvoet | d. Een abductiestand van de voorvoet |
Welke structuur is verantwoordelijk voor het grootste deel van de totale refractiesterkte van het oog? a. De iris b. De lens c. Het hoornvlies d. Het corpus vitreum | c. Het hoornvlies |
Mevrouw R. wordt doorgestuurd door de huisarts met de verdenking op een HNP. Bij LO worden er geen verlaagde reflexen gevonden. Op welk niveau zal, indien er sprake is van een discushernia, deze zich bevinden? a. L3-L4 b. L4-L5 c. L5-S1 | b. L4-L5 |
Bij 2/3 van alle holvoeten wordt een perifere / centrale neurologische aandoening gevonden. Wat is de meest gestelde diagnose bij een holvoet? a. Polyneuritis b. Cerebrale parese c. Friedreichataxie d. Hereditaire motorische sensorische neuropathie | d. Hereditaire motorische sensorische neuropathie |
Met de Proef van Trendelenburg kan men de stabiliteit van het bekken onderzoeken, in het bijzonder de functie van de m. gluteus medius. a. Juist b. Onjuist | a. Juist |
In de vroege fase van een patiënt met coxartrose is de volgende functiebeperking met name aantoonbaar: a. anteflexie b. abductie c. endorotatie d. exorotatie | c. endorotatie |
Stratenmaker van 54 meldt zich met een pijnlijke, dikke, niet rode knie. HA denkt aan ongecompliceerde bursitis. Welke bursa? a. Bursa infrapatellaris b. Bursa prepatellaris c. Bursa suprapatellaris | b. Bursa prepatellaris |
Bij 25% van de patiënten met RA ontwikkelen zich uiteindelijk reumaknobbels. Op of rond welke van de volgende plaatsen komen deze noduli niet typisch voor? a. Oogleden b. Achillespees c. Strekzijde van de elleboog d. DIP-, PIP-, en MCP-gewrichten | a. Oogleden |
Welk van de volgende factoren is geassociëerd met een slechte prognose bij reumatoïde artritis? a. Mannelijk geslacht b. Microcytaire anemie c. Sluipend begin van de ziekte | c. Sluipend begin van de ziekte |
Hoe verhoudt de prevalentie van jicht zich tussen mannen en vrouwen? a. Jicht komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. b. Jicht komt ongeveer even vaak voor bij vrouwen en mannen. c. Jicht komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. | c. Jicht komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. |
Een patiënt mist bij de top-neus proef telkens zijn neus en schiet bij de top-top proef vaak de vinger van de onderzoeker voorbij. Waar bevindt zich hoogstwaarschijnlijk het probleem? a. Piramidale systeem b. Extrapiramidale systeem c. Cerebellum | c. Cerebellum |
Een 64-jarige patiënt met DM II op het spreekuur met dubbelzien. Vooral bij het afdalen van de trap heeft hij hier last van. Bij inspectie torticollis. Welke hersenzenuw is het meest waarschijnlijk aangedaan? a. N. III b. N. IV c. N. VI | b. N. trochlearis |
Welk micro-organisme is meestal de oorzaak van een bacteriële artritis? a. Neisseria gonorrhoeae b. Haemophilus influenzae c. Staphylococcus Aureus | c. Staphylococcus Aureus |
Stelling: Een zwangerschap vermindert de klachten bij een vrouw met reumatoïde artritis. a. Waar b. Niet waar | a. Waar |
Op welke manier komen de collaterale banden van de knie op spanning? a. Volledige flexie b. Volledige extensie c. 30 graden flexie d. 30 graden extensie | c. 30 graden flexie |
Wat hoort niet bij het lumbosacraal radiculair syndroom (LRS)? a. Uitstralende pijn in beide benen b. Paresthesieën c. Verlaagde reflexen d. Parese | a. Uitstralende pijn in beide benen |
Wat is geen indicatie voor het geven van een tricyclisch antidepressivum? a. Neuropathische pijn b. Angststoornissen c. Manie d. Dwangstoornissen | c. Manie |
Wat past het best bij EMDR? A. Exposure en distractie B. Habituatie C. Exposure en habituatie D. Imaginaire exposure | A. Exposure en distractie |
2. Welke neurotransmitter werkt in de parasympaticus? A. Noradrenaline B. Acetylcholine en noradrenaline C. Acetylcholine | C. Acetylcholine |
