click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Cardiologie
Medicatie
Question | Answer |
---|---|
Furosemide? | Lisdiuretica |
Wat is de werking van lisdiuretica? | -Remmen het Na+/K+/2Cl--cotransport --> remming passieve transport van Na --> <toniciteit medulla --> <geconcentreed urine. -Bevorderen indirect de uitscheiding van K door het hogere aanbod van natrium |
Wat zijn indicaties voor lisdiuretica? | Hartfalen en hypertensie bij verminderde NIFU |
Bumetamide? | Lisdiuretica |
Spironolacton? | Kaliumsparende diuretica |
Eplerenon? | Kaliumsparende diuretica |
Wat is de werking van kaliumsparende diuretica? | Blokkeren de natriumkanalen in de corticale verzamelbuis --> <Na+/2Cl_/K+/NH4+-cotransport Blokkade van de aldosteronreceptor --> remming van de uitwisseling van natriumionen tegen kalium- en waterstofionen |
Wat zijn indicaties voor kaliumsparende diuretica? | -Oedeem t.g.v. dec. cordis -Dec. cordis (NYHA III-IV) -Oedeem t.g.v. levercirrose |
Waarschuwingen kaliumsparende diuretica? | >kaliumspiegels Regelmatig NIFU checken |
Mannitol? | Osmotische diuretica. - <terugresorptie van water in de niertubuli; - >uitscheiding van o.a. elektrolyten in de nieren. Effect: Geforceerde diurese > voorkomt het de afname van de nierfunctie bij oligurie of dreigende acute nierinsufficiëntie. |
Hydrochloorthiazide? | Thiazide |
Indapamide? | Thiazide |
Chloortalidon? | Thiazide |
Wat is de werking van thiaziden? | Blokkeren het Na+/2Cl--cotransport in de distale tubulus. Dit leidt tot: o <reabsorptie Na en Cl o >uitscheiding K o >uitscheiding Mg o <uitscheiding Ca |
Wat is het effect van thiaziden? | o <RR door vermindering extracellulaire volume o <RR door perifere vasodilatatie (op lange termijn) |
Wat zijn indicaties voor thiaziden? | o Hypertensie (enalapril, lisinopril, perindopril, ramipril): vasodilatatie <RR. o Dec. Cordis (enalapril): remming aldosteron secretie afname hypertrofie. Door vasodilatatie afname afterload van het hart. |
Wat zijn bijwerkingen van thiaziden? | o Ortho. Hypertensie (vaak in het begin) o Verslechtering NIFU (bij reeds pre-existente renale arteriestenose) o >serum K+, prikkelhoest (vooral; vrouwen en roken), jeuk o Angio-oedeem o Hypoglykemie door verbetering insulinegevoeligheid (bij DM) |
Wat is het werkingsmechanisme van beta-blokkers? | Blokkeren β1 en/of β2-receptoren; afname sympathische activiteit |
Wat is het effect van beta-blokkers? | o < HF o < RR o Vertraging AV-geleiding o Verlening refractaire periode o > EF |
Wat zijn indicaties voor beta-blokkers? | Hypertensie, AF, dec. cordis, AP |
Welke beta-blokkers worden voorgeschreven bij hypertensie? | Atenolol, metoprolol |
Welke beta-blokker wordt voorgeschreven bij AF? | Metoprolol |
Welke beta-blokker wordt voorgeschreven bij dec. cordis? | Metoprolol, bisoprolol (i.c.m. ACE en diuretica) |
Wat zijn contra-indicaties voor beta-blokkers? | -2e- of 3egraads atrioventriculair blok -’sick sinus syndrome’ zonder pacemaker, -sinusbradycardie (< 50/min). |
Wat zijn veel voorkomende bijwerkingen van beta-blokkers? | -Orthostatische hypotensie, bradycardie, koude acra -Dyspneu en bronchoconstrictie (B1) --> Astma! -Hypoglykemie (B1) |