Bij een trigeminus neuralgie verwacht je een beperkte smaak en sensibiliteitsstoornis op de tong. A. Juist B. Onjuist | B. onjuist |
Bij een runner’s knee komen pijnklachten voor ter plaatse van: A. breedste deel van de laterale femurepicondylus B. voorzijde tibia en de binnenzijde mediale malleolus C. onderpool van de patella | A. breedste deel van de laterale femurepicondylus |
De kracht van de kauwspieren wordt getest door de patiënt op een stokje te laten bijten. Welke zenuw wordt hiermee getest? A. N. III B. N. V C. N. VII | B. N. V |
Disfunctie van de hypothalamus lijkt een rol te spelen bij de pathogenese van clusterhoofdpijn. A. Juist B. Onjuist | A. Juist |
Welke van de volgende kenmerken past niet bij migraine? A. Tweezijdige hoofdpijn B. Foto/fonofobie C. Verergering bij lichamelijke activiteit D. Hoofdpijn duurt 4-72 uur | A. Tweezijdige hoofdpijn |
Een acute jicht aanval heeft als voorkeurslokalisatie het volgende gewricht: A. MTP-1 gewricht B. MCP-1 gewricht C. Knie gewricht D. PIP-gewricht voet | A. MTP-1 gewricht |
N. medianus is aangedaan, welk beeld is aanwezig? A. Dropping hand B. Klauwhand C. Predikers hand | C. Predikers hand |
Pt met vestibulaire uitval valt bij Romberg naar L met ogen dicht. Nystagmus ontstaat. Welk vestibulum/richting nystagmus? a.Vestibulum L,nystagmus naar L b.Vestibulum L,nystagmus naar R c.Vestibulum R,nystagmus naar L d.Vestibulum R,nystagmus naar R | B. Vestibulum links, nystagmus naar rechts |
Wat zijn de radiologische kenmerken van RA: A. Gewrichtsspleetversmalling, erosie, peri-articulaire ontkalking B. Gewrichtsspleetversmalling, erosie, osteofyten C. Erosie, osteofyten, kalkafzetting in de ligamenten | A. Gewrichtsspleetversmalling, erosie, peri-articulaire ontkalking |
Welk gedeelte van de scapula staat via een gewricht in verbinding met de clavicula? a. Spina scapulae b. Processus coracoïdeus c. Acromion d. Olecranon | c. Acromion |
Welk ligament verbindt de meniscus medialis met de meniscus lateralis? a. Lig. cruciatum anterius b. Lig. cruciatum posterius c. Lig. patella d. Lig. transversum genu | d. Lig. transversum genu |
Door welke zenuw wordt de m. teres major geïnnerveerd? a. N. subscapularis b. N. thoracicus longus c. N. musculocutaneus | a. N. subscapularis |
De n. trigeminus heeft: a. afferente zenuwvezels. b. efferente zenuwvezels. c. afferente en efferente zenuwvezels. | c. afferente en efferente zenuwvezels |
Er is sprake van dysdiadochokinese als de patiënt: a. moeite heeft om alternerende bewegingen snel na elkaar te maken. b. de trilling van een stemvork op een botpunt niet voelt. c. niet voetje voor voetje op één lijn kan lopen. | a. moeite heeft om alternerende bewegingen snel na elkaar te maken. |
Welke van onderstaande stellingen over Parkinson is NIET WAAR? a. Last van een rusttremor. b. Met betrekking tot de spiertonus wordt vaak het ‘knipmesfenomeen’ gezien. c. Parkinson-patiënten lopen vaak zonder hierbij armbewegingen te maken. | b. Met betrekking tot de spiertonus wordt vaak het ‘knipmesfenomeen’ gezien. |
Wat is NIET WAAR met betrekking tot absences? a. Absence is een vorm van partiële epilepsie. b. Een absence duurt slechts een paar seconden. c. Absences komen vaak meerdere keren per dag voor. d. Absences komen voornamelijk voor bij kinderen | a. Absence is een vorm van partiële epilepsie. |
De proef van Spurling is een: a. wortelrekkingstest. b. wortelcompressietest. | b. wortelcompressietest. |
Bij welke categorie antidepressiva is het belangrijk dat de patiënt een dieet volgt zonder o.a. kaas en gerookte vis? a. SSRI’s b. SNRI’s c. TCA’s d. MAO-remmers | d. MAO-remmers |
Stelling 1: Delier valt in de DSM-5 in de categorie ‘psychose’. Stelling 2: Delier kan medicamenteus worden behandeld met antipsychotica a. Stelling 1 is waar b. Stelling 2 is waar c. Beide stellingen zijn waar d. Beide stellingen zijn niet waar | b. Stelling 2 is waar. |
Een erotomane waan is onderdeel van een betrekkingswaan. a. Juist b onjuist | b onjuist |
Je kunt het beste een anti-depressiva voorschrijven bij rapid cycling. a. Juist b. onjuist | b. onjuist |
1.Pt (43) moe, somber, vaker wel dan niet, 1 jaar aanwezig = dysthymie 1.Pt (17) moe, somber, vaker wel dan niet, 1 jaar aanwezig = dysthymie a.Stelling 1 is waar b.Stelling 2 is waar c.Beide stellingen zijn waar d.Beide stellingen zijn niet waar | b.Stelling 2 is waar |
De meeste Jichtpatiënten zijn: a. 'overproducers' van urinezuur b. 'undersecreters' van urinezuur | b. 'undersecreters' van urinezuur |
Hyperurikemie leidt altijd tot jicht. a. Juist b. Onjuist | b. Onjuist |
De Stand van Bonnet omschrijft: a. 20°-30° flexie van de knie b. 90° flexie van de knie c. -10° extensie van de knie d. 0° extensie van de knie | a. 20°-30° flexie van de knie |
Een ‘painful arc’-syndroom wijst op een compressie van de pees van de: a. supraspinatus of infra- en supraspinatus b. pectoralis major c. pectoralis minor | a. supraspinatus of infra- en supraspinatus |
Bij een ‘frozen shoulder’ heeft de patient in het glenohumerale gewricht een sterk verminderde: a. passieve bewegingsomvang b. actieve bewegingsomvang c. zowel passieve als actieve bewegingsomvang | c. zowel passieve als actieve bewegingsomvang |
De aandoeningen ‘painful arc’-syndroom en ‘frozen shoulder’ komen meestal voor in de leeftijdscategorie: a. 20-40 jaar b. 40-60 jaar c. 60-80 jaar d. 80-100 jaar | b. 40-60 jaar |
Welk subtype van uveïtis komt het vaakst voor? a. Uveïtis anterior b. Intermediaire uveïtis c. Uveïtis posterior d. Panuveïtis | a. Uveïtis anterior |
Waarvoor is een halfverwijde pupil zonder reactie op licht een zeer sterke aanwijzing? a. Uveïtis posterior b. Chalazon c. Acuut Glaucoom d. Heroïne gebruik | c. Acuut Glaucoom |
Wat is een typisch kenmerk van hypertensieve retinopathie? a. Vorming van een macula oedeem b. Ablatio retinae c. Verdikte vene en arterien bij fundoscopie d. Harde en zachte exsudaten bij fundoscopie | d. Harde en zachte exsudaten bij fundoscopie |
Welke spier wordt NIET geinnerveerd door de 3e hersenzenuw? a.M. rectus superior b.M. rectus inferior c.M. obliquus inferior d.M. obliquus superior | d.M. obliquus superior |
V 58 jaar komt bij u met rugpijn. De pijn straalt door in haar beide benen. Na lopen wordt het erger. Tijdens het fietsen heeft ze geen pijn. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a.HNP b.Wervelkanaalstenose c.Lumbago d.Spit | b.Wervelkanaalstenose |
Paniekaanvallen kunnen worden veroorzaakt door somatische aandoeningen zoals o.a. vaatlijden, tumor en MS. a. Juist b. Onjuist | a. Juist |
Behandeling bij kinderen >6mnd en <6jr met koortsconvulsie a.Carbamazepine na de eerste episode b.Intermitterende behandeling met diazepam tijdens koorts c.Profylactische behandeling met PCM in een koortsperiode d.Behandeling is meestal niet nodig | d.Behandeling is meestal niet nodig |
1. Een belangrijke bijwerking van antipsychotica is het maligne neurolepticasyndroom. Wat is NIET kenmerkend voor dit syndroom? a. Hyperthermie b. Spierrigiditeit c. Verlaagd bewustzijn d. Verwardheid | d. Verwardheid |
In het cerebrum bevindt zich het ventrikelsysteem. Welke structuur verbindt de laterale ventrikels met de derde ventrikel? a. Aquaduct van Silvius b. Foramen van Monroe c. Foramen van Luschka | b. Foramen van Monroe |
Vanuit de arteria basilaris worden de hersenstam en het cerebellum verzorgd. a. Juist b. Onjuist | a. Juist |
Bij welk type dementie komen hallucinaties voor? a. Frontotemporale dementie b. Vasculaire dementie c. Lewy body dementie | c. Lewy body dementie |