Metoprolol? | Beta-blokkers |
Bisoprolol? | Beta-blokkers |
Wat is het werkingsmechanisme van ACE-remmers? | Remmen het 'angiotensine converting enzyme', het enzym dat angiotensine I omzet in angiotensine II. |
Wat zijn de effecten van Ace-remmers? | <RR en vasodilitatie |
Wat zijn indicaties voor Ace-remmers? | hypertensie en systolisch hartfalen |
Welke ACE wordt voorgeschreven bij hypertensie? | enalapril, lisinopril, perindopril, ramipril |
Welke ACE wordt voorgeschreven bij systolisch hartfalen? | enalapril |
Wat zijn contra-indicaties voor ACE? | zwangerschap, angio-oedeem in voorgeschiedenis, tweezijdige nierarteriestenose, aortaklepstenose, uitgangswaarde van het serumkalium > 5 mmol/l en creatinineklaring < 10 ml/min. |
Waarschuwingen ACE? | NIFU |
Bijwerkingen ACE? | -Ortho hypotensie -Prikkelhoest, jeuk ->serum K+ -Hypo's |
Enalapril? | ACE |
Perindopril? | ACE |
Wat is het werkingsmechanisme van ARBs? | ARB's blokkeren selectief de angiotensine II-receptor (type I). Hierdoor remmen ze de werking van angiotensine II met als gevolg een remming van de aldosteronsecretie. |
Effecten ARBs? | Vasodilatatie en <RR |
Indicaties ARBs? | Hypertensie en dec.cordis |
Bijwerkingen ARBs? | Orthostatische hypotensie Verslechtering NIFU |
Candesartan? | ARB |
Losartan? | ARB |
Valsartan? | ARB |
Diltiazem | Calciumantagonist Effect: <RR en inductie van negatief-inotroop, -chronotroop en -dromotroop effect. |
Verapamil | Calciumantagonist Effect: <RR en inductie van negatief-inotroop, -chronotroop en -dromotroop effect. |
-dipine | Calciumantagonist |
Werkingsmechanisme calciumantagonist? | <contractie van vooral glad spierweefsel van perifere en coronaire arteriën door: o <intracellulaire calciumconcentratie door het remmen van de langzame calciuminstroom in glad spierweefsel van arteriën; o Afgifte van stikstofmonoxide (NO) |
Effect calciumantagonist? | Effect: <RR. |
Indicaties calciumantagonist? | Hypertensie en AP |
Indicaties verapamil? | AP, hypertensie, paroxismale SVT, AF, A-fladder, hypertrofische cardiomyopathie, profylaxe MI. |
Indicaties diltiazem? | AP, hypertensie, profylaxe MI tijdens algemene anesthesie |
Indicaties digoxine? | o Atriumfibrilleren (neg chronotroop en dromotroop) o Hartfalen (positief inotroop) |
Effecten digoxine? | o Negatief chronotroop: <HF o Negatief dromotroop: remming AV-geleiding, verlenging refractaire periode o Positief inotroop: >contractiekracht. |
Werkingsmechanisme digoxine? | o Verbetert de gevoeligheid van de baroreceptor. --> neemt de vagale tonus toe +sympathicus geremd; o Komt bij elke actiepotentiaal een grotere hoeveelheid Ca2+ beschikbaar. |
Flecaïnide? | Anti-artimica klasse 1 |
Propafenon? | Anti-aritmica klasse 1 |
Werkingsmechanisme A-arit-1? | Remming Na-instroom tijdens depolarisatie |
Amiadoron? | Anti-aritmicaklasse 3 |
Ibutilide? | Anti-aritmica klasse 3 |
Werkingsmechanisme A-arit-3? | blokkeren de kaliumkanalen van het geleidingssysteem en het myocard. De repolarisatie vertraagt en de actiepotentiaal wordt verlengd. Het QTc-interval op het ECG wordt verlengd. |