Geef je bij Lewy-body dementie dopaminerge medicatie? a. Juist b. Onjuist | b. Onjuist |
Wat is de rol van de hippocampus bij geheugenvorming? a. Werkgeheugen b. Lange-termijn geheugen | a. Werkgeheugen |
Hieronder zijn twee stellingen over amaurosis fugax beschreven. Wat is waar? 1. Gehele of gedeeltelijke blindheid van één oog. 2. Komt voor bij een TIA. a. 1 is waar b. 2 is waar c. 1 en 2 zijn waar d. 1 en 2 zijn niet waar | c. 1 en 2 zijn waar |
Waar is sprake van bij de Ziekte van Parkinson? a. Tekortschieten van de directe route van het extrapiramidale systeem. b. Tekortschieten van de indirecte route van het extrapiramidale systeem. | a. Tekortschieten van de directe route van het extrapiramidale systeem. |
In het geval van een geconjugeerde nystagmus met een draaibeweging, moet je denken aan een: a. Centrale vestibulaire stoornis b. Perifere vestibulaire stoornis | b. Perifere vestibulaire stoornis |
1. Een mank lopend jongetje van 5 jaar presenteert zich met pijn in de heupregio. Wat is in dit geval de meest waarschijnlijke aandoening? A. Ziekte van Perthes B. Coxitis fugax C. Bacteriële coxitis D. Reactieve coxartritis | B. Coxitis fugax |
3. Bij welke aandoening ziet men een loopstoornis waarbij de patiënt houterig loopt met circumductie van één been. A. Ziekte van parkinson B. Hernia C. CVA D. Cerebellaire stoornis | C. CVA |
5. Wanneer moet men starten met het innemen van pijnmedicatie bij een migraine aanval? A. Bij starten van de aura B. Bij het starten van de hoofdpijn C. Op het moment van de misselijkheid | B. Bij het starten van de hoofdpijn |
8. De proef van Romberg is een test voor: A. Cerebellaire stoornis B. Propriocepsis C. Myopathie | B. Propriocepsis |
9. Welke spier is geen onderdeel van de hamstrings? A. Biceps femoris B. Semimembranosus C. Semitendinosus D. M. piriformis | D. M. piriformis |
Welke geurstof moet niet gebruikt worden bij het testen van de n. olfactorius? a. Koffie b. Ammonia c. Tabak d. Chloor | b. Ammonia (prikkeling trigeminus, vals positief) |
De n. radialis zorgt voor: a. het strekken van de onderarm, pols en vingers b. het spreiden en sluiten van de vingers c. de oppositie van de duim | a. het strekken van de onderarm, pols en vingers |
Wat past niet binnen een klassieke aanval van clusterhoofdpijn? a. Tranenvloed b. Aanvalsgewijze hoofdpijn c. Prodromale verschijnselen d. Stekende pijn in en rond een oog | c. Prodromale verschijnselen |
Wat is geen indicatie voor het geven van een SSRI? a. Depressie b. Angststoornis c. Obsessieve Compulsieve stoornis d. Ongedifferentieerde Slaapstoornis | d. Ongedifferentieerde Slaapstoornis |
Clozapine is niet geschikt als eerste keus bij psychose, vanwege vele bijwerkingen. Wat is geen bijwerking van clozapine? a. Gewichtstoename b. Agranulocytose c. Slaperigheid d. Rigiditeit | d. Rigiditeit |
De ziekte van Osgood-Schlatter komt het meest voor bij: a. jongens rond 14 jaar oud b. meisjes rond 4 jaar oud c. mannen rond 45 jaar oud d. vrouwen rond 55 jaar oud | a. jongens rond 14 jaar oud |
De meeste meniscus rupturen ontstaan in: a. de voorhoorn van de mediale meniscus b. de achterhoorn van de mediale meniscus c. de voorhoorn van de laterale meniscus d. de achterhoorn van de mediale meniscus | b. de achterhoorn van de mediale meniscus |
. In het chiasma opticum kruisen zenuwvezel van de retina. De informatie van welke gezichtsvelden worden via het chiasma opticum geleid? a. Temporale gezichtsveld b. Nasale gezichtsveld | a. Temporale gezichtsveld |
Met behulp van de confrontatietest (volgens Donders) wordt …. gemeten. a. Oogbewegingen b. De visus c. Gezichtsvelden | c. Gezichtsvelden |
Er worden drie groepen reflexen onderscheiden. De voetzoolreflex is een: a. proprioceptieve reflex b. exteroceptieve reflex c. pathologische reflex | b. exteroceptieve reflex |